ALGEHEEN NIEUWS- EN A0VERTENTIE8LAD VOOF. ZEEUWSCH-VLAANOEREN,
6179.
Zaterdag 30 Januari 1915.
55e Jaargang.
binnenland.
De Oorlog.
ABONNEMENT:
ADVERTENTIEN
TeSefoon 25,
Dit Blad versdiijnt Maandag-, Woessdag- en Vrpagavontl, iiitgezontoi op Fewtdageii.
Firms P. J. YAH DE 8ANDE te Ter Neuzen.
Per 3 maanden binnen de stad/1.—Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland 2.—.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook by alia
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken rege! rneer 0.10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tanef.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
Klachten over de post.
De Minister van Waterstaat heeft zich
Woensdagavond met den directeur-generaal
der Posterijen en Telegraphie en den hoofd-
inspecteur der posterijen De Meester naar
Amsterdam begeven ten einde het sorteeren
der mails voor Engeland en Duitschland
persoonlijk in oogenschouw re nemen.
Niet onaardig, dat toevallig juist eene
depeche aankwam van Weenen, die 24 De
cember 1914 van daar verzonden was, doch
door verkeerde adresseering aldaar, eerst
een reisje over Genua naar New-York bad
gemaakt.
Daarna maakte Z.Exe. met genoemde
heeren in den postwagen een gedeelte mede
van het traject AmsterdamEmmerik.^
De scheepvaart op het Suez-kanaal
gesloten.
Naar gemeld wordt, is bij het Ministerie
van Buitenlandsche Zaken van de Suez-
kanaalmaatscbappij bericht ontvangen, dat
zij zich niet aansprakelijk stelt voor even-
tueele sehade, aan schepen bij nun door-
vaart door het kanaal toegebracht in ver-
band met den oorlogstoestand.
Gisteren zouden de militaire autoriteiten
van een der oorlogvoerende partijen de
scheepvaart op het kanaal stop zetten.
Het Alg. Hbl. noemt dit een ernstig en
ontstellend bericht, doch veronderstelt, dat
dit niets anders kan zijn dan een tijdelijke
veiligheidsmaatregel. Toch brengt het in
herinnering, welk een kwetsbaar punt op
onzen weg naar indie, dit kunstweik door
de Arabische woestijnen is.
Op dit oogenblik is nog niet na te gaan
wat de werkelijke oorzaak van dezen maat-
regel is, of die te zoeken is in eene ern-
stige bedreiging van het kanaal door een
nanval van Turksche troepen, dan wel een
gevolg is van verdedigingsmaatregelen door
de Engelschen genomen, die het blad meent
krachtig genoeg georganiseerd te zijn, om
voor de beveiliging van het kanaal te zorgen,
Aan het fi«ont.
Een corresp. van het Alg. Hbl. schrijft
nit Veurne, d.d. 24 Jan.
In een mjjner vorige 'orieven veronder
stelde ik, dat de Duitschers de door ons
veroverde stellingen tusschen Nieuwpoort
en Lombardzijde, niet onbetwist in bezit
zouden laten. Reeds gisteren was te bemer-
ken, dat ze aanstalten maakten, om de ver-
loren stellingen te hernemen. Toen ik dan
ook hedenmorgen in Veurne terug kwam,
deelde men my mee dat er wellicht heden
in die buurt wat te doen zou zijn. Ik toog er
dus op uit. A1 dadelijk hoorde ik voorbij
La Panne uit Nieuwpoort het Duitsehe
geschut.
Toen ik dan ook in den voormiddag
tusschen Nieuwpoort en Lombardzijde kwam,
was juist het Duitsehe geschut bezig te
trachten, een aanval op de stalling der
geallieerden voor te bereiden. Reeds kon
men waarnemen, dat de Duitschers hun
infanterie tot een aanval gereed naar voren
hadden gebracht. Blijkbaar meenden zij de
gealliSerden zoodanig beschocen te- bebben,
dat alle weerstand was opgegeven. Doch
zoo was bet niet. Integendeel had de
Belgiscbe artillerie zich met voordacbt
ingebouden.
En eerst nu de infanterie van de tegen-
partij naar voren trad en zich dus bloot gaf,
werd de artillerie zoodanig op ben gericht,
dat een groote gaping in hun gelederen ont-
stond. Men liet bun zelfs geen gelegenheid
om zich opnieuw te verzamelen. t Is toch
merkwaardig dat de Duitschers, ondanks
dat ze nu herhaalde malen moesten onder-
vinden hoe scbadelijk het in gesloten ge
lederen oprukken voor hen is, telkens weer
die methode volgen. 't Is alsof ze bevreesd
zijn alleen te staan. Immers met open
gelederen, zouden hun verliezen niet half
zoo groot zijn. De warme ontvangst die
ze-ondervonden deed hen dan ook van een schiedde uit moeielijkbeden met het terrein
herhaling afzien
Toch was het vechten voor dien dag nog
niet uit. Eenige tientallen gevangenen, die
de geallieerden hadden gemaakt, werden
in veiligbeid gebracht. lntusschen werd het
artilleriegevecht doorgezet. Dat is niets
nieuws meer. Ik ging dus met een transport
gewonden mee tot Adinkerke, en van daar
Daar Servyse. Immers daarachter was men
eveneens aan het vechten gegaan. Ik wees
er reeds meermalen op dat van dien kant
nog steeds kanonvuur op Veurne wordt
gericht. In het hoofdkwartier meende men,
dat het nu eens eindeljjk uit moest zijn
met dit hinderlijk gedoe.
Een paar afdeelingen kregen de opdracht
in samenwerking met de Fransche een
expeditie tot achter Servyse uit te voeren.
Nu daarbij van de party te zijn leek me
zeer. Ik trok dus mee. 'tWas pen heel
eind. Ruim 21/s uur te voet. Doch einde-
lijd tegen den namiddag was ik er. Een
deel van de troepen van het 12e liaieregiment
en jagers te voet was reeds in gevech't
gewikkeld met de Duitschers. Ons veldge-
schut was ook reeds geruimen tijd bezig.
Tegen het vallen van den avond kon ik dan
ook als het slot van dien dag den indruk
meenemen, dat de onzen terrein zouden win-
nen. De tegenpartij was wijkende.
hetwelk in die streek zoo slecht is, dat
het onmogelijk was de artillerie vooruit te
brengen en zoo de vijandelijke artillerie te
dwingen naar achteren te gaan. Nu was
Paaschendaele echter dag en nacht onder
vijandelijk vuur. Het terrein, dat een mod-
derzee is, verhindert elke voorwaartsche
beweging van beide zijden, daar de artille
rie onmogelijk verplaatst kan worden. Zoo
gauw echter het weer verandert, kan men
weer belangrijke geveehten daar verwachten,
beide partijen bereiden zich op dien tijd
voor."
Ik wil bier nog een enkel woord aan
toevoegen.
Nu de Canadeesche verpleegsters. Deze
meisjes verdienen inderdaad onze aandacht.
In khabic03tuum met hun jubculotte en
halfzuidwester maken ze een leuken indruk.
Doch men moet ze aan het werk zien
Op het veld zijn ze letterlijk overal gelijk.
Gevaar kennen ze niet. En wondervlug
weten ze de gewonden achter de vuurlijn te
werken, en weg te voeren. Er zijn er ver-
schillenden onder uit de beste kringen.
In haar kleeding zit niet de minste ko-
ketterie, maar men ziet soms fijne gezicht-
jes boven haar zandkleurige kleeding. De
gewonden zien zich gaarne aan hun zorgen
toevertrouwd. Het Fransch spreken ze lang-
zaam en met nadruk uit. Ze werken op
het veld steeds samen met de Engelsche
en andere ambulances.
Het weer begint nu wat vaster te worden
en dientengevolge ook de wegen. Zoodat
ik verwacht, dat in de komende dagen de
actie grooter afmetingen zal aannemen. Te
eerder daar er meer dan een half millioen
Engelschen zijn aangekomen. Hier krijgen
we er slechts een klein gedeelte van.
Meer naar het Fransche front zullen ze
het leeuwendeel wel bekomen. Nu, ze hadden
't daar in den laatsten tijd hard genoeg
te verantwoorden. Natuurlijk is dit niet
de laatste verzending Engelschen. En ik
ben er zeker van, dat nog altijd niet een
groote slag zal plaats vinden. Dien ver
wacht ik pas na half Maart.
Rondom Yperen.
Op het oogenblik gaat het goed met den
toevoer van levensmiddelen naar 't zwaar
geteisterde Yperen, zoodat er geen gebrek
geleden wordt, zoo meldt de correspondent
van den Tijd te Sluis en verder: Opmer-
kelijk is, dat ondanks de bombardementen,
die er nog steeds plaats vinden, het grootste
deel der bewoners is teruggekeerd en wel
11.000 van de 19.000.
Over de verwoestingen vertelt hij//Van
de Hallen is de groote toren geheel weg,
terwijl van 't verdere gebouw nog slechts
de buitenmuren en twee kleine torentjes
staan. Het inwendige is geheel verwoest.
Van de St. Maartenskerk staan alleen nog
de buitenmuren. Ook het verbeteringsge-
sticht voor jongens is geheel vernield het
stadbuis werd slechts licht beschadigdi Van
de verpleegden is niemand gedood en alle
jongens hebben ijverig meegeholpen om
tijdens het bombardement in de stad ver-
schillende branden te blusschen. Zij ver-
toeven thans in Frankrijk. Ook van het
Stadsmuseum bestaat niets meer.
Eenige honderden huizen zijn deerlijk
getroffen.
Talrijke burgers, waaronder geheele ge-
zinnen werden gedood.
Van de omliggende dorpen is Beesselaere
het meest getroffen, deze plaats is n.l. ge
heel verwoest. Zonnebeke gedeeltelijk."
Over den strijd zelf weet hij nog de
volgende bijzonderheden mede te deelen
Paaschendaele is kort na Moorslede weer
in handen der Duitschers gekomen, doch
in Bixschoote weten de geallieerden zich
goed te handhaven en maken er dagelijks
kleine vorderingen.
Dat Paaschendaele is prijsgegeven, ge-
's Hachts bij de voorposten.
Een redacteur van de /Matin", die als
soldaat te velde is, geeft in zijn blad een
beschrijving van een nacht bij de voor-
posten.
z/ We rukten 's nachts op naar bet bosch
van Apremont schrijft hij langs
akkers, die voorloopig het ploegijzer kunnen
ontberen. De granaten hebben den grond
doorwoeld en de duizenden en duizenden
lijken zullen de akkervoren in de eerst-
komende jaren vruchtbaar doen zijn. Terwijl
wij voorwaarts rukken, fluiten granaten en
kogels van allerlei soort over ons heen. We
bevinden ons in het centrum van het vijan-
delijk vuur. Een voor een Snellen we met
den looppas een groot veld over. Met het
hoofd naar beneden, diep voorovergebogen,
den rug door den ransel besehermd, gelij-
ken we wel schildpadden. We komen in
het bosch. De nacht is aangebroken. Daar
voor ons ligt de loopgraaf van de voor-
posten. Een man is m de duisternis te
onderscheiden twee zwarte gestalten komen
uit een gat in den grond kruipen, Ik kan
met moeite een gezicht onderscheiden waarin
een paar oogen glinsterende rest is een
stoppelige baard en modderige klei. De
kameraden, die we moesten aflossen, ver-
wijderen zich. Een kort hoofdknikje, een
enkele mededeeling, dikwijls een handdruk
en we nemen hun plaatsen in.
De ruimte van het onderaardsch verblijf
verbaast ons. Er zijn lange gangen, kamer-
tjes met veldbedden, zelfs een kachel. De
wanden zijn versierd met allerlei veroverd
Duitsch wapentuig, handgranaten, vlieger-
pijlen, een klein kanonnetje dat aan een
haak voortslingert, die de prikkeldraad-
versperringen vernielen moet. Ik neem
het geweer in den arm en tuur in de
verte, zonder iets te zien. Langzamer-
hand echter gewennen mijn oogen aan de
duisternis. Ik zie een rechte lijn, die een
inzinking in den bodem aanduidthet is de
ingang van de rotsholen, waar, al langer
dan een maand, de Duitschers op de loer
liggen. De loopgraaf, waarin we nu zijn,
was vroeger door de Duitschers bezet.
De Duitsehe soldaten daar aan den over-
kant zingen. Wanneer het kanongebulder
ophoudt, dringt tot my door de klank van
een ernstig liedhet druppelen van den
regen in de boomtakken begeleidt het ge-
zang. Het klinkt als een kerkkoor. Het
ruischen van den wind door de boomtoppen
maakt op mij den indruk van verheven
orgelspel
Vier soldaten verlaten de loopgraaf. De
luitenant omhelst een van hen, een blonden,
baardeloozen onderoffieier, die zeker niet
ouder is dan 18 jaar. Het is zijn broeder.
Omstreeks middernacht hooren we een
langgerekt weeklagen, hartverscheurena
jammeren en steunen. //Het zijn de ge
wonden", zegt mijn luitenant, //die daar
drie dagen geleden tusschen onze loop-
graven en die van de Duitschers zijn blijven
liggen. Noch wij, noch de Duitschers kun
nen hun hulp brengen. Ze zijn zeker aan
de beenen verwond. Den vorigen nacht
was het kermen nog verschrikkelyker en
veelvuldiger, maar de een na den ander
sterft in den regen en de kou en de modder.'
Plotseling, om twee uur 's nachts klinkt
een geweldige ontploffing ongeveer drie-
honderd schreden van onze loopgraaf ver-
wijderd, vliegen steenen en brokken aarde
in de lucht, om dan in 't bosch neer te
vallen. Twee zwarte gedaanten springen
op onze loopgraaf toe en vallen uitgeput
tusschen ons neer. Ik herken in een hunner
den kleinen, blonden onderoffieier zijn ge-
laat is met bloed bedekt. Ze hadden een
wigvormige gang, die tot de Duitsehe loop-
graven leidt, in de lucht willen laten
springen, maar de mijn ontplofte te vroeg
en de beide anderen, die hen begeleidden,
zijn onder de aardmassa begraven.
De beide mannen worden in de munitie-
kamer gebracht en men wascht hun het
gezicht afvan een hunner is de linker-
wang afgescheurd. //Sedert drie weken
vertelt de luitenant mij doen we tever-
geefs aanvallen op die wigvormige gang.
Maar morgen zullen we nog verder graven
om tot bij de steengroeve te komen." De
kanonnen bulderen onophoudelijk voort.
De nacht gaat voorbij. Een haan, die nog
aan den kogelregen ontsnapt is, kraait in
een verlaten hoeve
720.000 Engelschen geland.
De bijzondere berichtgever van de Tijd
te Sluis meldt
Reeds een week geleden maakte ik er
melding van, dat de nieuwe Engelsche troe
pen in Frankrijk geland werden. Blijkbaar
hechtte men toen nog niet veel geloof er
aan. Thans komen verschillende bladen
het bericht bevestigen. Ik kan nu ook nog
mededeelen, dat het overbrengen reeds ge-
schied is en voorloopig niet op groote
schaal vervolgd zal worden. In het geheel
zijn 720.000 man geland, welke het nieuwe
leger vormen, dat eerst in het voorjaar
door een tweede gevolgd wordt.
De ambtenaren der stad
Anfwerpen.
In een Maandag gehouden zitting van
den gemeenteraad van Antwerpen is, vol-
gens de N. R. Crt., een voorstel van het
college van burgemeester en schepenen, om
214 leden van het stadspersoneel en 100
onderwijzers, die sedert den uittocht wegens
de beschieting der stad nog altijd afwezig
zijn gebleven, te beschouwen als //ontslag-
nemers", naar geheime zitting verwezen.
Daarin is het voorstel aangenomen.
In dezelfde zitting is besloten het ge-
meentepersoneel op oorlogswedde te stellen,
zijnde drie vierden van het gewone inkomen.
De maatregel was in verband met den be-
rooiden toestand der financien noodig, wilde
men niet genoodzaakt zijn personeel te
ontslaan.
Haar Belgie tcsrug.
De ,/Frankf. Zeitung" bericht dat honderd
Duitschers die vroeger in BelgiS woonden,
doch by het uitbreken van den oorlog ge-
vlucht zijn, naar Belgie teruggekeerd zijn
om hun zaken te regelen. Zij kregen vry
vervoer naar Belgie.
Het Vlaamsche Nieuws klaagt over
het wegblyven van Belgische notarissen en
vertelt ter illustratie:
Eene familie moet erven van een ouden
oom. Het huis en de meubels van den
overleden ouden heer werden verkochtde
opbrengst reikte amper om een paar lega-
ten, doktersrekening, apotheker, begrafenis,
enz. te betalen. De oude heer bezat echter
een aanzienlyk getal waarden, welke in
bewering gegeven waren aan een notans
die in Engeland zit.
De familie, en ze is talrijk en ze is
arm zou de waarden wel terug willen.
Maar meneer de notaris blijft weg- Hij
wil van geen terugkomen hooren. lntus
schen lyden menschen gebrek. Meneer de
notaris, die zeer rijk is, heeft niets te kort,
De ppoductie dei* kolenmijiiien.
De totale productie der Belgische kolen-
mynen, welke voor den oorlog 80,000 ton
maandelijks bedroeg, bereikte nu, volgens
Kon. Norden, 32,000 ton, waarvan het
bekken van Luik 9000 ton leverde, Charleroi
14,000 ton en Bergen 9000 ton. Het arbei-
derspersoneel in de mijnen bestaat thans
uit 100,000 man tegen 144,000 man voor
den oorlog.
Be holding van Roemanie.
Naar uit Sofia aan de Roeskoje Slowo
wordt geseind, heeft de Roemeeusche regee-
ring aan Bulgarije opnieuw officicieel mede-
gedeeld, dat de militaire toebereidselen van
Roemenie volstrekt niet tegen Bulgarije zijn
gericht. Uit dezelfde bron wordt verze-
kerd, dat het aaukoopen van materiaal door
Roemenie op groote schaal wordt voort-
gezet. Buitendien zou Roemenie zich ook
reeds zekerheid hebben verschaft omtrent
een groote leening, in Engeland te plaatsen.
Een militair optreden van Roemenie zal
echter voor Maart niet zijn te verwachten.
I Een Zeppelin neergeschotan.
Blijkens een bericht van den Russischen
generalen staf is j.l. Maandag een Duitsehe
Zeppelin boven Libau verschenen, die daar
9 bommen wierp, welke geen schade aan-
richtten, en vervolgens weer naar de grens
stevende.
Nabij Virgbem werd het luchtschip
echter door Russisch geschutvuur getroffen
en viel in zee, waar het van af sleepbooten
die uit Libau gekomen waren, verder stuk
geschoten werd.
Zeven personen der bemanning werden
gered. Yolgens een bericht van Reuter
aan de Daily Mail is er reden te gelooven,
dat deze officieren en manschappen niet
zullen beschouwd worden als krijgs-
gevangenen, maar dat zij als misdadigers
voor een rechtbank zullen moeten ver-
schijnen, onder aanklacht van moord of
poging tot moord.
Hog een der>de inval in Servie?
Uit Boekarest wordt volgens de H. Crt
gemeld, dat steeds meer troepen zich aan
de Donau verzamelen voor een nieuwen
inval in Servie. Alleen aan Duitschers
staan reeds 200.000 man geheel uitgerust
en goed bewapend, daar gereed.
Er wordt echter niet aan getwyfeld of
de Serviers zullen zich heldhaftig verdedi-
gen, maar meer dan ooit volgt men in
Roemenie de gebeurtenissen met spanning.
Uit Boedapest wordt gemeld dat sedert
een paar weken voldoende strijdkrachten
zijn verzameld om met kracht tegen Servie
te kunnen optreden het heet dat aarts-
hertog Eugenius ruim 400.000 man onder
zijn bevelen heeft, uitsluitend keurtroepen
Hongaren, en Duitschers is het bevel
nog niet gegeven tegen den vijand op te
rukken, daar de wegen in Servie te slecht
zijn, om met geschut vooruit te kunnen
komen.
In de //Echo de Paris" bespreekt Jean
Herbette Jen nieuwen aanva', die Servie
bedreigt. //Duitschland en Oostenrijk zoo
betoogt Herbette, hebben het grootste be-
lang bij de verplettering van Servie.
Want, wanneer Servie eenmaal verplet-
terd is, zouden Duitschland en Oostenrijk
in elk geval de volgende resultaten ver-
kregen hebben
Geen geconcentreerde actie tusschen Ita-
lianen en Serviers in de streek ten oosten
van Triest.
Geen geconcentreerde actie tusschen Roe-
meniers en Serviers in het zmd-oosten van
Hongarije.
Geen proviandeering van Roemenie, aan-
gezien de spoorweg van Saloniki naar de
Roemeensche grens afgesneden zou zijn.
Geen emancipatie van Boelgarije, daar
het Oostenrijksch-Duitsche leger door Ser-
visch gebied tot aan de Boelgaarsche grens
komt.
Kortom, van het al dan niet vernietigen
van Servie hangen de vooruitzichten van
Duitschland en Oostenrijk af. Wanneer die
vernietiging niet plaats heeft, zullen de
twee bondgenooten vroeg of laat aangevallen
worden door twee versche legers. Wan
neer zij wel plaats heeft zal de blokkade
verbroken worden en zal het zelfs mogelijk
worden Italie of Roemenie datgene te ont-
nemen, wat men deze rijken gedurende den
oorlog afgestaan heett om ze rustig te
houden.
Alles hangt er dus op het oogenblik
toor Duitschland en Oostenrijk van af te
weten, zoo besloot Herbette, of de ltalianen
en de Roemeniers hen den tijd zullen laten
om Servie buiten gevecht te stellen.
io de telefoesf.ee!.
De //Hamburger Korrespondenz" bevat
een brief van een officier van den telefoon-
dienst, die een voorstelliog geeft va, den
slag bij Soissons, zooals by dien waavnam
in het ho!, dat als telefoon-centrale was
ingericht.
Mijn hoi is een soort van verzamelpunt
geworden van officieren, schrijft de veld-
telegrafist, en draagt sedert eenige dagen
den naam van //telefoon-centrale voor de
veld-artiilerie". Deze naam zegt reeds ge
noeg. Alle bevelen gaan door mijn bureau
en ik heb met myn beide onderofficiereu
onafgebroken werk, om te verbinden, en
als tusscbenpersoon te fuugeeren. Van de
voorste gevechtslijn tot gehee! naar achter,
by het oppercommando van het leger, dat
hier opereert, en naar de divisie, vliegen
de gesprekken heen en weer, gewichtige
bevelen en geheime orders, berichten van
de infanterie, enz. Ordonnansen gaan uit
en in, om bevelen te ontvangen of over te
brengen. Men komt niet op adem. Het
zweet staat in dikke druppels on het voor-
hoofd, maar men houdt vol, hangt onop
houdelijk aan de draden, pratend, roepend,
brullend, scheldend, al maar door zonder
pauze.
Daavbuiten het geloei van den slag, brul-
lende kanonnen, fluitende kogels, barstende
COURANT
De Polifcieverordening van 11 Januari
1915 op het vervoer van petroleum,
benzine, tarwemeel en bloem in het
gebied van de Gemeenten NEUZEN, HOKK en
ZAAMSIjAG wordt ingetrokken met ingang van
28 Januari 1915.
Neuzen, 25 Januari 1915.
De Kapitein
Commandant der Kustbatterij,
A. D. POTMAN CRAMER.
urn—mman wmfti w—a«—