De krijgsMrijven. De Oorlog. niet betaald; hier en daar geld geleendeu zeiden Zondag u. m. tegen eenen Alkmaar- schen kapper, bij wien zij flinke rekeningen hadden gemaakt, dat hij heden de quitantie kon presenteeren. Toen de kapper dit vanmorgen wilde doen, waren de vogels gevlogen. Uit de Vogezen. De oorlogscorrespondeut van de Taglicke Rundschau heeft een tocht gemaakt door de zuidelijke Vogezen. Hy schrijft uit de buurt van GebweilerHier zijn het niet lange hellingen, waarop de vijanden tegen- over elkaar liggen en in gerekte, by groe- pen aangelegde loopgraven elkaar atbreuk trachten te doen, maar de grillige berg- kopjes kebbeu hier de overhand. Op den rand van de bosschen op deze hoogten, in de diepingegroefde dalen, in de open plek- ken in het bosch, heeft de vijand zich ge- nesteld, niet in loopgraven, zooals men elders gewoon is, maar in een soort van termieten-heuvels, met platte molshoopen te vergelijken, die bovendien in zeer onre- gelmatige lijn zijn aangelegd, heeft de vijan- delijke infanterie zich ingegraven. Zoo een aarden pantsertoren, die ternauwernood bo- ven den grond zichtbaar is en nu door de sneeuw volkomen verborgen wordt, is met drie of vier man bezet, van wie elk zijn van buiten onzichtbaar schietgat heeft. Uit deze kleine aardholen loopen smalle gan- gen naar achter, naar de dekking in het bosch. Bovendien zijn de daarvoor ge- sehikte boomen bezet. Er is een kraaien- nest in, waarin*een of op zijn hoogst twee man zich ternauwernood kunnen bewegen of de mannen hangen meer dan zij zitten, vastgebonden in de kronen en vormen voor onze° soldaten, die daar langs komen, een buitengewoon groot gevaar. Zijn onze man- schappen ongehinderd een termieten-kolonie voorbijgekomen, dan kunnen zy er zeker van zijn van boven of in den rug bescho- ten te worden. Hier zouden Sioux-lndianen goede dien- sten doen. Hier, voor deze guerilla, zou men troepen noodig hebben, die bijzonder voor deze vernietigingsoorlog afgericht zijn, jagers misschien. Met elke denkbaren list wordt hier ge- werkt. Beweeglijke wijnstokken of andere struiken, d.w.z. op deze wijze toegetakelde alpenjagers, hebben een verderfelijke rol gespeeld. De beste manier om zien tegen een der- gelijken vijand te weren, zou zijn hem met rook te verdryven of het bosch eenvoudig in brand te steken en zoo de heele Voge zen te ontruimen. Een voorstel, dat een Zweed in vollen ernst heeft gedaan. Maar het is een onmogelijkheid zoolang het zoo vochtig is als op het oogenblik. Uit den slag bij Soissons. Een ooggetuige vertelt in het //Berliner Tageblatt" Vooral een punt was het, waar het bij den strijd ten noorden van Soissons op aan kwam. Een artillerie-stelling, die onze loopgraven flankeerde. Iedere treffer veegde de loopgraaf gewoonweg van het eene einde tot het andere schoon, zoodat onze mannen, zoodra deze batterij begon te vuren, de loopgraaf moesten ontruimen. Deze battery was zeer handig opgesteld. Ze bestond uit drie zware kanonnen, die op rails liepen, en die, zoodra onze zware artillerie begon te schieten, spoedig teruggetrokken werden in een van de kalksteen-holen, die men hier zooveel vindt. Hevig was er gisteren om deze stelling gevochten. Herhaaldelijk waren infanterie-regimenten in storm tegen deze hoogte aangevoerd, maar zjj hadden haar niet kunnen nemen. Het gelukte eindelijk een jagerbataljon, dat niet ver van Berlijn in garnizoen ligt. In twintig mi- nuteii was de batterij bestormd. De iof van deze jagers is in aller mond, over het geheele front. De dappere groenrokken hebben den volgenden dag nog een ander stukje vertoond, een vijandelijke loopgraaf genomen, die by vroegere pogingen tot bestorming het graf van velen onzer rnan- schappen geworden was. Met bitteren hu mor had men haar Engelenburg genoemd. Nu hebben vijf jagers haar genomen. Herbouwen van Belgie. in de Gildenhal te Londen zullen naar de N. R. Crt. meldt, den llden en den 15den dezer Belgische architecten, gemeente- raadsleden e. a. bijeenkomen, om te beraad- slagen over den herbouw van Belgie na den oorlog. Als sprekers vinden wij in Engelsche bladen de heeren Helleputte (Belgisch minister van landbouw en openbare werken) en Her bert Samuel (Engelsch minister van plaat- selijk bestuur) genoemd. De lord Mayor zal de vergadering met een woord van welkom openen. Een dapper meisje. De „Deutscher Kurier" schrijft Toen de oorlog uitbrak wilde een meisje nit Bochum, mejuffrouw Aust als vrywil- lige verpleegster mee naar het front. In stilte, zonder toestemmiDg van haar ouders, reisde zij te midden van een groote schare vrijwillige verpleegsters naar het oosten, werd daar aangenomen en toonde zich een van de dapperste en beste zusters. Den strijd bij Warschau, in het begin van No vember," heeft ze meegemaakt. By Gombin, ten zuiden van Plodsk en noordelijk van Kutne, volgde zij de soldaten in den slag, haalde gewonden uit de vuurlijn en verbond ze gedeelteiijk op het oorlogsterrein. Zelf is zij tweeraaal gewond geraakt. Voor haar dapperheid heeft zij het IJzeren Kiuis ge- kregen. Hindenburg zond de jonge dame de onderscheiding en betuigde haar in een persoonlyken brief zijn dank. Behalve het IJzeren Kruis staat de jonge Westfaalsche nog een ander zeldzaam eereteeken te wachten. Aan de Silezische grens heeft zy met eigen levnesgevaar twee kinderen uit den Oder gered. Als loon hiervoor zal zij de reddingsmedaille krijgen. Uii Belgie. Men meldt aan de N. R. Crt. Als bijzonderheid en misschien ook als commentaar op een artikel in verschillende bladen, waarin de in hun land gebleven Belgen zich beklagen over de afwezigheid van zoovele bemiddelde landgenooten, meld ik u, dat een te Domburg wonende Bel gische familie de D(ekker) dezer dagen tijding ontving, dat haar tante, mejuftr. M(ertens), een alleenwonende, bejaarde, zeer gefortuneerde dame, wonende op een kwar- tier afstands van Antwerpen, Donderdag j.l. in haar woning is vermoord gevonden. De moord schijnt wel eenige dagen te voren te hebben plaats gehad. De familie denkt nog byzonderheden te zullen ontvangen. Opmerkelijk is, dat geen geld was rneege- nomen, hoewel dat onder t bereik van de(n) dader(s) lag. Men veronderstelt, dat een of andere omstandigheid zijn (hun) vlucht heeft verhaast. In ieder geval trekt de Belg er de conclusie uit, dat juistindezen tijd van armoede en duurte de veiligheid twijfelachtig is. Duitsch goud voor Turkije. Twee wagons met 25 millioen francs aan goud zijn Bulgarye gepasseerd, met bestemming naar Constantinopel. Het ge heele bedrag, dat naar Turkye gezonden is, is 75 millioen francs. (R. N.) Een uiting van den Kroonprins> Uit New-York wordt aan de //Times" gemeld, dat de Duitsche kroonprins aan den Geneefschen correspondent van de //Assoc. Press" het volgende telegram zond, geda- teerd //Nabij V erdun 22 Januari Gij vraagt mij een boodschap te richten tot het Amerikaansche volk. Daar ik offi- cier ben en geen diplomaat, heb ik geen recht dat te doen, maar ik wil u deze drie dingen zeggen 1. Elke Duitscher en elke Oostenryker is zeker, dat we zullen winnen en zal zijn laatsten droppel bloed hiervoor geven. 2. Wij zijn overtuigd, dat de dag zal komen waarop het volk van Rusland en Frankrijk zal bemerken, dat het slechts het vuile werk doet voor Engeland. 3. Wij verwachten van Amerika eerlijk spel in alle quaestien. Dit zyn mijn persoonlijke opvattingen, maar een groot deel van mijn landgenooten is het hiermede eens. De Duitsche duikbooten in de lersche zee. De uitvoerige berichten in de Engelsche bladen bevatten, volgens de N. R. Ct., nog verschillende tot dusver onbekende by zonderheden over hetgeen er in de lersche zee is geschied. In de Times staat het volgende tamelijk samenhangende relaas Den 30sten Januari 's avonds om 6 uur kwam in Fleetwood de visschersboot Margaret binnenvallen met 23 man aan boord, die de heele bemanning uitmaakten van het s.s. der North Shields Ben Cruachan. De Ben Cruachan was op weg naar Liverpool en had Vrijdagochtend om 10.15 een punt bereikt, 15 mijlen ten Noord- westen van het Noordwestlichtschip, toen op korten afstand aan stuurboordzijde een duikboot verscheen. Zy heesch de Duitsche vlag met haar nummer U 21 en twee officieren kwamen aan boord. In uitstekend Engelsch vroegen zij de scheepspapieren te zien en stelden zij verschillende vragen, o. a. waar de Britsche vloot zich ophield. Vervolgens zeide de bevelhebber van de duikboot z/Het spijt mij u te moeten lastig vallen, maar gij moet denken er is oorlog. Ik moet u in den grond boren. Ik geef u tien minuten om het schip te ontruimen. Neemt zooveel mee als ge kunt, in de eerste plaats uw geld." v De matrozen pakten zoo gauw ze konden hun kleeren en verdere bezittingen in hun koflers en wierpen een boot uit, terwijl de officieren toezagen. Toen de bemanning een eindje weg was geroeid, zagen zy eenige Duitsche matrozen, die op de duikboot had den gestaan, dat vaartuig verlaten met iets in de hand wat op bommen geleek. Eenige minuten later was er een luide ontploffing en het stoomschip zonk snel. De duikboot verdween onder de oppervlakte. De boot met de bemanning dreef wat rond en werd 5 uur later opgepikt door de visschersboot Margaret, die de lui aan boord nam en naar Fleetwood bracht. Daar meld- den zy zich by de marine-overheid en werden naar huis gezonden. Twee uur later, om 8 uur derhalve, werd de bemanning van het s.s. Linda Blanche door den stoomtrawler Niblick in Meetwood gebracht. Dit stoomschip had den vorigen dag met een gemengde lading Manchester verlaten voor Belfast18 mijlen ten Zuid- westen van het lichtschip Bar voor Liver pool verscheen op een kwart mijl afstands aan stuurboordzijde een duikboot aan de oppervlakte. Zy heesch de Duitsche vlag en de Linda kreeg sein om te stoppen. Kapitein Elle, van de Linda Blanche, kreeg bevel om de papieren aan boord van de duikboot te brengen. De kapitein deed zulks en terwijl de papieren werden onder- zocht kwam de duikboot langszij het schip en de matrozen van de duikboot gaven sigaren en sigaretten aan de bemanning. De zeelui van de Linda zeggen, dat het de U 21 was, maar twee van hen gelooven, dat het de U 31 was, ofschoon zy er aan toe voegen, dat zij op dat oogenblik na- tuurlyk opgewonden waren. Toen het onderzoek van de papieren was afgeloopen, zei de commandant van de duikboot dat hy moest handelen volgens zyn instructies, de stoomboot laten zinken. De kapitein protesteerde, maar de kapitein van de duikboot zeideffMaak u niet ongerust over uw schip. Dat gaat naar den grond, zooals ook al met een ander is gebeurd". Hij gaf de bemanning 10 minuten den tyd om hun boeitje bijeen te pakken en het schip te verlaten. Toen ze wegroeiden in de twee roeibooten, die ze hadden neer- gelaten, gingen 4 Duitsche matrozen aan boord. Zij hadden bommen met lonten bij zich en plaatsten er een in het voorschip en een ander onder de brug. Vijf minuten later was er luide ontploffing, het schip helde sterk naar voren, en zonk. De be manning roeide naar de trawler Niblick, die haar naar Fleetwood bracht. De kapitein van deze trawler heeft op den terugweg naar Fleetwood een geweldige explosie gehoord, en vijf mijlen Oostwaarts zag hy een groot stoomschip in de lucht vliegen. Hy zette stoom op en was in een kwartier ter plaatse. Hij zag een hoop wrakhout dry ven, maar er was geen mensch te zien. Hy pikte een kist met een groote hoeveelheid ongemerkte reddingsgordels^ op en schatte de equipage van het gezonken stoomschip op 30 a 40 man. De Kilcoan is om 3.20 gezonken. De kolenjaoot Gladys, die de bemanning over- nam en van de kapitein van de duik boot bevel kreeg de bemanning van de Kilcoan naar het eiland Man te brengen, werd door hem blijkbaar abusievelijk voor een visschersboot gehouden. Aan de .Daily News ontleeoen we nog het volgende Reeds Vrijdag waren door de kuststations op de Westkust van Engeland Duitsche duikbooten gezien, ten getale van drie of vier. Van deze hebben zeker twee deel- genomen aan de aanvallen op Engelsche stoomschepen, want terwijl de Ben Cruachan en de Kilcoan door de U 21 in den grond zyn geboord, heeft naar de bemanning verklaarde de U 31 de Linda Blanche tot zinken gebracht. De kapiteins van de beide eerstgenoemde schepen hebben meegedeeld dat toen zij werden aangehouden, hun het bevel werd gegeven, met de scheepspapieren aan boord van de duikboot te komen en dat hun daar door den gezagvoerder is gezegd ,Wij geven tien minuten om de booten uit te zetten en u te redden". Middelerwijl brachten de Duitschers een bom van een voet in middellijn met twee daaraan be- vestigde lonten aan boord van de schepen en plaatsen die in het voorschip. De duikboot nam, toen de bemanning zich in de booten had begeven, die een eindje op sleeptouw en op korten afstand volgde de ontploffing, die de Ben Cruachan en de Kilcoan deed zinken met het voor schip naar beneden, terwijl het achterschip met de schroef nog uit het water stak. De booten van de"Kilcoan roeiden naar Fleetwood, die van de Ben Cruachan werden opgepikt door het visschersvaartuig Mar- garet. De kapitein van de Linda Blanche heeft een dergelijk verhaal gedaan. Blijkbaar hebben de duikbooten dezelfde instructies. Na de ontploffing van de bom is de Linda Blanche nog wel een uur drijvende geble ven. De bemanning was opgepikt door de kolenboot Gladys, die door de Duitschers was gepraaid om hulp te bieden. Te Liverpool hebben de aanslagen. naar de Daily News erkent, diepen indruk ge maakt, maar het blad betoogL dat de Duitschers zich vergisssn, als zy meenen een paniek te kunnen veroorzkau en den handel op de haven aan de Mersey te kunnen verlammen. Niemand behoeft gebrek te Iijdenmaar alien zijn verplicht den vroegeren overvloed tot het noodzakelijke te beperken. De Bondsraad heeft 25 Januari bepaald, dat met 1 Februari, te beginnen de hoe veelheid bakkerswaren tot drievierden moet worden beperkt. Naar dat voorschrift moet ieder burger zich nu verder regelen. Aan brood en meel zijn voor de voeding van een persoon per week in elk geval niet meer dan twee kilogram noodig. De ervaring leert, dat men zich zoo vaak met minder kan tevreden stellen. Er staan ons behalve brood, ook andere goedkoope levens- middelen, vooral aardappelen ter beschik- king. Daarorn is een ieder, zoowel door de wet als uit vaderlandsliefde, verplicht in geen geval het maximum van twee K.G. brood en meel per week te overschrijden. Wel moet daarentegen getracht worden met minder toe te komen, waDneer men aan minder genoeg heeft. In het bijzonder wordt van hen, wier levensomstandigheden voldoende voeding met andere levensmiddelen toestaan, beslist ver- wacht, dat zy hun broodverbruik zooveel mogelijk verminderen zullen. Moeilijkheden zullen in het begin be- zwaarlijk te voorkomen zyn. Wij doen echter een beroep op den vaderlandslievenden geest en het gezond verstand van onze medeburgers om bereidwillig de bepalingen op te volgen, welke in het algemeen belang zijn gemaakt. Vooral geen gedrang bij de winkels een ieder koope dagelijks zijn aandeel in. Alleen i*oggebi*ood in Keulen. Te Keulen zal van heden af nog slechts een soort brood worden gebakken nl. rogge- brood. Luxebrood zal niet meer worden gebakken. Zou blijken, dat bescbuit, die voor zieken noodzakelijk is, toch te veel wordt gekocht, dan behoudt men zich voor om besc'nuit verder slechts door apothekers te doen verkoopen. Het plan wan een nieuwen inval in Servie. De byzondere correspondent van de //Ti mes" meldt uit Kragujewats De mogelijkheid van een herhaalden Oos- tenrijkschen inval in Bervie, schijnt in Eu- ropa min of meer overschat te worden. Het spreekt van zelf, dat Duitschland dringend de uitvoering behoeft van zyn plan, om te Nish door te breken, Bulgarye in te sluiten een vereeniging met de Turksche troepen in Thracie te bewerkstelligen. Maar om dat uit te voeren, zouden Oostenrijk en Duitschland niet alleen het Servisehe leger moeten overwinnen, maar ook natuurlijke hindernissen van schier onoverkomelijken Het sneeuwt en regent bij afwissehng. De Drina, Save en Donau zijn buiten hare oevers getreden en de wegen staan blank, zoodat zij haast onbegaanbaar zijn. Een g'oed uitgeruste Oostenrijksche genie zou de rivier overbruggen en daarlangs ge- schut kunnen vervoeren, maar dat is wel te betwyfelen, met het oog op de tegen- weer, die de Serviers thans kunnen bieden. Het is nog niet vastgesteld, of de sterkte der thans in Hongarije verzamelde Duit sche troepen met de hierover bekende be richten overeenstemt, maar ongetwijfeld zijn de Serviers op tegenweer bedacht. Oe Berlijners op rantsoen gesteldm De burgemeester van Berlijn heeft een oproep tot de bevolking gericht, waarin hij zegt Een ieder weet, dat het doel van onze vijanden is ons uit te hongeren. Dit voor- nemen moet door onze wilskracht schip- breuk lijden. Levensmiddelen zijn in vol doende "hoeveelheid voorhanden, wanneer maar het noodige overleg wordt betracht. Een gevaarlijke tooht op patrouille. Een medewerker van de Berliner Morgen- post, die als onder-officier te velde staat, vertelt Tachtig meter voor ons front stond een gebouw, waaruit wy voortdurend beschoten werden. Het werd door een veldbattery gebombardeerd, maar de gevel bleef staan. Van onzen majoor kreeg ik gedaan, dat hij vier man van de genie beschikbaar stelde, om den gevel te laten springen. Het huis stond in den hoek van twee vij- andelyke loopgraven, achter een heg. De loopgraven waren met prikkeldraud en draadstrikken beveiligd en er was slechts een smalle weg door deze hindernissen. Het terrein er tusschen was vlak met af- zonderlijk staande boomen en de grond was bezaaid met dorre takken, gevaarlijke vijanden van een sluip-patrouille. De nacht leek bij een bedekte lucht zeer donker te zullen worden. Tegen negen uur 's avonds maakten wij ons gereed. Ik als oudste onderofficier nam de leiding, twee vrijwilligers en vier pioniers gingen mee. Over de uniformen hadden wij zakken ge- trokken, het hoofd en het gezicht met hoofdbeschermers bedekt en alleen de oogen vrij gelaten. Wij moesten er zoo donker mogelijk uitzien, o'mdat wij rekening moesten houden met de Fransche lichtkogels, die ongeveer veertig seconden branden. Juist stonden wij op het punt ODzen kelder te verlaten, toen een verwoed ge- weervuur begon. Er was ergens alarm geslagen en het heele front kwam in be- weging, zoodat wij ons plan moesten uit- stellen. Eerst den vierden Januari konden wij het uitvoeren. Ditmaal bleef alles rustig en konden wij om negen uur al kruipende op weg gaan. Wij moesten voorbij rottende dierlijken, het gezicht dicht tegen de aarde gedrukt. Zoo kropen wij voorwaarts. Ieder takje werd zorgvuldig weg geschoven, iedere steen verwijderd, opdat de genie-soldaten met hun zware lading geen hindernis kon den ontmoeten. Vaak moesten wij minuten lang onbe- wegelijk in het slijk liggen en waagdeu wy het ternauwernood te ademen, als de Franschen het terrein met lichtkogels be schoten. Toen we ongeveer halverwege waren, bleef een van de lichtkogels met zijn valscherm in een nauwelijks twee meter van ons afstaanden boom hangen en ver- brandde daar langzaam. Deze seconden waren voor ons als jaren. We hoorden ons hart kloppen en hadden onze rekening reeds opgemaakt. Daarbij kwam mij een giashalm in den neus en ik had de grootste moeite om mijn niezen te bedwingen. Ik begrijp noo- niet, dat wij in dit licht niet, ontdekt zijn. Eindelijk, na vijf en veertig lange minuten, bereikten wij de heg. Wij konden nu hooren hoe de Franschen elkaar fluiste- rend aanmaanden om uit te kyken. Nu werd het kruitvat vooruit geschoven eti begonnen wij den terugtocht, waarbij de lont zorgvuldig languit gelegd werd. Toen wij aan het eind van de draad ge- komen waren, werd deze aangestoken en trokken wy ons in onzen kelder terug. In ademlooze spanning telden wij de seconden. Twee en een halve minuut moest het lont branden. Reeds waren drie minuten voorbij en nog hoorden wij niets. Ik ging naar den meest vooruit geschoven hoek van de loopgraaf en luisterde in het duister. Het was alsof iets zich by de heg bewoog. Ik nam het geweer van de post, die naast my stond, schoot en gaf het bevel tot snelvuur. Onmiddeliijk gingen er lichtkogels om- hoogen nu zagen wij een Fransche patrouille, die blijkbaar ons vat wilde stelen, maar die door ons vuur teruggedreven werd. lerwyl onze lieden door voortdurend schieten den eenicren uitgang uit de vyandelyke stelling gesloten hielden, kropen twee van onze soldaten nog eens naar het lont. Nauwe lijks waren zij in den kelder terug of een ontzettende ontploffing deed de aarde sid- deren. Een gele vlam sloeg uit en daarna steeg een zwarte rookwolk ten hemel. De gevel lag in puin. Van het Oostelijke gewechta- terrein. ST. PETERSBURG, 1 Febr. (Pet. Tel.- Ag. aan de N. R. Ct.). Mededeeliug van den grooten generalen staf Op het rechteroevergebied van den beneden- Weichsel heeft onze cavalerie gisteren een geslaagden inval gedaan binnen de Duitsche linies aan het front tusschen Bieshun en het meer van Orzulewo, 15 werst ten noorden van Sierpc. Verscheidene officieren en soldaten werden gevangen gemaakt. Een poging. die de Duitschers eergisteren ondernamen, om, gesteund door hun geschut op den lickeroever van den Weichsel, in de richting van Lipno en Dobrzin tot een offensief over te gaan, werd aan het front bij de dorpen Makow en Dyblin afgeslagen. De vijand werd teruggeworpen op de linie bij de dorpen Meleze Nasignewo, noord- westelijk van Wloclawek. De terugtrekkende Duitschers lieten bij het dorp Nokow vele dooden achter. In den nacht van 30 op 31 Januari hebben onze troepen in de streek van Borjimow (t. Z.O. v. Sochaczew) een aanval ondernomen en den vyand uit het voorste gedeelte van onze ondermynde loopgraven en uit de aangrenzende verbindingsgangen geworpen. Alle Duitschers, die zich daar bevonden, werden aan de bajonet geregen. De mitrailleurs werden vermeesterd. In den loop van den 31sten Januari heeft de vijand, na in de streek van Sochaczew en Bolimow en ook ten zuiden van laatst- genoemde plaats talrijke strijdkrachten met artillerie samengetrokken te hebben, een krachtige bedrijvigheid ontwikkeld tegen onze voorste stellingen. De aanzienlijke strijdkrachten, waarmede het Duitsche offen sief, dat zich door zeer groote hardnekkig- heid onderscheidde, ondernomen was, werden in gesloten formatie aangevoerd en in den rug krachtig ondersteund. Ma van gisterenmorgen (31 Januari) af een hevig vuur geopend te hebben op de streek van Borjimow dwong de onstuimige aanval der Duitschers onze troepen op de tweede linie loopgraven terug te trekken. Echter heeft een tegenaanval uit de aan grenzende gedeelten van de linie den vijand onder reusachtige verliezen uit alle door bem bezette loopgraven geworpen. Gelijktydig met den aanval bij Borjimow deden' de Duitschers een reeks herhaatde en verwoede aanvallen aan het front by het dorp Goumine en de hoeve Moghely. Deze aanvallen werden eveneens door een geweldig vuur gesteund. Tot gisteren- middag 12 uur hadden wij al deze aan vallen afgeslagen, gedeelteiijk door ons vuur, gedeelteiijk met de bajonet. Tus schen 12 uur en 2 uur zyn de Duitschers er door de krachtige bedry vigheid van hun geschut tegen onze loopgraven in geslaagd een gedeelte daarvan te bezetten, maar na 2 uur 's middags hebben wij een algemeenen tegenaanval ondernomen, ten gevolge waar- van de vyand zich tegen den avond slechts in een klein gedeelte van onze vooruitge- schoven loopgraven en in een kasteel, een buitenverblijf, heeft kunnen handhaven. Eveneens was het succes der Duitschers gedurende den dag van gisteren in de streek van Borjimow van niet veel beteekenis, in aanmerking genomen de op dien dag door ons vuur en onze bajonetaanvallen geleden verliezen. Volgens onze bevelhebbers heeft onze artillerie den vyand onmetelijke schade toegebracht. Het vuur verstrooide de ge sloten gelederen van den vyand en bracht een reeks Duitsche batteryen tot zwijgen, waardoor wij aan het geweldig vuur van den vyand weerstand konden bieden. De gevechten in de Karpatben duren voort. In weerwil van de deelneming aan den stryd door nieuwe Oostenrijksche strijd krachten, die nog niet tegenover ons front waren opgetreden, hebben wij alle pogingen van den vyand om een aanvallende bewe- ging in de richting van den Beskid- en den Wyschkow-pas te ondernemen met succes afgeslagen en gingen wy voort met goed ge°volg op te rukken aan het front bj Nynieia Polianka en Ludowiska. St. PETERSBURG, 2 Februari. (Pet. Tel.-Ag.) Volgens verbalen van inwoners van de betrokken streek heeft de vijand na het gevecht aan het front Lipno—Dobrzyn zijn gewonden medegevoerd in zestig wagens De Duitschers, die in de streek van Borjimow werden gevangen gemaakt, vertelden, dat de aanvallen van den vijand tusschen 24 en 30 Januari aan dit front ter lengte van 1.5 werst hem meer dan 6000 dooden gekost hebben, gezwegen van talryke gewonden. In de Karpathen hebben wij tusschen 2b en 27 Januari op bet front Nynieia Polianka- Wyclok 78 officieren 4065 manschappen gevangen genomen en 4 kanonnen en 10 machinegeweren vermeesterd. BERLIJN, 2 Febr. (Wolff.) Ambtelijke mededeeling uit het groote hoofdkwartier van heden Aan de Oostpruisische grens is niets van belang bereikt. In Polen ten N. van den Weichsel hebben in de buurt van Lipno en ten N.Wr. van Sierp botsingen met Russische ruitery plaats gehad. Ten Z. van den Weichsel zijn onze aan- vallen verder opgeschoten. Verder ontleenen wy aan de N. R. Crt. nog de volgende telegrammen aar<L

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 2