ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. kadasterT" No. 6196. Donderdag 11 Maart 1915. 55e Jaargang. ABONNEMENT ADVERTENTlfiN M I L IT I E. Yrijstelling wegecs tostwinnerscliap. MILITIE. MILITIE. MILITIE. BINNENLAND. 4 Telefoon 25. Bit Blafl verschijnt Haandas-, Woensda8- en Yryidagavond, ttlteeiii^jpjwstdaae^ Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Nenzen. Vrijstelling ran Geestelijken enz. 9 I Per 3 maanden binnen de stad/1.-. Franco per -.1 i i- Rcirrifi f 1 40 voor Ned.-Indie en AmeriKa j i.uj, Eij vooruitbetalingvoor Belgte J i.iu, vuui Me„^i"d^d7uitgee,ste, o, buiten Ter Neuzen ook bij a„e Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de priis slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 HUT op den dag der intgave. Iiij da Aamvezigbeid van in hetzelfde .jaar geboren brooders of halt broeders. vrystelling wegens kostwinnerscbap Try st ell ing tan den dienst wegens eigen vry willigen dienst, broederdienst of aanwezigheid van in hetzeltde jaar geboren broeders of halfbroeders. Eigen yrijwilligen dienst. Broederdienst. Vrijstelling wegens woonplaats of toe- komstige woonplaats in (le Kolonien enz. vrystelling van den dienst bij de militie ii 4fi - i \t y*. A'' II OURANT. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering van den Gemeenteraad zal worden gehouden op Donderdns den Maart l»l», des voor- middags ten 10 ure. Ter Neuzen, den 9 Maart 1915. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. t De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter openbare kennis dat door hem op advies van den Districtsveearts is bepaald dat het verbod om vee te vervoeren binnen de kring omvattende den beydlitz, Visaert, Gud Vogelschor, Nieuw Vogelschor en Remoortre- polder is opgeheven vanaf heden. Ter Neuzen, 8 Maart 1915. De Burgemeester voornoemd, i. HUIZINGA. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt be kend dat de Landmeter van het Kadaster op Maanda" '5 Maart a.s. een aanvang zal maken om de gewone jaarlijksclte veranderingen voor den dienst van het Kadaster in deze gemeente op te nemen. Ter Neuzen, 9 Maart 1915. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. TER NEUZEN Omtrent de vrijstelling wegens kost- winnerschap wordt beslist door Gedeputeerde Staten, zoo de reden van vrijstelling aan- wezig is op 21 Maart van het jaar, waarm het inschrijvingsregister gesloten is anders door de Koningin. Deze vrijstelling wordt aanvankelijk sleehts tijdelijk en wel ten hoogste viermaal voor een jaar en daarna, zoo de grond voor de vrijstelling ook bij de ten vijf'den male te nemen beslissing nog aauwezig blijkt, YOOr- goed verleend. Voorts wordt ool; vrijstelling verleend in het ''Zen dienstplichtige, aan vvien geen vrijstelling is verleend wegens kostwinnorsehap, zoodamg persoon- bjk onmisbaar is voor de instandhouding der rnid- delen van bestaan van zijn gezin of van dat, waartoe hij behoort of waarin bij als pleegkind is opgenomen, dan wel van personen, die hem in den eersten ot den tweeden 'graad van bloed- of aanverwantsehap bestaan, dat zijn aanwezigheid daarvoor dringend noodzakelijk is. Tot het verkrijgen van vrijstelling op dezen grond moe't worden gehandeld in overeenkomstigen zin als tot het verkrijgen van vrijstelling wegens kost- winnerschap. Omtrent het verleenen van vrijstelling wegens aanwezigheid van het bedoeld geval wordt echter uitsluitend beslist door de Koningin. Ter Neuzen, 8 Maart 1915. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Deze aanwezigheid kan ook op zicbzeif reden tot vrijstelling geven, /under dat er reden tot vrijstelling wegens broederdienst bestaat. De wet bepaalt namelijk onder zekere voorwaanlen Indien twee of meer breeders die geen reclit op vrijstelling wegens broederdienst kunnen doen gelden in hetzelfde .jaar zijn geboren, wordt de helft van bun getal of, zoo, dit oneven is, de grootere belit '"im^voor vrijsteliing om de hierbedoelde reden in aanmerking te kotoen, moet door of vanwege den ingeschrevene tusschen 10 en 18 Juli ter Secretarie dezer gemeente aanvraag worden gedaan tot bet opmaken van een daartoe vereischt getuigschrift Wie van de broeders of half broeders zal of zullen worden vrijgesteld. wordt uitgemaakt door een loting of bij overeenkomst, op dezelfde wijze als hiervoren omschreven is onder -Broederdienst doch voor dit geval moet het opmaken van een sehriftelijke over eenkomst en het geven van een sehriftelijke .oe- stemming geschieden in de maand Juli. bij voorkeur tegelijk met het opmaken van het voor vrijstelling vereischt getuigschrift. Om vrijgesteld te Worden wegens eigen vnjwilhgen dienst of wegens broederdienst, moet de reden van vrijstelling bestaai. op 21 De Burgemeester der Gemeente brengt ter kennis van belanghebbenden, dat wordt verleend aan hem, door wiens verblijf in werkelijken dienst voldoende middelen tot lever.s- onderhoud zouden komen te ontbreken aan zijn o-ezin of aan dat, waartoe hij behoort of waarin hij als pleegkind is opgenomen, dan wel aan personen, die hem in den eersten of den tweeden graad van bloed- of aanverwantsehap bestaan. Geldt het iemand, die reeds is lngelijfd, dan wordt de vrijstelling niet verleend, zoo de belangen van den dienst het wenschehjk maken haar met te verleenen en bij toekenning eener yergoedmg van ten hoogste een gulden per dag voldoende in de middelen tot levensonderhoud van het gezin ot van bedoelde personen zou worden voorzien. Voor het kostwinnerscbap in den zin van de Militiewet wordt niet vereischt, dat de eemge of voornaamste bron van inkomsten gelegen is in den arbeid van den militieplichtige, doch is het voldoende, indien door zijne mogelijke dienstver- vullinf de gezamenlijke inkomsten der betrokkenen met een zoodanig bedrag zouden worden vermi nderd, dat het overblijvende niet meer gezegil kan worden voor hen voldoende middelen tot levens onderhoud" te vertegenwoordigen. Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens kost- winnerschap moet worden overgelegd een staat van inlichtingen, opgemaakt door den burgemeester der gemeente, waar de belanghebbende voor de militie is ingeschreven of voor welke hij heeft ge loot. De staat kan echter ook door een anderen burgemeester worden opgemaakt, als daarvoor een bijzondere reden bestaat. Indien het bezwaren oplevert, den staat van inlichtingen h.er te lande te doen opmaken, kan in de plaats van zulk een staat worden overgelegd hetzij een gelyksoortig, hetzij een ander in het buitenland opgemaakt stub, waaruit met genoegzame zekerheid de omstandig- heden blijken, welker bekendheid voor de beoordee- ling van het recht op vrijstelling noodig is. Door of vanwege degene, die vrijstelling verlangt wegens kostwinnerschap, moet zooveel mogelijk ter secretarie der gemeente aanvraag worden gedaan tot het opmaken van bedoelden staat van inlichtingen, en wel: lo. tusschen 21 en 31 Maart van het jaar, waarin het inschrijvingsregister is gesloten, ingeval de reden van vrijstelling aanwezig was op eerstge- noemden datum 2o. in de maand November van het jaar, voor afgaande aan dat, waarin hij zou moeten worden ingelijfd a ingeval de reden van vrijstelling is ontstaan 'tusschen 21 Maart en "1 November van eerst- bedoeld jaar; b. ingeval hij opnieuw vrijstelling vraagt en lnj bij de eerste maal verkeerde in het geval, omschreven onder a 3o. binnen een maand nadat de reden van vrijstelling is ontstaan, ingeval dit heeft plaats ge had op of na 1 November van het jaar voorafgaande aan dat, waarin hij is of zou moeten worden in- gC4od 'in de maand, op een na voorafgaande aan die, waarin de loopende vrijstelling eindigt, ingeval hij opnieuw vrijstelling vraagt en hij hij do eerste maal verkeerde in het geval, omschreven onder .so. Degene, die aanvraag doet tot het opmaken van zulk een staat van inlichtingen, dient zooveel moge lijk daarbij opgaven te verstrekken omtrent de omstandigheden, waarin de militieplichtige en waarin het gezin of de naaste bloed- of aanverwanten ▼erkeeren Bij voorkeur zal voor het opmaken van staten van inlichiingen ten belioeve van het aanvragen van vrijstelling wegens kostwinnerschap, voor zoover dit tusschen 21 en 31 Maart moet geschieden, zitting worden gehouden op T rijdeif/ 26 l\l(lG>rt s., voormiddags tusschen lO en 12 uwr Het voren staande geldt niet etlleen voor hen, die voor het eerst zijn ingeschreven, tnaar no A' voor hen, die voor de licliting van het volgend jaar opnieuw zijn inge- schreven. Tot deze beliooven o. tz. zij, die het vorig jaar tijdelijk zijn vrijgesteld bij eene uitspvaa-k van Gedeputeerde Staten, die voor 1 September onhervoepelijk is geworden, of bij een Koninklijk beslutt dat voor dien datum is opgenomen op een ingesteld beroep. oiritrent hem, voor wien vrijstelling wordt gevraagd, door den Militieraad uitspraak moet worden gedaan. Om vrijgesteld te worden wegens aanwezigheid van in hetzelfde jaar geboren broeders of halfbroeders moet de reden can vrijstelling bestaan ^op het oogenblik, waarop de Militieraad. uitspraak doet. Ter Neuzen, den 8 Maart 1915. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De wet bepaalt n.l., dat vrijstelling wegens broederdienst wordt verleend aan den ingeschrevene, wiens wettige brocder of halfbroeder hetzij bestemd is ter inlijving of wel dient of gediend heeft by de militie, hetzij als vrijwilliger dient of gediend heeft bij de zeemacht, bij het leger hier te laude of by de koloniale. troepen wat het eerste geval het bestemd zijn ter inlijving bij de militie betrett, tenzij het voor dp inlijving bepaalde tijdstip reeds verstreken en hij 1 vet ter inlijving opgekomen is. De Burgemeester der gemeente Ter Neuzen brengt ter kennis van belanghebbenden, dat ten aanzlen van vrijstelling van den dienst bij de militie om een der hierboven vermelde redenen het volgende geldt Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens eigen vrijwilligen dienst moet worden overgelegd een bewijs van dienst of een uittreksel uit bet stamboek. Voor hen, die nog dienen of wier verbintenis nog loopende is, worden deze stukken door de zorg van de daarbij betrokken autoriteiten bij den Militieraad ingediend, zonder eenige bemoeienis van de zijde van belanghebbenden. Voor zooveel betreft ingeschrevenen voor de militie, die gediend hebben, maar niet meer in dienst zijn, moet het opgeven van de reden van vrijstelling, indien die niet reeds bij de insehrijving heeft plaats gehad, door of vanwege hen geschieden ter Secretarie dezer gemeente, tusschen 21 en 31 Maart, bij vooi - keur op Vrijdag 26 Maart a.s., des voormiddags tusschen 10 en 12 uur. Aldaar wordt gezorgd voor het opvragen en mdienen van de vereischte stukken. Medebrengen van zakboekje of paspoort is zeer gewenscht. De aandacht wordt er op gevestigd, dat van een even getal broeders of halfbroeders de helft en van een oneven getal de grootere helft wordt vrijge steld, en voorts, dat een broeder, die ter inlijving bestemd is, met betrekking tot vrijstelling wegens broederdienst wordt gelijkgesteld met een broeder die dient. Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens broeder dienst moet worden overgelegd: lo. een bewijs van bestemming tor inlijving. een bewijs van dienst of een uittreksel uit het stamboek van elken wettigen broeder of halfbroeder, die ter inlijving bestemd is, dient of gediend heeft, zoomede ten aan/.ien van elken wettigen broeder of halfbroeder voor wien een plaatsvervanger is gesteld, een bewys, van dienst of een uittreksel uit het stamboek van den plaatsvervanger; 2o. een getuigschrift betreffende de wettige broo ders en halfbroeders van den ingeschrevene. De stukken, onder lo. bedoeld, worden, voor zoo ver de reden van vrijstelling reeds bij de insehrijving is of binnen den hierna te noemen tijd ter Secretarie dezer gemeente alsnog wordt opgegeven, zonder verdere bemoeienis van de zijde van den ingeschre vene opgevraagd en ingediend. Tot het opmaken van het getuigschrift, onder 2o. bedoeld, moet door of vanwege den ingeschrevene aanvraag worden gedaan ter Secretarie dezer gemeente, tusschen 21 en 31 Maart, bij voprkeur op Vrijdag 26 Maart a.s., des voormiddags tusschen 10 en 12 uur. Daarbij moet door of vanwege den ingeschre vene worden gezorgd voor de tegenwoordigheid van twee getuigen, die meerderjarige mannelijke personen moeten zijn, van wie kan worden aangenomen, dat zij met het gezin, waartoe de ingeschrevene behoort, voldoende bekend zijn. Medebrengen van zakboekjes en paspoorten is zeer geweijscht. Het getuigschrift wordt in den regel opgemaakt door den Burgemeester der gemeente, waar de belang hebbende voor de militife is ingeschreven, doch kan ook door een anderen Burgemeester worden opgemaakt. Zijn er twee of meer broeders of halfbroeders in hetzelfde jaar geboren en moet aan een of meer van hen vrijstelling wegens broederdienst worden verleend, dan wordt in de zitting van den Militieraad door loting uitgemaakt, aan wien of aan wie hunner de vrijstelling zal worden toegekend. Onder zekere voorwaarden kunnen zij echter, met afwijking hiervan, bij onderlinge overeenkomst aanwijzen wie hunner om bedoelde reden zal of zullen worden vrijgesteld. Minderjarigen moeten voor zulk een overeenkomst de toestemming hebben van hem of haar, die de ouderlyke macht of de voogdij over hen uitoefent. Het aangaan van de overeenkomst en het verleenen van de toestemming kan geschieden hetzij schriftelijk ten overstaan van den Burgemeester of van een door dezen aangewezen gemeente-ambter.aar, bij voorkeur op den hiervoren bedoelden dag, hetzij mondeling in de zitting van den Militieraad. De Burgemeester der Gemeente TER NEUZEN, brengt met betrekking tot bovengenoemde vrijstelling het volgende ter kennis van belanghebbenden Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens wooh- plaats in de kolonien of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen moet worden overgelegd eene verklaring, waaruit blijkt, dat de dienstplichtige, om een andere reden dan ter zake van krijgsdienst, zyne woonplaats in bedoelde kolonien of bezittingen Deze verklaring moet zijn afgegeven door het hooid van het plaatselijk bestuur der woonplaats van be langhebbende. Tot het verkrijgen van .rijstelhng wegens toe- komstige woonplaats in de kolonien of bezit tingen des Rijks in andere werelddeelen moet worden overgelegd een stuk, waaruit overtuigend blijkt, dat bij den dienstpliehtige het stellige voornemen bestaat, om een andere reden dan ter zake van krijgsdienst, zijn woonplaats in bedoelde kolonien of bezittingen te vestigen. Deze bewijsstukken moeten door of vanwege den belanghebbende worden ingediend bij den burge meester der gemeente, voor welke hij heeft geloot lo. voor hem, die voor de eerste maal op vrij stelling aanspraak kon maken a. zooveel mogelijk in de maand November van het jaar der loting, ingeval de reden tot vrij stelling reeds voor die maand aanwezig was b. zooveel mogelijk in de maand November van het jaar van inlijving, ingeval de belanghebbende uitstel van eerste-oefening heeft en de reden tot vrijstelling reeds voor die maand aanwezig c. zoo spoedig mogelijk, indien het onder a of b vermelde niet toepasselijk is; 2o voor hem, die reeds eenmaal vrystellmg heeit verk'regen, in de maand, op ebn na voorafgaande aan die, waarin de loopende vrijstelling eindigt. Het bewijsstuk voor hen, die reeds in de kolonien of bezittingen wonen, mag niet eerder zijn afgegeven dan twee maanden, en dat voor hen, die voornemens zijn daar te gaaiifwone", met eerder dan een maand voor de indiening er van bij den burgemeester. Omtrent het verleenen van de hierbedoelde vrij stelling wordt beslist door de Koningin. Deze vrijstelling wordt telkenjare opnieuw verleend. Ter Neuzen, 8 Maart 1915. De Burgemeester voornoemd. J. HUIZINGA. gemeente, waar hij voor de militie is ingeschreven of voor welke hij heeft geloot. De verklaring moet zijn ingericht overeenkomstig een model, waaromtrent ter secretarie der gemeente inlichtingen kunnen worden verkregen. De inlevering moet geschieden lo. voor 1 April van het jaar, waarin het in schrijvingsregister is gesloten, ingeval de reden van vrijstelling aanwezig was op 21 Maart van bedoeld J!l 2o'. in de maand November van het jaar, vooraf gaande aan dat, waarin de belanghebbende zou moeten worden ingelijfd: a ingeval de reden van vrijstelling is ontstaan tusschen 21 Maart en 1 November van eerstbe- doeld jaar; b. ingeval hij opnieuw vrijstelling vraagt en ny bij de eerste maal verkeerde in het geval om schreven onder a 3o. binnen eene maand nadat de reden van vrij stelling is ontstaan, ingeval dit heeft plaats gehad op of na 1 November van het jaar, waarm hij is ol zou moeten worden ingelijfd; 4o. in de maand op een na voorafgaande aan die, waarin de loopende vrijstelling eindigt, ingeval hy opnieuw vrijstelling vraagt en hij bij de eerste maal verkeerde in het geval, omschreven onder 3o. Voor hem, die vermeld is op liet inschrijvings register voor de militie, dat laatstelijk gesloten is, en op 21 Maart na de sluiting een der voornoemde hoe- danigheden bezit, moet de verklaring opgenoemden datum worden afgegeven of moet althans uit de ver klaring blijken, dat de toestand, die grond tot vrij stelling oplevert, op dien datum aanwezig was. Voor hem, die eerst later een vail bedoelde hoe- danigheden verkrijgt, moet in de verklaring de toe- stand worden vermeld, gelijk die is op het oogenblik der afgifte en mag de afgifte niet geschieden voor hettijdvak, binnen hetwelk de verklaring moet worden ingeleverd. Wat geldt voor hen, die voor het eerst zijn ingeschreven, geldt ook voor lien die voor de lichting van het volgend jaar opnieuw zijn ingeschreven. Tot dezen behooren o.a. zij die het vorig jaar tijde lijk zijn vrijgesteld bij eene uitspraak van Gedeputeerde Staten, die voor 1 Sep tember onherroepelijk is geworden,ot bi) een Koninklijk besluit, dat voor dien datum is genomen op een ingesteld beroep. Omtrent de vrijstelling van de hiervoren bedoelde personen wordt beslist door Gedeputeerde Staten zoo de reden van vrijstelling aanwezig is op 21 MAAtti van het jaar, waarin het inschrijvingsregister ge sloten is; anders door de Koningin. Deze vrijstelling wordt aanvankelijk slechts 1 IJUri- LIJK en wel ten hoogste viermaal voor een jaar en daarna, zoo de grond voor de vrijstelling ook hij de ten vijfden male te nemen beslissing nog aanwezig blijkt, VOORGOED verleend. Ter Neuzen, 8 Maart 1915. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. kinderen, die opgeleid moeten worden en zijn eigen taak is nog niet afgeloopen. Van- daar dat de militair ten opzichte der pen- sioenregeling er zooveel ongunstiger dan de burgerlijke ambtenaar tegenover staat. Spreker stelt een inotie voor, waarin de Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat de grondslag der berekening van de militaire pensioenen moet worden herzien in dier voege, dat het werkelijk genoten pensioen zooveel mogelijk 3/5 bedraagt van de eind- bezoldiging, met inbegrip der in geld ge- taxeerde waarde van genoten voeding en inwoning. De heer Arts betoogt, dat men alleen den toeloop van aspirant-kaderleden kan bevor- deren door belioorlijke salarieering en pen- sionneering zonder goed kader geen goed leger. Daarom heeft de Staat er groot be- lang bij, dat een voldoend aantal jonge man- nen zich er voor laten vinden, een aantal jaren te blijven dienen. Dit is thans aller- minst het geval. Spreker verwacht niet het minste succes van indiening van amendementen betreffen de verbetering van pensioenen. Spreker is teleurgesteld dat de Minister deze wetten niet in werking laat treden tegelijk met de pensioenwetten voor de officieren. De heer Duymaer van Twist betreurt, dat dit ontwerp onder de huidige omstandighe den wordt behandeld. Het ontwerp heelt bij de onderofficieren teleurstelling gebracht. Wordt bet ontwerp ongewijzigd aangeno men, dan wordt de geest van het kader te velde daarmee niet beter. Een kapitein heeft tot pensioen 2/3 van zijn traktement; een sergeant-majoor met een traktement van 1200 krijgt een pen sioen van 600, zijnde de helft. Dat ver- schil is te groot. De Minister van Marine raoel als hu zija__ pensioenregeling bij die der landinacht wil laten aansluiten, aan de Kamer zeggen,dat hij van plan is de bevorderipgsregeling bij de marine aan die der landmacht gelijk te maken. Van maximum-pensioen is bij de meesten der zeemacht geen sprake. De pen sioenen der zeemacht zijn ook hierdoor veel ongunstiger, dat slechts een klein ge4- deelte der onderofficieren van de? zeemacht het voile pensioen krijgt. Spreker meent met den heer Hugenholtz, dal gelijkmaking van pensioenen bij land- en zeemacht tot groote onbillijkheid leiden moet. Spreker begrijpt het zich niet, dat de Minister van Marine niet beter voor- de van zijn personeel opkomt, als belangen van y-r- hij ziet, hoe 't bij dat der landmacht wordt ten achter gesteld. De heer De Meester noemt bet welsont- p een belangrijke verbetering. De Burgemeester der Gemeente TER NEUZEN brengt ter kennis van belanghebbenden, dat wordt verleend lo. aan den geestelijke, den bedienaar van den godsdienst, den zendeling-leeraar, den broeder-diakoon van een godsdienstige vereeniging en den Roomsch- Katholieken ordebroeder, die tot een binnen het Rijk gevestigde kloosterinrichting. behoort 2o. aan den student in de godgeleerd'neid en den zendeling-kweekeling, die aan een bij algemeenen maatregel van bestuur aan te wijzen inrichting van onderwijs tot geestelijke, tot bedienaar van den gods dienst of tot zendeling-leeraar wordt opgeleid, en aan den proefbroeder, die tot broeder-diakoon van een godsdienstige vereeniging wordt opgeleid. Wie geacht worden een dezer hoedanigheden te bezitten,. is omschreven in een tweetal tabellen, die door belanghebbenden ter secretarie dezer gemeente kunnen worden geraadpleegd. Door of vanwege dengene, die op grond van een dezer hoedanigheden vrystelling verlangt. moet een verklaring, Waaruit het bezit dezer hoedanigheid blijkt, worden ingeleverd b' den burgemeester der TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag 9 Maart. De voorzitter, de heer mr. H. Goeman Borgesius, opent, volgens de „H. Crt. de vergadering te kwart voor 12, maai vei- daagt ze tot 12 uur, daar het benoodigde aantal leden niet aanwezig is. Te 12 uur blijkt het aantal aanwezige leden nog niet voldoende, zoodat de bijeen- komst tot half twee wordt verdaagd. Op genoemd tijdstip wordt de veigade- ring geopend. Aan de orde zijn de wetsont- werpen tot Nadere wijziging en aanvulling der Pen sioenwetten voor landmacht en zeemacht. De heer Hugenholtz zegt, dat in het voor- loopig verslag de schijn wordt gewekt, als of het wetsontwerp algemeen wordt afge- keurd. Spreker erkent, dat het wetsontwerp ver- beteringen bevat, al is hij verre van viol- daan. De verhouding tusschen traktemen- ten en pensioen is niet verbeterd, eigenlijk slechter geworden. De kosten voor onder- houd en kazerneering zijn niet in rekening gebracht bij de salarissen, wat wel wensche hjk ware en ook bij de burgerlijke ambte- naren het geval is. Een man als genera:d Bergansius heeft indertijd verklaard, dat hij een betere pensioenregeling in verband met het aantal dienstjaren mogelijk achtte. Men heeft in deze wetten angstvallig vastgcliou- den aan „rang" en gezegd: „Pensioen moet met dien rang verband houden' Spreker vindt deze pensioenregeling zuiver Ihcore- tisch. Het zal niet vaak voorkomen, dal een sergeant zes dienstjaren in zijn rang heeit en een adjudant twaalf. In die ge\alien wordt het pensioen 3/5 van Het traktement, uiterst zeldzaam, waardoor van 3/5 van het traktement uiterst zelden verkregen wordt. Bij de zeemacht is bet pensioen niet als bij de landmacht, berekend naar de eindbezol- diging, maar naar de gemiddelde bezokli- ging. De verhooging wegens Indische jaren beschouwt de Minister als te kunnen die nen, om het pensioen te brengen op een ni veau als bij de landmacht. Ma'ar deze ver hooging mag nergens anders voor dienen als voor vergoeding van bijzondere diensten, die bij de landmacht niet voorkomen Een burgerlijk ambtenaar, die op 65-jari- gen leeftijd wordt gepensionneerd, heeft met het leven afgedaan. Zijn kinderen zijn groot en hij is meestal met zijn vrouw alleen ge- bleven. Maar een mililair, die, 45 jaar oud, wordt gepensionneerd, heeft meestal nog maar ze zijn een pensioen Dat iemand op jeugdigen leeftijd uit den militairen dienst wordt ontslagen wegens lichaamsgebreken, in en door den dienst bekomen, wil volstrekt nog niet zeggen, dat hij ook ongescliikt is voor werk in de bur gerlijke maatschappij. Dit is een groot ver- schil met de burgerlijke ambtenaren. dat men bij vergelijking der pensioenregelingen van land- en zeemacht niet uit liet oog mag verliezen. Men moet 3 gevallen onderschei- den: de afgekeurde is in staat in zijn ondcr- houd te voorzien, tijdelijk er niet toe in staat, of builen staat in zijn onderhoud te voorzien. Naar deze gevallen regele men de- pensioenen. Er moet voorts een oorzakelijk verband zijn tusschen de kwalen, waaraan de man lijdt, en het ongeval, dat hem is overko- men. Dit verband kan niet steeds worden aangetoond door de medici, hoewel het on- gelwijfeld bestaat. Dan krijgt de manniets. Dit werkt hoogst nadeelig op den geest in het leger. Men moet ook pensioenen toekennen, wan- neer de kwaal geacht moet worden door den dienst tot uiting zijn gekomen. Als dit niet gebeurt, wordt 't steeds als een gruwe- lijk onrecht gevoeld. Spreker noemt het vaak voorkomende geval van den j on gem an, die, uiterlijk gezpnd, in dienst gaat en terug- komt als een gebroken man. Spreker eindigt met de hoop uit te spre- ken. dat er geen overw'egende bezwaren zul len blijken te bestaan tegen een maandelijk- sche uitbetaling van de pensioenen beneden 600 'sjaars. De heer Ter Laan (Rotterdam) zegt, dat onze pensioenwetgeving lot dusver staat op het standpunt, dat een ecus gegeven pen sioen is een recht en geen gunst. Men breekt daar nil mee door in de wet op te nemen bepalingen, waaraan de gepensionneerde moet voldoen, als zijn pensioen niet na eenigen tijd geschorst wordt. Spreker be schouwt het pensioen als een onaantastbaar recht. De heer K. ter Laan vesligt de aandacht op art die 15 kan verlaten. Iemand, die van af zijn 16e jaar in dienst is, wat mogelijk is, kan op zijn 31e jaar worden gepensionneerd. Dit Vindt spreker een allerwonderlijkste regel ing. De jonge gepensionneerden gaan voor een schijnlje werken, zoodat niet zij, patroons het pensioen verdienen 2, punt 6, waar staat, dat iemand, aar dient, met pensioen den dienst maar bun

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 1