De Oorlog. GEMENGDE BERICHTEN. kunl ge er van op aan, dat de zekerheid. dat onze uitvalspoorten ter zee niet in het bezit van Duitschland zijn, een groote ga- rantie voor Engeland beteekent. Ge kent het spreekwoordelijke „pistool op de borst van Engeland", niet waar?... Ik durf dan ook wet te beweren, dat de eisch van waakzaamheid nog geenszins lot bijzondere ongerustheid behoeft 1c leiden. Ook de wetso.nfwerpen tot vcrvroeg- de^n oproep der 1 ich t ing 1 0 1 G, enz., k warn en even ter sprake. Onze zegsman legde^er den nadruk op, dat men z. i. Hit niet anders heeft op te vat- ton als een verhoogde zekerheid. dat bet der Nederlandsche Regeering ernst is met baar waakzaamheid en dat er geen andere reden is, die tot een indiening dezer wets- ontwerpen leidde dan om te werken zoolang bet dag is. Het gesprek werd daarna meer algemeen en liep over de uithongeringspogingen die de oorlogvoerenden wederzijds aanwenden. De uithongeringspogingen. - Duitschland en Engeland kunnen met bet oog op bun economische behoeften geen van beide van eigen bodem leven. Wanne'er de oorlog siepende blijft, waarop Engeland en Frankrijk blijkbaar aansturen, dan wordt de beslissing eenvoudig verplaatst naar de vraag, wie het meesterschap ter zee kan blij- ven uitoefenen, als Duitschland er niet in slaagt, bet meesterschap te verwerveh, wordt bet eoonomiscb lamgeslagen en uitgeput. Dit is mijns inziens de reden, waarom op het slagveld van de zijde der Bondgenooten niet krachtiger wordt opgetreden. Duitschland van zijn leant beeft het groote voordeel, dat het den oorlog heeft overgebracht op vijan- delijk gebied, zoodat het eigen grondgebial de nadeelen der oorlogvoering omzeilt en Duitschland den druk van den oorlog niet op eigen land gevoelt. Tegenover Duitschland met zijn bedreig- den Voedingsvoorraad staat op bet oogen- blik Engeland, dat, door zijn bijzondere geografische ligging geen vijandelijken inval op eigen grond beeft te duchten, en op he't vasteland vecht tot den laatsten Fransch man, waarmee ik maar zeggen wit, dat de offers van dit land niet zoo groot zijn, of het kan den strijd nog gerui- men tijd volhouden. Duitschlattd wordt alzoo bet mes op de keel gezet en het wordt in doodsnood ge- dwongen, dingen le doen, welke bet in Iheo- rie zou afkeuren. Ik bedoel zijn handclwijze tegenover de neutraien ter zee, voor wie uit Duitschland's houding vele onaangenaam- heden voortkomen. Yerkeer tusschen Nederland en Bug eland. De Londensehe beriehtgever van het fland. bl. schryft d.d. 26 Februari z/De bepalingen, door het Ministerie van Binnenl. Zaken in overleg met Buitenl. Zaken, Oorlog en Marine genomen ten aanzien van het passagiersvei voer tusschen Nederland en Engeland, in te gaan op 8 Maart e. k.. gelden voor iedereen, Engelsch- man of vreemdeling. Wie, te beginnen met genoemden datum het Kanaal of de Noordzee over wil, moet minstens 3 dagen voor hp wenscht te reizen, aan het Permit Office in Downing Street alhier een verzoek daartoe iudienen. Zulks doende dient bij over te leggen zijn paspoort met toegevoegd portret en certificaten van inschrijving en moet kunnen geven de namen en adressen van 2 Britsche onderdanen, aan wie referentien kunnen gevraagd worden bovendien moet de aanvrager voldoende reden kunnen opgeven voor het doel zijner reis. Gemachtigden van firma's moeten boven dien certificaten kunnen overleggen van hun lastgevers, aantoonende welke zaken zij in het buitenland gaan doen. Hieruit blijkt dus dat wij eenigermate bevrijd zullen worden uit ons isolement, al is het dan ook op een wijze, die het reizen tusschen Nederland en Engeland hoogst bezwaarlijk maakt. Nederlanders, die na 8 Maart hierheen moeten komen, dienen dus wel te weten, dat zij naar Nederland terug willende, zich aan het bovenstaande zullen hebben te houden. Wie b.v. 6 of 7 Maart gelegenheid mocht vinden om een of andere reden naar Londen te komen en er belang bij mocht hebben zoo spoedig mogelijk weder naar Nederland terug te keeren, zal dus verstandig handelen, enkele dagen voor bij hier heen gaat een brief te richten aan het bovengenoemde Permit Office, boudende mededeeling, dat hij zich b. v. 9 of 10 Maart daar met zijn bescheiden zal vervoegen om zijn //permit" te krijgen. De redenen waarom de regeering deze strenge maatregelen heeft genomen, worden niet medegedeeld, doch men mag veilig aaunemen dat zjj genomen worden om tegen te gaan dat in Nederland zaken met Duitschland zullen worden gedaan. Men heeft bij de autoriteiten ongetwijfeld de namen van degenen, die nog zaken met Duitschland deden en het is buiten twijfel dat dergelijke aanvragers, die een //permit" naar Nederland zouden aanvragen, dit niet gemakkelijk zullen kunnen krijgen. Maar hoe het zij, er komt dan toch, zij het ook met heel wat formaliteiten, gelegenheid om nog op eigen risico de zee over te steken. Brieven naar Belgie. Het U. D. heeft aan het postkantoor te Utrecht het volgende vernotnen Van dat gedeelte van Belgie, hetwelk door de Duitschers is bezet, is alleen correspondentie toegelaten voor Brussel, Verviers, Luik en Antwerpen, met eenige voorsteden en omiiggende plaatsen, welke hieronder nog eens nader worden genoemd Brussel met de voorsteden en omiiggende plaatsen Anderlecht, Anderghem, Boitsfort, Cureghem, Etterbeek, Evere, Forest, Gans- hoven, Haren, Jette, Ixelles, Koeckelberg, Laeken, Molenbeek, Saint-Gilles, Saint- Josse-ten-Noode, Schaerbeek, Teroueren, Uccle, Vilvorde, Watermael, Woluwe. Verviers met Dison, Dolhain (Limburg), Ensival, flensy, Hodimont, Pepinster, Stembert. Luik met Angleur, Aus, Ohenee, Flemalle, Grivegnee, Herstal, Hollogue-aux-Pierres, Jemeppe (Maas), Jupille, Ougree, Sclessin, Seraing, Tilleur, Val-Saint-Lambert, Wandre. Antwerpen. Correspondentie voor het overige deei van Belgie, mede door de Duitschers bezet, is eigenlijk niet te verzenden. Wordt die ter verzending aangeboden, zoo verzendt de Nederlandsche postadministratie deze correspondentie naar Calais, waar ze voor- loopig bewaard blijft. Het verzenden van deze stukken heeft op het oogenblik alzoo geen zin. Correspondentie voor het Belgische leger en het niet bezette deei van Belgie wordt mede dagelijks over Calais verzonden en kan hare bestemming bereiken. TER NEUZEN, 5 Maart 1913 Door de Duitsche autoriteiten te Antwerpen zijn thans in het gebeel reeds 18 mosselvisschers uit Philippine aange- houden die in huune scbepen brieven ver- stopt hadden. BOSCHKAPELLE. Het 20tal Belgische vlucbtelingen, dat deze week naar het kamp te Ede zou ver- trekken, is op dat besluit teruggekomen. Zij blijven alien hier, en zullen trachten door werken aan te vullen, wat zij zullen missen als de ondersteuning ophoudt. O VERSE AG. Dat de Duitsche soldaten nog altijd een waakzaam oogje houden op de grenswipperij ondervond dezer dagen alweer een inwoner dezer gemeente. Hij had namelijk een wandeltoertje ondernomen over den dijk die de grensscbeiding uitmaakt tusschen Nederland en Belgie. Op een gegeven oogenblik werd hij hierin gestoord door Duitsche schildwachten, die vriend Cupido aanhielden. Voor een bunner officieren gebracht, beweerde hij echter niet op Bel- gisch grondgebied te zijn geweest en dat het ook niet in zijn bedoeling lag daarop te willen komen. Na veel praten werd hij eindelijk weer op vrije voeten gesteld. Door hem is bij de Nederlandsche mili-' taire overheid een klacht ingediend. SINT JANSTEEN. Op de jaarlijksche veemarkt alhier werden aangevoerd 27 stuks hoornvee, 15 paarden en 27 varkens. De prijzen werden toegekend als volgt Voor het grootste getal paarden, A. de Cock voor het schoonste werkpaard, le pr. E. B. Plasschaert2e pr. A. de Cock voor het schoonste 2 jarig paard, le pr. E. B. Plasschaert, 2e pr. A. de Cock voor het schoonste veulen, Ed. v. Ackervoor het grootste getal rundvee, H. Vergauwen alien alhier; voor de schoonste baatg. of kalfdr. koe, le pr. tl. Vergauwen, alhier 2« pr. E. de Guchteneire, te Koewacbtvoor het schoonste kalfdr. vaars, le pr. A. de Cock, 2e pr. P. J. van Dorsselaervoor het vetste stuk rundvee, le pr. H. Vergauwen, 2e pr. F. Smetvoor den schoonsteri stier, A. de Buck voor den schoonst.en hokkeling. H. Vergauwenalien alhiervoor het grootste getal varkens, J. de Meij te Zuiddorpe. De belangstelling en toeloop van bezoekers was zeer groot, zoodat menig ingezetene in ruimere mate profiteerde dan het vorige jaar het geval was. Alles had een kalm verloop. Bij de eerste lijst der Belgische gevallenen. Van Vlaamsche zijde aan de „Tel.": Ze ligt hier voor me, in rouwrandj de eerste lijst der Belgische gesneuvelden En wie kan zijn tranen inhouden? Een lijst van zooveel vernietigde leviens, een eerste lijst paseen lijst van rouw, van zooveel droefheid in 't land. Maar anne jongens't is loch zoo vreeselijk, zegt een vrouw, die ook de na men overloopt. Ze heeft al menigen dag he't kanongebulder gehoordmaar ontzag- lijk meer zegt haar deze lijst De eerste oorlogsmaand komt me voor den geesl. Ik zie nog in 't loen vreedzame1 West-Vlaanderen op den liefelijken zomer- avond, de boeren in groepjes voor een lioeve of op een kruisweg staan kouten. De gazet had overwinningsberichten ge bracht, zooveel Duitschers dood, te Luik stonden de lijken rechl in 't prikkeldraad. Maar onze jongens, hoeveel zijn er daar- van gevalle'n? Dat schrijft de gazet niet, hoorde ik dan. t Is mogelijk, zei men, dat de Duitschers slecht schieten en! t geweer onder den arm houden, dat ze niet mikken, maar veel ko- gels zullen wel doel treffenen van verdwaalde kogels kunl ge ook geraakt wor den. Hoeveel zijn er van ons dood? Wan- necr zullen wij de doodenlijst krijgen? Zoo werd er dikwijls gevraagd Nu hebben we de eerste lijst. Ik lees namen, welke me lierinneren aan die maanden, toen ik ons leger volgde in Oostelijk en Midden-Belgie, of rond Antwer pen en in 't Land van Waasnamen van plaatsen, waar zoo heftig, soras zoo wan- hopig, gestreden werd, en waar nu zooveel graven liggen. De ligplaats dier graven wordt soms vaag aangeduidgraven, liaaslig gedolven, al leen kenbaar aan! 't terpje, toen met een tak of een bloeme getooid, door de kameraden, welke vlug heen moesten En ik denk aan Gezelle's kerkliofhlomme: „Het water gaat open en toe het water gaat op en gaat ncer, het water, als 't 'kind er een sleentjen [in smijt, het water gaat op en gaat neer. Het water gaat op en gaat neer, het water gaat open en toe, en haast is het water weer heel en [ganseh stil, waar viel en waar ligt nu de steen? En de aarde gaat open en toe, ook de aarde gaat op en gaat neer, wnnnecr er de putmakers hevendc- hand een lijk in legt, open entoe! En de aarde gaat op en gaat neer, ook de aarde gaat open en toe: en hooger als de andere graven, een tijd, daar toogt men een graf en zegt: Daar! En de aarde zinkt, langzamig neer, en de aarde zinkt wederom toe, en wederom strekt er zijn armen naar uit, t vergetende gras, en 't groeit toe. En de aarde gaat open en toe, en de aarde gaat op en gaat neer, en haast is het allcs zoo effen en groen, zoo effen als al dat er leeft. Wat zegt gij, o zwijgende veld? Waar lag hij, waar ligt hij nu. hij Waar is t, dat men weenend de oogen [verborg en zeide: Vaarwel gij, vaarwel?" Waar ligt gij, vriend J. V... Ge waart ver- mist, en we hoopten nog, we hooplen tot deze lijst kwam. En op deze eerste lijst vind ik nw naam en een snik nokt me in de keel. Ge waart t'onzenl zoo welk'om, ge zal zoo menigmaal in onzen kring. Ik zie u nog in uw uniform van 't voetvolk, ik boor u nog van de kazerne vertellon en wie dacht er aan oorlog? En nu vind ik uw naam, nu moet ik aan iiw familie in t bezette Belgie meedeelen, dat alle hoop vervlogen is, dat ge gesneuveld zijt te Mygmael, bij Leuven Waar ligt gij, vriend J. V..., waar slaapt gijX Een andere naam treft me, en ik denk aan dien plechtigen naeht van 31 Juli op 1 Augustus, toen het alarmgelui en 't lioorn- signaai me op siraat dreef. toen 't land zijn zonen opriep, omdat er oorlogsgevaar was.. Nog boor ik daar een vrouwtje lot den man met de oproepingsbiljetten angstig roepen: „Mijn jongen op lien klassen binnen 'I is loch niet waar z^jier... t is toch niet waar, lie!" Ik kende t vrouwtje en haar zoon en nu lees ik pp deze eerste lijst ook den naam van den jongen man, gewond door een bom- sclierf en le Duinkerke overledcn En ik denk aan de overgroote droefheid van 'I moederke, als ze deze doodstijding verneemt. Nu, ginds in "t beaette Belgie, hoopt ze nogen bidten de naam van haar zoon staat bij de gesneuvelden. Och, enkelen in die groote massa Maar ieder voelt zijn eigen lecd. Welk een invloed van rouwe en droefheid voor Bel gie. Ja, de aarde ging open en toe Duitschland, was het noodig voor uw eer. uw rechl, uw veiligheid, was het noodig voor uw vrouwen en kinderen, dat gij ons al deze jonge mannen ontnaamt...? O, deze lijst, deze eerste al, van t kleine volk, getuigt tegen u, groot, machtig rijk...! Die arme jongens, boor ik weer de vrouw, die de lijsL overziel, zuchten, die schoone jongens, die kloekc joygensZoo wegge- maaid worden! Gezond heengaan en nu dood nooit er meer iets van liooren niet weten, hoe ze gestorven zijn, of ze wei- nig of veel pijn geleden hebben, waar ze liggen... Die kloeke jongens, die schoone jongens... en zoo neergeschoten worden O, die Duitschers, die Duitschers! We hooren dagelijks van requisities, van boeten, van gevang, van al dien druk, van dat overheerschen, maar't zinkt al weg, nu we deze lijst lezen, nu we tusschen dc na men naar bekenden zoeken, nu we den ken aan al die ledige plaatsen, aan die kinder- kens, welke vragen, wanneer vader weer keertWant ik zeg het u, lezer, waarlijk, die vraag wordt aanhoudend gesteld tus schen 't spelen in O, ik lees zooveel in Gezelle, 's avonds, als ik jnoe van mijn tochtjes, neerzitEn ik Irof nu zoo menigmaal dit: Zeg toch, Moeder, liefsle Moeder, waar ging Vader henen, zeg? Sedert, dat liij mij dien zegen en dien zoen gaf, bleef hij weg. Elken nuchtende, als het dag wordt, hid ik God den lieven Ileer, dat hij moge wederkeeren: vader komt gij nimmer meer? Heb ik ievers kwaad bedreven, Moeder? Moeder, zeg bet mij, smeeken zal ik ende bidden, dat het mij vergeven zij Schaapke, neen tocht ininste kwaad niet hebt ge mij, of hem gedaan! vader is van huis, ismoeten naar een verre streke gaan. U gaf hij zijn laatste zegen en en keer, en kcert nie' meer Zief gij daar dat bo.uten kruiske, tegen 't Kruis van hnzen IIeer... In de schaduw .van de wilge, daar ligt Vader teer bemind! en nu zijt ge zonder Vader, zonder Vader zijt ge, kind. En de moeder leedde, t knaapje, weenend naar 't kerkhof toen, bad, en deed het mG heur bidden, en zijn handjes I'hoopc doen Ik heb vaders bij 'I heengaan hun kinde ren zien zegenen en groeten met een kruiske en een kusen een snik. En 'k heb brieven van soldaten gelezen, waarin de vader zijn lievelingen nog zegen- de met een kruis. Och, in al die maanden hebben duizenden moeders heur kinderkens „d'handjes t'hoope" laten doen, om voor vader te hiddenEn 'k heb menigen keer kinderen liooren vra-< gen: wanneer komt vader weer? En nu deze lijst, deze eerste lijst Ik zie ze weer, die ouders, die vrouwen, gebogen onder -hun kruis. Lijst van rouw, lijst van zooveel kracht, behendigheid, verstand, gaven, talenten, kunst, in t graf geborgen Als ge ziek zijt, als uw lichaam onder- mijnd ^s, alp ge rveroordeeld zijt, ja, dan moet ge sterven! Jammert weer de vrouw, die de namen leesl. Maar al die kloeke, schoone,, gezonde jongens! 0, gruwelijke oorlog. Die Duitschers toch! Ja, lijst van rouwe Maar ik denk aan de stem uit Zuid-Afrika tot onzen koning: „Nou so. Majesteit, was daar vir julle liel- giesc volk 'n keuse tusschen die makkclikc voordeel-weg en die martelaarsweg van lij- ding en ramp. Omdat jullie die zware koers gekiest, is daar honderdduisende van julle ten onder gegaan Jhlle het gestrij vir die beginsel dat. gelij- kerwijs elke private man sc huis vir ham heilig is; so is elke natie se aanspraak hei- lig, om sijn eie saligheid uit te werk in sijn eie landpale op sijn eie manicr. Julie het die eer van Belgie hooggehou en veur Bel gie die eer van die mensehheid. Uit die onreg, wat jullie gelijf 't zal geregtigheid ge- boren word vir andere. En om daarvoor telij was hoog van julle; hoog van jou, Majesteit, en hoog van jou volk." O, daarom mag men schrijven boven deze eerste en boven alle lijsten: „DeJ Belgische Heldenlijst". Lijst van rouwe, maar ook van mocd, van recti t Tqanik dezen avond huiswaarts reed, langs de grens, scheen de zon van onder den be- nedenrand eener zwarte wolk. En de hemel boven Noord-Vlaanderen was blinkend als zilver k Slopte en beklom een hoogen dijk en zag de torens van Middelburg, I.apschuere, Moerkerke en verder van Damme, en ook aan den einder 't ranlce silhouet van Brug ge's belfort, en noem het sentimenteel, lezer, maar de zonne met haar neerdalende stra- len in dien blinkenden hemel boven "t be zette, uitgepulte land, scheen me een aureool toe van een martelaar. En k denk weer aan dit beeld, nu die lijst voor me ligt. Gij blaren rust in vree, "l en zal geen een verioren, geen een te kwiste gaan voor altijd; kerkgebaren, die dood nil zijt, zal elk van u, dat viel, de zonne weer ontwekken, zal met uw groenen vracht en groene boomen dekken, te zomertijd. Uit die graven van onze gevallenen zal een schooner, kloeker Belgie oprijzen. want een volk, dat zulke offers brengen durft, kan niet vergaan. De loekomsl glinstert ons tegen, maar l beden drukt ons toch neer, door al dil vree selijk leed, bij t lezen dezer eerste lijst. A. HANS. D@ duut* van den ooHog. De „Daily Tel." verneemt uit New-York, dat Asquith's redevoering in bet Lagerhuis meer er toe bijgebracht heeft om de Ameri- kaansche zakenmenschen le overtuigen, dat de oorlog dit jaar zal eindigen, dan eenige andere ontwikkeling van den toestand in den laatsten tijd. Zelfs Duitsch-Amerikaan- sche bankiers geven toe, dat de toestand kriliek is. In Wallstreet wordt drie tegen een gewed, dat de bondgenooten binnen zes maanden een beslissende overwinning zul len behaald liebben. Be ,,Pr>inses Juliana-" Volgens een Reuter-bericht uit Londen deelde een passagier van de „Prinses Julia na", die Dinsdag in Londen aankwam, aan een medewerker van de Daily Chron." mede dat tijdens de reis een groote Duit sche onderzeebool was gezien; het vaarluig liet echter de „Prinses Juliana" niet stop- pen. Te Lissebroek is een eigenaardige tragi- komedie afgespeeld. Een alleenwonend man le Lisse had bij het begin van de mohilisa- tie zijn geld, ongev-eer f 500, van de spaar- bank gehaald en dit geld, ongeveer alles in klinkende munt omgezet, in bewaring gege ven hij een neef, wonende te' Lisserbroek. Aldaar werd liet in een kistje op zolder weg- geborgen. Deze neef, een weduwenaar, ging dagelijks naar zijn werkzaamheden en dan werd zijn liuishouden waargenomen door een 17-jarige dochter. Na een paar weken deed deze doehter buitengewone inkoopeu en gaf dan aan haar vader voor dat zij dit geld, kreeg van iemand die van goeden huize was en met haar verkeering wilde hebben,, doch alvorens dil openbaar te maken geld gaf om den boel een beetje op te knappen. Werke- lijk kocht het meisje ook verschillende meu- belstukken, waardoor het inwendige van het huis aanmerkelijk werd opgeknapt._ Het meisje ontving voortdurend briefjes van dat jongniensch om mede te gaan en verdere in- koopen te doen, doch wist, zooals zij voor- gaf aan haar vader, niet hoe zijn naafti was. De vader, een eenvoudig man, geloof- de zijn dochter onvoorwaardelijk. Na ver loop van enkele maanden, nu een paar weken geleden, kwam de oom uit Lisse eens bij zijn neef en nu zou ook het geld eens te voorsehijn gehaald worden. Het bleek nu echter dat het bedrag voor een grool deei verdwenen was. De politie werd in den arm genomen en deze gelukte het na herhaalde pogingen daartoe, het meisje te doen bekennen dat hetgeen zij aan haar va der had voorgegeven, leugens waren en dat zij het ontbrekende geld had weggenomcn en daarvoor successievelijk een en anderhad gekochl. De politie heeft van een en ander proees-verbaal opgemaakt. Men meldl aan het „Hbl.": De geheele directie van de „Sociele Cocke- rill" te Seraing is door de Duitschers gevan- gen genomen. Zij zullen voorloopig in vrij heid worden gesteld legen een cautie van 50.000 francs. Sterker dan de felle oorlogsliaal tus schen Duitschland en Engeland is de sehalk- sche Amor, die kans heeft gezien vier hu- welijken legelijk tot stand te brengen tus schen vier Duitsche burgers, die in Enge land gelnterneerd zijn en vier Engelsche' meisjes. De ongewone trouwparLij geschied- de le Soulhend omler loezichl van de gewa- pende macht. Na de huwelijksnlechligheid, zalen de vier jonge echtparen aan een fees I- maal in een restaurant aan, en daarna moes ten de bruigoms van hun vrouwtjes afsclieid nemen en werden ze onder geleidc weer naar het gevangenkamp teruggebracht. (N. v. d. D., Den 13den Maart zal er voor het eerst sedert de bezetting door de Duitschers in Brussel weer een concert gegeven worden Gec-n „concert Ysaye" of concert du con servatoire" als in vroegere tijderi, mnnr een „Gurzenich-Goficert", gegeven door bet Giirzenich-Koor en bet Stedelijk Orkest nit Keulen, die op verzoek van hot Duitsche gouvornoment-gencraal in Brussel zldlen overkomen naar de Belgische hoofdstad. Op het programma staat slechts Duitsche mu- ziek: Beethoven. Bach, Mozart, Wagner en vermoedelijk zal het publiek wel alleen uit Duitsche officieren en soldaten hestaan. Het den kende paard. Een der geleerde Duitsche paarden is, vol- gens het „Hbl.", verleden jaar voor den rechler gedaagd, onder aanklacht van belce- diging. De zaak had zich als volgt toegc- dragenbij de voorstelling van een paarden- spei in het Mecklenburgsche stadje Bfitzow kwam een sprekend paard als lioofdnummer op het programma voor, terwijl een der voornaamste kunstslukken van het paard hierin bestond, dat het op verzoek van den dresseur uit het publiek zou aamvijzen de dame die het verliefdste was. Het publiek verkneukelde zich danig in wat er zou gaan gebeuren, dodi de vro'o- lijkheid kende geen grenzen meer, toen het geleerde paard op een dame van twijfel- achlige jaren toestapte; deze dame, wier leeflijd stellig niet jeugdig meer was, zat naast haar evenmin jeugdigen bruigom. En nu gaf het in het circus een daverend ge- lach, vanwege dit staaltje van helderziend- lieid van het geleerde paard. Het relletje was hiermede niet gedaan, want op straat werd het jong-oude paar door het publid: nageroepen, zoodat de bruigom zelfs zijn revolver moest trekken en een schot lostc, dal ongelukkigerwijze een vrouw trof. Deze diende een aanklacht in; en daarop diende de lieleedigde bruid een aanklacht in tegen de circus-directie, welke zij verantwoorde- lijk wenschte gesteld te zien voor het onbe- hoorlijke grapje van het geleerde paard, dat zijn paardenneus voorbij had geraden. De reehter heeft nog geen vonnis gevvo- zen, doch het beloofl een belangrijke strat- zaak le worden, nu voor het eerst een paard als bcklaagde zal moeten voorkomen. Wanneer de paarden zich van onze ge- dftchteri. van onze eijfers en van onze lces- ieekens bedienen, moeten zij zich laten wel- gevallen, dat ook onze juris-dictie over hen wordt uitgestrekt. Oplichting per telefoon. Een Hagenaar, mr. X., bekend om zijn groote goedhartigheid en hulpvaardigheid, is eenige dagen geleden het slachtoffer ge- worden van een sluwen oplichter. Hij werd telefonisch opgebeld door iemand, die zich voorstelde als dc bekende muziek- directeur N. uit een der provinciale hoofd- steden en een beroep deed op mr. X. ten be- hoeve van een begaafden oud-leerling, die buiten zijn schuld in moeilijke omstandig- heden verkeerde. De muziekdirecteur was er in geslaagd, een betrekking voor den jon gen musicus te vinden, maar nu moesten hem ook nog de noodige instrunienlen worden verschaft. De beer N. had al bij dezen en genen aangeklopt, zelf ook een J 10 gege ven, maar er kwam nog een twintig a vijf- en-twintig gulden te kort. Of nu mr. X. niet zou willen bijspringen? Ilel vcrhaal werd op den meesr natuurllj- ken toon voorgedragen, en de stem klonk beschaafd, zoodat de beer X. op dat oogen blik niet den minsten argwaan kreeg. Na eenige aarzeling stemde hij toe. Alleen vroeg hij nog, waar de beer N. zich bevond. „In het Zuid-Hollandsch-Koffiehuis", luidde het anUwoord. „Nu, ik zal het geld klaarleggen", zei de lieer X., „laat u het dan maar aan mijn bureau halen." ,/Mag het niet aan uw huis? Dat komt me beter;uit; ik ben zoo erg gepresseerd „Oeh ja, dat is ook goed." En kort nadat mr. X. naar zijn bureau was vertrokken, meldde zich aan zijn huis een fatsoenlijk uitziend man aan, om het geld le halen. Op de vraag, of hij de lieer N. was, anlwoordde hij: „Nee, maar ikkom n a m e n s meneer N." Men gaf hem toen argeloos het couvert met de twee bankbiljetten van 10, dat mr. X. had achtergelaten en waarbij deze ook nog zijn visitekaartje had gevoegd. Eerst den volgenden dag, de bijzonder- lieden van hel geval overdenkende, kwam de beer X. op de gedaelvtc, dal hij wel eens zou kunnen zijn beetgenomen. Hij inl'or- meerde hij den muziekdirecteur en vein am, dat deze van de geheele zaak absoluut nicts afwist! De beer X. was er dus ingevlogen. (Nieuwe Crt.)® Soldaten droomen. Het bekende Engelsche medisehe iijd- schrift „The Lancet" bevat een artikel over den nerveuzen toestand, waarin de soldaten te velde verkeeren, en over de droomen, waarmee zij in hun slaap dikwijls worden verontrust. Zenuw'achlige lieden reagecren, volgens den schrijver van het artikel, vaak lieel eigenaardig, wanneer er in hun nabij- heid een bom ontploft of een zwaar schot gelost wordt. Zij toonen dan een neiging tot somnambuiisme en loopen als slaapwan- delaars door de loopgraven. In de droo men van de soldaten spookt dikwijls de vrees voor de eenzaamheid, vooral bij de man- schappen die in de voorste linie liggen. Ze droomen dan, dat ze rusleloos door einde- looze loopgraven moeten loopen, die als ecu doolhof door elkaar slingeren en kronke- len. Of wel, dat ze door eenzame bosschen sluipen, waar zij door hun vluchlende ka meraden alleen gelaten zijn. Het zwakste geluid wekt hij de slapenden de voorslelling van onLploffende granaten of van voorbij- trekkende regimenten, en niet zelden vliegt de slapende in zijn droom overeind met ecu gillenden schreeuw van angst, die hem en zijn kameraden wekt en een stortvloed van booze woorden en verwenschingen over zijn hoofd doet uitstorten. Velen droomen ook, dat ze de bajonet op hun geweer niet uit het lichaam van den vijand kunnen irek- ken, terwijl zij tegelijkertijd bedreigd w.ordcil, door een gevaai-, dat hun boven iiet hoofd( hangt en ze hun wapen lot zelfverdediging - noodig hebben. Zoo strijden ze in den droom, slaan om zich heen, en kreunen, badende in hun zweet, totdat de werkelijkheid zoo barmhartig is, tot hen terug te keeren. Een van de meest voorkomende gevolgen vpn de zenuwoverspanning, welke een gevolg is van den oorlog, is de slapelooslieid.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 6