ALGEMEEN NIEUWS- EH ADVERTENTIEBLAD VOOF. ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De krijgsMrijveii
No. 6173.
Zaterdag 16 Januari 1915.
55e Jaargang.
De Oorlog.
ABONNEMENT:
ADVERTENT5EN
Dit Blad verschijnt Maandag", Woensdag- en YrSjdagaYond, nitgezonti8rd1 op Feestuagen,
de Firma P. J. YAH DE 8ANDE te Ter Henzen,
.1
I
Per 3 maanden binnen de stad 1Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetaling: voor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10.
Bi] direct© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
Van de tSelgische gnens.
Men sclirijft aan het Alg. Hbl.
Het was weer een uittochtalthans een
uittocht in het klein.
In Middelburg in Vlaanderen kwam een
80-tal Ulanen dat was niet voor de eerste
maal. Na Antwerpen's val waren telkens
kleine troepjes reeds door dit kleine dorpje
getrokken en hadden eerst heel wat schrik
verwekt, al was 't later meegevallen".
Maar nu, nu zag het er ernstiger uit
Aan het gemeentehuis stond uitgeplakt, dat
Middelburg zooveel duizend kilo tarwe en
haver en stroo moest inleveren de varkens
niet te vergeten. De boeren hadden een
lijst in huis gekregen, waarop ze invullen
rnoesten, hoeveel ze van hun voorraad en
vee konden missen. Ja wie zou er iets
kunnen missen voor den Dutsman Ah
het was de schuld van den burgemeester
van Labschure, den naasten buurman, die
zelve al zooveel had moeten opbrengen, en
nu 't waakzaam oog van den Duitschen
commandant had gericht op „'t rijke"
Middelburg, waar zooveel gegoede boeren
wonen
Tot nu toe waren ze vrij gebleven van
requisitiesmaar thans was het ernst ge-
worden. En reeds hadden ze de vorige
week daar in Middelburg heel wat over de
vlak bijzijnde grens gebrachten zelts twee
Meter over de grens een stal gebouwd voor
hun vee, dat ze rustig iederen morgen
konden gaan voeren. Er was immers in
M. geen grenswaehtdie lag een kwartier
verder op, achter het Leopoldkanaal.
Als de Dutsman kwam opeischen, zou
hij niet veel vinden meer; en menigeen,
de burgemeester incluis, was zelve ook maar
achter de grens gebleven, in't Hollandsche
Heille.
Men kon nooit weten.
En werkelijk vanmiddag kwamen de
Ulanen, in Labschure waren ze reeds in-
gekwartierd. Nu ook in Middelburg. leder
een dacht, dat is te doen om de requi3itie
en ijlings slaan ze op de vlucht. De grens
is toch maar eenige meters verwijderd.
Maar ze nemen toch eerst mee wat ze
kunnen. Een menige moeder de vrouw
vergeet haar inmaakpot niet. Van alles
wordt er meegesleept, de grens over.
De Ulanen staan in eene verbazing. Wat
zijn die menschen daar in M. typisch bang
voor hen. Waarom toch?
Waarom toch?" Zoo vraagt men hun.
Waartoe zijt gij anders hier gekomen, dan
om de requisities op te eischen, en wie
weet wat meer
Maar de Ulanen weten daar niet van af
en geven het merkwaardige antwoord, dat
er in Belgie aist meer gerequireerd mag
wordenwel in Frankrijk. Maar niet in
Belgie; dat is nu niet meer Feindesland
Was dit hun werkelijk aangezegd Is
het dan toch waar, wat we telkens van
officieele zijde lezen, dat er in Belgie geen
requisities gedaan mogen worden
Maar dan begrijpen we niet, hoe het
mogelijk is, dat langs de grens alhier de
zwaarste requisities worden opgeeischt.
Geen wonder, dat men in Middelburg
vreesdeen 't eeD algemeen ,/sauve qui
peut" werd. Toch was't bijna vermakelqk
om te zien, hoe de vluchtenden, toen hun
niets in den weg gelegd werd, telkens de
grens weer overschreden om nog meer in
veiligheid te gaan brengen.
't Mocht gaan tot 4 uur. Dan werd de
grenswaeht geplaatst. Of de Dutsman nog
veel vinden zal in M. Zeker wel, als ze,
evenals in Labschure, de bewoners dwingen
het in veiligheid gebrachte terug te halen.
Maar ondertusschen wordt het arme
Belgie hoe langer hoe armer.
En dat niet alleen waar de Duitscher zife
Als tegenhanger hoorde ik heden ook
een klein staaltje van een zeer gegoed in-
gezetene uit Yperen, die in ons land ver-
toevend toch telkens eens een reisje naar
Y. maakt. Deze verhaalde, dat hp succes-
sievelijk zijne villa in Yperen had zien ont-
ruimen, daar alles door de Engelschen
gerequireerd werd. In naam, zooals hij
zeide, voor het Roode Kruis. Maar het zal
wel naar de loopgraven verhuisd zijn.
Enfin, hij heeft dezen troost, dat zijne
bezittingen in handen van den bondgenoot
vallen ofschoon hij minder enthusiast kon
zeggenmaar ik ben het kwjjt. En de
mensch verliest niet gaarne, wat hij ge
dwongen wordt af te staan.
Een boer in Middelburg nieten even-
min een villabewoner in Yperen.
Vijftig bommen op Duin«
kerken.
De grootste luchttocht van den geheelen
oorlog werd Zondag door de Duitschers tegen
Duinkerken ondernomen, zegt de Daily Mail.
Veertien gewapende tweedekkers kruisten
van 11 uur tot halfvier boven de stad. Om
elf uur begon de groote torenklok van
Duinkerken te luiden en werd de blauw-
witte stadsvlag geheschen, toen de eerste
tweedekker verscheen. De bevolking liep
in de straten te hoop om naar het tooneel
in de lucht te zien. Bij het tweede luiden
der klok vertoonden zich vijf vliegtuigen
een kwam uit het N. over zee, de andere
van het O. en alle vijf vertoonden zich een
oogenblik boven het groote plein van Duin
kerken, waar het standbeeld staat van Jean
Bart, op een hoogte van circa 3000 voet.
Intusschen vuurden de kanonnen der
forten op de vliegers met shrapnells en de
witte rookwolken der ont.ploffingen om-
ringden de vliegtuigen aan alle zijden. Een
der vliegtuigen keerde terug en door het
schitteren der zonnestralen op de stalen
kanten misleid, meende de bevolking, die
thans in haar kelders een schuilplaats had
gezocht, dat de machine in brand stond.
Allengs kwamen er meer vliegers opzet-
ten en lieten bommen op de voorsteden,
St. Malo, Coudekerque, Rosendael en St. Pol
vallen, in 't geheel een 50-tal.
Sommige der bommen waren brandbom-
men. In" St. Malo werden 5 personen
gedood. In Duinkerken 1, een medisch
adjudant, die gekomen was om zijn broer
te zien, dien hij sedert het begin vao den
oorlog niet had gezien. Juist terwijl hij
zijn broer omhelsde, viel de bom en ver-
woestte het koffiehuis bij de haven, waar
zij beiden waren. De man werd in de
armen van zijn broer gedood en deze zelf
bekwatn geen letsel.
Te St. Pol werden ook verscheidene
personen gedood, maar officieel is het cijfer
nog niet bekend. Ook zegt men, dat er
4 te Adinkerke werden gedood, vijf kilo
meter van Duinkerken.
De brandbommen ontploffen met een
betrekkelijk zachten knal, als bijv. het
springen van een motorband. Zij branden
ongeveer een halve minuut en schijnen een
mengsel van aluminium en zwavel te be-
vatten. Als zij uitgaan, laten zij plekken
van zwavel in 't rond op den grond achter.
Twee van de vliegtoestellen werden door
geweerkogels neergeschoten, een, die buiten
Duinkerken zeer laag vloog, en een ander
bij Wulpen, op zijn terugweg naar de
Duitsche linie ten N. van Veurne.
Het was den Duitschers zeker door spion-
nen bekend, dat Zondag een groot aantal
vliegers uit Duinkerken afwezig waren. Er
zijn veel personen van spionnage verdacht
gearresteerd.
Een Fransche machine steeg op om den
vijand aan te vallen, maar zij werd onmid-
dellijk door 6 Duitsche machines omringd
en moest dalen.
S)e slag bij de Falkiand-
eilanden.
Volgens te Berlijn ontvangen nadere be-
richten omtrent den slag bij de Falkland-
eilanden is van de bemanning van de
„Seharnhorst" niemand gered, zijn van de
,/Gneisenau" 7 officieren en 127 dek-offi-
cieren, onderofficieren en manschappen gered,
van de ,/Niirnberg'' 7 onderofficieren en
manschappen, geen enkel officier en van
de //Leipzig" 4 officieren, 15 dek-officieren,
onderofficieren en manschappen.
Van de begeleidende schepen de Baden
en de //Sta. Isabel" zijn alle opvarenden
gered.
Het is mogelijk, dat behalve de opge
gevenen nog enkele andere officieren en
manschappen in leven zijn.
Een Taufoe neergeschoten.
Er wordt te Parijs verhaald, hoe Zondag
bij Amiens een Taube naar beneden is ge-
schoten door een van de bekwaamste Fran
sche vliegers.
Deze keerde, vergezeld van een moedigen
luitenant-waarnemer, naar de Fransche linies
terug, toen hi] een vijandelijk vliegtuig in
't oog kreeg. Hij besloot er jacht op te
maken en vermeerderde zijn snelheid. De
vervolging duurde een uur en werd zoo
behendig uitgevoerd, dat de Duitsche vlieger
meende te zijn ontkomen Hij ontdekte zijn
vergissing echter te laat. Toen de Fransch-
man zijn tegenstander tot op ongeveer 20
meter was genaderd, mikte hij zorgvuldig
met zijn repeteergeweer, en vuurde kort
achter elkaar vier schoten af.
Het eerste schot trof den Duitschen
officier-waarnemer, die later een zoon van
generaal Von Falkenhayn, den chef van den
Duitschen generalen staf, bleek te zijn, in
het hart en doodde hem onmiddellijk. Het
tweede en het derde schot uit het Fransche
vliegtuig troffen den Duitschen bestuurder,
het vierde de machine, zoodat het toestel
moest dalen.
Het Duitsche vliegtuig kwam behouden
op den grond. De Fransche vlieger streek
op enkele meters afstand neer. Er volgde
nu een treffend schouwspel. De twee
vijandelijke bestuurders traden op elkander
toe en de Duitscher stak den FraDSchman
zijn ongekwetste hmd toe, zeggende//On-
danks den afloop van het gevecht ben ik
er trotsch op een zoo dapper tegenstander
te hebben gevonden."
Op kapiteiu Von Falkenhayn, die oogen-
blikkelijk was gedood, werden geen andere
beschei'den gevonden dan een brief van zijn
vader, waarin deze er over klaagde dat het
vlieg-eskader niet aan de verwachtingen
had beantwoord.
Oe veldfocht lea Egypte.
Reuter meldt uit LondenVolgens de
laatste berichten uit Egypte blijken de
Duitsche en Turksche officieren, die de
troepen commandeeren in Zuid-Syrie, nog
steeds besloten het plan om Egypte aan te
vallen, ten uitvoer te brengen. De concen-
tratie van de Turksche troepen schijnt
vrijwel afgeloopen. De voorraden, die zijn
bij'eengebracht, zufr<?n waarschijnlijk wel
voldoende zijn voor de expeditie.
Het is waar, dat de Turksche aanvoerders
zenuwachtig schijnen en meer geoefende
soldaten aanvragen, welke de Turksche
regeering, bedreigd in Europa en verslagen
in den Kaukasus, nauwelijks in staat is te
zenden.
Maar vermoedelijk zal de noodzakelijkheid
om een beslissenden slag toe te brengen,
teneinde het verloren prestige te herwinnen,
en de onmogelijkheid om een avontuur dat
op zoo kostbare wijze en op zoo uitgebreide
schaal is voorbereid, langer uit te stellen
wel het overzicht behouden op de omzich-
tigheid, want, naar men zegt, zijn er reeds
versterkingen op weg naar het Zuiden.
Misschien zal de opmarsch uitgesteld worden,
tot zij zijn aangekomen, de Engelsche
autoriteiten zijn echter van meening, dat
de aanval, zoo hij althans gedaan wordt,
niet lang op zich zal laten wachten.
Het aantal manschappen, dat de Duit
schers vermoedelijk naar Egypte zullen
zenden, zal niet aanzienlijk zijn en deze
zullen, wanneer het hun gelukt nabij ge-
noeg te komec ongetwi]feld een kiacbtige
poging doen om door te breken. De Tur-
ken zullen vermoedelijk wel goed vechten,
maar de Arabieren en Syriers, die een groot
gedeelte van het leger vormen, gevoelen
niet veel voor de expeditie en zouden liever
de Turken uit Syrie werpen dan hen in
Egypte brengen.
Het bericht van de nederlaag der Tur
ken, dat zich door Syrie verspreidt, zal
niet nalaten een ongunstigen indruk te ma
ken op de rekruten, die te Hebron bijeen
zijn gekomen, maar de Duitschers durven
zich niet laten afschrikken door een tegen-
slag der Turken, daar hun doel niet is voor
dezen overwinningen te behalen, maar de
attentie van Engeland af te leiden van de
verzwakkingen der Duitsche verdedigings-
lijn in Belgie. Dat zal hun echter niet luk-
ken. In Egypte hebben de Duitschers in
de Jong-Turken een werktuig gevonden voor
hunne plannen, maar zij moeten spoedig
toeslaan, en binnen enkele weken zullen zij
dus een Syrisch leger doen opmarcheeren.
18.00® ^ossdha^moRisoa'FS
naar hst front.
Er is een geweldige vraag ontstaan naar
mondharmonica's voor de Engelsche solda
ten en zeelieden aan 't front. Een groote
firma verhaalde, dat behalve 4000 mond
harmonica's voor soldaten, die nu uit Zwit-
serland onderweg zijn, zij een order had
voor 10.000 mondharmonica's voor Engel
sche zeelieden aan het front, als bestelling
van een enkel persoon en dat zij reeds
sedert het uitbreken van den oorlog 4000
mondharmonica's naar het front had gezon-
den.
Een andere groote firma verklaarde, dat
zij geheel uitverkocht was en niet in staat
was. groote hoeveelheden te leveren, anders
dan mondharmonica's van Zwitsersch en
Amerikaansch fabrikaat.
Wanneer eindigt de oorlog
Bij de algemeene schaarschte van nieuws
op dit oogenblik en geen nieuws is mis
schien nog het beste nieuws, dat te ver-
wachten is is men als vanzelf genegen
te vernemen, wat de leidende mannen over
den toestand denken, schijft het R. N.
Het laatste gevleugelde woord, dat thans
van mond tot mond door Londen gaat, is
van Lord Kitchener, die op de vraag, wan
neer toch deze oorlog zal eindigen, ant-
woordde Wanneer de oorlog zal eindigen,
weet ik niet. Maar wel weet ik, dat hij
in Mei begint".
Rood haar gevaarlijk.
De speciale verslaggever van de Daily
Chronicle meent opgemerkt te hebben, op
zijn tochten op de Hollandseh-Belgische
grens, dat de Duitschers bijzonder gebeten
zijn op menschen met rood haar. Deze
worden extra streng behandeld onderzocht
en toegesproken. Hij verklaart dit verschijn-
sel door te verzekeren, dat de Duitsche sol
daten een idee fixe hebben gekregen, dat
99 percent van de Engelschen rood haar
hebben.
Oe schrik Han Keizer Frans
Jozef.
Toen de hoogbejaarde keizer Frans .lo-
zef ophield de Weensche hospitalen te be-
ZOCKra, mcenae men, dat hij ziek was,
maar dat het feit geheim werd gehouden.
Door de onbescheidenheid van een arts
werd de reden bekend, waarom die bezoe-
ken ophielden. De keizer kwam op zekeren
dag in een ziekenzaal en naderde een ge-
wonden soldaat, wien de beide beenen en1
een arm afgezet waren.
Toen de soldaat den keizer zag, zeide hij i
1k heb aan Uwe Majesteit, die toch almach-
tig is, een verzoek te doen.
Wat kan ik voor u doen, arme man?
vroeg de keizer.
Geef bevel, dat men mij doodt, opdat
er een eind aan mijn ellende mogekomen!
zeide de man.
De keizer, die anders niet zoo liclit aan-
gedaan is, werd doodsbleek en ontstelde zoo-
danig, dat zijn gevolg hem de zaal moest
uitleiden. Sedert dien tijdj is de keizer, die
lang onder den invloed verkeerde van het
incident, niet in de militaire hospitalen ge-
zien.
Aldus lezen we in een Engelsch blad
Be algemeene toesfand.
In de laatste dagen hebben, zoo schrijft
het Alg. Hbl., ondanks het slechte weer en
de vele regens, die de operaties langs de
geheele frontenlinie bemoeilijkten, toch
voortdurend gevechten plaats gehad van de
Noordzee tot aan de Zwitsersche grens, en
overal waren het de geallieerden, die tot een
krachtige offensieve beweging overgingen.
De geringste kracht werd aangewend in
den sector van Nieuwpoort, waar de inun-
datie de bewegingen van de troepen zeer
bemoeilijkt. Voor den opmarsch naar de
Duitsche stellingen zijn daar in het onder
water gezette gebied slechts enkele smalle
opmarschwegen overgebleven, die de ont-
wikkeling van groote troepenmassa's be-
lemmerden, en door het moderne geschut-
vuur meestal onbruikbaar waren.
Nu ook de Lys buiten haar oevers
treden is, door de vele regens, is een nieuwe
overstrooming ontstaan, en is elke offensieve
beweging er onmogelijk geworden. De
Duitsche troepen hebben daarvan gebruik
gemaakt, om door krachtig artillerievuur
de Belgische stellingen onder vuur te
nemen, zoodat de loopgraven bij de Paling
brug, aan een der voorwerken van Nieuw
poort, door de Belgen rnoesten worden
ontruimd.
Aan de Aisne is hevig gevochten ten
noordoosten van Soissonsdaar ligt een
hoogte, die op de stafkaart met 132 is aan-
gegeven, en die in de 1 mitsche berichten
waarschijnlijk wordt bedoeld met de aan-
wijzing de hoogte Crouy. Deze hoogte
werd, na een hevig gevecht, door de Fran
sche troepen bezet. De Duitschers ontplooi-
den daar toen een groote strijdmacht, die
een tegenaacval ondernam, met het gevolg
dat de hoogte, volgens het Duitsche bericht,
werd heroverd.
De Fransche mededeeling zegt, dat ten
gevolge van den aanval de oostelijke hel-
lingen van de hoogte door de Franschen
moesten worden ontruimd, doeh dat de
westelijke helling door hen zou bezet blij-
ven. Het Duitsche bericht dat iets verder
schijnt te gaan, dan de Fransche mededee-
ing, dat de laatste zegt het gevecht
duurt voort meldt, dat alle loopgraven
bezet en 1700 Franschen gevangen geno-
men zijn, benevens dat enkele kanonnen en
mitrailleurs in Duitsche handen vielen.
Tusschen Soissons en Rheims hadden
slechts artillleriegevechten plaats.
Het gevecht bij Perthes-les-Burlus, dat
sedert enkele dagen werd geleverd, en dat
door de Franschen als een overwinning
werd gemeld, bleek ook volgens den bericht-
gever van de „Times" wel tot de verovering
van enkele loopgraven te leiden, doch niet
tot de inneming van Perthes. Daardoor,
zegt de //Koln. Ztg.", wordt de beteekenis
van dit succes wel wat verminderd.
De verovering van enkele loopgraven
kan geschieden, maar zoodra de aanval zich
wat verder uitbreidde werd hij algeslageD.
Door de verovering van enkele loopgraven
is de stelling dus nog niet genomen. Want
achter die loopgraven liggen nieuwe ingra-
vingen, artilleriestellingeu en posities voor
zware artillerie, en zoolang deze niet tot.
zwjjgen gebracht is en de aanvallers dus
door het artillerievuur in bedwang gehouden
worden, is het in bezit nemen van enkele
loopgraven, met hoe groote moeite ze ook
verkregen werden, nog slechts het begin
van een succes.
In den stompen hoek, dien de Duitsche
stelling bij Souain en Perthes maakt, hebben
de Franschen echter loopgraven ingericht,
die tot 6 meter de Duitsche loopgraven
naderen. De uitspringende hoek ten noorden
van de hoeve Beau Sejour is nog in Fran
sche handen, en de vijandelijke loopgraven
en verdekt opgestelde mitrailleurs en kanon
nen worden er hevig beschoteu.
Hier schijnt de Fransche opperbevelheb-
ber wel de grootste krachtinspanning te
willen aanwenden, om de Duitsche linie te
doorbreken; maar de verdedigers hebben
daar een reeks werken achter elkaar aan-
gelegd, die zoo versterkt, en met artillerie
voorzien zijn, dat de aanval uiterst moeilijk
zal blijken. Vooral ook, daar in dien stom
pen hoek een groote en krachtige troepen-
macht in reserve is opgesteld.
In het overige deel van het gevechtsveld
hadden geen belangrijke ontmoetingen
plaats; daar wordt bovendien in het gebied
der Vogezen door sneeuw en mist elke
operatie bemoeilijkt^ zoodat men zich be-
palen moet tot artillerieduels.
In het Oosten bleven de operaties be-
perkt tot verkenningen. De Russische ge
nerate staf maakt melding van een groot
aantal kleine ontmoetingen, die blijkbaar
slechts voorhoedengevechten waren. De
weersgesteldheid en de toestand van het
terrein maakten bewegingen van groote
troepen ondoeniijk. De verkenningen gaan
echter steeds vooruit en komen nu en dan
met den vijand in aanrakiDg is deze ster-
ker dan trekken zij terug, is hij zwakker,
dan worden wel eens aanvallen onderno
men, om hem tot een gevecht te noodza-
ken, of de troepen nauwkeuriger vast te
stellen.
Dit alles heeft echter zeer weinig te be-
teekenen.
Slechts in het zuidelijk gedeelte van het
gevechtsfront, aan de Beneden-Nida, waar
de Russen tegenover de Oostenrijkers staan,
poogden zij de Oostenrijkers af te slaan
doch volgens de Weener berichten mislukte
dit geregeld.
In Galicie en in de Karpathen is het
rustig Want ook daar beletten mist en
sneeuw groote operaties.
Het aftreden van den minister van buiten-
landsche zaken der Oostenrijksch Hon-
gaarsche monarchic, grauf Berehtold, is een
feit ran niet geriDge beteekenis in dezen
stand -van zaken. Dat de minister, die een
der eerste oorzaken van den wereldstrljd is
geweest, zij het ook onder een aantal
samenloopende omstandigheden, thans heen-
gaat, is een bewijs, dat men in Oostenrijk
en voor Oostenrijk deh toestand zeer ernstig
inziet. Of baron Burian in staat zal zijn
de kans voor de Oostenrijkers te doen keeren
is een vraag, die thans i og moeilijk te
beantwoordeu is.
Het bericht, dat graaf Witte in Duitseb-
land is geweest, om namens een vredespartij
in Rusland te komen spreken over den toe
stand //and the way out"; wordt, zooals wij
dadelijk verwacht hadden, van Duitsche
zijde beslist tegengesproken. De bron waar-
uit wij het bericht hebben, is echter van
dien aard, dat wij die tegenspraak kalm
kunnen laten voorbfjgaan.
Slechts de opmevking van de //Frankf.
Ztg.", dat het bericht een bewijs zou zijn,
dat men zich voorstelt dat Duitschland den
1
11
r
COURANT