ALGEMEEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6186. Dinsdag 16 Februari 1915. 55e Jaargang. VAC CIN ATIE. De Oorlog. In Wevolen. ABONNEMENT: Telefoon 25, ADVERTENTIEN Bit Blad verschijnt laandag-, Woeasdag- en YrpagaYimd, uitgezondeH op Feestdagen, hij de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Nenzen. FEUILLETON.~" DUITSCHLAND. Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10. Bij cSirecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 Ulir op den dag der uitgave. Burgemeester en Wethouders van HOEK maken bekend, dat gelegenheid tot koste- looze vaccinatie en hervaccinatie zal worden gegeven op Woensdag 17 Februari 1915, tusschen een en twee ure, des namiddags voor hen, die wonen in de kom, Hasjesstraat, Mauritsfort en omstreken op Oonderdag 18 Februari 1915, op denzelfden tijd, voor hen, die wonen in het Paradijs, Boeregat, Knol en omstreken, beide dagen ten huize van den geneesheer. Hoek, 5 Februari 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. WOLFERT, Burgemeester. J. M. DREGMANS, Secretaris. Aan het front in Belgie. Uit Nieuwpoort wordt d.d. 10 Febr. aan het Alg. Hbl. gemeld Te land, te water en uit de lucht worden de Duitschers hier thans aangevallen. De Engelsche vloot-aanvallen, die ze bij Zee- brugge en elders hadden te verduren, hinderen hun geducht. De Fransche artillerie bestookt hen intusschen van de landzijde in het duinengebied, terwijl de vliegers hun bommetjes ook op de Duitschers gooien. Zoo hebben nu de geallieerden langs het kanaai van Nieuwpoort, dat verbinding heeft met het kanaai OstendeBrugge, reeds verschillende posities ingenomen. Dit is van groot gewicht. Immers wanneer het hun gelukt een deel van dien waterweg bezet te houden, zal dat een middel zijn om troepen en doode strijdkrachten dieper het land in te voeren. Ook kunnen dau kleine motorbootjes met licht geschut gewapend zich dichter bij den vijand be- geven, en met die kleine drijvende batterijen, feitelijk in den rug aanvallen. Van den aanval op de steenbakkerij bij Violaines hebt gij natuurlijk reeds gehoord. Die aanval verwonderde mij niet. Men zal zich herinneren hoe ik reeds eerder in mijn correspondence uit Ramscapelle met Nieuw- jaar wees op de ook daar aanwezige steen- bakkerijen, die hevig waren bevochten. De groote steenmassa's toch zijn uitnemende dekkingen. Hier gaven de Duitschers zich na de verrassing spoedig over. Men ziet, dat de nieuw aangekomen Engelschen reeds den vuurdoop ontvangen. Er werden ook nog elders op het front successen behaald. Wat voor mij ook wijst op het succes der bondgenooten aan het Fransche front, is het vlugger gaan der post met Holland. Brieven die anders 10 dagen noodig hadden voor een traject, doen 't nu in 4 a 5 dagen. Blijkbaar wil men dus bevorderen dat het goede nieuws spoediger elders bekend wordt. Bij Lombaertzijde hebben de bondge- 2) 'i „Het kan, het kindje van mevrouw heeft, zooals ik aan „StiI, geen namen." '„Gesclireven heh," ging ze voort, „even- eens donkere oogen en donker haar, zie maar". Ze sloeg de gordijn op eener wieg, die in hare nabijheid stond en wenkte hem nader- bij te komen. „Oppervlakkig zie ik er geen noemens- waardig verschil in." „Neen," beaamde haar bezoeker, „ik even- min; het toeval werkt ons in de hand en de kinderen schijnen ongeveer even oud te zijn." „Ja, zij verschillen slechts een paarweken, en dat maakt op dien leeftijd niets uit." „Maar zeg eens, Elsa, zal mijnheer geen argwaan koesteren, of iemand anders uit de omgeving?" De vrouw liaalde de schouders op. „Mijnheer is dadelijk na de begrafenis van mevrouw op reis gegaan en heeft het kind ter nauwernood gezien; bovendien hebben mannen geen scherpen blik in zake zulke kleine kinderen. Freule Aline is even 2 jaar oud en de bedienden zijn een paar bejaarde menschen, die zich nergens om bekommeren dan om het liuis. Het overige personeel is afgeschaft." „Goed, verwissel nu de kleinen maar gauw van kleeding." Voor de ervaren vrouw was dit het werk van een oogenblik. Zwijgend nam de man het kind over. nooten weer meer krachten bijeengebracht;, dan voor alleen een defensief optreden noodig is. Ze zulien dus al voortgaande bier evenals op andere punten van het front, het aanvallend optreden voortzetten. Bij de krijgsgevangenen, die hier gisteren langs kwamen, waren weer marine-soldaten, wien nog slechts eenige dagen te voren was aangezegd, dat ze geruimen tijd in garnizoen zouden blijven. Ik leid bieruit af, dat de Duitschers dus ook meer mannen op het front werpen. Ik sprak heden met eenige Engelsche soldaten. Zij zeiden me alien, liever te zulien vechten tot den dood, dan zich krijgsgevangen te zulien laten maken door de Duitschers. Ze hadden, zeiden ze, genoeg vernomen van de slechte be- handeling der Engelsche krijgsgevangenen in Duitschland, dan dat ze zich daaraan waagden. Vele jonge mannen uit studiekringen treft men nu ouder hen aan. Met de Belgische soldaten leven ze in hartelyke verstandhouding. De little Belgions zijn hun redders, zeggen ze. Ze willen zeer goed weten wat Belgie voor hen deed. Allerlei lekkers deelen ze met hen. De situatie aan den Yser is nu dermate veranderd, dat de kaart van het oorlogs- terrein een grondige verandering moet ondergaan. Doordat de Belgen en Franschen hier stellingen bezetteu, die om begrijpelijke redenen liever niet geweten moeten worden voorloopig, onthoud ik mij van nadere aan- duidingen. Daarbij komt, dat de toestanden nog zoo zijn, dat vele dier stellingen heel dicht onder het bereik van het Duitsche geschut zijn. De ammunitie der Duitschers schijnt op 't moment met minder zorg ver- vaardigd te zijn dan voorheen. Talrijke hunner projectielen ontploffen niet of heel slecht. Ze gebruiken daarentegen wel meer brandbommen. Ik kreeg dezer dagen een regulateur van een brandbom in handen 't ding was zoo mooi koper, dat ik 't toch waarlijk jammer vond voor den tijd er aan besteed met 't oog op het doel. Als ik nu bedenk dat die dingen moeten dienen om dikwijls het povere beetje van de boeren- huisjes te doen verbranden. Een luchfraid van Engelsche aviafeurs. Vier en dertig Engelsche gewone en watervliegtuigen deden Vrijdag een aanval op de omstreken van Brugge, Zeebrugge, Blankenberghe en Ostende, met het doel, de ontwikkeling te beletten van de basis der Duitsche onderzeebooten. Ernstige be schadiging werd in die streken en elders toegebracht. De aviateurs keerden onverlet terug, ondanks het hevige vuur der Duitschers. Nader wordt omtrent deze luchtraid uit Londen gemeld De marineafdeeling van het vliegerkorps ondernam de laatste 24 uren gecombineerde operaties van gewone en watervliegtuigen in de streek van Brugge, Zeebrugge, Blankenberghe en Ostende, teneinde de „Wanneer komt ge bij ons terug, Elsa?" „Zoodra mijnheer terug is." „Be3t, nu wordt het mijn tijd; tot weer- zicns, Elsa; je weet, hoe daar ginds naar je verlangd wordt." De \touw slaakte een diepen zuclit. „Als Aleida niet het voedsterkind mijner moeder was, en „Ja, ja, daar zulien we later wel eens over praten; ik moet weg. Ga jij nu, om elken zweem van argwaan weg te nemen, mee naar het rijtuig." f Elsa aarzelde. „Hoe ik de zaak ook beschouw, Heinrich! het blijft een misdaad." „Een misdaad!" viel liij haar op honen- (den toon in de reden, terwijl hij met vlam- menden blik vervolgde: „een misdaad! weet je wat een misdaad is? Luister." Hij trok haar met kracht naar zich toe en fluisterde haar eenige woorden in het oor. Zij verbleekte. „Je hebt gelijk; hoe kon ik een oogenblik weifelen Zij sloeg een doek om en volgde hem naar buiten. „0, ja, voor ik het vergeet, Elsa, hier is de kwitantie van den koetsier, die mij gere den heeft." „Wat moet ik daarmee doen?" „Bewaren; als goud. Je kunt nooit weten hoe zoo'n ding te pas kan komen. Zulke nie- tigheden kunnen bij sommige gelegenheden in klinkende munt worden omgezet. Doch geen woord meer, daar is het rijtuig." „Zie zoo, koetsier, daar zijn we terug. Nu grootmoeder," sprak hij luid genoeg om door den koetsier verstaan te worden, „kus nu je kleinkind goeden dag en tot ziens. Mijn groe ontwikkeling te beletten van de basis en de werkplaatsen der Duitsche onderzee booten. Vier en dertig vliegtuigen namen er aan deel. Ernstige schade zou zijn toe gebracht aan het station te Ostende, dat waarschijnlijk geheel afgebrand is. Het station te Blankenberghe zou beschadigd en de spoorlijnen zouden op verschillende plaatsen vernield zijn. Bommen vielen op Datterijen te Middelkerke, benevens op de electrische centrale, Duitsche schepen en mijnenvisscbers te Zeebrugge, doch de uit- werking is niet bekend. Gedurende den aanval geraakten de hydroplanen in hevige sneeuwbuien. Geen enkele onderzeeboot werd opgemerkt. De aviateur Graham White viel in zee in het gezicht van Nieuw poort, maar werd gered door Fransche vaar- tuigen. Alle vliegers zijn ongedeerd terug- gekeerd ondanks hevig geweer-, mitrailleurs- kanonvuur. Twee vliegtuigen zpn beschadigd. De expeditie stond onder eiding van Samson, met als ondercomman- danten Longmore, Forte, Courtney en Rathboen. Zeslig procent herstetden. Blijkens een nadere mededeeliDg van mi nister Asquith, die een paar dagen geleden in het Lagerhuis meedeelde, dat de Engel sche verliezen tot 4 Februari 104000 man bedroegen, zpn ongeveer 60 proc. van de gewonden reeds weer hersteld en weer in staat dienst te doen. De groot cijfers wenschte de eerste minister niet te geven met een oogpunt van algemeen belang. Belgie' raiSliet. De //Vossische Zeitung" schrijft Het staatsbankroet van Belgie is thans een feit geworden. Volgens telegrafisch bericht uit Parijs zijn de Belgische rentecoupons aan de betaalkantoren aldaar niet meer ingelost. De inlossing wordt geweigerd ook dan wanneer wordt aangetoond dat de coupons behooren tot stukken welke zich in Bel- gisch bezit bevinden. Dit bericht is des te verwondelijker daar juist dezer dagen gemeld werd dat Engeland voor Belgie een nieuw crediet van 250 millioen francs heeft opengesteld. En hoe staat het met het vermogen van de Nat.ionale Bank van Belgie, waarop de Regeering op zoo onverantwoordelijke wijze beslag heelt gelegd Eerst de degradatie der Belgische banknoten tot ongedekt papie- ren geld en nu het niet-inlossen der rente- coupons het Belgische volk wordt waarlijk door zijne regeering op onbarmhartige wijze geplunderd. Door den bluf van de inlossing der Belgische bankbiljetten aan de Bank van Engeland heeft men onlangs gepoogd de aanstaande catastrophe te verbergen. Te- gelijkertijd had men hiermede tot doel het Duitsche bestuur moeilijkheden in den weg te leggen bii de invoering der nieuwe bank noten. Docb ook kierin heeft men gefaald. De Times bevat een artikel van //een der meest gezaghebbende mannen op het gebied van de statistiek en het koperver- bruik", waarin deze berekent dat Duitsch- J land en Oostemijk te zamen elken dag voor militaire doeleinden 309 Engelsche tonnen aan kooper noodig hebben of 112,000 ton in het jaar. (De deskundige houdt rekening met het koper, dat van afgeschoten munitie overblijft en brengt dit in minde- ring van de behoefte). Neemt men aan, dat Duitschland en Oostenrijk elk jaar 40,000 ton produceeren, dan zulien zij in een jaar 72,000 ton of 7200 spoorweg- waggons (360 treinen van 20 waggons)' moeten invoeren. Hoewel Duitschland groote voorraden koper voor oorlogstijd opgeslagen zal hebben, is het duidelijk dat het gehrek aan koper zich reeds laat gelden. Vandaar dat uit Belgie alles wat maar van koper was, weg is gehaald en koper in balen katoen en in kisten met sinaasappelen over de grens wordt binnengesmokkeld. De koperprijs in Duitschland is sedert het begin van den oorlog reeds met 200 pCt. gestegeu, De slotsom van het artikel is deze z/lndien, terwijl het koper in Duitschland opgebruikt wordt, Engeland en Frankrijk hun zee-politie blijven uitoefenen, zoodat in het geheel geen koper in Duitschland en Oostenrijk kan komen, lijkt het lot van beide rijken bezegeld. Geen gevoel van valsche menschelijkheid moet de politie- schepen in de vervulling van hun voor- naamsten plicht hinderen. Want hoe stronger het politie-toezicht is, hoe korter de oorlog zal duren." Oe tfoozflzsttei* wan het Hisis van Afgevaardigden aan het woord. De zitting van het Huis van afgevaardig- den op jl. Dinsdag, was, naar Wolff aan het Hbl. seint, druk bezocht, ook de tri bunes waren overvol. De voorzitter wees ler op, dat na de laatste oorlogszitting van het Huis „onze keizerlijke troepen nieu- wen onvergankelijken roem aan onze vaan- dels hechtten." Zij doorstonden met on- geevenaarde dapperheid den zwaarsten win- terveldtocht, bewaarden het land voor een vij- andelijken inval en maakten het verdere ternederwerpen van de vijanden mogelijk. De voorzitter wees er vervolgens op dat de ontzaglijke offers echter nog zwaarder zulien worden. „Wij zijn wellicht nog lang niet aan ons doel. Maar hoe grooter de of fers, dels te onbuigzamer is de wil om te volharden tot de volledige zege. Want nu eerst weet ons volk welke de drijfveeren zijn van den stelselmatig tegen ons voorbe- reiden vernieligingsoorlog. Wij strijden om zijn of niet-zijn, om onze economische, cul- tureele en nationale toekomst. Daar is geen offer van ontzegging of beperking van den levensstandaard te groot. Wij zulien bij de bespreking van de begrooting' afzonderlijke wenschen, partij-politieke bedoelingen on- dergeschikt maken aan de gemeenschappe- lijke vaderlandsche belangen. (Levendige, langdurige toejuichingen). Daarna werd de begrooting ingediend, waarbij de minister van financien een rede- voering hield. ten aan mijnheer en de freule." „Zal ik doorrijden of denzelfden weg ne men, mijnheer?" „Rijd maar door, als ik maar bijtijds aan den trein kom." „Ik zal er om denken; we hebben tijd ge noeg." De voerman had gelijk, want toen hij bij het station stilhield, iwees de klok 22 minuten voor negenen. „U heeft nog 16 -minuten tijd,' mijnheer, en hoeft u dus niet te haasten. Ik dank u wel voor de gunst en recommandeer me bij gelegenheid." De vreemdeling verliet het rijtuig en spoed- de zich weg, doch na eenige schreden in de richting van het station te hebben gedaan, scheen hij zich te bedenken en keerde terug. „Wat ik zeggen wil, koetsier! Ik heb re denen, die wel niet veel beteekenen en ook je niet aangaan, dat ik liever niet heb, dat er over gesproken wordt, dat ik hier geweest ben. Nu ken je mijn naam wel niet, maar je zou b. v. in algemeene bewoordingen kun nen vertellen, dat je een heer naar Hohenlo gereden hebt en zooals je weet „van praat komt praat." Mij kan het persoonlijk wei- nig schelen, maar ze mochten die baker eens kwalijk nemen, dat ze bezoek had gekre- gen gedurende de afwezigheid van mijnheer. Groote lui zijn soms zulke rare snuiters; en het zou haar misschien hinderen, als ze zich aanbeval voor een anderen dienst, weet je, dus spreek er maar liever niet over." „Zeker niet, mijnheer, wij, koetsiers, moe ten kunnen zwijgen, dat is een eisch van ons vak. En wat is er ook voor bizonders aan; de zaak kan gerust daglicht velen," eindig- de hij lachend. „Ongetwijfeld. Kijk die kleine eens lekker slapen, zoo vast als een marmotje." Hij liet met opzet het licht op liel kind vallen. De koetsier herkende onmiddellijk liet met bont omzoomde manteltje en den kaper met dons omzet, en als hij nog arg waan mocht gekoesterd hebben was deze ge heel geweken. De brave kerel zou gezworen hebben, dat dit kind hetzelfde was, hetwelk hij een paar uur geleden had vervoerd. Hij knikte, nam zijn natten hoed af en de reiziger spoeade zich naar den trein, die snui- vend en puffend gereed stond om zijn tocht naar Duitschland te aanvaarden. Dertig jaren zijn seder! het hiervoor ge- schetste voorval verloopen, een atoom als men de eeuwigheid als maatstaf aanneemt: doch een hoogst belangrijke factor in den leeftijd van een mensch, dien als punt van uitgang beschouwend. In dien tijd gaan ge- slachten ten onder om voor nieuwe te wijken, welke op liunne beurt weer door anderen zulien worden vervangen en die nhnmerrus- tende bouwmeester, de tijd, sloopt, herstelt, vernieuwt, werkt onverpoosd voort volgens de besluiten eener Hoogere Maclit. Doch zeker zijn er weinig steden in ,ons vaderland, waar hij zulke ingrijpende veranderingen heeft gewrocht als te Nijmegen. De grijze veste, tlians geheel ontmanteld. niet langer bekneld door den ijzeren gordel van den god des oorlogs, heeft zich naar alle kanten uit- gebreid en omgeven met de ceintuur van de godin des vredes, die zich in bevallige, gol- vende lijnen |bm hare leden sluit in haar veel- vervig kleed van groen en bloemen. Alleen de oude kruittoren is als een dreigend me mento blijven staan, staart in zijn massieve De minister van financien Leutze wees er op, dat voor een jaar algemeen aan een verdere vreedzame ontwikkeling werd ge- loofd en in verband daarmee maatregelen genomen. Enkele maanden later overvie- len ons Rusland, Engeland en Frankrijk ge- zamenlijk om ons te vernietigen. Nooit is een vreedzaam volk schandelijker overval- len, maar ook nooit hebben vijanden zich gruwelijker verrekend. Onze ongeevenaar- de troepen staan in Oost en West verre in het vijandelijk land. Onze vloot heeft er voor gezorgd, dat Engeland tot dusver geen aanval op onze kust waagde. Ieder van ons volk is rotsvast doordrongen van de over- tuiging, dat we overwinnen willen en over- winnen zulien, hoe groote offers de oorlog ook vordert. Het economisch jaar 1913 sloot met een overschot van 24.6 millioen, terwijl 91.3 mil lioen werden toegevoegd aan het spoorweg- amortisatiefonds en 24.6 millioen voor bui- tengewone schulddelging werd besteed. Aan dergelijke gunstige uitkomsten is voor 1914 natuurlijk niet te denken. De minister wees er vervolgens op, dat de dreigende econo mische crisis spoedig overwonnen werd. Het afzien van een moratorium, de met behulp van de Rijksbank gestichte geniale crediet- organisaties, de economische maatregelen van den staat en de algemeene goede wil, maar niet in de laatste plaats de scliitte- rende wapenfeiten van leger en vloot heb ben daartoe veel bijgedragen. De regeering heeft door groote staatsorders op verschil lende wijzen werk verschaft en den handel doen herleven. De oorlog zelf was een bron voor nieuwe arbeidsgelegenheid. Overal in het land verminderde de werkloosheid dag na dag. De landbouw zette den oogst tegen goede prijzen af, zoodat onze economische toestand zco is, dat we nog lang -kunnen volharden. Al het geld blijft in het land. De terugwerking van den oorlog op de staatshuishouding is gelukkig overschat. De prestaties van de spoorwegen, zoowel bij het vertrek van ons leger als later bij verplaatsingen en dislocaties, zijn zoo ver- heven boven alien lof, dat zij steeds ons spoorwegbestuur tot roem zulien strekken. Van den minister af tot den laagsten ambtenaar en arbeider was ieder berekend voor zijn taak. De vermindering ,der inkomsten schijnt niet eens zoo groot te worden als na het uitbreken van den oorlog werd verwacht. Het goederenverkeer bedraagt reeds weder 55 proc. van dit van verleden jaar. Ook het personenverkeer neemt weder toe. De indirecte belastingen zijn niet onbe- langrijk achteruitgegaan. De taak van de oorlog'sgraanmaatschappij om al het Duitsche brooagraan op te koo- pen, op te slaan en te vermalen, is eene van zoo grooten omvang, als tot dusverre nog nooit is volvoerd. Zij is slechts te volbren- gen, wanneer alle personen, die tot dusverre werkzaam waren bij de broodvoorziening, in de zaak worden betrokken en de goede wil van alle kringen der bevolking mede- werkt. Engeland mag Duitschland niet uit- hongeren en daardoor dwingen tot een sma- delijken vrede, dien het met de wapens niet kan bevechten. Duitschland heeft genoeg broodkoren en levensmiddelen en daar het economisch leven vooruitgaat, en de Duit sche troepen te land en ter zee bezield zijn van den wil om te zegevieren, bestaat er ge- kracht spottend op de coquette, sierlijke hui- zen in luchtigen trant gebouwd en herbergt thans in stede van oorlogsmateriaal en ver- nieling aanbrengende projectielen slechts de duiven des vredes, zij het dan ook in mok- kend stilzwijgen. Overal ontwaart het ver- rukte oog schoone wandeldreven, prachtig aangelegde parken, fonteinen, vijvers. grotten en smaakvol daargestelde bloemperken; het wemelt in het schoone seizoen op de ruime, lomrijke singels van equipages, ruiters, rij- deressen, toeristen, fielsen en automobielcn, in een woord: de tegenwoordige stad gelijkt op de oude als een sierlijlc uitgedosle herto- gin op eene in lompen gehulde bedel ares. Alleen aan den kant, waar de rivier de Waal in krachtigen golfstroom langs haar heen snelt, vindt men nog de sporen der oude stad en in de nabijheid levens gedenkleeke- nen der grijze oudheid, de kapel van Karel den Groote, de ruinen op het Valkhof en het Belvedere, eens getuigen van de jachtpartij- en der Frankische vorsten met hunne lieden en de dwingelandij en drinkgelagen van God- fried den Noorman en zijn woeste vasallten; ook daar dwingen de prachtige vergezichten tot bewondering, slaart de verrukte blik op de meest grootsche panorama's. Maar dat al les geniet men nllcen in den huitenslen cirkel en de eigenlijke stad vormt daannede een onaangenaam contrast in de nauwe stegen en gassen, aan het oog ontlrokken door d« prachtig uitgestalde winkels, magazijnen, cafe's en hooge huizen. (Wordt vervolgd.) aaec Brassage; NEUZENSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 1