ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6192. Dinsdag 2 Maart 1915. 55e Jaargang. advertentiEn De Oorlog ABONNEMENT: BINNENLAND. TeleSoon S3. Bit Blad yerschijnt ilaandag-, Woaisdag- en VriJdagaYond, nitgezondtrd op Fossldagen, liij de Firma P. J. TAN DE SANDE te Ter Nenzen. W. H O V Y. t ssmsssm Per 3 maanden binnen de stad 1Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65, overig Buitenland f 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij aile Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 Ulir op den dag der uitgave. Zaterdag is te Zeist overleden de heer W. Hovy, lid der Eerste Kamer voor de provincie Zeeland, van wiens ziekte wij de laatste weken melding maakten. In verband met dit overlijden sehrijft ffDe Telegr." het volgende In den heer Hovy verliest de anti- revolutionnaire parti] een harer ffvoor- mannen", die met onbezweken trouw en innige verknochtheid de hem dierbare begin- selen heeft gediend. De heer Hovy, in Sep tember 1901 voor Zeeland naar de Eerste Kamer afgevaardigd en wiens mandaat in 1919 zou moeten kernieuwd zijn, was een politiek-stryder van zeer bijzondere soort. Waar voor de eer van zijn partij, van zijne beginseien moest worden opgekomen, daar stond hij op de bres. Tot 't laatst toe, met'bAverdroten ijver; met een opgewektheid en geestdrift, die in schril contrast leken met het door den last der jaren verzwakte lichaam. Wie den kleinen man met het bleeke magere, door nerveuse spiertrekking nu en dan wat verwrongen, baardelooze gelaat, den scherpen haviksneus, zich met moei- zamen'tred, voetje voor voetje, in gebogen houdiug door de Senaats-zaal zag gaan en reeds sinds enkele jaren vertoonde de heer H. dit beeld van seniele verzwakking wat het lichamelijke 'betreft kreeg den indruk een gansch uitgeleefden grijsaard voor zich te hebben. Maar de senator uit Zeeland vroeg dan het woord. Hij strom- pelde naar zijn bankje, achteraan, ter rech- terzijde van het Hoogerhuis. Ea dan begon hij te( spreken. Op zachten toon, soms heel zacht, dat 't de uiterste moeite kostje, hem van de tribune af te volgen. Mr ir dan kon men ook bewonderen de hei lere, goedgebouwde zinnen van zijne (di-orgaans beknopte) rede. De heer Hovy hif Id niet op voordat hij ten voile gezegd had, wat hem op 't hart lag. En hij ver- stond tot 't laatst toe de kunst om zich te houden binnen de grens, vanwaar de ,ybreedsprakige uitvoerigheid" een aan- vang neemt. Zijn geest was nntwaarde mei dan nog volkomen helder en scherp. De /ysenectus" had slechts zijn physiek wt erstandsvermogen gesloopt. Zoo was't ook. Met eene toewijding, een yver, die alle bewondering verdienen met c erzwakten scherpzinnigen geest heeft d- e grijsaard inderdaad gewerkt zoolang -oor hem dag was. 6' De beteekenis van dien arbeid mag niet iderschat worden. In de anti-revolution hatire gelederen was hij gelijk reeds 'hpgemerkt een der //voortrekkers". Met gsyn boezemvriend en geestverwant Dr. Kuyper stond hij onverpoost #op wacht". De velerlei en wijdvertakte belangen van ^?erk, school, zending, namen voortdurend een groot deel van zijn tijd in beslag. En in W. Hovy bezat de anti-revolutionnaire party ook een der partijgenooten, wier maat- schappelijke positie't mogelijk maken, naast het woord ook met de daad te steunen. Gok wat belangrijke stoffelijke hulp betreft, verliest zij in Hovy een harer en meest offervaardige leden. H. was ook als ,/zakenman", gelijk men weet, stond hp tot voor korten tijd aan het hoofd der bierbrouwerij en azijn makerij „De gekroonde Vdk" algemeen geacht en bekend als iemand van scherpen, practischen kijk op menschen en dingen. En een, die in zijn handels-relaties niet slechts steeds de meest-strikte loyauteit be- trachtte, maar zeer vaak blijk gaf van een nobelen zin tot steunen, tot helpen, zich herhaaldelijk uitstrekkend tot gevallen, ver- vallend buiten de sfeer zijner geloofs- genooten en geestverwanten Hij was een philantroop in den besten zin van het begrip. Zijn liefde voor de anti-revolutionDaire beginseien ging samen met hoog-menschelijke deernis en drang tot steunen, gansch vrij van al wat naar poll tieke of religieuse »eenzijdigheid" zweemt,, Wie W. Hovy van naderbij hebben gekend, zullen grif toegeven, dat in deze woorden van hulde aan zijn nobel karakter niet de geringste overdrijving schuilt. Hovy behoorde niet tot de kampioenen der politieke rij, die zich met vinnigen bartstocht in de arena wierpen Voor de /politieke leiding", de strategie was hij niet de aangewezen man. Trouwens zijn opleiding hij had de technische schoo te Utrecht bezocht was meer speciaa krachtigste op het //zakelijke" gericht. En tot de ,/Streber'" in-politicis behoorde hij zeer stellig niet. Hij was het beeld van eenvoud en vriendelijke bescheidenbeid, van goed- rartigheid, die zich liefst wat op den achter- grond houdt. Wanneer Hovy in de openbare zitting van den Senaat 't woord voerde de zending, het onderwijs naar anti-revoluton- nair ideaal, de opium-bestrijding, waren zijn geliefkoosde onderwerpen dan deed rij 't steeds met eene hoffelijkheideene weloverdachte, fijn-beschaafde woordenkenze tegenover den tegenstander, ook vyaar deze tot de allerverst v&n hem staanden behoorde die op ieder een uiterst-sympathieken indruk moest maken. 't Kon gebeuren, dat 't in het gemoed van dezen anti-revolutionnair warm werd, maar ook dan wist hij zich met ijzeren zelfbedwang te beheerschen. Hij zette de puntjes op de i's. Schroomde niet op te komen in duidelijke woorden voor het goed recht zijner beginseien, voor de belangen van de Kerk, die hem zoo lief is. Maar de vorm getuigde steeds van zooveel gematigde en ridderlijke hoffelijkheid, dat Hovy's woord nooit losbarsting van politieke passie kon berokkenen. Toen de nu overleden Volksvertegen- woordiger zich enkele jaren geleden uit het drukke zakenleven terugtrok en zich in het landelijke Zeist vestigde, lag daar nog een groot arbeidsveld voor hem had hij elken dag des jaars nog zijne krachten te schenken aan allerlei belangen, gelijk reeds aan- gestipt. De grijsaard trotseerde physieke vermoeidheidhij gevoelde geestelijk nog volkomen berekend te zijn voor de taak, op hem rustend. En dat prikkelde zijn ijver. Bijna nooit ontbrak de senator, door Zeeland naar het Haagsche Binnenhof gede- puteerd, in de Eerste Kamer op zijn post. Eenige maanden geleden dwong zijn wankele gezondbeid hem herstel te zoekeu in Zuide- lijke streek. En toen Hovy terugkeerde van zijn reis naar Italie, scheen hij inder daad aangesterkt te zijn. Onmiddellijk hervatte hi] hier zijn bezigheden. Toonde belangstelling in het wel en wee van zijn vele vrienden, met de oude, groote hartelijk- heid, waarvan men gevoelde, dat zij aan een zuiver, hooggestemd gemoed was ont- sproten. Thans is hij aari dien breeden vrienden- kring ontrukt. Het lange leven, dat hem werd geschonken, mag een vruchtbaar wor den genoemd. In W. Hovy verliest niet slechts de anti-revolutionnaire party een van haar edelste, bekwaamste leiders, voor veel ruimer kring is het heengaan van dezen man wiens borst naar voile eer en verdienste met het hoogste Nederland- sche ridderkruis was gesierd dat van een wiens handel-en-wandel steeds geleid werd door het beste, nobelste, dat een menschelijke ziel in en buiten den kamp der partijen kan besturen. Lichting der Militie voor 1916 en de Landstorm. Naar wy vernemen zullen de wetsont- werpen betreffende de eventueele vervroegde opkomst van de lichting 1916 en die voor zoo noodige uitbreiding van den landstorm vermoedelijk deze week bij de Kamer worden ingediend. De maatregel betrekkelijk de lichting 1916 moet de strekking hebben alle in- geschrevenen te bestemmen om bij de militie te worden ingelijfd, behalve zij die ongeschikt bevonden worden, zij, die voor goed of tijdelijk zijn vrijgesteld, en zij die uitgesloten zijn volgens wettelijke bepalin- gen. Ter bespoediging van de inlijving zou het voorts in de bedoeling liggen om de zittingen van den Militieraad en van den Keuringsraad te vervroegen of te ver- korten. Wat betreft de maatregelen tot uitbrei ding van den landstorm moet het de be dueling zjjn om, behalve degenen die krachtens de Landstormwet van 1913 deel uitmaken van den landstorm, ook daartoe te doen behooren degenen, die in 1911, in 1912 en voor 24 Mei in 1913 den ver plichten of vrijwilligen dienst bij de zee macht (met inbegrip van het korps mariniers en de marine-reserve) bij het leger hier te lande (waaronder ook het reserve-personeel van de laDdmacht) of bij de koloniale troepen (de gouvernements-marine in Indie ook hebben verlaten. Niet-toepasselijk zou een en ander zijn op hen, die voor 1911 van hun verplich- tingen bij de landweer werden ontslagen Duitschland en de Schelde. In een artikel onder het opschrift /,het geheimzinnige doer'" in ,/de Telegraaf", iomt de schrijver tot de volgende slotsom De Duitsche openbare meening blijft op een inlijving van Belgie bij het Duitsche rijk aandringen en zoo de pers van onze Oostelijke naburen deze kwestie niet meer ter sprake brengt. dan is dit niet, omdat laar opvattiDgen gewijzigd zijn. Zij zwijgt omdat de Duitsche regeering haar het spre ken verbiedt. Men herinnere zich slechts den nieuwjaarswensch van den directeur der Hamburg-Amerikalinie, den heer Ballin, die aan de //Frankfurter Zeitung" schreef dat alles, wat het Duitsche volk verlangt, kan samengevat worden in de woorden een uitweg naar de Noordzee." Deze uitweg zal Duitschland echter niet hebben ook al kan het Belgie behouden. Immers, welke waarde heeft Antwerpen als handels- en oorlogshaven voor het Duitsche rijk als Nederland de monding van de Schelde be- heerscht. Daarom, indien de annexatie van dgie op het politiek program ma der Duitsche regeering staat, dan behelst dit tevens de inlijving der Schelde-monding bij Duitschland. Deze gevolgtrekking ligt zoo voor de hand en is zoo vanzelf sprekend, dat men zich met verwondering moet af- vragen, hoe er goede Nederlanders kunnen zijn, die inderdaad de overtuiging koesteren, dat het voor ons land onverschillig is, welke der beide mogendheden-combinaties in den tegenwoordigen wereld-oorlog over- wint. Verboden van uitvoer. Het Stbld. no. 118 bevat het Kon. be- sluit van 27 dezer, houdende verbod van uitvoer van aardappelmeel. De uitvoer is verboden van den dag der afkondiging van dit besluit. De Kroon behoudt zich voor, dit verbod tijdelijk op te heffen of in bijzondere ge vallen daarvan onthelBng te doen verleenen. (St.ct.) Vleeschuitvoer. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft, gelet op het Kon. besluit van 20 dezer, waarbij alle landen van Europa zijn aan gewezen als de landen, naar welke het ver boden is vleesch, hetwelk niet voorzien is van e'en of meer merken als bewijs, dat het bij eene van rijkswege ingestelde keuring voor uitvoer geschikt is bevonden, uit te voeren of aan eenig middel van vervoer tot uitvoer aan te bieden van 1 tot 8 Maart ontheffing van dit verbod verleend voor alle verduurzaamd vleesch, niet behoorenden tot dat, vermeld in zjjn beschikking van 25 dezer. (St.ct.) Wet op de paardenfokkerij. Bij brief van 26 dezer heeft de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel aan de Tweede Kamer bericht, dat krachtens Konink- lijke machtiging van 23 Febr. door hem het wetsontwerp tot aanvulling van de wet op de paardenfokkerij, aangeboden 21 Nov. 1914, wordt ingetrokken, Ontduiking van nitvoerverbod. In verband met telkens opduikende ge- ruchten, dat per spoor aanzienlijke partyen goederen worden uitgevoerd, waarvan de uitvoer verboden is, heeft de Minister van Financien verzocht, dat de ambtenaren en beambten der spoorwegen zooveel mogelijk toezicht houden op wagens, die ambtenaren der invoerrechten hebben verzegeld, zulks fot voorkoming, dat verzegeling wordt ge- schonden. Het is niet uitgesloten dat de sporen van zoodauige schending dooreenigen kunstgreep worden bedekt, en ook het ge- bruik van valsche tangen mag niet e' onmogelijk worden aangemerkt. Van alle in dit verband verdachte feiten moet onver- wijld mededeeling worden gedaan aan de ambtenaren der invoerrechten. Voorts zijn volgens de yN, R. Ct." die ambtenaren te waarschuwen, telkens wanneer er vermoeden bestaat dat ten uitvoer verboden goederen onder verkeerde benaming ten vervoer zijn aangeboden. Veriof van leiders van land- en tuinbouicbedrijven. De CommissariB der Koningin in Zeelanc heeft aan de burgemeesters meedeeling gedaan van de circulaire van den Minister van Landbouw betreffende de aanvragen om verlof van onder de wapens zijnde leiders van land- en tuinbouwbedrijven en zuivelfabrieken. In verband met het groote aantal aan vragen worden deze vanwege hetdepartement van oorlog in handen gesteld van de Drovinciale land- en tuinbouwbonden ter beoordeeling van de gronden waarop de aanvragen berusten. En tevens wordt aan de burgemeesters verzocht de eventueel door die bonden aan ren te vragen inlichtingen omtrent de jelanghebbenden zooveel mogelijk te verstrekken. Gezinnen van Belgische militairen. De Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken, deelde den Com- missarissen der Koningin mede, dat, slykens mededeeling van den Minister van Buitenlandsche Zaken, de Belgische diplo- matieke en consulaire agenten in Nederland, van de Belgische regeering instructies lebben ontvangen, betreffende de uitkeering van de militie-vergoedingen aan de gezinnen van Belgische militairen, die zich in hun ressort bevonden. De Belgische gezinnen, die op de militie-vergoeding aanspraak maken, zullen zich bijgevolg moeten wenden tot den Belgischen consulairen ambtenaar, binnen wiens ressort zij verblijf houden. De burgemeesters zijn uitgenoodigd de be- langhebbende gezinnen dienovereenkomstig in te lichten. □e algemeene toestand. Het is wel merkmaardig, dat terwijl het Duitsche officieele legerbericht Vrijdag meld- de dat er op beide gevechtsterreinen niets bijzonders was voorgevallen. de Russische officieele bericbten een zeer breedvoerig overzicht geven van den toestand, op het Oostelijk oorlogsterrein, waaruit blljkt, dat er over het geheele gebied benoorden en bezuiden den Weichsel zeer krachtig wqrdt gestreden. Het is nu uit de verschillende berichten gebleken aldus schrijft het ,/Hbl." dat de Iegers die voor den Duitschen op- marsch uit Oost-Pruisen moesten terug- trekken op de Naref Memel-linie, door Russische versterkiugen zijn aangevuld, nadat zij door de garnizoenen van Grodno en Kowno waren opgenomen. Onder de bescherming der vestingen werden de ver- liezen hersteld, die deze Russische legers hadden geleden en die zeer groot waren. als men de opsommingen nagaat, door den Duitschen staf gegeven, zoowel wat de ge- vangen genomen generaals en troepen, als wat de buitgemaakte kanonnen betreft. Onder de bescherming der vestingen hebben de Russen tijd gehad zich te her- stellen. Met de spoorwegen, die achter de vestinglinies loopen konden versterkingen worden aangevoerd. De geschutvoorraad en de ammunitie konden worden aangevuld. En zoo kon het leger weder in staat worden gesteld offensief op te treden. De Duitsche legers vonden dus bij hun opmarsch tegen de Memel-Naref-linie een versterkte en opnieuw uitgeruste legermacht tegenover zich. Het gevolg daarvan is geweest, dat in het geheele gebied benoorden den Weichsel in de laatste dagen zeer krachtig is gevochten. Gesteund door de troepen van het gar- nizoen te Kowno en door het geschut dier forten hebben de Russen aan den westelijken oever van de Memel de strijdmacht der Duitschers opgehouden en tot een geveeht genoodzaakt. Doch meer zuidelijk daarran, tusschen Kowno en Grodno, slaagden Duitsche troe pen erin, bij Sventoyansk, 20 KM. ten nnorden van Grodno, troepenafdeelingen over de Memel te brengen. Deze konden zich daar echter niet handbaven en werden door Russische troepen, uit Grodno afge- zonden, over de Memel teruggeworpen. Be noorden de vestingwerken van Grodno wordt nu het geveeht langs den geheelen loop van de rivier de Memel over een aanzien lijke frontlengte voortgezet. Ten zuiden van Grodno werd de Duitsche opmarsch tegen de rivier de Bobr, een zy- rivier van de Naref, voortgezeten daarbij moeten de Duitsche troepen tot dicht bij de rivier zijn doorgedrongen, daar het ge schut uit de vestingwerken van Ossowetsj aan den strijd deelnam en de Duitschers met kanongeschut die vesting begonnen te be schieten. Meer zuidelijk daarvan, in het gebied tusschen Grodno en Lomsja, werden pogingen van de Duitsche troepen, om tot de rivier op te rukken langs den weg van Kolno naar Lomsja, bij Yedvabno tot staan gebracht. En volgens het Russische bericht werden de aanvallers daar met zware verliezen teruggeslagen. Een belangrijk succes wisten de Duitschers te behalen door de inneming van de stad Prasnycz, die tot de voorlinie van de Naref- linie behoort en tusschen Mlawa en Roshan gelegen is. Daar werden meer dan 40.000 man gevangen genomen, en een groote hoeveelheid krijgsvoorraden en geschut buit gemaakt. De vestingen Roshan en Pultusk zijn ongeveer 35 K.M. van Prasnycz verwijderd, zij worden gedekt door werken op den rechter-Narefoever, die niet tot de meest moderne vestingen behooren, doch die de Russen door het aanleggen van veldwerken hebben beschermd en aangevuld. Tusschen Prasnycz en de Naref ligt een dicht bosch, dat naar het noorden toeneemt in breedte en dichtheid. Noch Pultusk, noch Roshan zijn gelegen aan den spoorweg die van Grodno over Bialostok naar Warschau loopt. In dat gebied hebben de Russen zich zeer krachtig te weer gesteld. Zij zagen het groote belang in van de positie van Prasnycz en gevoelden, dat door het doorbreken der verdedigings-linie op dit punt hunne vleugels gevaar zouden loopen. Zij hebben hier dus een sterke troepenmaeht tegenover de Duit schers geplaatst, en slaagden erin, de Duitsche troepen, die van Prasnycz waren opgerukt, over een breedte van veertig wersten tot den terugtocht te noodzaken. Maar dat zij de stad Prasnycz hebben hernomen wordt in hunne berichten niet gemeld. Waarschijnlijk is deze dus nog in handen der Duitsche troepen. Tegelijkertijd met deze zeer hevige ge- vechten benoorden den Weichsel werd ook in het gebied van Bzoera en Rafka, dus in den boog dien de Weicbsel tusschen Krakau en Warschau vormt, ernstig gevochten. Bij Borgimof hadden de Duitschers een boeren- hoeve bij Moghelly bezet. De Russen deden op 24 Februari daarop een aanval, en dwongen de Duitschers voet voor voet tot den terugtocht uit de daar aangelegde stellingen, waarbij de voorste en tweede rij loopgraven door de Russen werden bezet. Hier vielen een aantal ge- vangenen en eenige mitrailleuses in handen der Russen. En uit een later bericht blijkt, dat de Russen zich in die positie bij Moghelly konden handbaven. In het zuidelijk deel van het Oostelijk front, in de Karpathen en in Galicie wordt de strijd met afwisselende kansen voortgezet voor de Russen is het thans hoofdzaak hier een opmarsch der Oostenrijksch-Duitsche troepen te beletten. Maar de groote veld- slag wordt geleverd op den Russischen rechtervleugel in het Noorden, aan de Naref. Zouden de Duitsche pogingen tot over- vleugeling van de Russische liniedaarslagen, dan zou de Russische positie van Warschau worden bedreigd. Daarop is von Hinden- burg's aanval met de nieuwe legerkorpsen, die onder bevel van generaal von Below tegen Naref en Memel oprukken, aangelegd. Maar het blijkt wel uit de Russische legerberichten, dat dit zoo heel gemakke- lijk niet gaat. Na de verrassing in Oost- Pruisen, en de nederlaag in de bosschen van Augustowo hebben de Russen zich ver- wonderlijk snel hersteld, en konden zij weder tot het offensief overgaan, om den Duitschen opmarsch naar Memel en Naref tegen te gaan. Van het westeiijk front worden alleen de voortdurende aanvallen gemeld, die de Fransehen in Champagne ondernemen, om door de Duitsche linie te breken. De troepenmachten, die de Fransehen hier in het geveeht brengen, zijn vaak zeer sterk. In Duitsche berichten worden die zelfs op een legerkorps en meer geschat. Het doel van die pogingen is, om de Duitsche linies tot den terugtocht te dwin- gen, en 200 mogelrjk een doorbreking ervan te bewerken op het punt, waar de gele- genheid het best is, d >or het afsnijden van 's vijands verbindingslynen en door het aanvallen van zijn operatiebasis, de geheele Duitsche macht tot den terugtocht te nopen. Tot dusver is echter, ondanks de dage- lyksche krachtige aanvallen op hetzelfde deel der linie, nog niet veel van een ver zwakking der Duitsche stellingen te bespeu- ren. Het blijft bij het nemen en hernemen van loopgraven, zonder dat de toestand belangrijk wordt gewijzigd. NEUZENSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 1