De krijgsMrijven.
De Oorlog.
niet betaald; hier en daar geld geleendeu
zeiden Zondag u. m. tegen eenen Alkmaar-
schen kapper, bij wien zij flinke rekeningen
hadden gemaakt, dat hij heden de quitantie
kon presenteeren. Toen de kapper dit
vanmorgen wilde doen, waren de vogels
gevlogen.
Uit de Vogezen.
De oorlogscorrespondeut van de Taglicke
Rundschau heeft een tocht gemaakt door
de zuidelijke Vogezen. Hy schrijft uit de
buurt van GebweilerHier zijn het niet
lange hellingen, waarop de vijanden tegen-
over elkaar liggen en in gerekte, by groe-
pen aangelegde loopgraven elkaar atbreuk
trachten te doen, maar de grillige berg-
kopjes kebbeu hier de overhand. Op den
rand van de bosschen op deze hoogten, in
de diepingegroefde dalen, in de open plek-
ken in het bosch, heeft de vijand zich ge-
nesteld, niet in loopgraven, zooals men
elders gewoon is, maar in een soort van
termieten-heuvels, met platte molshoopen
te vergelijken, die bovendien in zeer onre-
gelmatige lijn zijn aangelegd, heeft de vijan-
delijke infanterie zich ingegraven. Zoo een
aarden pantsertoren, die ternauwernood bo-
ven den grond zichtbaar is en nu door de
sneeuw volkomen verborgen wordt, is met
drie of vier man bezet, van wie elk zijn
van buiten onzichtbaar schietgat heeft. Uit
deze kleine aardholen loopen smalle gan-
gen naar achter, naar de dekking in het
bosch. Bovendien zijn de daarvoor ge-
sehikte boomen bezet. Er is een kraaien-
nest in, waarin*een of op zijn hoogst twee
man zich ternauwernood kunnen bewegen
of de mannen hangen meer dan zij zitten,
vastgebonden in de kronen en vormen voor
onze° soldaten, die daar langs komen, een
buitengewoon groot gevaar. Zijn onze man-
schappen ongehinderd een termieten-kolonie
voorbijgekomen, dan kunnen zy er zeker
van zijn van boven of in den rug bescho-
ten te worden.
Hier zouden Sioux-lndianen goede dien-
sten doen. Hier, voor deze guerilla, zou
men troepen noodig hebben, die bijzonder
voor deze vernietigingsoorlog afgericht zijn,
jagers misschien.
Met elke denkbaren list wordt hier ge-
werkt. Beweeglijke wijnstokken of andere
struiken, d.w.z. op deze wijze toegetakelde
alpenjagers, hebben een verderfelijke rol
gespeeld.
De beste manier om zien tegen een der-
gelijken vijand te weren, zou zijn hem met
rook te verdryven of het bosch eenvoudig
in brand te steken en zoo de heele Voge
zen te ontruimen. Een voorstel, dat een
Zweed in vollen ernst heeft gedaan. Maar
het is een onmogelijkheid zoolang het zoo
vochtig is als op het oogenblik.
Uit den slag bij Soissons.
Een ooggetuige vertelt in het //Berliner
Tageblatt"
Vooral een punt was het, waar het bij
den strijd ten noorden van Soissons op aan
kwam. Een artillerie-stelling, die onze
loopgraven flankeerde. Iedere treffer veegde
de loopgraaf gewoonweg van het eene einde
tot het andere schoon, zoodat onze mannen,
zoodra deze batterij begon te vuren, de
loopgraaf moesten ontruimen. Deze battery
was zeer handig opgesteld. Ze bestond uit
drie zware kanonnen, die op rails liepen,
en die, zoodra onze zware artillerie begon
te schieten, spoedig teruggetrokken werden
in een van de kalksteen-holen, die men
hier zooveel vindt. Hevig was er gisteren
om deze stelling gevochten. Herhaaldelijk
waren infanterie-regimenten in storm tegen
deze hoogte aangevoerd, maar zjj hadden
haar niet kunnen nemen. Het gelukte
eindelijk een jagerbataljon, dat niet ver van
Berlijn in garnizoen ligt. In twintig mi-
nuteii was de batterij bestormd. De iof
van deze jagers is in aller mond, over het
geheele front. De dappere groenrokken
hebben den volgenden dag nog een ander
stukje vertoond, een vijandelijke loopgraaf
genomen, die by vroegere pogingen tot
bestorming het graf van velen onzer rnan-
schappen geworden was. Met bitteren hu
mor had men haar Engelenburg genoemd.
Nu hebben vijf jagers haar genomen.
Herbouwen van Belgie.
in de Gildenhal te Londen zullen naar
de N. R. Crt. meldt, den llden en den
15den dezer Belgische architecten, gemeente-
raadsleden e. a. bijeenkomen, om te beraad-
slagen over den herbouw van Belgie na
den oorlog.
Als sprekers vinden wij in Engelsche bladen
de heeren Helleputte (Belgisch minister
van landbouw en openbare werken) en Her
bert Samuel (Engelsch minister van plaat-
selijk bestuur) genoemd.
De lord Mayor zal de vergadering met
een woord van welkom openen.
Een dapper meisje.
De „Deutscher Kurier" schrijft
Toen de oorlog uitbrak wilde een meisje
nit Bochum, mejuffrouw Aust als vrywil-
lige verpleegster mee naar het front. In
stilte, zonder toestemmiDg van haar ouders,
reisde zij te midden van een groote schare
vrijwillige verpleegsters naar het oosten,
werd daar aangenomen en toonde zich een
van de dapperste en beste zusters. Den
strijd bij Warschau, in het begin van No
vember," heeft ze meegemaakt. By Gombin,
ten zuiden van Plodsk en noordelijk van
Kutne, volgde zij de soldaten in den slag,
haalde gewonden uit de vuurlijn en verbond
ze gedeelteiijk op het oorlogsterrein. Zelf
is zij tweeraaal gewond geraakt. Voor haar
dapperheid heeft zij het IJzeren Kiuis ge-
kregen. Hindenburg zond de jonge dame
de onderscheiding en betuigde haar in een
persoonlyken brief zijn dank. Behalve het
IJzeren Kruis staat de jonge Westfaalsche
nog een ander zeldzaam eereteeken te
wachten. Aan de Silezische grens heeft zy
met eigen levnesgevaar twee kinderen uit
den Oder gered. Als loon hiervoor zal zij
de reddingsmedaille krijgen.
Uii Belgie.
Men meldt aan de N. R. Crt.
Als bijzonderheid en misschien ook als
commentaar op een artikel in verschillende
bladen, waarin de in hun land gebleven
Belgen zich beklagen over de afwezigheid
van zoovele bemiddelde landgenooten, meld
ik u, dat een te Domburg wonende Bel
gische familie de D(ekker) dezer dagen
tijding ontving, dat haar tante, mejuftr.
M(ertens), een alleenwonende, bejaarde, zeer
gefortuneerde dame, wonende op een kwar-
tier afstands van Antwerpen, Donderdag
j.l. in haar woning is vermoord gevonden.
De moord schijnt wel eenige dagen te voren
te hebben plaats gehad. De familie denkt
nog byzonderheden te zullen ontvangen.
Opmerkelijk is, dat geen geld was rneege-
nomen, hoewel dat onder t bereik van de(n)
dader(s) lag. Men veronderstelt, dat een
of andere omstandigheid zijn (hun) vlucht
heeft verhaast. In ieder geval trekt de
Belg er de conclusie uit, dat juistindezen
tijd van armoede en duurte de veiligheid
twijfelachtig is.
Duitsch goud voor Turkije.
Twee wagons met 25 millioen francs
aan goud zijn Bulgarye gepasseerd, met
bestemming naar Constantinopel. Het ge
heele bedrag, dat naar Turkye gezonden
is, is 75 millioen francs. (R. N.)
Een uiting van den Kroonprins>
Uit New-York wordt aan de //Times"
gemeld, dat de Duitsche kroonprins aan den
Geneefschen correspondent van de //Assoc.
Press" het volgende telegram zond, geda-
teerd //Nabij V erdun 22 Januari
Gij vraagt mij een boodschap te richten
tot het Amerikaansche volk. Daar ik offi-
cier ben en geen diplomaat, heb ik geen
recht dat te doen, maar ik wil u deze
drie dingen zeggen
1. Elke Duitscher en elke Oostenryker
is zeker, dat we zullen winnen en zal zijn
laatsten droppel bloed hiervoor geven.
2. Wij zijn overtuigd, dat de dag zal
komen waarop het volk van Rusland en
Frankrijk zal bemerken, dat het slechts het
vuile werk doet voor Engeland.
3. Wij verwachten van Amerika eerlijk
spel in alle quaestien.
Dit zyn mijn persoonlijke opvattingen,
maar een groot deel van mijn landgenooten
is het hiermede eens.
De Duitsche duikbooten in de
lersche zee.
De uitvoerige berichten in de Engelsche
bladen bevatten, volgens de N. R. Ct.,
nog verschillende tot dusver onbekende by
zonderheden over hetgeen er in de lersche
zee is geschied.
In de Times staat het volgende tamelijk
samenhangende relaas Den 30sten Januari
's avonds om 6 uur kwam in Fleetwood
de visschersboot Margaret binnenvallen met
23 man aan boord, die de heele bemanning
uitmaakten van het s.s. der North Shields
Ben Cruachan.
De Ben Cruachan was op weg naar
Liverpool en had Vrijdagochtend om 10.15
een punt bereikt, 15 mijlen ten Noord-
westen van het Noordwestlichtschip, toen
op korten afstand aan stuurboordzijde een
duikboot verscheen.
Zy heesch de Duitsche vlag met haar
nummer U 21 en twee officieren kwamen
aan boord. In uitstekend Engelsch vroegen
zij de scheepspapieren te zien en stelden
zij verschillende vragen, o. a. waar de
Britsche vloot zich ophield.
Vervolgens zeide de bevelhebber van de
duikboot
z/Het spijt mij u te moeten lastig vallen,
maar gij moet denken er is oorlog. Ik
moet u in den grond boren. Ik geef u
tien minuten om het schip te ontruimen.
Neemt zooveel mee als ge kunt, in de
eerste plaats uw geld." v
De matrozen pakten zoo gauw ze konden
hun kleeren en verdere bezittingen in hun
koflers en wierpen een boot uit, terwijl de
officieren toezagen. Toen de bemanning
een eindje weg was geroeid, zagen zy eenige
Duitsche matrozen, die op de duikboot had
den gestaan, dat vaartuig verlaten met iets
in de hand wat op bommen geleek.
Eenige minuten later was er een luide
ontploffing en het stoomschip zonk snel.
De duikboot verdween onder de oppervlakte.
De boot met de bemanning dreef wat rond
en werd 5 uur later opgepikt door de
visschersboot Margaret, die de lui aan boord
nam en naar Fleetwood bracht. Daar meld-
den zy zich by de marine-overheid en werden
naar huis gezonden.
Twee uur later, om 8 uur derhalve, werd
de bemanning van het s.s. Linda Blanche
door den stoomtrawler Niblick in Meetwood
gebracht. Dit stoomschip had den vorigen
dag met een gemengde lading Manchester
verlaten voor Belfast18 mijlen ten Zuid-
westen van het lichtschip Bar voor Liver
pool verscheen op een kwart mijl afstands
aan stuurboordzijde een duikboot aan de
oppervlakte. Zy heesch de Duitsche vlag
en de Linda kreeg sein om te stoppen.
Kapitein Elle, van de Linda Blanche,
kreeg bevel om de papieren aan boord van
de duikboot te brengen. De kapitein deed
zulks en terwijl de papieren werden onder-
zocht kwam de duikboot langszij het schip
en de matrozen van de duikboot gaven
sigaren en sigaretten aan de bemanning.
De zeelui van de Linda zeggen, dat het
de U 21 was, maar twee van hen gelooven,
dat het de U 31 was, ofschoon zy er aan
toe voegen, dat zij op dat oogenblik na-
tuurlyk opgewonden waren.
Toen het onderzoek van de papieren
was afgeloopen, zei de commandant van
de duikboot dat hy moest handelen volgens
zyn instructies, de stoomboot laten zinken.
De kapitein protesteerde, maar de kapitein
van de duikboot zeideffMaak u niet
ongerust over uw schip. Dat gaat naar
den grond, zooals ook al met een ander is
gebeurd".
Hij gaf de bemanning 10 minuten den
tyd om hun boeitje bijeen te pakken en
het schip te verlaten. Toen ze wegroeiden
in de twee roeibooten, die ze hadden neer-
gelaten, gingen 4 Duitsche matrozen aan
boord. Zij hadden bommen met lonten bij
zich en plaatsten er een in het voorschip
en een ander onder de brug. Vijf minuten
later was er luide ontploffing, het schip
helde sterk naar voren, en zonk. De be
manning roeide naar de trawler Niblick, die
haar naar Fleetwood bracht.
De kapitein van deze trawler heeft op
den terugweg naar Fleetwood een geweldige
explosie gehoord, en vijf mijlen Oostwaarts
zag hy een groot stoomschip in de lucht
vliegen. Hy zette stoom op en was in een
kwartier ter plaatse. Hij zag een hoop
wrakhout dry ven, maar er was geen mensch
te zien. Hy pikte een kist met een groote
hoeveelheid ongemerkte reddingsgordels^ op
en schatte de equipage van het gezonken
stoomschip op 30 a 40 man.
De Kilcoan is om 3.20 gezonken. De
kolenjaoot Gladys, die de bemanning over-
nam en van de kapitein van de duik
boot bevel kreeg de bemanning van de
Kilcoan naar het eiland Man te brengen,
werd door hem blijkbaar abusievelijk voor
een visschersboot gehouden.
Aan de .Daily News ontleeoen we nog
het volgende
Reeds Vrijdag waren door de kuststations
op de Westkust van Engeland Duitsche
duikbooten gezien, ten getale van drie of
vier. Van deze hebben zeker twee deel-
genomen aan de aanvallen op Engelsche
stoomschepen, want terwijl de Ben Cruachan
en de Kilcoan door de U 21 in den grond
zyn geboord, heeft naar de bemanning
verklaarde de U 31 de Linda Blanche
tot zinken gebracht.
De kapiteins van de beide eerstgenoemde
schepen hebben meegedeeld dat toen zij
werden aangehouden, hun het bevel werd
gegeven, met de scheepspapieren aan boord
van de duikboot te komen en dat hun
daar door den gezagvoerder is gezegd
,Wij geven tien minuten om de booten uit
te zetten en u te redden". Middelerwijl
brachten de Duitschers een bom van een
voet in middellijn met twee daaraan be-
vestigde lonten aan boord van de schepen
en plaatsen die in het voorschip.
De duikboot nam, toen de bemanning
zich in de booten had begeven, die een
eindje op sleeptouw en op korten afstand
volgde de ontploffing, die de Ben Cruachan
en de Kilcoan deed zinken met het voor
schip naar beneden, terwijl het achterschip
met de schroef nog uit het water stak.
De booten van de"Kilcoan roeiden naar
Fleetwood, die van de Ben Cruachan werden
opgepikt door het visschersvaartuig Mar-
garet.
De kapitein van de Linda Blanche heeft
een dergelijk verhaal gedaan. Blijkbaar
hebben de duikbooten dezelfde instructies.
Na de ontploffing van de bom is de Linda
Blanche nog wel een uur drijvende geble
ven. De bemanning was opgepikt door de
kolenboot Gladys, die door de Duitschers
was gepraaid om hulp te bieden.
Te Liverpool hebben de aanslagen. naar
de Daily News erkent, diepen indruk ge
maakt, maar het blad betoogL dat de
Duitschers zich vergisssn, als zy meenen
een paniek te kunnen veroorzkau en den
handel op de haven aan de Mersey te
kunnen verlammen.
Niemand behoeft gebrek te Iijdenmaar
alien zijn verplicht den vroegeren overvloed
tot het noodzakelijke te beperken.
De Bondsraad heeft 25 Januari bepaald,
dat met 1 Februari, te beginnen de hoe
veelheid bakkerswaren tot drievierden moet
worden beperkt. Naar dat voorschrift moet
ieder burger zich nu verder regelen.
Aan brood en meel zijn voor de voeding
van een persoon per week in elk geval
niet meer dan twee kilogram noodig. De
ervaring leert, dat men zich zoo vaak met
minder kan tevreden stellen. Er staan ons
behalve brood, ook andere goedkoope levens-
middelen, vooral aardappelen ter beschik-
king.
Daarorn is een ieder, zoowel door de wet
als uit vaderlandsliefde, verplicht in geen
geval het maximum van twee K.G. brood
en meel per week te overschrijden.
Wel moet daarentegen getracht worden
met minder toe te komen, waDneer men
aan minder genoeg heeft.
In het bijzonder wordt van hen, wier
levensomstandigheden voldoende voeding met
andere levensmiddelen toestaan, beslist ver-
wacht, dat zy hun broodverbruik zooveel
mogelijk verminderen zullen.
Moeilijkheden zullen in het begin be-
zwaarlijk te voorkomen zyn. Wij doen
echter een beroep op den vaderlandslievenden
geest en het gezond verstand van onze
medeburgers om bereidwillig de bepalingen
op te volgen, welke in het algemeen belang
zijn gemaakt.
Vooral geen gedrang bij de winkels een
ieder koope dagelijks zijn aandeel in.
Alleen i*oggebi*ood in Keulen.
Te Keulen zal van heden af nog slechts
een soort brood worden gebakken nl. rogge-
brood. Luxebrood zal niet meer worden
gebakken. Zou blijken, dat bescbuit, die
voor zieken noodzakelijk is, toch te veel
wordt gekocht, dan behoudt men zich voor
om besc'nuit verder slechts door apothekers
te doen verkoopen.
Het plan wan een nieuwen
inval in Servie.
De byzondere correspondent van de //Ti
mes" meldt uit Kragujewats
De mogelijkheid van een herhaalden Oos-
tenrijkschen inval in Bervie, schijnt in Eu-
ropa min of meer overschat te worden. Het
spreekt van zelf, dat Duitschland dringend
de uitvoering behoeft van zyn plan, om te
Nish door te breken, Bulgarye in te sluiten
een vereeniging met de Turksche troepen
in Thracie te bewerkstelligen. Maar om
dat uit te voeren, zouden Oostenrijk en
Duitschland niet alleen het Servisehe leger
moeten overwinnen, maar ook natuurlijke
hindernissen van schier onoverkomelijken
Het sneeuwt en regent bij afwissehng.
De Drina, Save en Donau zijn buiten hare
oevers getreden en de wegen staan blank,
zoodat zij haast onbegaanbaar zijn.
Een g'oed uitgeruste Oostenrijksche genie
zou de rivier overbruggen en daarlangs ge-
schut kunnen vervoeren, maar dat is wel
te betwyfelen, met het oog op de tegen-
weer, die de Serviers thans kunnen bieden.
Het is nog niet vastgesteld, of de sterkte
der thans in Hongarije verzamelde Duit
sche troepen met de hierover bekende be
richten overeenstemt, maar ongetwijfeld zijn
de Serviers op tegenweer bedacht.
Oe Berlijners op rantsoen
gesteldm
De burgemeester van Berlijn heeft een
oproep tot de bevolking gericht, waarin
hij zegt
Een ieder weet, dat het doel van onze
vijanden is ons uit te hongeren. Dit voor-
nemen moet door onze wilskracht schip-
breuk lijden. Levensmiddelen zijn in vol
doende "hoeveelheid voorhanden, wanneer
maar het noodige overleg wordt betracht.
Een gevaarlijke tooht op
patrouille.
Een medewerker van de Berliner Morgen-
post, die als onder-officier te velde staat,
vertelt
Tachtig meter voor ons front stond een
gebouw, waaruit wy voortdurend beschoten
werden. Het werd door een veldbattery
gebombardeerd, maar de gevel bleef staan.
Van onzen majoor kreeg ik gedaan, dat
hij vier man van de genie beschikbaar
stelde, om den gevel te laten springen.
Het huis stond in den hoek van twee vij-
andelyke loopgraven, achter een heg. De
loopgraven waren met prikkeldraud en
draadstrikken beveiligd en er was slechts
een smalle weg door deze hindernissen.
Het terrein er tusschen was vlak met af-
zonderlijk staande boomen en de grond
was bezaaid met dorre takken, gevaarlijke
vijanden van een sluip-patrouille.
De nacht leek bij een bedekte lucht zeer
donker te zullen worden. Tegen negen
uur 's avonds maakten wij ons gereed. Ik
als oudste onderofficier nam de leiding, twee
vrijwilligers en vier pioniers gingen mee.
Over de uniformen hadden wij zakken ge-
trokken, het hoofd en het gezicht met
hoofdbeschermers bedekt en alleen de oogen
vrij gelaten. Wij moesten er zoo donker
mogelijk uitzien, o'mdat wij rekening moesten
houden met de Fransche lichtkogels, die
ongeveer veertig seconden branden.
Juist stonden wij op het punt ODzen
kelder te verlaten, toen een verwoed ge-
weervuur begon. Er was ergens alarm
geslagen en het heele front kwam in be-
weging, zoodat wij ons plan moesten uit-
stellen. Eerst den vierden Januari konden
wij het uitvoeren. Ditmaal bleef alles rustig
en konden wij om negen uur al kruipende
op weg gaan. Wij moesten voorbij rottende
dierlijken, het gezicht dicht tegen de aarde
gedrukt. Zoo kropen wij voorwaarts. Ieder
takje werd zorgvuldig weg geschoven, iedere
steen verwijderd, opdat de genie-soldaten
met hun zware lading geen hindernis kon
den ontmoeten.
Vaak moesten wij minuten lang onbe-
wegelijk in het slijk liggen en waagdeu
wy het ternauwernood te ademen, als de
Franschen het terrein met lichtkogels be
schoten. Toen we ongeveer halverwege
waren, bleef een van de lichtkogels met
zijn valscherm in een nauwelijks twee meter
van ons afstaanden boom hangen en ver-
brandde daar langzaam. Deze seconden
waren voor ons als jaren. We hoorden ons
hart kloppen en hadden onze rekening reeds
opgemaakt. Daarbij kwam mij een giashalm
in den neus en ik had de grootste moeite
om mijn niezen te bedwingen. Ik begrijp
noo- niet, dat wij in dit licht niet, ontdekt
zijn. Eindelijk, na vijf en veertig lange
minuten, bereikten wij de heg. Wij konden
nu hooren hoe de Franschen elkaar fluiste-
rend aanmaanden om uit te kyken.
Nu werd het kruitvat vooruit geschoven
eti begonnen wij den terugtocht, waarbij
de lont zorgvuldig languit gelegd werd.
Toen wij aan het eind van de draad ge-
komen waren, werd deze aangestoken en
trokken wy ons in onzen kelder terug. In
ademlooze spanning telden wij de seconden.
Twee en een halve minuut moest het lont
branden. Reeds waren drie minuten voorbij
en nog hoorden wij niets. Ik ging naar
den meest vooruit geschoven hoek van de
loopgraaf en luisterde in het duister. Het
was alsof iets zich by de heg bewoog. Ik
nam het geweer van de post, die naast my
stond, schoot en gaf het bevel tot snelvuur.
Onmiddeliijk gingen er lichtkogels om-
hoogen nu zagen wij een Fransche patrouille,
die blijkbaar ons vat wilde stelen, maar die
door ons vuur teruggedreven werd. lerwyl
onze lieden door voortdurend schieten den
eenicren uitgang uit de vyandelyke stelling
gesloten hielden, kropen twee van onze
soldaten nog eens naar het lont. Nauwe
lijks waren zij in den kelder terug of een
ontzettende ontploffing deed de aarde sid-
deren. Een gele vlam sloeg uit en daarna
steeg een zwarte rookwolk ten hemel. De
gevel lag in puin.
Van het Oostelijke gewechta-
terrein.
ST. PETERSBURG, 1 Febr. (Pet. Tel.-
Ag. aan de N. R. Ct.). Mededeeliug van
den grooten generalen staf
Op het rechteroevergebied van den beneden-
Weichsel heeft onze cavalerie gisteren een
geslaagden inval gedaan binnen de Duitsche
linies aan het front tusschen Bieshun en
het meer van Orzulewo, 15 werst ten noorden
van Sierpc. Verscheidene officieren en
soldaten werden gevangen gemaakt.
Een poging. die de Duitschers eergisteren
ondernamen, om, gesteund door hun geschut
op den lickeroever van den Weichsel, in
de richting van Lipno en Dobrzin tot een
offensief over te gaan, werd aan het front
bij de dorpen Makow en Dyblin afgeslagen.
De vijand werd teruggeworpen op de linie
bij de dorpen Meleze Nasignewo, noord-
westelijk van Wloclawek. De terugtrekkende
Duitschers lieten bij het dorp Nokow vele
dooden achter.
In den nacht van 30 op 31 Januari
hebben onze troepen in de streek van
Borjimow (t. Z.O. v. Sochaczew) een aanval
ondernomen en den vyand uit het voorste
gedeelte van onze ondermynde loopgraven
en uit de aangrenzende verbindingsgangen
geworpen. Alle Duitschers, die zich daar
bevonden, werden aan de bajonet geregen.
De mitrailleurs werden vermeesterd.
In den loop van den 31sten Januari heeft
de vijand, na in de streek van Sochaczew
en Bolimow en ook ten zuiden van laatst-
genoemde plaats talrijke strijdkrachten met
artillerie samengetrokken te hebben, een
krachtige bedrijvigheid ontwikkeld tegen
onze voorste stellingen. De aanzienlijke
strijdkrachten, waarmede het Duitsche offen
sief, dat zich door zeer groote hardnekkig-
heid onderscheidde, ondernomen was, werden
in gesloten formatie aangevoerd en in den
rug krachtig ondersteund.
Ma van gisterenmorgen (31 Januari) af
een hevig vuur geopend te hebben op de
streek van Borjimow dwong de onstuimige
aanval der Duitschers onze troepen op de
tweede linie loopgraven terug te trekken.
Echter heeft een tegenaanval uit de aan
grenzende gedeelten van de linie den vijand
onder reusachtige verliezen uit alle door
bem bezette loopgraven geworpen.
Gelijktydig met den aanval bij Borjimow
deden' de Duitschers een reeks herhaatde
en verwoede aanvallen aan het front by
het dorp Goumine en de hoeve Moghely.
Deze aanvallen werden eveneens door een
geweldig vuur gesteund. Tot gisteren-
middag 12 uur hadden wij al deze aan
vallen afgeslagen, gedeelteiijk door ons
vuur, gedeelteiijk met de bajonet. Tus
schen 12 uur en 2 uur zyn de Duitschers
er door de krachtige bedry vigheid van hun
geschut tegen onze loopgraven in geslaagd
een gedeelte daarvan te bezetten, maar na
2 uur 's middags hebben wij een algemeenen
tegenaanval ondernomen, ten gevolge waar-
van de vyand zich tegen den avond slechts
in een klein gedeelte van onze vooruitge-
schoven loopgraven en in een kasteel, een
buitenverblijf, heeft kunnen handhaven.
Eveneens was het succes der Duitschers
gedurende den dag van gisteren in de streek
van Borjimow van niet veel beteekenis, in
aanmerking genomen de op dien dag door
ons vuur en onze bajonetaanvallen geleden
verliezen. Volgens onze bevelhebbers heeft
onze artillerie den vyand onmetelijke schade
toegebracht. Het vuur verstrooide de ge
sloten gelederen van den vyand en bracht
een reeks Duitsche batteryen tot zwijgen,
waardoor wij aan het geweldig vuur van
den vyand weerstand konden bieden.
De gevechten in de Karpatben duren
voort. In weerwil van de deelneming aan
den stryd door nieuwe Oostenrijksche strijd
krachten, die nog niet tegenover ons front
waren opgetreden, hebben wij alle pogingen
van den vyand om een aanvallende bewe-
ging in de richting van den Beskid- en den
Wyschkow-pas te ondernemen met succes
afgeslagen en gingen wy voort met goed
ge°volg op te rukken aan het front bj
Nynieia Polianka en Ludowiska.
St. PETERSBURG, 2 Februari. (Pet.
Tel.-Ag.) Volgens verbalen van inwoners
van de betrokken streek heeft de vijand na
het gevecht aan het front Lipno—Dobrzyn
zijn gewonden medegevoerd in zestig wagens
De Duitschers, die in de streek van Borjimow
werden gevangen gemaakt, vertelden, dat de
aanvallen van den vijand tusschen 24 en 30
Januari aan dit front ter lengte van 1.5
werst hem meer dan 6000 dooden gekost
hebben, gezwegen van talryke gewonden.
In de Karpathen hebben wij tusschen 2b
en 27 Januari op bet front Nynieia Polianka-
Wyclok 78 officieren 4065 manschappen
gevangen genomen en 4 kanonnen en 10
machinegeweren vermeesterd.
BERLIJN, 2 Febr. (Wolff.) Ambtelijke
mededeeling uit het groote hoofdkwartier
van heden
Aan de Oostpruisische grens is niets
van belang bereikt.
In Polen ten N. van den Weichsel hebben
in de buurt van Lipno en ten N.Wr. van
Sierp botsingen met Russische ruitery
plaats gehad.
Ten Z. van den Weichsel zijn onze aan-
vallen verder opgeschoten.
Verder ontleenen wy aan de N. R. Crt.
nog de volgende telegrammen
aar<L