De Oorlog.
GEMENGDE BERICHTEN.
kunl ge er van op aan, dat de zekerheid.
dat onze uitvalspoorten ter zee niet in het
bezit van Duitschland zijn, een groote ga-
rantie voor Engeland beteekent. Ge kent
het spreekwoordelijke „pistool op de borst
van Engeland", niet waar?...
Ik durf dan ook wet te beweren, dat de
eisch van waakzaamheid nog geenszins lot
bijzondere ongerustheid behoeft 1c leiden.
Ook de wetso.nfwerpen tot vcrvroeg-
de^n oproep der 1 ich t ing 1 0 1 G,
enz., k warn en even ter sprake.
Onze zegsman legde^er den nadruk op,
dat men z. i. Hit niet anders heeft op te vat-
ton als een verhoogde zekerheid. dat bet
der Nederlandsche Regeering ernst is met
baar waakzaamheid en dat er geen andere
reden is, die tot een indiening dezer wets-
ontwerpen leidde dan om te werken zoolang
bet dag is.
Het gesprek werd daarna meer algemeen
en liep over de uithongeringspogingen die
de oorlogvoerenden wederzijds aanwenden.
De uithongeringspogingen.
- Duitschland en Engeland kunnen met
bet oog op bun economische behoeften geen
van beide van eigen bodem leven. Wanne'er
de oorlog siepende blijft, waarop Engeland
en Frankrijk blijkbaar aansturen, dan wordt
de beslissing eenvoudig verplaatst naar de
vraag, wie het meesterschap ter zee kan blij-
ven uitoefenen, als Duitschland er niet in
slaagt, bet meesterschap te verwerveh, wordt
bet eoonomiscb lamgeslagen en uitgeput. Dit
is mijns inziens de reden, waarom op het
slagveld van de zijde der Bondgenooten niet
krachtiger wordt opgetreden. Duitschland
van zijn leant beeft het groote voordeel, dat
het den oorlog heeft overgebracht op vijan-
delijk gebied, zoodat het eigen grondgebial
de nadeelen der oorlogvoering omzeilt en
Duitschland den druk van den oorlog niet
op eigen land gevoelt.
Tegenover Duitschland met zijn bedreig-
den Voedingsvoorraad staat op bet oogen-
blik Engeland, dat, door zijn bijzondere
geografische ligging geen vijandelijken inval
op eigen grond beeft te duchten, en op he't
vasteland vecht tot den laatsten
Fransch man, waarmee ik maar zeggen
wit, dat de offers van dit land niet zoo
groot zijn, of het kan den strijd nog gerui-
men tijd volhouden.
Duitschlattd wordt alzoo bet mes op de
keel gezet en het wordt in doodsnood ge-
dwongen, dingen le doen, welke bet in Iheo-
rie zou afkeuren. Ik bedoel zijn handclwijze
tegenover de neutraien ter zee, voor wie uit
Duitschland's houding vele onaangenaam-
heden voortkomen.
Yerkeer tusschen Nederland en
Bug eland.
De Londensehe beriehtgever van het
fland. bl. schryft d.d. 26 Februari
z/De bepalingen, door het Ministerie van
Binnenl. Zaken in overleg met Buitenl.
Zaken, Oorlog en Marine genomen ten
aanzien van het passagiersvei voer tusschen
Nederland en Engeland, in te gaan op 8
Maart e. k.. gelden voor iedereen, Engelsch-
man of vreemdeling.
Wie, te beginnen met genoemden datum
het Kanaal of de Noordzee over wil, moet
minstens 3 dagen voor hp wenscht te reizen,
aan het Permit Office in Downing Street
alhier een verzoek daartoe iudienen. Zulks
doende dient bij over te leggen zijn paspoort
met toegevoegd portret en certificaten van
inschrijving en moet kunnen geven de namen
en adressen van 2 Britsche onderdanen,
aan wie referentien kunnen gevraagd worden
bovendien moet de aanvrager voldoende
reden kunnen opgeven voor het doel zijner
reis.
Gemachtigden van firma's moeten boven
dien certificaten kunnen overleggen van
hun lastgevers, aantoonende welke zaken
zij in het buitenland gaan doen.
Hieruit blijkt dus dat wij eenigermate
bevrijd zullen worden uit ons isolement,
al is het dan ook op een wijze, die het
reizen tusschen Nederland en Engeland
hoogst bezwaarlijk maakt. Nederlanders,
die na 8 Maart hierheen moeten komen,
dienen dus wel te weten, dat zij naar
Nederland terug willende, zich aan het
bovenstaande zullen hebben te houden. Wie
b.v. 6 of 7 Maart gelegenheid mocht vinden
om een of andere reden naar Londen te
komen en er belang bij mocht hebben zoo
spoedig mogelijk weder naar Nederland
terug te keeren, zal dus verstandig handelen,
enkele dagen voor bij hier heen gaat een
brief te richten aan het bovengenoemde
Permit Office, boudende mededeeling, dat
hij zich b. v. 9 of 10 Maart daar met zijn
bescheiden zal vervoegen om zijn //permit"
te krijgen.
De redenen waarom de regeering deze
strenge maatregelen heeft genomen, worden
niet medegedeeld, doch men mag veilig
aaunemen dat zjj genomen worden om
tegen te gaan dat in Nederland zaken met
Duitschland zullen worden gedaan. Men
heeft bij de autoriteiten ongetwijfeld de
namen van degenen, die nog zaken met
Duitschland deden en het is buiten twijfel
dat dergelijke aanvragers, die een //permit"
naar Nederland zouden aanvragen, dit niet
gemakkelijk zullen kunnen krijgen.
Maar hoe het zij, er komt dan toch,
zij het ook met heel wat formaliteiten,
gelegenheid om nog op eigen risico de
zee over te steken.
Brieven naar Belgie.
Het U. D. heeft aan het postkantoor te
Utrecht het volgende vernotnen
Van dat gedeelte van Belgie, hetwelk
door de Duitschers is bezet, is alleen
correspondentie toegelaten voor Brussel,
Verviers, Luik en Antwerpen, met eenige
voorsteden en omiiggende plaatsen, welke
hieronder nog eens nader worden genoemd
Brussel met de voorsteden en omiiggende
plaatsen Anderlecht, Anderghem, Boitsfort,
Cureghem, Etterbeek, Evere, Forest, Gans-
hoven, Haren, Jette, Ixelles, Koeckelberg,
Laeken, Molenbeek, Saint-Gilles, Saint-
Josse-ten-Noode, Schaerbeek, Teroueren,
Uccle, Vilvorde, Watermael, Woluwe.
Verviers met Dison, Dolhain (Limburg),
Ensival, flensy, Hodimont, Pepinster,
Stembert.
Luik met Angleur, Aus, Ohenee, Flemalle,
Grivegnee, Herstal, Hollogue-aux-Pierres,
Jemeppe (Maas), Jupille, Ougree, Sclessin,
Seraing, Tilleur, Val-Saint-Lambert, Wandre.
Antwerpen.
Correspondentie voor het overige deei
van Belgie, mede door de Duitschers bezet,
is eigenlijk niet te verzenden. Wordt die
ter verzending aangeboden, zoo verzendt
de Nederlandsche postadministratie deze
correspondentie naar Calais, waar ze voor-
loopig bewaard blijft.
Het verzenden van deze stukken heeft
op het oogenblik alzoo geen zin.
Correspondentie voor het Belgische leger
en het niet bezette deei van Belgie wordt
mede dagelijks over Calais verzonden en
kan hare bestemming bereiken.
TER NEUZEN, 5 Maart 1913
Door de Duitsche autoriteiten te
Antwerpen zijn thans in het gebeel reeds
18 mosselvisschers uit Philippine aange-
houden die in huune scbepen brieven ver-
stopt hadden.
BOSCHKAPELLE.
Het 20tal Belgische vlucbtelingen, dat
deze week naar het kamp te Ede zou ver-
trekken, is op dat besluit teruggekomen.
Zij blijven alien hier, en zullen trachten
door werken aan te vullen, wat zij zullen
missen als de ondersteuning ophoudt.
O VERSE AG.
Dat de Duitsche soldaten nog altijd een
waakzaam oogje houden op de grenswipperij
ondervond dezer dagen alweer een inwoner
dezer gemeente. Hij had namelijk een
wandeltoertje ondernomen over den dijk
die de grensscbeiding uitmaakt tusschen
Nederland en Belgie. Op een gegeven
oogenblik werd hij hierin gestoord door
Duitsche schildwachten, die vriend Cupido
aanhielden. Voor een bunner officieren
gebracht, beweerde hij echter niet op Bel-
gisch grondgebied te zijn geweest en dat
het ook niet in zijn bedoeling lag daarop
te willen komen.
Na veel praten werd hij eindelijk weer
op vrije voeten gesteld.
Door hem is bij de Nederlandsche mili-'
taire overheid een klacht ingediend.
SINT JANSTEEN.
Op de jaarlijksche veemarkt alhier werden
aangevoerd 27 stuks hoornvee, 15 paarden
en 27 varkens.
De prijzen werden toegekend als volgt
Voor het grootste getal paarden, A. de
Cock voor het schoonste werkpaard, le pr.
E. B. Plasschaert2e pr. A. de Cock voor
het schoonste 2 jarig paard, le pr. E. B.
Plasschaert, 2e pr. A. de Cock voor het
schoonste veulen, Ed. v. Ackervoor het
grootste getal rundvee, H. Vergauwen alien
alhier; voor de schoonste baatg. of kalfdr.
koe, le pr. tl. Vergauwen, alhier 2« pr.
E. de Guchteneire, te Koewacbtvoor het
schoonste kalfdr. vaars, le pr. A. de Cock,
2e pr. P. J. van Dorsselaervoor het
vetste stuk rundvee, le pr. H. Vergauwen,
2e pr. F. Smetvoor den schoonsteri stier,
A. de Buck voor den schoonst.en hokkeling.
H. Vergauwenalien alhiervoor het
grootste getal varkens, J. de Meij te
Zuiddorpe.
De belangstelling en toeloop van bezoekers
was zeer groot, zoodat menig ingezetene in
ruimere mate profiteerde dan het vorige
jaar het geval was.
Alles had een kalm verloop.
Bij de eerste lijst der Belgische
gevallenen.
Van Vlaamsche zijde aan de „Tel.":
Ze ligt hier voor me, in rouwrandj de
eerste lijst der Belgische gesneuvelden
En wie kan zijn tranen inhouden?
Een lijst van zooveel vernietigde leviens,
een eerste lijst paseen lijst van rouw,
van zooveel droefheid in 't land.
Maar anne jongens't is loch zoo
vreeselijk, zegt een vrouw, die ook de na
men overloopt. Ze heeft al menigen dag he't
kanongebulder gehoordmaar ontzag-
lijk meer zegt haar deze lijst
De eerste oorlogsmaand komt me voor
den geesl. Ik zie nog in 't loen vreedzame1
West-Vlaanderen op den liefelijken zomer-
avond, de boeren in groepjes voor een
lioeve of op een kruisweg staan kouten.
De gazet had overwinningsberichten ge
bracht, zooveel Duitschers dood, te Luik
stonden de lijken rechl in 't prikkeldraad.
Maar onze jongens, hoeveel zijn er daar-
van gevalle'n? Dat schrijft de gazet niet,
hoorde ik dan.
t Is mogelijk, zei men, dat de Duitschers
slecht schieten en! t geweer onder den arm
houden, dat ze niet mikken, maar veel ko-
gels zullen wel doel treffenen van
verdwaalde kogels kunl ge ook geraakt wor
den. Hoeveel zijn er van ons dood? Wan-
necr zullen wij de doodenlijst krijgen?
Zoo werd er dikwijls gevraagd
Nu hebben we de eerste lijst.
Ik lees namen, welke me lierinneren aan
die maanden, toen ik ons leger volgde in
Oostelijk en Midden-Belgie, of rond Antwer
pen en in 't Land van Waasnamen
van plaatsen, waar zoo heftig, soras zoo wan-
hopig, gestreden werd, en waar nu zooveel
graven liggen.
De ligplaats dier graven wordt soms vaag
aangeduidgraven, liaaslig gedolven, al
leen kenbaar aan! 't terpje, toen met een tak
of een bloeme getooid, door de kameraden,
welke vlug heen moesten
En ik denk aan Gezelle's kerkliofhlomme:
„Het water gaat open en toe
het water gaat op en gaat ncer,
het water, als 't 'kind er een sleentjen
[in smijt,
het water gaat op en gaat neer.
Het water gaat op en gaat neer,
het water gaat open en toe,
en haast is het water weer heel en
[ganseh stil,
waar viel en waar ligt nu de steen?
En de aarde gaat open en toe,
ook de aarde gaat op en gaat neer,
wnnnecr er de putmakers hevendc- hand
een lijk in legt, open entoe!
En de aarde gaat op en gaat neer,
ook de aarde gaat open en toe:
en hooger als de andere graven, een tijd,
daar toogt men een graf en zegt: Daar!
En de aarde zinkt, langzamig neer,
en de aarde zinkt wederom toe,
en wederom strekt er zijn armen naar uit,
t vergetende gras, en 't groeit toe.
En de aarde gaat open en toe,
en de aarde gaat op en gaat neer,
en haast is het allcs zoo effen en groen,
zoo effen als al dat er leeft.
Wat zegt gij, o zwijgende veld?
Waar lag hij, waar ligt hij nu. hij
Waar is t, dat men weenend de oogen
[verborg
en zeide: Vaarwel gij, vaarwel?"
Waar ligt gij, vriend J. V... Ge waart ver-
mist, en we hoopten nog, we hooplen tot
deze lijst kwam. En op deze eerste lijst vind
ik nw naam en een snik nokt me in de
keel. Ge waart t'onzenl zoo welk'om, ge zal
zoo menigmaal in onzen kring. Ik zie u
nog in uw uniform van 't voetvolk, ik boor
u nog van de kazerne vertellon en wie
dacht er aan oorlog?
En nu vind ik uw naam, nu moet ik aan
iiw familie in t bezette Belgie meedeelen,
dat alle hoop vervlogen is, dat ge gesneuveld
zijt te Mygmael, bij Leuven
Waar ligt gij, vriend J. V..., waar slaapt
gijX
Een andere naam treft me, en ik denk
aan dien plechtigen naeht van 31 Juli op
1 Augustus, toen het alarmgelui en 't lioorn-
signaai me op siraat dreef. toen 't land zijn
zonen opriep, omdat er oorlogsgevaar was..
Nog boor ik daar een vrouwtje lot den man
met de oproepingsbiljetten angstig roepen:
„Mijn jongen op lien klassen binnen
'I is loch niet waar z^jier... t is toch niet
waar, lie!"
Ik kende t vrouwtje en haar zoon en nu
lees ik pp deze eerste lijst ook den naam van
den jongen man, gewond door een bom-
sclierf en le Duinkerke overledcn
En ik denk aan de overgroote droefheid
van 'I moederke, als ze deze doodstijding
verneemt. Nu, ginds in "t beaette Belgie,
hoopt ze nogen bidten de naam
van haar zoon staat bij de gesneuvelden.
Och, enkelen in die groote massa
Maar ieder voelt zijn eigen lecd. Welk een
invloed van rouwe en droefheid voor Bel
gie.
Ja, de aarde ging open en toe
Duitschland, was het noodig voor uw eer.
uw rechl, uw veiligheid, was het noodig
voor uw vrouwen en kinderen, dat gij ons
al deze jonge mannen ontnaamt...?
O, deze lijst, deze eerste al, van t kleine
volk, getuigt tegen u, groot, machtig rijk...!
Die arme jongens, boor ik weer de vrouw,
die de lijsL overziel, zuchten, die schoone
jongens, die kloekc joygensZoo wegge-
maaid worden! Gezond heengaan en nu
dood nooit er meer iets van liooren
niet weten, hoe ze gestorven zijn, of ze wei-
nig of veel pijn geleden hebben, waar ze
liggen... Die kloeke jongens, die schoone
jongens... en zoo neergeschoten worden
O, die Duitschers, die Duitschers!
We hooren dagelijks van requisities, van
boeten, van gevang, van al dien druk, van
dat overheerschen, maar't zinkt al weg, nu
we deze lijst lezen, nu we tusschen dc na
men naar bekenden zoeken, nu we den ken
aan al die ledige plaatsen, aan die kinder-
kens, welke vragen, wanneer vader weer
keertWant ik zeg het u, lezer, waarlijk,
die vraag wordt aanhoudend gesteld tus
schen 't spelen in
O, ik lees zooveel in Gezelle, 's avonds, als
ik jnoe van mijn tochtjes, neerzitEn ik
Irof nu zoo menigmaal dit:
Zeg toch, Moeder, liefsle Moeder,
waar ging Vader henen, zeg?
Sedert, dat liij mij dien zegen
en dien zoen gaf, bleef hij weg.
Elken nuchtende, als het dag wordt,
hid ik God den lieven Ileer,
dat hij moge wederkeeren:
vader komt gij nimmer meer?
Heb ik ievers kwaad bedreven,
Moeder? Moeder, zeg bet mij,
smeeken zal ik ende bidden,
dat het mij vergeven zij
Schaapke, neen tocht ininste kwaad niet
hebt ge mij, of hem gedaan!
vader is van huis, ismoeten
naar een verre streke gaan.
U gaf hij zijn laatste zegen
en en keer, en kcert nie' meer
Zief gij daar dat bo.uten kruiske,
tegen 't Kruis van hnzen IIeer...
In de schaduw .van de wilge,
daar ligt Vader teer bemind!
en nu zijt ge zonder Vader,
zonder Vader zijt ge, kind.
En de moeder leedde, t knaapje,
weenend naar 't kerkhof toen,
bad, en deed het mG heur bidden,
en zijn handjes I'hoopc doen
Ik heb vaders bij 'I heengaan hun kinde
ren zien zegenen en groeten met een kruiske
en een kusen een snik.
En 'k heb brieven van soldaten gelezen,
waarin de vader zijn lievelingen nog zegen-
de met een kruis.
Och, in al die maanden hebben duizenden
moeders heur kinderkens „d'handjes t'hoope"
laten doen, om voor vader te hiddenEn
'k heb menigen keer kinderen liooren vra-<
gen: wanneer komt vader weer?
En nu deze lijst, deze eerste lijst
Ik zie ze weer, die ouders, die vrouwen,
gebogen onder -hun kruis.
Lijst van rouw, lijst van zooveel kracht,
behendigheid, verstand, gaven, talenten,
kunst, in t graf geborgen
Als ge ziek zijt, als uw lichaam onder-
mijnd ^s, alp ge rveroordeeld zijt, ja, dan moet
ge sterven! Jammert weer de vrouw, die de
namen leesl. Maar al die kloeke, schoone,,
gezonde jongens! 0, gruwelijke oorlog. Die
Duitschers toch!
Ja, lijst van rouwe
Maar ik denk aan de stem uit Zuid-Afrika
tot onzen koning:
„Nou so. Majesteit, was daar vir julle liel-
giesc volk 'n keuse tusschen die makkclikc
voordeel-weg en die martelaarsweg van lij-
ding en ramp. Omdat jullie die zware koers
gekiest, is daar honderdduisende van julle
ten onder gegaan
Jhlle het gestrij vir die beginsel dat. gelij-
kerwijs elke private man sc huis vir ham
heilig is; so is elke natie se aanspraak hei-
lig, om sijn eie saligheid uit te werk in sijn
eie landpale op sijn eie manicr. Julie het
die eer van Belgie hooggehou en veur Bel
gie die eer van die mensehheid. Uit die
onreg, wat jullie gelijf 't zal geregtigheid ge-
boren word vir andere. En om daarvoor telij
was hoog van julle; hoog van jou, Majesteit,
en hoog van jou volk."
O, daarom mag men schrijven boven deze
eerste en boven alle lijsten: „DeJ Belgische
Heldenlijst".
Lijst van rouwe, maar ook van mocd, van
recti t
Tqanik dezen avond huiswaarts reed, langs
de grens, scheen de zon van onder den be-
nedenrand eener zwarte wolk. En de hemel
boven Noord-Vlaanderen was blinkend als
zilver
k Slopte en beklom een hoogen dijk en
zag de torens van Middelburg, I.apschuere,
Moerkerke en verder van Damme, en ook
aan den einder 't ranlce silhouet van Brug
ge's belfort, en noem het sentimenteel, lezer,
maar de zonne met haar neerdalende stra-
len in dien blinkenden hemel boven "t be
zette, uitgepulte land, scheen me een aureool
toe van een martelaar.
En k denk weer aan dit beeld, nu die
lijst voor me ligt.
Gij blaren rust in vree,
"l en zal geen een verioren,
geen een te kwiste gaan
voor altijd; kerkgebaren,
die dood nil zijt,
zal elk van u, dat viel,
de zonne weer ontwekken,
zal met uw groenen vracht
en groene boomen dekken,
te zomertijd.
Uit die graven van onze gevallenen zal een
schooner, kloeker Belgie oprijzen. want een
volk, dat zulke offers brengen durft, kan
niet vergaan.
De loekomsl glinstert ons tegen, maar l
beden drukt ons toch neer, door al dil vree
selijk leed, bij t lezen dezer eerste lijst.
A. HANS.
D@ duut* van den ooHog.
De „Daily Tel." verneemt uit New-York,
dat Asquith's redevoering in bet Lagerhuis
meer er toe bijgebracht heeft om de Ameri-
kaansche zakenmenschen le overtuigen, dat
de oorlog dit jaar zal eindigen, dan eenige
andere ontwikkeling van den toestand in
den laatsten tijd. Zelfs Duitsch-Amerikaan-
sche bankiers geven toe, dat de toestand
kriliek is. In Wallstreet wordt drie tegen
een gewed, dat de bondgenooten binnen zes
maanden een beslissende overwinning zul
len behaald liebben.
Be ,,Pr>inses Juliana-"
Volgens een Reuter-bericht uit Londen
deelde een passagier van de „Prinses Julia
na", die Dinsdag in Londen aankwam, aan
een medewerker van de Daily Chron."
mede dat tijdens de reis een groote Duit
sche onderzeebool was gezien; het vaarluig
liet echter de „Prinses Juliana" niet stop-
pen.
Te Lissebroek is een eigenaardige tragi-
komedie afgespeeld. Een alleenwonend man
le Lisse had bij het begin van de mohilisa-
tie zijn geld, ongev-eer f 500, van de spaar-
bank gehaald en dit geld, ongeveer alles in
klinkende munt omgezet, in bewaring gege
ven hij een neef, wonende te' Lisserbroek.
Aldaar werd liet in een kistje op zolder weg-
geborgen. Deze neef, een weduwenaar, ging
dagelijks naar zijn werkzaamheden en dan
werd zijn liuishouden waargenomen door een
17-jarige dochter. Na een paar weken deed
deze doehter buitengewone inkoopeu en gaf
dan aan haar vader voor dat zij dit geld,
kreeg van iemand die van goeden huize was
en met haar verkeering wilde hebben,, doch
alvorens dil openbaar te maken geld gaf om
den boel een beetje op te knappen. Werke-
lijk kocht het meisje ook verschillende meu-
belstukken, waardoor het inwendige van het
huis aanmerkelijk werd opgeknapt._ Het
meisje ontving voortdurend briefjes van dat
jongniensch om mede te gaan en verdere in-
koopen te doen, doch wist, zooals zij voor-
gaf aan haar vader, niet hoe zijn naafti
was. De vader, een eenvoudig man, geloof-
de zijn dochter onvoorwaardelijk. Na ver
loop van enkele maanden, nu een paar
weken geleden, kwam de oom uit Lisse eens
bij zijn neef en nu zou ook het geld eens
te voorsehijn gehaald worden. Het bleek
nu echter dat het bedrag voor een grool
deei verdwenen was. De politie werd in
den arm genomen en deze gelukte het na
herhaalde pogingen daartoe, het meisje te
doen bekennen dat hetgeen zij aan haar va
der had voorgegeven, leugens waren en dat
zij het ontbrekende geld had weggenomcn
en daarvoor successievelijk een en anderhad
gekochl. De politie heeft van een en ander
proees-verbaal opgemaakt.
Men meldl aan het „Hbl.":
De geheele directie van de „Sociele Cocke-
rill" te Seraing is door de Duitschers gevan-
gen genomen. Zij zullen voorloopig in vrij
heid worden gesteld legen een cautie van
50.000 francs.
Sterker dan de felle oorlogsliaal tus
schen Duitschland en Engeland is de sehalk-
sche Amor, die kans heeft gezien vier hu-
welijken legelijk tot stand te brengen tus
schen vier Duitsche burgers, die in Enge
land gelnterneerd zijn en vier Engelsche'
meisjes. De ongewone trouwparLij geschied-
de le Soulhend omler loezichl van de gewa-
pende macht. Na de huwelijksnlechligheid,
zalen de vier jonge echtparen aan een fees I-
maal in een restaurant aan, en daarna moes
ten de bruigoms van hun vrouwtjes afsclieid
nemen en werden ze onder geleidc weer
naar het gevangenkamp teruggebracht.
(N. v. d. D.,
Den 13den Maart zal er voor het eerst
sedert de bezetting door de Duitschers in
Brussel weer een concert gegeven worden
Gec-n „concert Ysaye" of concert du con
servatoire" als in vroegere tijderi, mnnr
een „Gurzenich-Goficert", gegeven door
bet Giirzenich-Koor en bet Stedelijk Orkest
nit Keulen, die op verzoek van hot Duitsche
gouvornoment-gencraal in Brussel zldlen
overkomen naar de Belgische hoofdstad. Op
het programma staat slechts Duitsche mu-
ziek: Beethoven. Bach, Mozart, Wagner en
vermoedelijk zal het publiek wel alleen uit
Duitsche officieren en soldaten hestaan.
Het den kende paard.
Een der geleerde Duitsche paarden is, vol-
gens het „Hbl.", verleden jaar voor den
rechler gedaagd, onder aanklacht van belce-
diging. De zaak had zich als volgt toegc-
dragenbij de voorstelling van een paarden-
spei in het Mecklenburgsche stadje Bfitzow
kwam een sprekend paard als lioofdnummer
op het programma voor, terwijl een der
voornaamste kunstslukken van het paard
hierin bestond, dat het op verzoek van den
dresseur uit het publiek zou aamvijzen de
dame die het verliefdste was.
Het publiek verkneukelde zich danig in
wat er zou gaan gebeuren, dodi de vro'o-
lijkheid kende geen grenzen meer, toen het
geleerde paard op een dame van twijfel-
achlige jaren toestapte; deze dame, wier
leeflijd stellig niet jeugdig meer was, zat
naast haar evenmin jeugdigen bruigom. En
nu gaf het in het circus een daverend ge-
lach, vanwege dit staaltje van helderziend-
lieid van het geleerde paard. Het relletje
was hiermede niet gedaan, want op straat
werd het jong-oude paar door het publid:
nageroepen, zoodat de bruigom zelfs zijn
revolver moest trekken en een schot lostc,
dal ongelukkigerwijze een vrouw trof. Deze
diende een aanklacht in; en daarop diende
de lieleedigde bruid een aanklacht in tegen
de circus-directie, welke zij verantwoorde-
lijk wenschte gesteld te zien voor het onbe-
hoorlijke grapje van het geleerde paard,
dat zijn paardenneus voorbij had geraden.
De reehter heeft nog geen vonnis gevvo-
zen, doch het beloofl een belangrijke strat-
zaak le worden, nu voor het eerst een paard
als bcklaagde zal moeten voorkomen.
Wanneer de paarden zich van onze ge-
dftchteri. van onze eijfers en van onze lces-
ieekens bedienen, moeten zij zich laten wel-
gevallen, dat ook onze juris-dictie over hen
wordt uitgestrekt.
Oplichting per telefoon.
Een Hagenaar, mr. X., bekend om zijn
groote goedhartigheid en hulpvaardigheid,
is eenige dagen geleden het slachtoffer ge-
worden van een sluwen oplichter.
Hij werd telefonisch opgebeld door iemand,
die zich voorstelde als dc bekende muziek-
directeur N. uit een der provinciale hoofd-
steden en een beroep deed op mr. X. ten be-
hoeve van een begaafden oud-leerling, die
buiten zijn schuld in moeilijke omstandig-
heden verkeerde. De muziekdirecteur was
er in geslaagd, een betrekking voor den jon
gen musicus te vinden, maar nu moesten
hem ook nog de noodige instrunienlen worden
verschaft. De beer N. had al bij dezen en
genen aangeklopt, zelf ook een J 10 gege
ven, maar er kwam nog een twintig a vijf-
en-twintig gulden te kort. Of nu mr. X.
niet zou willen bijspringen?
Ilel vcrhaal werd op den meesr natuurllj-
ken toon voorgedragen, en de stem klonk
beschaafd, zoodat de beer X. op dat oogen
blik niet den minsten argwaan kreeg. Na
eenige aarzeling stemde hij toe. Alleen vroeg
hij nog, waar de beer N. zich bevond. „In
het Zuid-Hollandsch-Koffiehuis", luidde het
anUwoord.
„Nu, ik zal het geld klaarleggen", zei de
lieer X., „laat u het dan maar aan mijn
bureau halen."
,/Mag het niet aan uw huis? Dat komt me
beter;uit; ik ben zoo erg gepresseerd
„Oeh ja, dat is ook goed."
En kort nadat mr. X. naar zijn bureau
was vertrokken, meldde zich aan zijn huis
een fatsoenlijk uitziend man aan, om het
geld le halen. Op de vraag, of hij de lieer
N. was, anlwoordde hij: „Nee, maar ikkom
n a m e n s meneer N."
Men gaf hem toen argeloos het couvert
met de twee bankbiljetten van 10, dat
mr. X. had achtergelaten en waarbij deze
ook nog zijn visitekaartje had gevoegd.
Eerst den volgenden dag, de bijzonder-
lieden van hel geval overdenkende, kwam
de beer X. op de gedaelvtc, dal hij wel eens
zou kunnen zijn beetgenomen. Hij inl'or-
meerde hij den muziekdirecteur en vein am,
dat deze van de geheele zaak absoluut nicts
afwist! De beer X. was er dus ingevlogen.
(Nieuwe Crt.)®
Soldaten droomen.
Het bekende Engelsche medisehe iijd-
schrift „The Lancet" bevat een artikel over
den nerveuzen toestand, waarin de soldaten
te velde verkeeren, en over de droomen,
waarmee zij in hun slaap dikwijls worden
verontrust. Zenuw'achlige lieden reagecren,
volgens den schrijver van het artikel, vaak
lieel eigenaardig, wanneer er in hun nabij-
heid een bom ontploft of een zwaar schot
gelost wordt. Zij toonen dan een neiging
tot somnambuiisme en loopen als slaapwan-
delaars door de loopgraven. In de droo
men van de soldaten spookt dikwijls de vrees
voor de eenzaamheid, vooral bij de man-
schappen die in de voorste linie liggen. Ze
droomen dan, dat ze rusleloos door einde-
looze loopgraven moeten loopen, die als ecu
doolhof door elkaar slingeren en kronke-
len. Of wel, dat ze door eenzame bosschen
sluipen, waar zij door hun vluchlende ka
meraden alleen gelaten zijn. Het zwakste
geluid wekt hij de slapenden de voorslelling
van onLploffende granaten of van voorbij-
trekkende regimenten, en niet zelden vliegt
de slapende in zijn droom overeind met ecu
gillenden schreeuw van angst, die hem en
zijn kameraden wekt en een stortvloed van
booze woorden en verwenschingen over zijn
hoofd doet uitstorten. Velen droomen ook,
dat ze de bajonet op hun geweer niet uit
het lichaam van den vijand kunnen irek-
ken, terwijl zij tegelijkertijd bedreigd w.ordcil,
door een gevaai-, dat hun boven iiet hoofd(
hangt en ze hun wapen lot zelfverdediging -
noodig hebben. Zoo strijden ze in den droom,
slaan om zich heen, en kreunen, badende
in hun zweet, totdat de werkelijkheid zoo
barmhartig is, tot hen terug te keeren. Een
van de meest voorkomende gevolgen vpn de
zenuwoverspanning, welke een gevolg is van
den oorlog, is de slapelooslieid.