De krijgs"bsdrijven.
De aardbeving in Italie.
ruilmiddel ontstaan, waarvan de gronslag
de sigaar is. Daar men, vooral in dorpen
achter het front, toch niets koopen kan,
heeft het gewone geld al zijn waarde ver-
loren.
Men kan er met den besten wil van de
wereld niets mede aanvangen, en het wordt
bijna allemaal naar huis gestuurd. Daaren-
tegen is de sigaar in waarde gestegen.
Terwijl echter bij ons muntstelsel een be-
paald metaa!, het goud, de onbewegelijke
kern vormt, waarna al het andere zich
richt. is het bij de sigaren hetzeltde, van
welk soort zij zijn. Of men een Henry
Clay heeft of een Stinkadores No. 2, het
is alles hetzeltde. Hun muntwaarde is niet
verschillend.
Zoo heeft zich dan een zeer levendig
handelsverkeer ontwikkeld waarbij de sigaar
de munteenheid is, en waarvan de koopwaar
hoofdzakelijk uit den inhoud van de zen-
dingen van huis bestaat. Een stuk gerookte
worst, zoo breed als een hand, kost vier
sigaren. Een paar polsmoffen kan men
voor 20 sigaren krijgen, daar het op het
oogenblik vrij zacht weer is als het kouder
wordt, zal ook de prijs weer stijgen.
Een fle8ch cognac, onverschillig van welk
merk. kost 30 sigaren. Er zijn reeds bij-
zondere ondernemingen gesticht, die geheel
op het sigarenstelsel berekend zijn. Wie
bij voor beeld zijn bemodderde laarzen weer
eens goed opgeknapt wil hebben, kan ze,
bij de poetsmaatschappij, voor twee sigaren
laten schoonmaken.
Helsies* soitder zw#aas»d.
Na de torpedeering van het Engelsche oor-
logsschip „Formidable" in het Kanaal door!
een Duitsche duikboot hebben kapitein en
bemanning zich kloek gehouden. De eer-
ste vooral, doordat hij in de nabijheid zijnde
schepen waarschuwde, lrem en de zijnen
niet te huip te komen, daar ook die ad
ders voor de vijandelijke ondferzeeer een
welkome schijf zouden hebben geboden:de
matrozen enz., door de koelbloediglieidj,
waarmee ze het onvermijdelijke aanvaards
den. De ..Times" verhaalt daarvan en de-
„N. R. Crt." brengt over, Wat een der over
levenden daaromtrent heeft meegedeeld'.
Er waren vijf reddingsbooten, twee liepen
vol. Zoo werden er 199 menschen geborgen,
Al de booten waren reeds van boord gestoo-
ten, toen er itit een klonk: „Er is nog plaafe
voor een!,, De hofmeester en een ander
Uootten. De ander won het maar hij zei:
Jij hebt nog je ouders: ik niet. Ga jij"
spring over boord!" Zoo deed de verteller.'
Terwijl de booten wegroeiden vertelt
de man verder konden wij de mannen op
dek lucifers zien afstrijken om pijp of siga-
ret aan te steken. Er was een piano aan dek'
gehaald, en er werden vroolijke wijs'jes ge-
speeld om den moed er in te houdtti, In
mijn boot waren een zestig man. De zee
was ruw en we hadden alle moeite om niet
vol te loopen. Met schoenen en al wat water
kon houden werd er gehoosd. Er werd nu
en dan gezongen. Na een tijd merkten we,
dat er Men dooden in de boot waren( In
zicht van land bezweken er nog zeven. Ik
was bewusteloos ,toen wij landden. We zijn
niagenoeg 20 uur in de boot geweest.
De man van de „Times" vertelt nog], dat
volgens de verhalen van overlevenden, de
„Fomiidahle" door een tweede torpedo aarr
bakboord werd getroffen, waarna het schip'
weer recht kwam te liggen. Berst twee uur
na voor de eerste maal te zijn getroffen
zonk het schip.
De luchlkragen, waarvan de bemanning
van de Engelsche vloot tegenwoordig voor-
zien is, vielen in liet gebruik niet mee. Bij
kaijme zee kunnen ze goed helpen, maar bij
rul>v weer is de mond van den drenkeling te
dicht bij het water. Men beveelt nu het ge
bruik van reddingsvesten aan. Er zijn er
reeds duizenden van een nieuw maaksel op
de vloot uitgedeeld. Sommige worden met
lucht volgepompt, andere zijn gevuld mfct
kapok, dat, zegt de „Times"-man, viermaali
meer drijfvermogen heeft dan kurk.
SCoper.
Een medewerker van de „Times" zet uileen
waar koper alzoo voor dient. Een oorlog-
voerende natie heeft het in.de eerste plaats
noodig voor de patroonhulzen, welke uit
een alliage van koper ]en zink bestaan. Beide:
melalen dienen voor zulk een gebruik heel
zuiver te zijn. Dan is koper noodig voor de
hulzen der projectielen voor de snelvuurka-
nonnen. Ook voor deze hulzen moet het
alliage van de beste hoedanigheid zijn. Het
moet precies 1/1250 van een centimeter dik
en gasdicht zijn. Zuiver koper is het eenigd
metaal dat daarvoor dienen kan.
Koperen draden zijn noodig voor de veld-
telefonen en voor de windingen van dyna
mo's. Aluminium kan het niet vervangen,
hoewel men in die richting /vaak proeven ge-
nomen heeft, o. a. in Amerika, waar men
tranidmissie-kabels van staaldraad met een
bekleedsel van aluminium heeft trachten te
gebruiken.
Op een heel ander gebied wordt veel kopeH
in d en vorm van kopervitriool gebruikt, om
de Duitsche wijngaarden te besproeien en
tegen de phylloxera te vrijwaren.
Uit deze veelvuldige toepassing is te ver-
klaren, dat een ton koper op het oogenblik
met 1920 gulden in goud betaald wordt, ter
wijl zij in Engeland maar 720 gulden waard
is.
Vand e totale koperopbrengst in de wereld
(1,011,312 ton in 1912, 1.002,281 in 1913)levert
Amerika 64 pet., en hiervan de Yereenigdd
Staten 55 pet. alleen. In gewone tijden heeft
Duitschland ongeveer 250,000 ton koper noo
dig.
De man van de „Times" geeft dan cijfers
ojtn aan te toonen hoeveel koper boven den
gbwonen invoer sedert het begin van den
oorlog ,naar neutrale landen verscheept is.
De moeilijkheid om verscheping van ko
per te ontdekken bepaalt zich niet tot de
ontdekking van gezuiverd koper of erts. In
het begin van den oorlog stond b. v. „wit
metaal", ofschoon het tot 70 pel. koper be-
vat, niet o-p| de lijst van verboden goede-
ren.
Tenzij Duitschland goud uitvoert, is het
duidelijk, dat de betaling van koperleveram
ties alleen door middel van papier kan ge-!
schieden en het is zoo goed als zeker dat
zulke documenten ten slotte in lianden van!
Londensche banken komen. Daarom zou
het, meent de medewerker van de „Timesv,
de moeite loonen, om de kanalen aan hqt
licht te brengen, waardoor betaling ge-
schiedt lndien de finantieele bemiddeling
verhinderd werd, zouden de verschepingen
van zelf ophouden.
Een succes der Duiiacher-s.
Blijkens de berichten der laatste dagen
van de vorige week, hebben de Duitschers
nu op het westelijk oorlogstooneel een succes
van beteekenis behaald. Waar overigens
als het ware om elken meter grond wordt
gestreden, is het zeker van beteekenis, dat
ze eenige duizenden meters zuidwaarts geko-
men zijn.
De eerste berichten daaromtrent waren
te lezen in een officieel Fransch commu-
que, hetwelk meldde dat de Franschen hun
troepen van het noorden van de Aisne
hadden moeten terugtrekken, omdat de hevig
gezwollen stroom in de rivier de door de
Franschen gemaakte hulpbruggen had ver-
nield, waardoor het niet mogelijk was, die
troepen hulpmiddelen en versterkingen te
zenden.
Hier werd dus de schuld van het terug
trekken op het water geschoven, wel een
schrale troost, maar dan toch - een pleister
op de wond.
Dat men ruiterlijk erkende terug gemoe-
ten te zijn, heeft echter, blijkens telegram-
men in Parijs een nogal gunstigen indruk
gemaakt, omdat men daaruit meent te
zien, dat de officieele berichten vertrouwen
verdienen.
Ondertusschen bezien de Duitschers dien
terugtocht uit een ander licht. Het groote
hoofdkwartier meldde 15 Januari 11. het
volgende
Ten Noorden en ten Noord-oosten van
Soissons is de Noordelijke oever van de
Aisne geheel van Franschen gezuiverd. De
Duitschers veroverden de plaatsen Cuffies,
Crouy, Bucy-le-Lune, Missy, en de boeren-
hofsteden Viaux-rot en Herreries.
Onze buit gedurende de gevechten der
drie laatste dagen ten Noorden van Soissons
bedraagt thans rond 5200 gevangenen, 14
stukken geschut, 6 mitrailleurs en ver-
scheidene snelvuurkanonnen.
De Franschen leden zware verliezen. Er
werden van 4 tot 5000 lijken van Franschen
op het slagveld gevonden. Hun terugtocht
naar den Zuidelijken oever van de Aisne
had zwaar te lijden onder het vuur onzer
battery en grof geschnt.
Hoe zeer de toestanden veranderd zyn,
vergeleken met vorige oorlogen, toont een
vergelijking van de hierboven vermelde
gevechten met de gebeurtenissen van 1870.
Al kunnen deze gevechten ten Noorden van
Soisson niet gesteld worden naast die van
den slag van 18 Augustus 1870, zoo ge-
lijkt toch de grootte van het slagveld op
dat van Gravelotte en van St. Privat.
De verliezen der Franschen van 12-14
Jan. 1915 gaan echter waarschynlijk die
van 18 Augustus 1870 aanmerkelyk te boven.
De Franschen geven te kennen, dat het
door hen geleden plaatselijk nadeel niet van
invloed kan zyn op de algemeene krijgs-
bedrijven. Ook de overzichtschrijver van
het Algemeen Handelsblad meent, dat het
echec niet zoo ernstig is, als men eerst zou
hebben vermoed.
Wanneer wij aldus schrijft hij den
toestand, zooals die uit de Duitsche en
Fransche berichten is at te leiden nagaan,
dan is ten noorden van de Aisne, om den
heuvel 132, die benoorden Crouy en Ruffles
gelegen is, een hevig gevecht geleverd.
Twee hoogten, waarvan rfe hellingen door
de Duitschers bezet waren, werden voort-
durend bestreden tusschen de beide par-
tijen. Op den linkervleugel van deze korte
gevechtslinie hadden de Fransche troepen
eenig succes, zonder dat echter een merk-
baar voordeel werd behaaldde Fransche
stellingen om het dorp Crouy konden
worden gehandhaafd, doch bij Vregnv deden
de Duitsche troepen een kracbtigen aanval
op de Fransche posities, zoodat de Fran
sche troepen daar moesten terugtrekken,
en de geheele hoogvlakte door de Duitsche
troepen kon worden bezet.
lnmiddels waren door den hoogen water-
stand de Fransche bruggen over de Aisne
weggeslagen, zoodat het onmogelijk was
versterkingen naar den noordelijken oever
te zenden. Dientengevolge moesten de
Franschen den noordelijken oever ontrui-
men en zich op den zuidelijken oever terug
trekken. Zij namen hier een stelling in
tusschen Crouy en Missy, met achterlating
van bruggenhoofden op den noordelijken
oever.
Tot zoover het Fransche verhaal. Een
kleine onjuistheid moet hierin zijn geslopen,
daar zoowel Crouy als Missy benoorden de
Aisne liggen. Klaarblijkelijk is dus be-
doeld, een stelling die op den zuidelyken
oever gelegen was in de lijn, die evenwydig
liep met de lijn tusschen genoemde plaat
sen hoewel dit niet duidelijk blijkt.
Het Duitsche legerbericht meldt nog, dat
de Duitsche troepen, by stroomenden regen
en in den overal omgewoelden kleigrond,
totdat de duisternis viel, loopgraaf na loop-
graaf aan de Franschen ontrukten. De
gehuchten Cuffies, Crouvy, Bocy-le-Long,
Missy, Yauxcot en Herreries vielen in
Duitsche handen5200 krijgsgevangenen,
benevens kanonnen en mitrailleurs werden
genomen.
De terugtocht der Franschen, noodzake-
lijk geworden door het bedreigen van hun
terugtochtsweg, wij I de bruggen vernield
waren, moest plaats hebben onder het hevige
artillerievuur van de Duitschers, en daarbij
kan het r.iet anders of de Franschen heb
ben aanzienlijke verliezen geleden.
Maar dat de Duitschers daarbij tevens
gelegenheid vonden de Aisne over te trek-
ken, zooals uit een Fransch telegram in het
Ochtendblad zou kunnen worden afgeleid,
i3 onjuist. In het bedoelde telegram wordt
wel gesproken van een gevecht ten zuiden
van Soissons, en dat is alleen denkbaar,
zoo de Duitsche troepen aan den zuidelijken
oever van de rivier en tot voorbij Soissons
waren doorgedrongen.
Heel waarschynlijk klonk dat niet, wijl
er in geen enkel bericht over z'ulk een
voortzetting van den opmarsch was gesproken
en bovendien de overtocht over de Aisne,
nu de Fransche bruggen waren wegge
slagen, te moeilijk en te bezwaarlyk zou
zyn geweest. De Duitschers hadden dan
toch bruggen moeten slaan over een zeer
gewassen, snelstroomende rivier, onder het
geschutvuur van den vijand, die aan den
zuidelijken oever, bij Soissons en ten oosten
en westen dier stad, zeer sterke artillerie-
stellingen heeft in de heuvels, die langs de
Aisne loopen.
Het bleek dan ook weldra, bij een door
ons ingesteld onderzoek, dat hier geen sprake
was van Soissons, maar van Senones, een
plaatsje dat in de Vogezen, dicht bij de
Fransch-Duitsche grens, ten noorden van
St. Die gelegen is.
De toestand bij Soissons is dusdat de
lijn Crouvy Vregny en de zuidelijk daar
van gelegen stellingen bij Bucy-le-Long en
Cuffies door de Franschen ontruimd en in
handen der Duitschers gevallen zijndat
de Franschen stellingen ten zuiden van de
Aisne hebben ingenomen, ten oosten en
ten westen van Soissons, en dat de rivier-
overgang daar nog steeds door de Fransche
artillerie wordt belet.
Hetgeen niet belet, dat de Franschen bij
Soissons een betrekkelijk ernstigc nederlaag
leden, en dat zij, ondanks het achterlaten
van dekkingsafdeelingen op den noordelijken
oever van de Aisne, evenmin als de Duit
schers, in staat zulien zijn over die rivier
bruggen te slaan, wijl de Duitsche artillerie,
op de hoogvlakte tusschen Cuffies en Bucy
opgesteld, eveneens de overtrekking van de
rivier onmogelijk maken zal.
Of de gevolgen van het succes, dat de
Duitschers hier behaalden, zich zal doen
gevoelen tot Rheims en in de Argonnen,
zooals de //Lokal Anzeiger" meent, staat
nog te bezien over de strategische betee
kenis van deze overwinning zal men eerst
later kunnen oordeelen.
Een gisteren ontvangen Reuter-bericht
maakte melding van een belangrijk Engelsch
succes bij La Bassee, waar de Engelschen
in een hevig gevecht, de Duitsche stellin
gen bezet hebben. De Duitschers leden daar
ernstige verliezen, de Engelsche verliezen
waren gering. De bezetting van dit be-
langrijke punt beteekent een winst van een
kilometer, zegt het Engelsche bericht.
In het officieele communique van den
Franschen generalen staf, waarin de ver-
schillende gevechten worden opgesomd, die
gisteren geleverd werden, wordt van deze
Engelsche overwinning echter geen melding
gemaakt.
Daarin wordt wel gesproken over de over-
winning, die Zouaven bij Atrecht hebben
behaald, waar zij vijandelijke stellingen
hebben bezet en de hatterijen van de Duit
schers tot zwijgen hebben gebracht.
Van het oostelijk oorlogstooneel zjjn de
berichten nog schaarsch. Weer en terrein
beletten het ondernemen van belangryke
operaties. De telegrammen maken dan ook
slechts melding van artilleriegevechten,
waarvan de resultaten natuurlijk als zeer
belangryk worden voorgesteld.
Maar uit de Russische berichten blijkt,
dat de Russische troepen ten zuiden van
Ortelsburg weder in Oost-Pruisen zijn bin-
nengedrongen en verschillende dorpen heeft
bezetde Duitsche cavalerie, die daarheen
was gezonden en opgerukt was tot Serpec,
werd teruggedreven.
flieruit mag men afleiden, dat benoorden
de door Hindenburg bezette streek een
Russische afdeeling, zonder veel tegenstand
te ontmoeten Oost-Pruisen is binnen-
gedrongen.
De ,/Franktorter Ztg." deelt echter mede,
dat de Russische opmarsch in dat gebied
door de Duitsche troepen is teruggeslagen.
Van het Westelijk gevechts-
terrein.
De N. R. Crt. bevat de volgende tele
grammen
BERLIJN, 17 Jan. (WTolff). Ambtelijke
mededeeling uit het groote hoofdkwartier
van 17 dezer
in Ylaanderen is van weerskanten enkel
een artilleriegevecht geleverd.
Bij Blangy (ten O. van Atrecht) hebben
wy een groot fabrieksgebouw in de lucht
laten vliegen en hierbij eenige gevangenen
gemaakt.
Yan het overige front is behalve artillerie
gevechten met afwisselende hevigheid en
een voortzetting van de sappen- en mijn-
sevechten niets van beteekenis te melden.
In de Argonne hebben wij kleine vorde-
ringen gemaakt.
Storm en regen belemmeren byna op het
geheele front de krygsverrichtingen.
PARIJS, 17 Jan. (Reuter.) De ambte
lijke mededeeling van hedenmiddag behelst:
Wij hebben onze vorderingen in de buurt
van Nieuwpoort en Lombaertzijde voort-
gezet. Onze artillerie noopte de Duitschers
schansen ter lengte van 200 M. achter
het Groote Duin te ontruimen, en heeft
ook een redoute vernield ten noorden van
die plaats, en ook werken van den vijand
ten zuiden van St. Joris bescboten. Ar
tilleriegevechten zijn geleverd te Yperen,
La Bassee en Lans.
In een levendig gevecht te Blangy hebben
de Duitschers een yzersmelterij genomen
wij hernamen die dadelyk en handhaafden
onze stellingen.
Onze artillerie is voortgegaan met de
vernieling van schansen te La Boiselle.
Tusschen Ailly en Craonne heeft de vijand
een mislukten aanval gedaan. Wij hebben
verder een aanval afgeslagen bij Beaulne.
In de streek van Perthes en Beau-sejour
is onze opmarsc voortgegaan ondanks een
hevigen storm.
In het Bois Pretre hebben wij een aan
val de.r Duitschers afgeslagen.
In de Vogezen hebben wij ten westen
van Orbey eenig terrein gewonnen. Den
geheelen dag heeft het daar zwaar ge-
sneeuwd.
in Kaukasie.
BERLIJN, 17 Jan. (Wolff.) Het Turksche
hoofdkwartier meldt
Onze in Kaukasie opereerende troepen
zetten sinds enkele dagen den verbitterden
strijd tegen de Russen, die aanzienlijke ver
sterkingen hadden ontvangen, voort.
De bevelhebber van het Turksche leger
deelt mede, dat de Russen als wilden op-
treden en de regelen van het volkenrecht
en de beschaving schenden.
Bij hun terugtocht staken zij hun eigen
landgenooten, indien het Mahommedanen
waren, de oogen uitouden van dagen en
onbeschermde menschen werden vermoord.
Toen de Russen zich uit het Turksche
gebied moesten terugtrekken, dat zy bij
den aanvang der vijandelijkheden waren
binnengevallen, namen zij de ongewapende
bevolking als gevangenen mee, Al hun
have en goed en al hun geld werd in
beslag genomen, zonder dat daarvoor ook
maar eenige quitantie werd afgegeven.
Behalve aan deze lafheden, maken de Russen
zich nog schuldig aan dingen, die geen
volk en geen beschaafd leger het zou wageu
te bedrijven. Zij vallen aan op de veld-
hospitalen, hakken gewonden in stukken en
weigeren wat hun barbaarschheid de
kroon opzet de Roode Halve Maan te
eer'oiedigen, die toch in de Oonventie van
Geneve als neutraal erkend is.
De Turksche regeering acht het haar
plicht deze daden van barbaarschheid aan
de beschaafde wereld bekend te maken.
ST. PETERSBURG, 17 Jan. Een me
dedeeling van den staf van het Kaukassische
leger meldt
De slag bij Kara Oergan, die drie dagen
lang in een verblindende sneeuwjacht ge-
woed heeft, is met onze volkomen over-
winning geeindigd.
Het verzet van den vijand is gebroken
en zyn achterhoeden vernietigd.
Het overschot van het Turksche leger
vlucht in de richting van Erzeroem.
De vervolging duurt voort.
Uit Tupkije.
BERLIJN, 17 Januari. (Wolff). Het
Turksche hoofdkwartier deelt bijzonderheden
mee over het zinken vau de Fransche onder-
zeeboot Saphir. De onderzeeboot wilde den
ingang van de Dardanellen naderen zonder
zich te laten zien. Daarbij liep het vaartuig
op een mijn en zonk.
In de Zwarte Zee.
ST. PETERSBURG, 15 Januari. (Reuter).
De Russische vloot heeft in de Zwarte
Zee tachtig zeilschepen in den grond ge-
boord, die Turksche versterkingen naar
Klein-Azie brachten.
Uit Rome wordt aan „de Tijd" gemeld
dat Donderdagnacht onder groote deelne-
ming van het Romeinsche publiek de eerste
trein met gewonden uit het geteisterde
gebied binnenkwam. De zwaar gekwetsten
werden onmiddellijk per auto of zieken-
wagen naar de hospitalen gevoerd, waar
reeds alles in gereedheid was gebracht, om
de eerste hulp te verleenen. Drie ge
wonden zyn tijdens het vervoer overleden.
De Koning, die 's avonds van zijn auto-
tocht door de provincie Rome was terug-
gekeerd, liet nog vroeg in den morgen naar
den toestand der gewonden informeeren.
In opdracht van de regeering gaat Yisochi,
onderstaatssecretaris van het ministerie van
Openbare Werken naar de meest geteisterde
streken.
De schade, door de aardbeving in Rome
aangericht, is belangrijker, dan men aan-
vankelijk vermoedde. Personen zijn, voor
zoover bekend niet gedood. Min of meer
ernstige schade is toegebracht aan verschil
lende kerken en gebouwen.
Het vermoeden, dat de eerste aardschok,
door meerdere gevolgd zou worden, is be-
waarheid. Donderdagmorgen om vier uur
werd te Rome opnieuw een aardschok ge-
voeld. In eenige stadsgedeelten vluchtte
de bevolking naar buiten.
Een vluchteling heeft nog aan de Mes-
sagero verteld dat er in de streek van
Magliano Marsi meer dan 1500 menschen
zijn gedood. Er zyn ongeveer 200 menschen
in leven gebleven. De brand heeft er het
vernietigingswerk voltooid.
Marconi heeft een bezoek gebracht aan
de door de aardbeving geteisterde streken.
Hij kan geen woorden vinden om de af-
grijselijkheden te beschrijven die hij zag
temidden van die zwaar getroffen bevolking.
„lk had nooit gedacht dat iets derge-
lijks mogelijk was, zei Marconi en hij
voegde er aan toeDe Koning heeft my
verteld dat hij van jongs af aan alle door
aardbeving getroffen streken in Italie heeft
bezocht, maar deze is erger dan alle vorige,
overtreft ook die van Messina, daar het
percentage der overlevenden te Avezzano
slechts 2 tot 3 bedroeg en te Messina 30.
De hevigheid van deze aardbeving is
zonder weerga. Als voorbeeld wordt ver
teld hoe een wageuvoerder met zijn wagen
op 50 meters afftand een huis voorbij reed,
toen de aardbeving het huis letterlijk naar
hem toeslingerde en man, paard en wagen
bedolf.
Avezzano bestaat niet meer. Het lijkt
of de stad aan poeder is gemaleu door een
reusachtigen molen."
Marconi beschrijft voorts de afschuwelyke
tafereelen van versteende lijken, die men
overal maar beeft laten liggen, daar de
redders het 't beste achten hun geheele
aandacht te wijden aan de gewonden.
Geen organisatie kan opgewassen zijn
tegen de gevolgen van een zoo grobte ramp.
Het droevigste van het reddingswerk is het
hooren van het hulpgeroep der bedolvenen,
zonder in staat te zijn hen te helpen, daar
er te weinig menschen voor het reddingswerk
zijn. Hier en daar zijn staken gezet om
aan te duiden waar hulpgeroep is gehoord,
maar als dan later voidoende hulp opdaagt,
zijn de meeste stemmen verstomd.
Marconi zelf heeft onder de puinhoopen
van een meisjesschool twee stemmen ge
hoord die om hulp smeekten en zeiden
dat zij geheel ongedeerd waren, daar zij
door een piano beschermd werden.
Zij hadden zonder voedsel twee dagen
en een nacht zoo doorgebracht, maar alle
pogingen tot redding waren vergeefs.
Marconi werkte zelf mee tot hij uitgeput
was van gebrek aan voedsel. Hij aanvaardde
toen de uitnoodiging om met hem naar
Rome terug te keeren.
Voor hij vertrok, trachtte hij nog kleine
troepjes te vormen om den brand, die op
verschillende punten uitbrak, te blusschen.
Gister hebben de koning, de koningin en
de hertogin-weduwe van Aosta de gewonden
in het hospitaal te Rome bezocht.
Gemeld is ook dat Paus Benedictus het
Ziekenhuis Santa Marta heeft bezocht en
daarvoor het Vaticaansche paleis heeft ver-
laten. Nader wordt uit Rome gemeld dat
de Paus geen ltaliaanschen grond betreden,
noch het terrein van het Vaticaan verlaten
heeft.
Het hospitaal van Santa Marta, waar de
Paus honderd gekwetsten, zijn geestelijken
troost bracht, dient in gewone tijden als
hotel voor pelgrims. De Paus begaf zich
naar het lazaret door de St. Pieterskerk,
welker op het St. Pietersplein uitkomende
deuren gesloten bleven. Door de sacriste
bereikte hij een viaduct, dat de St. Pieter
en Santa Marta verbindt. Deze overgang
is door Leo XIII gebouwd, opdat de Pausen
het hospitaal van het Yaticaan konden
bereiken, zonder de straat, die om de St.
Pieterskerk loopt, te moeten overschryden.
Benedictus XV heeft dus geen gebied
betreden, dat niet door de garantiewet aan
den Paus is afgestaan.
Het //Giornale dTtalia" zegtdat een
vreemd gezantschap (van Duitschland) den
wensch heeft te kennen gegeven om in het
buitenland een beweging tot hulpverschaffing
op touw te zetten op dezelfde wijze als
plaats bad ter gelegenheid van de ramp van
Messina. De ltaliaanscbe regeering heeft
echter terstond verklaard dat op 't huidige
oogenblik geen enkele beweging in den
vreemde in 't belang van Italie kon worden
aanvaard, met het oog op den kieschen aard
van den internarionalen toestand, zoowel ten
opzichte van de onzijdige, als de oorlog-
voerende staten.
Het Giornale" keurt het besluit goed
als weergevende het algemeene gevoelen.
Uit Milaan wordt d.d. 15 Januari ge
meld Yoigens de laatste berichten uit
andere plaatsen zijn de dooden reeds te
tellen bij tienduizenden.
Het stadje Avezano, van 11000 inwoners
is volkomen van de aarde weggevaagd.
Niet 10 procent van de inwoners ontsnapte.
Sora, een plaats van 9000 inwoners is een
ru'ine geworden van steenhoopen. Verder
leden verschrikkelijk de plaatsen Monte
Lanico, Terre Cajelani, Ferentio, Subiaco
Narones Costa, Anticoli, Corrado, Novlupo
en Velletri. Overal is men met het red
dingswerk bezig, maar overal klinken nog
steeds onder de hooge puinhoopen kreten
en het zal wel onmogelijk blijken, alien,
die daaronder begraven zijn, te redden.
TER NEUZEN, 18 Jan. 1915.
Jl. Vrydagavond hadden wij het genoe-
gen een der ontspanningsavonden by te
wonen, aangeboden aan de militairen, door
eenige dames en heeren. Al was het, naar
we vernamen, niet zoo druk als den eersten
avond, zoo waren toch ook dezen avond
weer een zeer groot aantal onzer landsver-
dedigers, waarvan velen met hunne vrouwen
in de gymnastiekzaal der hoogere burger-
school bijeen, om te genieten van hetgeen
zou worden geboden. En daar viel werke-
lijk te genieten.
Het programma werd afgewisseld door
een aantal mnzieknummers voor piano, die
er de stemming in brachten.
Vervolgens werden ten tooneele gevoerd,
de volgende blijspelen,/Beter een vogel
in de hand dan tien in de lucht", ^Rosalie,
of hoog bezoek" en „Vergissen is mensche-
lijk". De opvoering dezer humoristische
stukjes viel te loven en deed dan ook har-
telijk lachen, evenals dat het geval was
met eenige comische voordrachten, van een
landweerman, die den tweeden avond eenige
extra-nummers gaf, ter vergoeding voor het
ontbreken der zangnummers, daar de dame
die deze den eersten avond tot aller genoe-
gen had medegewerkt, jammer genoeg, we-
gens ongesteldheid niet tegenwoordig kon
zijn. Nu, naar we hoorden, heeft de groep
dames en heeren herhaaldelijk met zieken
in haar kring te kampen gebad.
In de pauze werden de militairen weder
onthaald. De fleschjes bier cf limonade
vonden goed aftrek, evenals de z. g. vet-
bollen, door verschillende dames in grooten
getale vervaardigd. en die de soldaten
zeker wel eenigermate aan hun thuis zal
o