f ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. 1 No. 6168. Dins dag 5 Januari 1915. 55e Jaargang, De Oorlog. ABONNEMENT ADVERTENTIEN Telefoon 25. Bit Blafl verschijnt Maandag^, Woensdag- en Vi'ijdagavond, nitgezonderd op Feestdagen, hij de Firma P. J. YAH DE 8ANDE te Ter Nenzen. leine Man en de Groote Leening. Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor NederlancT/1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika jT 1.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. jel Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10. Bij c&ir^ct© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. advertentien voor 1 Wttr op den dag der uitgave. m. k Inzending van Het is thans, aldus schrijft de //Nieuwe Financier", naar het ons voorkomt, boven alles, zaak den ,/kleinen man" voor de leening te interesseeren, en te zorgen dat hij op het postkantoor of bij den naasten ontvanger inschrijft zooveel hij kan. Van zijne mede- werking zal het succes der groote uitgifte in hooge mate afhangen. De groote en zelfs de kleine kapitalist, zullen wel van zelf komen. De veiligheid der obligatie, haar hooge rente, haar gemakkelijke be- leenbaarheid, zullen hun vaderlandsliefde supplementeeren. Maar de kleine man, of het vrouwtje met wat spaarcenten, zal lichte- iijk in den waan komen dat zijn of haar 100 of 200 bij die 275.000.000 geen rol spelen. Die waan moet hem of haar worden uit- gepraaten wij doen een beroep op elk lezer, en op elk redacteur, vooral van de honderden kleine couranten waaraan dit nummer, met dit stukje gemerkt, zal worden toegezonden, om het //kleine" publiek te beduiden welke groote rol het bij deze nationale zaak kan spelen. Stel dat er in ons land een half millioen lieden zijn die de hand kunnen leggen op 100 a 500 gulden, dan is het mogelijk zooveel kleine inschrijvingen te krijgen dat niet alleen het succes der leening verzekerd is, maar ook, betgeen evenzeer telt, dat zij van meet af aan uitnemend geklasseerd zal zijn, d.w.z. in soliede haoden komt in plaats van bij specuianten. Met het oog hierop is het van het hoogste belang die kleine menschen voor de goede zaak te winnen en daardoor ordt een dubbel goede daad verricht, aan- gezren -vtevens wordt belet dat die menschen hun goecD-geld versnoepen aan Lotisieo of Tijclgeest Pbljssen, en dergelijke dwaas- heden. De aangewezen weg om deze vele kleintjes tot inteekenen te bewegen schijnt ons te zijn hen attent te maken op de soliditeit, op de hooge rente, op het feit da„ de Neder- landsche Bank ten alien tijde geld op de obligation leent, en op de omstandigheid dat zij steeds door verkoop te gelde zullen kunnen worden gemaakt. Verder moet hun de beteekenis der leening van een vaderlandlievend standpunt worden verklaard. Men moet hun uiteenzetten dat de Staat, om zijn neutraliteit te kunnen hand- haven en eventueel om zijn onafhankelijk- heid te kunnen verdedigen, geld in kas moet hebbenvoorts dat handel, landbouw en verkeer beter zullen worden wanneer de Nederlandsche Bank het geld dat zij aan den Staat heeft moeten leenen terugkrijgt en opnieuw ter beschikking kan stellen van den boer en den koopman, en dat dit gunstig moet terugwerken op het bedrijf van ieder- een. Bij vermijding van ingewikkelde bij- zaken zullen deze eenvoudige waarheden niet nalaten het gewenschte gevolg te hebben. En daar zulk gevolg een eerste landsbelang is hopen wij dat ieder lezer onder de //kleine luyden" in zijn kring ijverig propaganda zal maken voor de Groote Leening. Herstavond aan boord van een onderzeeboof. Een bootsman, die behoort tot de beman- ning van een der Duitsche onderzeeers geeft in de Weserzeitung het volgende stemmingsbeeld Na een paar dagen van rust en nadat de U-booten weer in orde en zeewaardig zijn gemaakt, steekt de U-bootenflotielje in den avond van 23 Dec. weer in zee. In een lange lijn zakken de booten, als ze de sluizen gepasseerd zijn, de Jade af. Alle luiken zijn luchtdicht gesloten. De com mandant staat met zijn mannen op de brug; de officier van de wacht, de seiner en roergangers. In het inwendige, hermetisch gesloten deel der boot wordt het nu een en al bedrijvigheidieder staat er op zijn post, de motoren draaien snorrend de schroefbladen en maken een lawaa'i, dat het klotsen der brekende golven tegen de zijwanden overstemt. De manschappen halen moeilijk adem in de door olie, teer- en honderd andere geurtjes vervulde lucht. De booten glijden voort door bet gevaar- lijke water, ze passeeren Helgoland en varen nu gescheiden, elk den haar vcorgeschreven koers volgend. Die op de brug staan trachten met scherpen blik.de duisternis te doorboren en klemmen zltfb vast aan de stortzee over- eeling om niet door een soord te worden geslagen. Langzaatn wijkt de nacht voor de sche- mering en als de booten ter hoogte van Joggersbank komen, is de zon in vriende- ijke straling. haar dagloop begonnen. Allen hebben zich nu, daar de booten in vijandelijke wateren zijn gekomen, in den toren teruggetrokken, want de voorziehtig- leid gebiedt, onder waier te varen met naar buiten gebrachten periscoop. Geen enkel vijandelijk schip is in zicht gekomen en de zon zinkt weer weg achter de golven in het westen. In de nabijheid van de Engeleche kust wordt de zee kalmer. Onze boot glijdt langzaam door het water. Geen enkel lichtsehijnsel komt in zicht. Onze gedachten gaan naar het vaderland, naar vrouw en kinderen; wij zien onze dierbare betrekkingen verzameld onder den icht glanzenden Kerstboommet glinste- rende oogen kijken de kleinen naar de brandende kaarsen. Kijk het bovenste icht wordt groen en rood gekleurdhet wordt grooter, steeds grooter, en wat is dat Sehril snerpt een fluittoon door het ruim der bootcommando's weerklinken. En alien, die op hun post staande in hun verbeelding hebben verwijld bij den huise- lijken kring, worden door dit alarmsignaal tot de harde werkelijkheid teruggeroepen en voeren nu met de grootst mogelijke snelheid de gegeven commando's uit. Zwaar werken de motoren, in razende vaart slaan de schroefbladen door. Bange minuten volgen. Op een toestel, dat aan- geeft hoeveel de onderzeeer is gedoken, worden slechts langzaam, veel te langzaam de meters afgelezen en verruimd halen alien adem, als een diepte van twintig meter is bereikt en het gevaar dat zooeven nog alien boven het hoofd hing, is verdwenen. Wat was er gebeurd? De roode en groene lichten kondigden het naderen van een vijan delijk oorlogsschip aan, dat met groote snelheid dichterbij kwam. En wij zouden zijn geramd, als de commandant niet nog te juister tijd het gevaar had bemerkt, en boot en bemanning voor ondergang behoed. had Qudejaarsdag a an de grens. Een Engelsche kruiser voor Zeebrugge. De correspondent van de Tel. te Sluis schrijft d.d. 1 Januari: Woensdagnacht stormde het. En tusschen het geloei van den wind hoorden we ka- nongebulder. Ginds aan de Yser, stond de strgd niet stil, al woedden de elementen. „Die arme soldaten", zeggen de menschen met nog meer deernis, als de regenvlagen neerslaan en de wind over de vlakte giert. De laatste dag van 't jaar bracht kalmer en droger weer. Al vroeg weer de stem van het geschut „En wij, die peinsden met Nieuwjaar thuis te zijnzei me een vluchteling. „Maar ze werken toch voort Uit die woorden spraken teleurstelling en hoop. Ja, dagen als deze, drukken de stemming. Oudejaarsavond is als een mijl- paal op den levenswegen nu is die weg moeilijk en ruw De gedachten gaan terug naar I Augustus, naar Luik, naar de vlakten van midden-Belgie, naar Ant- werpen, naar de Yser. Velen hebben in dien oorlog een familie- lid verloren. Menigeen, die bij den aanvang van 'tjaar welvarend was, is nu behoeftig en vraagt beschaamd om onderstand. Op een dag als heden, met zjjn herinneringen, schijnt ballingschap nog zwaarder te wegen. In den namiddag was ik aan zee. Een grijze hemel koepelde boven de land- en watervlakte. Zware slagen verbraken de stilte. Als een machtige donderstem rolde over de polders. Een Engelsche kruiser loste eenige schoten op Zeebrugge en't Duitsche geschut antwoordde. Op de duintoppen groepjes menschen, die in zee en naar Zeebrugge tuurden. z/Zie, 't brandt alklonk het. eJa, te Knokke *.Neen, te Heyst Ik heb geen brand kunnen ontwaren, wel rook van 't geschut. 't Werd weer stil Wat beteekenden die schoten Een groet.. een tot weerziens in 1915 Tot een eigen lijk bombardement kwam het althans niet Ik begaf me naar het Zwijn. De uit- - i gestrekte vlakt- nu door 't water der killen en kreeken in een aantal eilandjes verdeeld, ag daar indrukwekkend in haar grootsche verlatenheid, begrensd door de dijken en duinen, welke door den avondnevel met letzelfde grauw getoetst werden. Ook over 't Zwijn scheen een treurige oudejaarsstemming te hangen. Om dat water moest ik een omweg ma- ten over den glibberigen of drassigen bo- dem een omweg van wel een half uur en toen bereikte ik de gestrande Duitsche motorboot, die het in de loopende geruch- ten al tot een onderzeeer heeft gebracht. Een dertigtal mariniers spanden al hun rrachten in, om met balken en rollen, te Knokke gerequireerd, het vaartuig naar zee te krijgen. De wind was weer guur geworden en nu en dan kletterde de regen ijskoud neer. Est ist kalt in diese Ecke, riep een matroos me toe. De //Ecke". dat was 't Zwijn, waarvan de Duitscher natuurlijk niet de historische jeteekenis gevoelde. Ja, 't was koud en, ondanks den inge- spannen arbeid, zette menigeen de kraag recht. Ik zag die mannen aan. Ook voor hen was 't een onpleizierige Sylvester een oudejaarsavond in //Feindesiand", dat vroe- rer geen vijanden had, maar 't welk een vijand opgedrongen werd Een vreeselijke knal barstte los. Te Duinbergen steeg een zware rookkolom op. Een mijn ontp'ofte daar. Kort daarop nog zoo'n knal't was nu een mijn te Kad- zand. En w cjfc dwarrelde pikzwarte rook over de zee. En nog meer ontplofSngen brakea de stilte aan duiu en strand. 1914 eindigde geweldig De matrozen kregen hun boot tot bij 't water. Even staakten ze 't werk. Van- nacht, koopten ze, zou de vloed 't overige doen, al lag nog een zandbankje in den weg. In groepjes stonden ze dan te praten. Een zong een liedjeIk verstond de woorden //WaDneer zie ik u terug 't Was een jonge, knappe matroos. Dacht hij aan een meisje in de //Heimat", dat wellicht ook peinsde aan den geliefde, die hier nu in't verlaten Zwijn Sylvester vierde 'k Verwijderde me. Nog eens rolde de donder langs de lucht metlangena-trillingen. De avond had nu zijn sluiev gespreid over 't uitgeputte Ylaanderen, dat toch op een gelukkig 1915 hoopt. Ook aan den einder was't stil geworden. Wie zou nu niet denken aan de dooden van 't kleine leger, de te vroeg gestorvenen, aan behendigheid, verstand, geleerdheid, genie, aan vriendschap en liefde, alles ver- morzeld in een bloedigen kuil, aan treurende ouders, en weduwen en kinderen wie zou ook niet denken aan de levenden van't kleine leger, strijdend voor een ideaalde vrijheid Ja, Belgische soldaten, gesneuvelden, ge- wonden en strijdenden. Ik dacht vooral aan u, toen ik terugkeerde langs de eenzame dijken, worstelend tegen den ijzigen wind, op dezen allertreurigsten Oudejaarsavond. St. Joris opgegesen. Een officieel jjbericht van het Duitsche hoofdkwartier van 1 Januari 11. meldt: Bij Nieuwpoort is niets van belang voorgevallen. Van het veroveren van het, door het artil- lerievuur der bondgenooten volkomen tot puin geschoten gehucht St. Joris, is, met het oog op den zich daar voordoenden hoo- gen waterstand, afgezien. Ten Oosten van Bethune en ten Zuiden van het kanaal ontnamen de Duitschers een loopgraaf aan de Britten. In de Argonnen zijn de aanvailen der Duitschers verder opgeschoten; wederom vielen 400 gevangenen en 6 machinegeweren en vier mijnenwerpers met veel andere wapenen en munitie in hun handen. Een ten W. van St. Mihiel bij Lahay- meik liggend Fransch kamp werd door de Duitschers in brand geschoten. Aanvailen bij Flirey ten Westen van Sennheim, welke gisteren werden gemeld, zijn alle afgeslagen. St. Joris is dus een punt, waar de bond genooten zich blijvend genesteld hebben. De Duitschers zeggen, dat het dorp heelemasl plat geschoten is door de vijande- lijke artillerie. Zeker zal het dorp wel door de bondgenooten beschoten zijn geworden, toen de Duitschers er nog in zaten. Maar de jongste beschieting tis er toch een van Duitschen kant geweest. Over de gevechten, die de bezetting van St. Joris vooraf gingen, wordt nog het volgende gemeld. Tengevolge van de over- strooming waren alle toegangen tot het dorp afgesneden. Alleen de weg van Nieuwpoort naar Vlannekensveere was nog bruikbaar en half- weg tusschen deze twee plaatsen ligt St. Joris. Ten Zuiden van het dorp bevindt zich een kleine strook gronds, die gespaard is gebleven door het omringende water en na twee uren hevigen strijd, door een detachement Engelsche zeesoldaten en een Belgisch bataljon slaagden deze manschappen er in, daar stelling te nemen. Eenmaal zoover, zouden de bondgenooten den vijand, die ongeveer 100 man verloren had, op een afstand houden. Tien minuten later ontruimden de Duitschers hun loopgraven en zochten 'n schuilplaats bij eenige in de nabijheid staande huizen, om hun gelederen te kerstellen. De beschieting werd voortgezet en nadat de Duitschers zich hersteld hadden, her- namen zij het offensief en daar slechts een lanon op het veroverde terrein in stelling ron gebracht worden, werd de positie der Belgen zeer gevaarlijk. De Engelschen be- sloten toen een wanhopige poging te doen, om hun kameraden te redden. Zij plaatsten een 75 c. M. kanon op een platbodem- vaartuig, met de bedoeling, daarmede de bedreigde Belgen te bereiken. Maar de afdeeling, die ter hulp snelde, moest langs een kanaal, hetwelk langs^een dorp stroomde, 'waarachtir de Dji^c&ers op de loer lagen. Zes fuseliers boden zich viijwillig aan het waagstuk te ondernemen en de successen behaald. De Duitsche lege,; - staan bijna overal op vijandelijk gebien De herhaalde pogingen onzer tegenstan-> ders om met hun legers op het grondgebied van Duitschland door te dringen, zijn ver- i ijdeld. In alle zeeen hebben mijn schepen zich met roem overladen, hun bemannin gen hebben bewezen dat zij niet allef zegevierend weten te vechten, doch o heldhaftig te sterven, wanneer zij doori^r—j^ andelijke overmacht overmeesterd worden. i Achter de legers en de vloot staat het Duitsche volk in voorbeeldelooze eendracht bereid goed en bloed te geven voor den heiligen huiselijken haard, dien wij tegqn,- misdadige aanvailen overal verdedig'^"*" Yeel is in het oude jaar tot staM, Yer" bracht, maar toch zijn de vijandenze in het stof geworpen, steeds nieur'ecj1j:veq._'i ren brengen zij tegen onze legeir Qnw onzer trouwe bondgenooten in Hun aantal echter schrikt ons ni tijd moge ernstig, onze taak zB,JI» wij mogen in vast vertrouwen de 72 jaar. tegemoet zien. r'e moei- Naast God's wijze leiding vert'idt. op de onvergeljjkelijke dapperheid leger en de vloot, en weet dat het iqijy Duitsche volk een met mij is. Da gaan wij onversaagd het nieuwe jasi nieuwe overwinningen voor het gel?We vaderland tegemoet." w.g. Wilhelm I. I. 1 rn om u schuit gleed "kangzaam weg, om haar ge» vaarlijke taaf' te gaan ondernemen. voort- gestuwd met behulp van lange vaarboomen. Toen de vijand het vaartuig in 't oog kreeg, opende hij er dadetijk een hevig vuur op en de stuurman viel gewond neer. Hij werd dadelijk vervangen door een ander, die echter eveneens gewond werd, en dit ging zoo door, totdat vijf mannen van de zes buiten gevecht waren gesteld. Toen was de strook vaste grond echter bijna bereikt en de zesde fuselier zou de schuit juist langs het eilandje meeren, toen hij met een schot in het hoofd neerviel. De Belgen slaagden er even wel in, het kanon aan land te brengen, en dadelijk openden zij nu het vuur op de huizen, w^aarin de Duitschers zich verdekt hadden opgesteld. De gebouwen, die op slechts 300 meter afstand lagen, waren spoedig vernield en de Duitschers vluchtten naar Mannekens- veere, waarbij zij langs de Belgische vuur- lijn moesten om zich in veiligheid te kunnen brengen. Zij verloren daarbij veel gewonden, terwijl anderen verdronken en 200 man op het slagveld bleven. Oe beteekenis wan St.-Jofis. 'tFeit dat de Duitschers St. Joris hebben opgegeven, heeft, naar een bijzondere corres pondent van vDe Tijd" meldt, bijzondere beteekenis. Want daardoor worden de vor- deringen bekroond, bij Lombaertzijde aan de kust gemaakt. //Ter zijde, Oostwaarts, land in hebben de bondgenooten nu mede vasten voet en de tegenaanval is voor goed gekeerd. Thans moet nog de vijand van de smalle kuststrook tusschen Lombaert zijde en de zee verdreven. Daarom hebben de bondgenooten wederom een zware kanon- nade op Westende gericht, teneinde het den Duitschers aldaar onhoudbaar te maken. Terwijl de Duitschers nog hun geschut op St. Joris richten om onze troepen aldaar te verontrusten, hebben zij ook hevig de veroverde Belgische stelling ten Zuiden van Dixmuiden en het door de Beigen daar geslagen bruggehoofd onder vuur gecomen. De Belgen hebben zich daar echter reeds geducht verschanst, en al was het bijwijlen schier onmogelijk het Duitsche vuur te weerstaan, toch zijn zij erin geslaagd zich te handhaven en hun veroverde stelling te behouden". Een gsrocl^matie van dsn Duitschen keizes*. De keizer heeft uit het groote hoofd kwartier de volgende proclainatie //aan het Duitsche leger en de Duitsche vloot" ge richt ,/Na vijf maanden zwaren en verbitterden st,rijd gaan wij het nieuwe jaar in. Schit- terende overwinningen zijn bevochten, groote De Paus en de krijgs gevangenen. /S Tusse^"- den Keizer Jw^en Paus n'larsei.'eT' Ly». Nieuwjaarsdag de volgem?o wisselingen telegram men plaats" gehad z/Aan Zijne Majesteit, Wilhelm II, Dui,e^ Keizer. Yertrouwende op de gevoelens^ Christelijke naastenliefde waarvan uwe jesteit bezield is, smeeken wij Uwe M^ teit dit onzalige jaar te besluiten en 'e nieuwe te beginnen met eene daad v. Keizerlijke grootmoedigheid, namelijk door ons voorstel aan te nemen, dat tusschen de oorlogvoerende staten een uitwisseling van niet meer voor den militairen dienst deu- gende krijgsgevangenen moge plaats vinden. W. g. Paus Benedictus XV". De Keizer antwoordde hierop: /,Aan Z. H. den Paus. Terwijl ik Uwe Heiligheid dank zeg voor het telegram, is het mij een innige behoefte de verzekering te geven, dat Uwe Heiligheid's voorstel om het lot der voor verderen militairen dienst ongeschikte krijgsgevangenen te verzachten, mijn voile sympathie heeft. De gevoelens van christelijke naastenliefde, waardoor dit voorstel wordt ingegeven, stellen geheel overeen met mijne eigen wenschen en over- tuiging. W. g. Wilhelm". - ¥er>fead van bfooduitvoep. Men meldt ons uit Sas van Gent d.d. 30 Dec: Heden is door den plaatselijken comman-^ dant alhier het verbod uitgevaardigd, dat^ voortaan geen brood meer mag uitgevoerd worden naar de Belgische grensgemeenten/" Tot dusver was het toegestaau, dat Belgi sche bakkers en particulieren in de grens- dorpen van Zeeuwsch-Ylaanderen het brood, insloegen, dat zij tot e-er en enan, gebruik noodig hadden. Volgens de statistiek zijn er tot hed op deze wijze ongeveer 6a/3 millioen broodt uitgevoerd en weliicht heeft dit schrik barend hooge cijfer aanleiding gegeven tot het uitvaardigen van dezen definitieven maatregel. Het gevolg hiervan zal in de eerste plaats een ontzettenden invloed op de talrijke arbeidersbevolking hebben, die in de fabrieken langs de grens werkende, dagelijks het voor hun behoefteu vereischte kwantura brood mee konden nemen. Maar niet minder zal deze maatregel drukken opi de Belgische plattelandsbevolking, diepe landwaarts in, daar deze tot nu t'oe doo*- groote toegevendheid der militaire autor teiten voor nijpencl gebrek bewaard is gf* bleven. De nood, die reeds een bedenkelijke hnoj bereikt heeft, zal daardoor plaats mai voor nijpend gebrek, tenzij radicale teg maatregelen door bet buitenland geno worden. (Te ISet leven in d-fcjoopgrav* Herbaaldelijk doen in* de pers ver de ronde, welke den itidruk vestige^ de stemming onder de troepen niet veet iijdt onder de gruwelijke ot elleude. De //Temps" drukt een den T, der op NEUZENSCHE ku st rreiL l- x.l.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 1