De krijgshedrijven. BINNtNLANU. Fan het Duitsch* Oostenrijksch Russische gevechtsterrein. ST. PETERSBURG, 30 Nov. (Pet. Tel.-Ag) Mededeeling van den grooten generalen staf De Duitschers in Frankrijk en Belgie. een troepenmacht van twee millioen man zouden uitmaken, dock die door de zware verliezen wel wat zullen verrainderd zijn, al heeft Duitsehland dan ook uit de depdts, de nieuwe lichringen en de vrij willigers een groot aantal manschappen kunnen uitzenden om de open plaatsen aan te vullen. Er blijft dan voor den strijd in Rusland, naar de berekening van den vTirues"-mede- werker, slechts een millioen overnu is de taak van Rusland niet gemakkelijk, daar het bovendien aan de grens ook nog de Oostenrijkers tegenover zick heeft, en met de Turksche aanvallen in den Kaukasus moet rekening houdenmaar Frankrijk, Engeland en Belgie hebben toch wel den zwaarsten last op zicb genomen, door de beste en meeste Duitscke troepen vast te houden. In het Westen toch staan de beste actieve Dnitsche korpsen.-; in het Oosten slechts landweer- en landstorm-afdeelingen. De Duitscbers hebben steeds een gering denk beeld gekoesterd van de Russische strijd- macht, die meer uitmunt door groote getallen dan door groote strategie. Een generaal als Hindenburg heeft met de Duitsche troepen in het Oosten wonderen kunnen verrickten, al is hij niet in staat de steeds grooter wordende Russische legers tot den terugtocht te noodzaken. Maar de wijze waarop hij gebruik weet te maken van de fouten' der tegenpartij, de ongehoorde inspanning, die hij over een uitgebreid front van zijn troepen weet te verkrijgen, de ongeevenaarde veerkraclit waarmede hp zijn troepen, na ze aan 's vjjands vervolging te hebben onttrokken, weet te herstellen en opnieuw tot het offen- sief optreden weet te brengen, toonen zijn eigenschappen als legeraanvoerder en be- wijzen, dat de hulde, die de Duitsche Keizer hem bracht, volkomen verdiend is Maar dat neemt niet weg, dat de toe- stand aan de Oostgrens nog lang niet gun- stig is voor de Duitschers. Een groote over winning is van geen der beide zijden behaaldde hardnekkige gevechten hi] Lowitsj duren voort, maar de bedoeling der Duitschers, om de Russen te omvatten en een Sedan uit te lokken, is mislukt, en de steeds aanstroomende Russische verster- kingen noodzaakten de Duitschers een defensieve stelling in te nemen. Nu is de aangekondigde, en vooral in de Engelsche pers reeds geslaagd geachte Russische om vatting der Duitsche strijdmacht eveneens mislukt. Verleden week werd reeds gemeld, dat de Duitsche legers omsingeld waren. en dat een of meer divisies gsvangen wareD genomen de Russische generale staf heeft het noodig geoordeald, deze voorbarige overwinningsberichten tegen te spreken. De strijd is nog steeds onbeslistmaar de strijd duurt nog steeds voort. En hoe- wel de krijgskans nu eens naar deze, dan weer naar gene zjjde overhelde, is het te verwachten, dat de groote overmacht, die Rusland in het vuur kan brengen, ten slotte tot den terugtocht der Duitsche troepen aanleiding zal moeten geven. Voor het oogenblik gaat het nog op en neer. En de beiichteu, waarin weinig over den stand van zaken, veel over de aan beide zijden behaaide successen sedert de laaiste weken wordt medegedeeld, laten geen oor- deel vellen omtrent den juisten stand van zaken. De //Times" wijst op de handigheid, waarmede in Duitsehland nieuwe leger- korpsen worden gevormd. In October ver- schenen plotseling 6 nieuwe korpsen, no. 22 tot 2? in Belgie; het bestaan dier korpsen was geheel onbekend, over hun aankomst was niets gemeld, en plotseling stonden zij voor de bondgenooten tusscheu Yperen en de zee. Dat moet tot voorzichtigheid manen, en niet te snel de conclusie doen trekken, dat Duitsehland aan bet eiude zijner hulp- middelen is. De //Times" zou daarora niet graag be- weren, dat de Duitschers niet in staat zijn nog meer legerkorpsen in het veld te brengenmaar het blad vraagt alleen Wij kennen nu ongeveer 60 legerkorpsen, de Duitschers beweren er 100 op de been te kunnen brengen maar waar zijn die andere korpsen Die zouden allicht den doorslag kunnen geven in het Westen, waar de loestand nog steeds onveranderd is. De Engelsche macht is er nu reeds veel sterker, dan toen Sir John French het eerste legerkorps in Yperen wierp, om daar tegen een drievoudige overmacht te strijden. Aanvankeljjk moesten de Engelschen in het Noorden strpden over een lang front, met zwakke versterkingen en geen reserves, thaus is overal een dubbele rij versterkingen aangelegd en zijn er reserve-korpsen in Frankrijk. Een deel der zware aitillerie is eveneens in reserve, en de Engelsche troepen hebben positie-mortieren en handgranaten. De cavalerie is gereed voor elk haar aan te wijzen doel, en bovendien zijn er nog troepen op komst. Om deze redenen meent de /Times", dat de toestand in het Westen thans voor de bondgenooten nog veel beter is dan vroeger, en dat de kans om door hunne linies te breken voor de Duitschers voortdurent minder wordt. Vooral wanneer de Duitschers genood- zaakt zullen worden vele troepen van het Westen naar het Oosten te voeren, om daar de steeds aangroeiende Russische legermacht te beletten in Silezie te vallen. De //Times" maakt eenige opmerkingen over het optreden van Duitsche onderzee- sche schepen in het Kanaal en zelfs tot bp Havre. Klaarblijkelijk, zegt het blad. waren deze gewoon hun voorraden, brand- stoffen en ammunitie te gaan aanvullen in Zeebrugge. Vandaar dan ook het bombar- dernent van Zeebrugge, waarvan de bedoe ling was de havenwerken onbruikbaar te maken, en dus de Duitsche schepen te noodzaken naar Emden te gaan. Dan zouden de onderzeeers minder kans hebben, zooals zij in den laatsten tijd deden, het Kanaal onveilig te maken. De bedoeling van die tochten in het Kanaal en langs de Fransche noordkust was, naar de ,/Times" meent, voornamelijk gericht tegen schepen met voorraden, voor de Fransche havens bestemd. Dit optreden moet, zooals minister Churchill uiteenzette, gevolgen hebben voor de bewaging der Duitsche schepen Maar zij mogen een belemmering zijn voor de Engelsche operaties ter zee, die te beletten, ligt niet in hun macht. Dat blijkt wel uit het optreden der Engelsche vloot aan de Belgische kust en in het Kanaal. Het blad meent, dat verliezen nog wel zullen voor- komen, maar dat deze door de genomen voorzorgsmaatregelen wel zullen worden beperkt. De groote schepen zullen vergezeld worden door torpedojagers en andere kleine vaaitui- gen, en zullen gebruik maken van hunne netten om torpedo's op te vangen, van mijnen om zich te beschermen. Koopvaarders zullen eveneens worden vergezeld, of hij nacht varen als de onderzeeers weinig kun nen uitrichten. Maar ze buiten het Kanaal te houden, zal wel niet mogelijk zijn. En het is daarom noodig, dubbel waak- zaam te wezen, zegt de //Times". ft- De hardnekkige gevechten in de richting van Lowicz duren voort. Een poging van de Duitschers om voort te dringen in de richting van Szerzow werd met groote ver liezen voor den vijand afgeslagen. Op het overige gedeelte van het front op den linkeroever van den Weichsel had slechts een beschieting met geschut plaats. Bij Plock hebben onze troepen vier vaar- tuigen met oorlogstuig buitgemaakt. In Oust- Pruisen worden de kleine ge vechten voortgezet. 'e Russen hebben na een strijd van tien dagen eergiste>en de Oostenrijksche stellin- gen genomen, welke over een uitgestrekt- heid vau 50 wersten van Koueczna, ten noorden van Bartfeld (komitaat Saios), aan de Jidowsk en de Jindranowa, tot Sczuko, ten zuiden van Mezo Laborcz (komitaat Zemplen), de doorgangswegen in de Kar- pathen bestreken. Wij vermeesterden er kanonnen en machinegeweren en maaktcn vele gevangenen. Gedurende de eerste helft van November hebben wij in 't geheel 50,000 soldaten en 600 ofBcieren van de Oostenrijkers en Hougaren gevangen genomen. BERLIJN, 1 Dec (E., van Duitsche zijde.) De Keizer kwam gisteren te lnster- burg aan. Na een korte begroeting zette hij de reis per auto voort naar het front der in Oost-Pruissen staande troepen, die in den afgeloopen nacht verscheidene Russische aanvallen met glans hadden afgeslagen en die de verrassing van de komst van hun Keizer met grooten jubel begroetten. PARIJS, 30 Nov. (Reuter.) Een officieel verslag over de krijgsverrichfingen van 21 tot 27 dezer bebelst, dat de vijand zich in het algemeen heeft uitgeput in vruchte- looze, laksche aanvallen. Onze tegenaan- vallen, zegt het verslag, hebben den Duitschers daarentegen ernstige verliezen toegebracht. Tusschen de Leie en de zee heeft de vijand zjjn krachten samengetrokken op de verwoesting van Yperen. De kathedraal en de toren van de lakenhal zijn vernield. Wij vermeesterden op 25 dezer een stelling op den rechteroever van de Yser ten Zuiden van Dixmuiden en handhaaflen ons daar. Tusschen de Leie en de Oise bleven d< Duitschers werkeloos Kleine aanvallen ondernamen zij tusschen de Oise en de Vogezen, doch die bleven zouder resultaat, terwijl wij successen van beteekenis behaalden en alle' loopgraven veroverden, waarvan wij last ondervonden en onze zware aitillerie de approviandeering van den vijand bijna onmogelijk maakte. PARIJS, 30 November. (Reuter.) Offi cieel bericht van 11 uur 's avonds Niets anders valt te vermelden dan eenige aanvallen van den vijand ten noorden van Atrecht, welke zonder resultaat bleven. OOSTBURG, 1 December. (Part.) Uit de richting van Nieuwpoort wordt heden van den vroegen morgen af ouophoudelijk ka- nongebulder gehoord. Hoogstwaarschijnlijk worden de Duitsche troepen weder van uit zee beschoten. LONDEN, 1 Dec. (Part.) De rust, die er op het gevechtsterrein in Belgie en Noord-Fraukrijk heerscht, blijft ongestoord voortduren. Slechts voorpostengevechten worden geleverd en de beschieting met het geschut werd voortgezet, doch gedurende lie laatste dagen heeft zelfs dit opgehouden. De druk op het Russische grensgebied zou de Duitsche gelederen in Belgie gedund hebben. Hoewel het vast moet staan, dat een groot aantal troepen gedurende de aatste dagen naar het oostelijke oorlogs- lerreiu is overgebracht, hebben de Duitschers op het westelijke front ook eenige ver- sterking gekregen van nieuwe troepen. GEMEENTERAAD VAN TERNEUZEN. Vergadering van Donderdag 26 November 1914. XV e r v o I g0 5. Regeling van het bedrag, waarvoor de te benoeinen gemeente-ontvanger ten behoevc der gemeente zekerlieid moet stellen. Burgemeester en wethouders stellen voor. overwegende dat de jaarlijksche inkomsten der gemeente, berekend olp de wijze als is aangegeven in arlikel 110, tweede lid, der gemeentewet, volgens de vastgestelde ge- meenterekeningen over de jaren 1908 tot en met 1912 gemiddcld hebben bedragen j 87.373,99, te besluiten: 1» het bedrag, waarvoor de te benoemen ontvanger ten belioeve van de gemeente zekerheid moet stellen, te bepalen op veer tien duizend gulden (J 14.000, 2°. het nominaal bedrag der te verpanden inschrijving op een van de Grootboeken' der Nationale Scliuld te bepalen op liet bedrag, dat men verkrijgt door 21/2 pCt. en 3 pCt. inschrijvingen aan te nemen tegen een koers respectievelijk van 55 pCt. en 70 pCt., naar boven afgeroond tot veelvouden van 100,— 3o. de overwaarde der te verbinden 011- roerende goederen te bepalen op ten minste 25 pCt. van liet bedrag der zekerheid; 4°. te bepalen, dat de te verpanden in schrijvingen en de te verbinden goederen vrij en onbezwaard moeten zijn; 5°. de volgende regelen vast te stellen, volgens welke bij daling van den koers der inschrijvingen of van de waarde der 011- roerende goederen aanvulling van het onder- pand kan worden gevorderd: a. bij daling van den koers der 2V» pEt. en 3 pCt. inschrijvingen respectievelijk tot 55 pCt. en 70 pCt. of daar beneden, is do ontvanger verplicht op eerste aanschrijving van den raad binnen vier weken het onder- pand zoodanig aan te vullen, dat bij de be rekening van het onder 2". bedoelde bedrag de 2V2 pCt. en 3 pCt. inschrijvingen worden aan gen omen tegen een koers respectievelijk 5 pCt. lager dan de werkelijke koers; b. bij zoodanige daling van de waarde van eenig verbonden onroerend goed, dat zij het bedrag der zekerheid niet langer met 25 pCt. te boven gaat, is de ontvanger ver plicht op eerste aanschrijving binnen vier weken diet onderpand zoodanig aan te vullen, dat de waarde der verbonden onroerende goederen het bedrag der zekerheid weder met ten minste 25 pCt. te boven gaat. De heer De Jager vraagt, hoe groot het bedrag der zekerheidsstelling thans is. De voorzitter antwoordt, dat het nu 10.000 bedraagt, dat burgemeester en wet houders voornemens waren nu j 15.000 voor te stellen, doch dat dit, in verband met de cijfers der gemeenterekening niet lion. Als het bedrag dier rekeningen stijgt, kan de zekerheidsstelling ook verhoogd worden. Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aa,ngenomen. 6. Vaststclling van een instructie voor den gemeente-ontvanger. Door burgemeester en wethouders wordt voorgesteld, vast te stellen de volgende INSTRUCTIE voor den ontvanger der gemeente Ter Neuzen. Artikel 1. 1. Het kantoor van den ontvanger, dal gehouden zal worden ten gemeentehuize in een door burgemeester en wethouders aan te wijzen lokaliteit is dagelijks, des Zater- dags en Zon- en algemeen erkeftde christe- lijke feestdagen uitgezonderd, voor het pu- blieli geopend van des voormiddjags 9 tot des namiddags 1 uur. Bovendien lioudt de ont vanger kantoor op den eerslen en derden Woensdag van iedere maand, des namiddags van 4 tot 5 uur te Sluiskil eveneens in een door burgemeester en wethouders aan te wijzen lokaal. 2. De ontvanger is verplicht gedurende dien tijd te zijnen lcantore aanwezig te zijn, tenzij ambtsbezigheden zijne tegenwoordig- heid elders vereischen. Artikel 2. 1. De ontvanger heeft aan den raad, aan de commissien uit den raad, aan burge meester en wethouders, aan den burge meester en indien de raad van de hem in artikel 116, tweede lid, der gemeentewet gegeven bevoegdheid gebruik heeft gemaakt, aan de krachtens het tweede en derde lid van dat artikel aangewezen personen alle inlichtingen, welke van hem in verband met zijne administratie worden gevraagd. 2. De ontvanger woont desverlangd de vergaderingen van den raad, van de com1- missien uit den raad en van burgemeester en wethouders bij. Artikel 3. 1. De ontvanger zorgt, dat al zijne re gisters in geregelde orde, zonder witte vak- ken worden bijgehouden. 2. Aan hetgeen eenmaal in de registers is geschreven, mag niets worden veranderd dan bij behoorlijk gewaarmerkte doorhaling of bijvoeging. Het radeeren in de registers is verboden. Artikel 4. 1. De ontvanger mag, zonder toestemming van burgemeester en wethouders, tenzij aan de bevoegde macliten, aan niemand inzage, afschriften of uittreksels van of uit eenige registers of stukken betrekkelijk zijn beheer geven. 2. Hij volgt, in zake dc bewaring van de onder hem berustende stukken, de voor- scliriften op, welke hem door burgemeester en wethouders zijn of zullen worden verstrekt ien richt zijne administratie in volgens de hem door dit college aangegeven of aan te gevenl modellen. 3. Hem worden alle boeken, registers en ge drukte stukken en hetgeen verder tot ver- vulling van zijne betrekking noodig is, van wege de gemeente kosteloos verstrekt. Artikel 5. 1. Van alle ontvangsten geeft de ont vanger eene quitantie af, dragende het num- mer van het journaal of hulpjournaal, waaronder zij geboelil zijn. Geene quitantie mag door hem in bianco worden geteeliend. Het gefbruik van een handteekeningstempel is verboden. 2. Hij mag na het uur voor de sluiting van zijn kantoor voorgeschreven, zijn kan toor niet verlaten, voordat alle ontvangsten en uitgaven, dien dag gedaan, zijn geboekt en het kassaldo door hem is vastgesteld. Artikel 6. Van alle misslagen in bevelschriften of overschrijding van begrootingsposten, geeft de ontvanger bij ontdekking .onmiddellijk kennis aan burgemeester en wethouders. De betaling der bevelschriften stelt hij tot nader order vail burgemeester en wet houders uit. Artikel 7. De ontvanger zorgt voor de uitreiliing van alle aanslagbiljetten binnen 10 dagen, nadat hij de betrekkelijke koliieren ter invordering heeft ontvangen. Artikel 8. 1. Geene vervolging ter zake van plaat- selijke belastingen stelt hij, zonder voor^ kennis van burgemeester en wethouders, langer dan veer tien dagen uit. 2. Op 31 December van ieder jaar en verder zoo dikwijls als burgemeester en wethouders dit verlangen, zendt de ontvan ger aan burgemeester en wethouders een nominatietven staat van alle nalatigen in de betaling van direcle belastingen, met opgave van de genomen maatregelen ter invordering. Artikel 9. Indien erfpachters, huurders of pachters van gemeente-ieigendommen nalatig zijn in de voldoening van erfpacht, huren of pach- ten, geeft hij daarvan kennis aan burge meester en wethouders, onder bijvoeging van voorstellen ter bevordering der inning. Artikel 10. 1. Wanneer de kas een bedrag van vijftien duizend gulden te boven gaat, geeft de ont vanger daarvan onmiddellijk kennis aan burgemeester en wethouders. Hij zal met dit bedrag liandelen, zooals door burge meester en wethouders zal worden op- gedragen. 2. Hij mag zijn bijzondere zaken of gelden of die van anderen niet vermengen met die der gemeente en geen andere gelden of geldswaarden op zijn kantoor hebben of bewaren, dan waartoe hem door burge meester en wethouders opdraclit wordt ver strekt. Artikel 11. 1. De ontvanger dient zijne rekening in tweevoud, van alle daarloe betrekkelijke stukken vergezeld, voor den 15den Juli van' elk jaar aan burgemeester en wethouders in. 2. Bij de inzending der gemeenterekening worden, belialve de daarbij vereischte be- scheiden, gevoegd de over het dienstjaar, waarop de rekening betrekking heeft, door den ontvanger gehouden journalen en hulp- journalen, benevens het grootboek. Artikel 12. 1. Verlof tot afwezigheid wordt verlcend: voor een week of korter door den burge meester, voor langer tijd door burgemeester en Nvethouders. 2. Van de beslissing van den burge meester staat beroep open bij burgemeester en wethouders. 3. Van de beslissing van burgemeester en wethouders staat beroep, open bij den raad. 4. Van afwezigheid wegens ongesteldheid wordt door of vanwege den ontvanger onmiiddellijk kennis gegeven aan den burgemeester. Artikel 13. 1. Bij ongesteldheid en afwezigheid van den ontvanger wordt hij, onder zijne verant- woordelijkheid, vervangen door een door hem onder goedkeuring van burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon. 2. Bij ontstentenis van den ontvanger wordt hij vervangen door een door burge meester en wethouders aan te wijzen persoon. Artikel 14. Deze instructie treedt in werking den 1 Januari 1915, met ingang van \velken datum de bestaande instructie vervalt. De heer De Jager merkt op, dat aan de voorgestelde instructie ten grondslag ligt het beginsel, dat het kantoor van den gemeente- ontvanger moet worden gehouden op het) stadliuis. Hij vraagt, of dit geen verdere gevolgen ihebben zal: d. W. z. of geen voori, stellen tot verbouwing van het stadliuis te wachten zijn, om een plaatsje in te ruirnen voor den gemeente-ontvanger. Spreker weet, dat, als het gebouw voor het kantongereclil gereed is, de gemeente de beschikking krijgt over die lokalen; ligt het misscliien in de bedoeling den ontvanger daar te plaatsen? De voorzitter meent, dat, afgedacht van de vraag, of hier op het stadhuis een plaats voor den gemeente-ontvanger zal Worden in- gerujmd, het verbouwen van het stadhuis een vraagsluk is, waarmede de raad zich ook in de toekomsl zal hebben bezig to houden. Het zou er alleen misscliien wat door verliaast worden. De vraag zal dan zijn, of we het meer of minder luxieus zullen doen. Spreker zegt dit, buiten beschouwing la- tende het beschikbaar komen van de lok#len' thans voor het kantongerecht in gebruik. Het houden van het kantoor van den ont vanger op het stadhuis, wordt van zooveel belang voor den dienst geaclit, dat men izich daarvoor desnoods gaarne wat wil behelpen. Als het practisch niet mogelijk blijkt, om het opkamertje ten stadhuize voor kan toor van den gemeente-ontvanger aan te' wijzen, kan het kamertje thans door den secretaris gebruikt, daarvoor worden aange wezen, terwijl de secretaris zich dan ook wel zal willen behelpen met de raadzaal. Thans wordt overgegaan tot de artikels- gewijze behandeling der instructie. Bij artikel 1 vraagt de heer Waalkes, wat de oorzaali is dat niet wordt voorgesclireveh, ook des Zaterdags kantoor te houden. De secretaris deelt mede, dat dit verband houdt met wettelijke voorscliriften, dat dien dag de registers moeten Worden bijgewerlit. De heer Eijke vraagt, of het niet noodig is, de dagen te noemen, die als christelijke feestgaden worden beschouwd. De voorzitter acht dat niet noodig; er is nog wjel niet in hoogste instantie uitge- maakt, welke dagen vaststaand onder de christelijke feestdagen beliooren te worden gerekend, doch, in afwachting van wettelijluS maatregelen daaromtrent, zullen burgemeester en wethouders die dagen regelen, zooals hier algemeen gebruikelijk is. De heer Eijke neemt met deze verklaring genoegen. De lieer Waalkes vraagt of een zittijd van 6£n uur te Sluiskil voldoende mag worden geaclit. De voorzitter merkt op, dat de ontvanger tweemaal per maand gedurende een uur te Sluiskil zal komen en dat dit voor de zaken die aldaar te beliandelen zijn, voldoende mag worden geaclit. Het is de bedoeling om voor het houden van een kantoor aldaar een der lokalen .yan de openbare school aan te wijzen, die na 4 .uur in den namiddag be schikbaar is. In verband daarmede is de aanvatig der zitting op' 4 nre bepaald. De heer Waalkes neemt met deze ver klaring genoegen. Artikel 1 wordt met algemeene stemmen goedgekeurd, evenals de artikelen 2 tot ed met 9. Bij artikel 10 vraagt de heer D. Scheele of het daarin genoemde bedrag van vijftien duizend gulden niet op veer tien duizendl gulden belioort te worden bepaald, in ver-j band met het op die som bepaalde bedrag der zekerheidsstelling. De voorzitter acht die opmerking juist. Dat hier het bedrag van vijftien duizend is voorgesteld, kom't daaruit voort, dat de concept instructie is opgemaakt voor het voorstel betreffende de zekerheidsstelling en dat zooals hij feeds mededieelde de verwacliting was, dat de zekerheidsstelling op 15.000 zou kunnen worden bepaald Met algqmeene stemmen wordt besloten in artikel 10 te bepalen, dat de ontvanger aan burgemeester en wethouders kennis zal moeten geven indien de kas een bedrag van 14.000 te boven gaat. Artikel 10 wordt daarna, aldus gewijzigd vastgesteld, terwijl ook de artikelen 11 en 12 met algemeene stemmen worden aan- genomen. De heer Eijke vraagt of in artikel 13 niet moet worden bepaald, dat de ontvanger „ten zijnen koste" wordt vervangen. De voorzitter antwoordt, dat dit tegen den regel zou zijn. Bij afwezigheid van gd- meente-ambtenaren wegens ziekte of verlof, wordt niet ten hunnen koste in de plaatsj- vervanging voorzien, doch geschiedt dit van wege de gemeente. Bovendien zal de ver1- vanging van den ontvanger bij zijne af wezigheid door burgemeester en wethouders steeds wel zoodanig kunnen Worden geregeld; dal dit kan geschieden zonder bezwaring van de gemeentekas. De heer Lensen vraagt, of ook niet moet worden bepaald, gedurende welken termijn de ontvanger, in geval van aanhoudende! ziekte vol salaris Irekt. De voorzitter antwoordt dat daaromtrent door gedeputeerde staten, die het salaris be palen, algemeene regelen zullen worden vast gesteld en dit dus niet in de instructie moet geschieden. Artikel 13 wordt hierna met algemeene stemmen onveranderd vastgesteld. De heer Waalkes wijst er op, dat artikel 14 de slotbepaling bevat en vraagt, of er nog worden ingelaeclit, cvonato dal in vH. iimii ug- tie van den secretaris is geschied, nl. dat liek den ontvanger verboden is, zonder toestem ming van den raad nevenbetrekkingen te 1 #fleeden. Reeds aanstonds na het ont- staan der vacalure is hier zijdelings toege- geven, dat dit er in behoorde te wordfen opgenomen. De voorzitter merkt op, dat de been Waalkes hier een niet onbelangrijk punt aan- roert en hij kan begrijpen, dat zulks get- schiedt, in verband met hetgeen in het ver leden ligt. Dit punt lieeft ook in de vert' gaderingen van burgemeester en wethouders tot uitvoerige gedachtenwisselingen aanleit- ding gegeven. Dat evenwel niet is voorge steld eene zoodanige bepaling op te nemen, spruit voort, uit de overweging, dat de raad niet bevoegd is, die bepaling te maken, daar hierin reeds door de gemeentewet wordt voorzien. j Wanneer men de ontwikkeling van de ge meentewet nagaat, blijkt, dat de wetgever van 1853 reeds heeft voorzien, dat er door gemeenteambtenaren nevenbetrekkingen zou den worden bekleed. Dit blijkt daaruit, dat hij voor den gemeente-secretaris en deq -ontvanger in de wet verschillende funetie's heeft genoemd, die met die ambten onver- eenigbaar zijn. Vanzelf vloeil hieruit ook' voort, dat men andere betrekkingen daar-i mede wel vereenlgbaar acht. Gaat men nu verdere beperkende bepa- lingen maken, dan tast men het recht van den ambtenaar als vrij man aan, en de raad gaat daarmede zijne bevoegdheid te buiten. Dringend moet spreker aanraden, dat niet te doen; hij komt ten deze op, voor het recht van den ambtenaar. (Wordt vervolgd.) Om het xoete winstje. Korfc na het uitbieken van den oorlog reeds kregen de groote cacaofabriekeu hier te lande reusachtige besteilmgen uit Duitseh land. Het drinken van cacao werd door de leger-autoriteiten onder de troepen zeer aangemoedigd. De veldflesschen werden met den bruinen drank gevuld en aan de stations verkwikte men er de doortrekkende soldaten mede. De meeste fabrieken hier te lande zitten zelfs nu nog tot over de ooren in de bestellingen. Van nieuwe orders aannemen is geen sprake meer; integendeel, er zjjn zelfs iabrikant.en die gaarne het vroeger hier te lande geleverde tegen aanmerkelijk ver- hoogden prijs terug zouden willen koopen. En intusschen duurt de vraag voort. 't Schijnt, dat Duitsehland ten opzicbte van cacao onveizadigbaar is. Voortdurend vet schijnen iu de dagbladen de rarest ver- lokkende advertenties en 't gevolg is een wilde jacht naar't veel begeerde product. Speciaal in Amsterdam doet op't oogenblik ieder in cacao. Ehrentfeste burgers die tot voor enkele weken van cacao niet veel meer wisten, dan dat het in een kop met

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1914 | | pagina 2