ALGEMEEN NIEUWS- EH ADVERTENTIEBLAD VOOF, ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6183. Dinsdag 9 Februari 1915. 55e Jaargang. advertentiEn De Oorlog. ABONNEMENT Telefooo S3- Per 3 maanden binnen de stad 1.-. Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amenka 1.6: Men^bonnfeTzic^bfj^e'uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alie Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10. Bij tllrecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 UUT op den dag der uitgave. 8E st8DE 16 TerSm^ Oe algemeene toestawd> Op het westeljjk oorlogstooneel zijn de gebeurtenissen nog steeds in hooge mate onbelangrjjk schrjjft het Alg. Hbl. ^r^J" lerie-beschietingen nu en dan afgewisseld door kleine gevechten, die een plaatselijk succes vormen kunnen voor een der beide partjjen, maar die voor den definitieven uitslag geen de minste beteekenis hebben. Aviateurs verkennen geregeld de stellingen der tegenpartjj en als daar een zwakke plaats te ontdekken is, een plek waar de waakzaamheid verloopt of de inHoed merk- baar is van wind en regen, dan worden haastig maatregelen genomen om daar een overval te doen. Dan komt het bericht dat bjj een aanval een of meer loopgraven crenoinen zjjn-. Maar straks wordt op dit punt een sterke reserve bjjeengebracht en dan wordt de aanval tot staan gebracht of worden de genomen loopgraven weder hernomen. Bij al deze gevechten gaat de eene of andere partjj iets vooruit, zonder dat die vooruitgang echter bljjvend is, want het is een voortdurend ,/va et vient", een op en neer, dat de groote positie bjjna onver- anderd laat. Merkwaardig is het, dat in dezen stigd de taak der cavalerie, behalve dan voor ordonnansendienst achter de linies, geheel negatief geworden is. Dat wil zeggen de cavalerie vecht als infanterie in de loop- crraven, de verkennings- en kondschapsdienst wordt verricht door de vliegeniers, en de paarden dienen voor vossenjachten of schnitzeljachten, die door stafollicieren aciiter bet front worden georganiseerd. De artillerie echter heeft in deze ge vechten een hoogst belangrjjke taak voort durend moeten de vijandelijke linies in het oog worden gehouden, en de minste ver- dachte beweging, op het vermoeden zelfs van troepenconcentraties worden zjj zoo krachtig en voortdurend onder vuur ge nomen, dat geen plekje binnen het bereik van het geschutvuur kan worden betreden zonder gevaar. Alles moet dan ook 's nachts gebeuren het aflossen der voorposten, het verwisselen der troepen uit de verschillende linies, het brengen van eten uit de achterliggende linies naar de voorposten, tenzij de loop- graven door zijgang en traversen zijn ver- bonden met de daarachter gelegen ingegraven logies-, wacht- en verzamelplaatsen. In geen vroegeren oorlog is het aanleggen van zulke ingegraven stellingen, met allerlei onderaardsche gangen en verbindingswegen zoo uitgebreid, zoo stelselmatig toegepast als in dezen strjjd. De tjjden, waarin een staf, te paard en schitterend van goudborduursels, op een heuvel staande, een gevecht gadesloeg en in staat was alle bijzonderheden ervan te volgen, zijn dan ook lang voorbij. Ver van het eigenljjke front, in een stil landhuis. of in een kasteel, zit de staf, telefonisch verbonden met elk deel van het gevechts- terreinop de tafels liggen de kaarten, waarop met blokjes of spelden de posities der legers, voor zoover die bekend zijn, worden aangegevenen daar komen alle berichten binnen, die van ieder deel van het front worden verzonden, en worden de maat regelen bevolen, die in verband met de ontvangen berichten noodig zijn. Ook de oorlogscorrespondenten van de bladen kunnen niet meer den slag uit de verte aanschouwen en over het verloop ervan berichten zenden aan hunne bladen. Zij moeten zich thans tevreden stelien met het verzenden van de berichten, die zij van den generalen staf vernemen en kunnen zich overigens, uren achter de linies, bezig houden met het geven vanindrukken, door rustende soldaten of afgeloste officieren medegedeeld. Zoo gaat het in het westen en in het oosten. De /./Times" hierop de aandacht vestigend, zegt, dat dit het zoo moeilijk maakt een aaneengeschakeld verhaal te geven van den toestand. Doch het blad is toch in staat een verhaal te geven over de Russische verdediging der Rafka- en Bzoera-linie. DaaruiF blijkt, dat de positie der Russen in het gebied van den boog door de YVeichsel gevormd, steeds beter wordt en dat in Galicie en aan de Karpathen, ondanks kleine tegenslagen, de Duitsch-Oosten- rijksche troepen nog niet in staat zijn geweest Przemysl te ontzetten. Van Oostenrijksche zijde wordt dit ontzet echter als spoedig aanstaande aangegeven. De Russische berichten geven een be- schrijving van de gevechten bg Borjimof en Volia-sjellofska. die geleid hebben tot een Russisch succes, daar de Russen ten noorden van Soechatsjef, dicht bij den mond van de Bzoera, over die rivier zijn ge- trokken en dus op den Duitsche linkervleugel een krachtige stoot hebben toegebracht. Zeven Duitsche divisies hebben in het front bij Bolimof aanvallen gedaan op de Russische stellingen, zonder in staat te zgn de Russen daaruit te verdrijven. Wei werden op enkele punten Russische posities genomen, maar bij de tegenaanvallen werden die door de Russen hernomen. In Zuid- Rolen werden eveneens pogingen tot offensief optreden der Duitsche troepen door de Russen afgeslagen en een brug, die over de Nida was geslagen bij het dorp I Grerniki, werd door de Russen vernietigd. In de Karpathen waar de positie der Oostenrjjkers, volgens de berichten uit Weenen met den dag gunstiger wordt, en waardoor de krachtige versterkingen een voortdurend offensief mogelijk blijkt, hebben de Russen bij Oehzok de aanvallende be weging hervat en 3000 gevangenen gemaakt; ten zuidoosten van Oeszok wel de passen van Foukhoeka en Beshiad moeten ontrui- men en in vooraf gereedmaakte meer ach- terwaarts gelegen stellingen moeten terug- gaan, maar daar houden zij den druk van aanzienlijke vijandelijke troepenafdeelingen krachtig tegen. Dat is de indruk, aien de Russische ge- vechtsberichten maken. Het Duitsche leger- bericht stelt hiertegenover slechts de mede- deeling, dat de vele Russische aanvallen op de onfangs genomen stellingen bg Bolimof mislukt zijn. Zoo de Russische berichten als juist mogen worden aangenomen, zouden die Russische aanvallen dus zijn voortgezet, en werd tegelijkertijd in het gebied benoorden Soechatsjef, dus op den Duitschen linker vleugel, een aanval ondernomen, die eindigde met den overtocbt over de Bzoera. In een Oostenrijksch bericht worden nog mededeelingen gedaan over den Russischen inval in de Boekowina, waar de Hongaren en Zevenburgsche Roemeniers krachtig tegen de Russen strijden. Het Oostenrijksche bericht hierover meldt Het Russische offensief in Boekowina was half Januari tot het bovendal van de Moldawa gekomen. Een verder doordringen van de hier ageereode sterke vijandelijke strijdkrachten over de Karpathen werd in de eerste plaats belet door onze stellingen bg Jacobeny en Kirlibaba. In aanvallen, I die eenige dagen voortduurden, trachtte de vijand op 20 Januari den tegenstand van de troepen, die de voornaamste passen ver- dedigde, te breken. Daar alle pogingen op onze stellingen te bestormen mislukten, konden onze troepen zelf tot het offensief overgaan. Op 22 Januari werd Kirlibaba aan de Russen ontnomen. De Russische troepen trokken toen terug in de richting van Kim- polung en de Moldawa, waar zij sedert nog stand houden. In de laatste dagen zijn daar nieuwe gevechten begonnende Oostenrgksche troepen zgn het Moldowadal binnengedrongen en hebben den vijand daar teruggeslagen, waarbij enkele plaatsen bezet zgn. De ondergang van de ESIiichei* bij het gevecht in de Noordzee is reeds tal van malen verhaald. Thans heeft de Times er een relaas over, opgeteekend uit den mond van Duitsche overlevenden der bemanning. Wjj vertalen er het volgende van De Britsche stukken schoten zich in de doodelijke waterzuiltjes kwamen dichter I en dichter bij. De mannen aan dek keken er met een zonderlinge bewondering naar. Spoedig viel er een projectiel vlak bij het schip, en een groote waterzuil, wel 100 M. boog, naar een der Duitschers beweerde, kwam op het dek terecht. De schoots- afstand was gevonden, Dann aber ging's los Thans kwamen de granaten in groot aantal, met een vreeselijk suizend geluid. Al dadelijk richtten zij groote verwoesting aan. De electrische installatie was ras vernielden het schip geraakte in een duisternis, die men kon tasten. //Men kon geen hand voor oogen zien", zei er een. Benedendeks heerschten ontzetting en ver- warringmen hoorde noodkreten en ge- kreun terwijl de granaten door de dekken heensloegen. Het was pas later, toen de sehootsafstand minder groot was geworden en de kogelbaan vlakker was, dat er gaten in de zij den van het schip werden geslagen en de dekken werden schoongeveegd. In het begin vielen de kogels uit de lucht zij sloegen door de dekken been en boorden hun weg tot zelfs in de stookruimten. De kool in de bergplaatsen vloog in brand en daar de bunkers half leeg waren, brandde de steenkool lustig. In de machinekamer werd de petroleum door een granaat opge- spat en rondgesproeid in blauwe en groene vlammen. Overal waar de brandende pe troleum teland kwam werden slachtoffers geschroeid of in vlam gezet. De mannen verstaken zich in de donkere ruimten, doch de granaten wisten hen te vinden de dood had een rijken oogst. De vreeselijke luchtpersingen, ontstaan door ontploffingen in een kleine ruimte, hebben diepen indruk gemaakt op de man- schappen van de Bliicher. De lucht, onder druk, raast door elke opening en baant zich een weg door elk zwak punt. Alle losse of zwakke deelen worden tot rond- vliegende instrumenten van de vernieling. Open deuren werden dichtgeslagen. Geslo- ten deuren werden als blikken platen uit- waarts gebogen en overal in het rond werden de menschelijke lichamen rondge- warreld als dorre bladeren in een winter- storm, om tegen de jjzeren muren te pletter geslagen te worden. Een man werd door een dichtklappende deur in tweeen geslagen anderen door de winddruk tegen de ma chines dood gebonsd. En nog andere gruwelen, te vreeselgk om te herhalen, vielen voor. Benedendeks was het afgrijselijk maar boven was het nog afgrgseljjker. De Bliicher werd door zoovele sck««y-on onder vuur ge nomen. Zelfs de kleine torpedobootvernie- lers bekogelden haar. „Het was een onaf- gebroken ontploffing" zei een kanonnier. Het schip slingerde als een voile laag het trof, maar richlte zich dan weer op. De geschutploegen werden zoo geteisterd, dat de stokers naar boven moesten komen om ammunitie te helpen dragen. De mannen lagen plat op het dek om veiliger te zijn. De dekken zagen er uit als een dooreen- gewarde massa ijzer-afbraak. In een case- mat de eenige die, dachten zij, onver- nield was bleven twee mannen hun kanon bedienen. Zij vuurden maar door en ver- stelden de schietrichting, naarmate het schip meer slagzij maakte. Toch hadden enkelen door dit alles heen de hoop, om er het leven af te brengen, niet verloren. Anderen hadden van den aanvang af de zekerheid, dat zij het niet zouden ontkomen. De ramp was zoo snel over hen gekomen, dat weinigen tijd hadden om te beseffen, wat er voor hun dreigde, of om hun po sitie te realiseeren. De Bliicher was aan het eind van haar reis. Zjj kon niet meer meekomenook was de stuurinrichting onklaar geraakt. Het was duideljjk, dat haar lot bezegeld was. Nu werd de bel geluid, die anders 's Zondags de manschappen voor de gods- dienstoefening opriep. Zij, die nog onge- deerd waren, verzamelden zich aan dek en bielpen, voor zooveel zij konden, hun ge- wonde kameraden. In groepen schaarden zij zich op het dek bijeen en wachtten op het einde. Er werden „Hoera's" uitgebracht voor de Bliichertoen drie „Hoera's'| voor den Keizer. Daarop zongen de Duitsche zeelieden de w Wacht am Rhein en toen pas verlof gegeven het schip te verlaten. Canadecsche duikbooten. voor den bouw van de bestelde duikbooten noodige stalen platen en andere onderdeelen zullen gedeeltelgk uit Engeland, gedeeltelijk ook uit de Vereenigde Staten betrokken worden. Bijzondere maatregelen worden genomen, om tien duikbooten nog voor het begin van den volgenden winter gereed te maken, daar de scheepvaart op de St. Laurens- rivier gewoonlijk reeds in November ge- sloten wordt. Een Paaach-aupprise. In Skandinavische bladen wandelt het bericht dat Duitschland tegen Paschen En geland een aardig cadeautje zou aanbieden drie lichte kruisers, slechts van 3000 ton, maar met een snelheid van 56 K.M. per uur. Dat zouden dus de snelste schepen ter wereld zgn alleen met motorrace- bootjes zgn grootere snelheden bereikt en veilig zouden zg over den Oceaan kun nen stevenen, de rol van de //Emden over- nemende. Op die manier zou men den En- gelschen handel een gevoeligen slag kun nen toebrengen. De drie lichte kruisers hebben echter nog niet geproefstoomd. Wg gelooven gaarne, dat de Duitsche scheepsbouwers op papier dergelgke kruisers kunnen construeeren. Maar de werkelijkheid kan licht anders uitvallen. Inmiddels heeft de oorlog be wezen, dat een lichte snelkruiser bruik baar is. 'tis acht uur in den morgen. Een uur kruipt voorbij en nog een. De geweren knetteren, granaten en shrapnells spatten uiteen. Ik verkeer in een eigenaardigen droomtoestand toch hoor ik ieder geluid en dan keeren langzaam mijn gedacnten terug tot datgene, wat ik in den afgeloopen nacht en dezen morgen in alle vroegte heb gezien Eerst tegen de morgenschemering ver- stomt het vijandeljjk vuur. De heuvel wordt rood gekleurd en spoedig rijst de zon de kim en schijnt over Vlaanderens aan Uit Montreal in Canada wordt bericht, dat tegenwoordig honderden arbeiders bezig zgn met het vervaardigen van twintig duikbooten, welke door de Britsche^ re- geering bij de scheepswerf van de lirma Vickers Company besteld zijn. Zooals beweerd wordt moet deze bestelling in geenerlei verband staan met die, welke de staalkoning Charles M. Schwab in Londen ontving. De scheepswerf te Montreal is een at- deeling van de groote Engelsche scheeps- bouwwerf van Vickers Sons Maxim, die de eerste dreadnought en vele andere groote schepen voor de Engelsche marine gebouwd heeft. De werf te Montreal begon met den bouw van een drijvend dok en met de inrichting van de scheepswerf on- geveer vijf jaren geleden en is verleden jaar pas geheel voltooid. Zij bezit in haar overkapte werkplaatsen waarin zelfs ge- durende het strengste winterweer, twee kruisers lste klasse of tien duikbooten tegelijk gebouwd kunnen worden, een unicum in de scheepsbouwindustrie. De Tusschen tssee fronten. Van het westelgk oorlogsterrein schrijft een officier aan het //Berliner Tageblatt een brief, waaraan het volgende is ontleend In den heksenketel van den strijd gicrt en suist en loeit het infanterie-vuur, rechts en links. Waarheen mjjn oog waart over de Vlaamsche vlakte, zie ik de eindelooze rij geweerloopen onophoudelijk op en neer gaan en als ik die onafzienbare linie langs tuur, bemerk ik bg al de mannen bij de vrijwilligers, de reservisten, de landweer- mannen, denzelfden heiligen ernst, dezelfde gemakkelijkheid van totale overgave aan wat van hen geeischt wordt. Af en toe zwijgt een der geweren; de schutter is getroffen en ligt gewond of dood temidden van zgn kameraden... maar die kunnen zich niet met hem bezighouden misschien kijken ze eens even naar den verminkten kameraad, maar dat is ook alles meer tijd kunnen ze niet nemen van hun wreeden, bloedigen arbeid. De jeugdige vrijwilligers en reservisten zijn tamelijk opgewonden wat heel men- schelgk en dus ook heel begrgpelgk is Zij vuren af en toe met geweldige snelheid De landweermannen daarentegen, meest alien vaders van huisgezinnen, die in het vijan deljjk vuur meer op het spel zetten dan die jeugdige vrijwilligers, blijven rustig en bezadigd in het heetst van den strijd. En door hun voorbeeld kalmeeren ook de ge- spannen zenuwen dier anderen en als dan de eerste schrapnells boven onze hoofden uiteenspatten, en hunne slachtoffers eischen, blijft het kalm in de gelederen Dan, plotseling voel ik, dat iets warms en nats mij langs voorhoofd en wangen druppelt. Aan mijn schedel krijg ik een brandende pgn. Ik neem den helm af en voel, dat ik een diepe schram in het hoofd heb, veroorzaakt door een schamp- schot. Als ik met mjjn zakdoek het bloed van mjjn gelaat heb gewischt, zet ik den helm weer op om naar mjjn manschappen te kunnen, ten einde eenige bevelen uit te deelen maar terzelfdertjjd krijg ik een slag of stoot in de linkerzjjde. De slag is hevig en tevergeefs beproef ik den luifenant aan mjjn rechterzjjde van mjjn verwonding in kennis te stelien. Ik kan geen woord over mjjn lippen krijgen. De compagnie rukt intusschen op, de oudste luitenant heeft nu het bevel over- genomen. Eensklaps voel ik, dat iemand mjjn rechterschouder raakt. Met ontzagijjk veel moeite kan ik het hoofd omwenden en dan zie ik, dat een jong vrijwilliger naar mjj toe is gekropen en bezorgd vraagt of ik gewond bendan zal hij mjj wegdragen. Ik wjjs dat aanbod af. Dan vraagt hjj naar het adres van mjjn ouders en mjjn vrouw, opdat hjj dezen van mjjn verwonding in kennis kan stelien. Nu wordt het stil om mjj heen. Aan weerszijden zie ik niets dan dooden en ver- j minkten. Af en toe dringt een zacht ge- kerm of een luid gejammer tot mjj door en onafgebroken fluiten de kleine, spitse onzichtbare en zoo onheilspellende stukjes lood en staal om mjjn ooren. vlakte. Stil en vreedzaam ligt het wgde landschap voor me. Maar plotseling klinkt een dof gedreun tot op een afstand van ongeveer duizend meter. Dicht over onze hoofden fluit een eigenaardig sissen en suizen, dat driehonderd meter verder zich oplost in een luid gekraak. Veel kleine witte wolkjes drjjven in de lucht, die langzaam-aan vergaan. Wjj weten dat het onze artillerie en onze reserves geldt en het klinkt door de gelederen /Engelsche shrapnells". Onze artillerie bljjft het antwoord met schuldig. Het eene schot na het andere davert los, granaten en shrapnells donderen over onze hoofden. Dat artilleriegevecht duurt oinstreeks een uur, en dan komt ook voor ons het bevel Aanvallen." Wjj begrjjpen, dat het heden veel bloed en veel jonge levens zal kosten. Pang- pang-pang-pang, klinkt het. En na elken pang kan men, achter zich kijkend, aan onze verliezen constateeren, hoe goed de Engelsche raken In dit oogenblik treft mjj de vjjandeljjke kogel en zwaar gewond lag ik nu tusschen de °vele honderden, die hetzelfde noodlot ondergaan als ik en van pgn zich niet kunnen verroeren. Ik lig hulpeloos als een kind, totdat een vaandrig van mijn compagnie mij eindelijk heeft gevonden en met den vrijwilliger, die vroeger reeds hulp aanbood, naar mjj toe komt. Zg beloven mij, zoodra mogelijk, mjj van het slagveld te laten halen. Nu wordt het weer stil om mij heen stil, temidden van het krjjgsrumoer. De zon komt te voorschjjn van achter dunne wolkjes, die spoedig weer zijn weggedreven en de hooge, blauwe hemel boven mjjn hoofd doeF mjj voor enkele oogenblikken vergeten, dat ik hier op Vlaamschen bodem lig en in bittere vjjandschap op leven en dood moet vechten. Af en toe klinkt een luide schreeuw op van een der gewonden, die in mjjn nabjj- heid liggen en opnieuw worden getroffen. Hier, op de vlakte, behoort het voor ons,. gewonden, tot de onmogeljjkheid ons te beachermen tegen het onbarmhartig gesehut. Zelfs de voren in den akker zjjn zoo ondiep, dat men zich daarin niet voldoende kan verbergen. Het gevecht wordt weer heviger. Het is, alsof hemel en aarde instorten ver- derop, bg de Engelschen, begint plotseling een gedonder en gekraak, zooals ik het nooit voor mogeljjk gehouden zou hebben. Hun artillerie opent het vuur weer met ontzettende heftigheid. Wel twaalfmaal achtereen, donderen daar, zonder tusschen- poos, de kanonnen. En twaalfmaal suist en fluit en bromt het boven mijn hoofd, in de richting van den woudzoom achter mjj. Twaalfmaal, kort achtereen, slaan de treffers achter mjj donderend uiteen. Heele boomen worden als lucifershoutjes treknakt. Ik hoor het kraken, versplinteren Fn breken van het hout. Wee hun, die onder het bereik van dit duivelsche vuur komen Nauweljjks zwjjgen de Engelschen, of daar antwoordt reeds onze artillerie, die achter het bosch opgesteld is, met geljjke woede. Ook hier zjjn het wel twaalf stukken, die zonder tusschenpoos schieten en twaalf maal klinkt weer het zengende sissen, brommen en suizen boven mij. En als de Duitschers stil zjjn, dan komt weer het Engelsche dozjjn,twee tegenstanders die het niet opgeven, voordat een hunner gedood is En nog erger wordt het. Terwjjl een deel van de Engelsche artillerie den woud zoom en onze geschutstellingen blijft be- schieten, bestrooit het andere deel de vlakte voor ons met granaten, om onze infanterie het opdringen te beletten. Urenlang staan voor, achter ea terzijde van mij de granaten tegen den gvond, en splinteren uiteen. TER NEUZENSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 1