ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6148.
Dinsdag 17 November 1914.
54e Jaargang.
De Oorlog
ABONNEMENT:
ADVERTENTlfiN
TeleSoon
Dit Blafl vsrschijnt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Kenzen.
BINNENLAND.
Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 utll* op den dag der uitgave.
H. M. de Koningin te
Scheveningen.
Onze Banier, het orgaan der Chr. Onder-
officieren Vereeniging, bevat het volgende
Toen H. M. de Koningin voor eenige
weken Scheveningen bezocht orn daar met
eigen oogen te aanschouwen op welke wijze
Haar gemobiliseerde soldaten gehuisvest
waren, stroomde begrijpelijkerwijze weldra
een groote menigte samen om de geliefde
Vorstin te zien en te huldigen.
Voor Hare Majesteit vertrok, noodigde
Zij de schare uit met Haar aan te heffen
Psalm 33 9.
En spontaan klonk het hit den mond
van de Hooge Vrouwe en Haar volk, wijd
uit over strand en golven
De oorlogsleening
De Arnh. Ct. schrijft, dat het bedrag van
de te sluiten oorlogsleening niet gesteld is
op 250, maar op 275 millioen. De deel-
neming zal vrijwillig wezen, maar, indien
de leening eventueel niet volteekend mocht
worden, zal het verdere bij wijze van een
gedwongen omslag geplaatst worden bij de
hoogst aangeslagenen en wel pondponds-
gewijze, naar gelang van het vermogen.
De vrijwillig genomen aandeelen zullen
een rente geven van 5 pet., de gedwongen
geplaatste van 4 pet. Verder ligt het in
het voornemen der regeering deze leening
te beheeren als een afzonderlijk fonds en
in verband daarmede de aflossing te doen
plaats hebben binnen een van den gewonen
wettelijken termijn (40 tot 60) jaren afwij-
kenden tijd, namelijk in 15 jaren, zoodat
in 1929 de amortisatie volledig zal hebben
plaats gehad.
Het bedrag van de leening zal alleen dan
voldoende zijn, indien de oorlog, met inbe-
grip van zijn directe gevolgen, niet langer
meer duurt, dan zes maanden, dus tot Mei
of Juni 1915. Zijn de normale toestanden
omstreeks dien tijd nog niet teruggekeerd,
dan zal opnieuw in de behoeften der schat-
kist worden voorzien.
Verloven aan militairen.
Door het Kamerlid Duymaer van Twist
waren aan den Minister van Oorlog de vol
gende vragen gericht:
Acht de Minister den algemeeDen toe-
stand niet zoo gewijzigd, dat de mogelijk-
heid kan overwogen worden om verloven
aan militairen op ruimere schaal te verleenen
als tot op heden plaats heeft
Zoo ja, is de Minister dan bereid een
regeling te treffen, waarbij zooveel moge-
lijk rekening gehouden wordt met de maat-
schappelijke belangen van hen, die met de
mobilisatie zijn onder de wapenen geroepen
De Minister, generaal Bosboom, heeft
hierop geantwoord, dat naar zijn meening
de algemeene toestand niet zoodanige
wijziging heeft ondergaan, dat het verleenen
van verlof aan militairen op ruimere sohaal
dan tot dusver geschiedt in overweging kan
worden genomen.
Het Kamerlid Van Vlijmen heeft betref-
fende het verleenen van verlof aan som-
tuige landweerplichtigen, die hoofden van
zaken zijn, gevraagd of de Minister bereid
zou wezen meer vrijgevig te zijn in het
toestaan van enkele dagen verlof, indien
de noodzakelijkheid van hun tegenwoordig-
heid voor korten tijd (bij v. 4 dagen) tehuis
overtuigend wordt aangetoond
De Minister heeft hierop geantwoord
dat voor het verleenen van verloven de
volgende, door den opperbevelhebber van
land- en zeemaeht vastgestelde algemeene
regelen gelden
a. Aan de militairen der land- en zee
maeht kan verlof worden verleend be-
houdens bevoegdheid van de compagnies-
en daarmee gelijkgestelde kommandanten
om ten deze (ook ingevolge hoogeren last)
beperking op te leggen in verband met de
eischen van den dienst, de te volbrengen
opdracht of de veiligheid naar keuze
van den verlofganger
1. ten hoogste gedurende een etmaal in
zeven aehtereenvolgende dagen aan personen,
behoorende tot de bezetting van forten, en
ten hoogste gedurende een etmaal in tien
aehtereenvolgende dagen aan de overige
militairen, of
2. ten hoogste gedurende twee etmalen
in veertien aehtereenvolgende dagen, onder-
scheidenlijk in twintig aehtereenvolgende
dagen aan personen, behoorende tot de order
1 bedoelde categorieen, of
3. ten hoogste gedurende 4, onderschei-
denlijk 3 etmalen per maand aan personen
als voren.
b. De verloven gaan als regel in na
afloop van den dienst op den dag, vooraf-
gaande aan bet etmaal of de etmalen,
onder a 1, 2 of 3 bedoeld. Kan de betrok-
kene dienzelfden dag zijn woonplaats of
bestemming niet bereiken, dan mogen de
onder 2 en 3 bedoelde verloven met een
dag worden verlengd, in welk geval echter
het vertrek eerst plaats heeft op den eersten
verlofdag en terugkeer op den laatsten dag
wordt geeischt.
c. De verloven worden zoodaDig gere-
geld, dat zij voor elke compagnie of daarmee
gelijk te stellen eenheid of detachement,
voor zoover doenlijk, over de verschillende
dagen der week ongeveer gelijk worden
verdeeld.
d. In zeer dringende gevallen en bij
hooge uitzondering als bijvoorbeeld over-
lijden of ernstige ziekte van echtgenooten,
kinderen of ouders, kan door of vanwege
den korpskommandant of hoogere autori-
teit, voor zoover de dienst zulks toelaat,
een buitengewoon verlof van een tot hoog-
stens vier dagen worden verleend.
De noodzakelijkheid van zoodanig verlof
moet voor of na het verlof deugdelijk
worden aangetoond.
Uitzondeiing op deze algemeene regelen
wordt, in voorkomende gevallen, gemaakt
voor militairen, die in het buitenland be
langen hebben te behartigen en aan wie,
met het oog op den duur der reis of de
daaraan verbonden bezwaren, langer verlof,
met evenredig grootere tusschenpoozen,
voor het geval waarin herhaling wordt
verlangd, wordt verleend.
Voorts zijn in verschillende gevallen aan
militairen, door wier voortdurend verblijf
onder de wapenen eenig gewichtig lands-
belang of eenig groot maatschappelijk be-
lang ernstig zou worden geschaad, buiten-
gewone verloven toegestaan van langeren
duur, hetzij aan een stuk, hetzij periodiek.
Met het oog op de eischen der landsver-
dediging geschiedt dit laatste echter zoo
spaarzaam mogelijk, en slechts dan, wanneer
de noodzakelijkheid overtuigend gebleken is.
Meer vrijgevigheid in het toestaan van
verloven kan niet worden betracht.
(H. Crt.)
Terbod uitvoer spek en vet.
Het Stsbl. no. 531 bevat een Kon. besluit
van den 14en dezer, waarbij is bepaald, dat
de uitvoer van versch, gezouten, gedroogd
en gerookt spek, gesmolten en ongesmolten
varkens- en fundervet, zoomede van mengsels
van deze vetten onderling en met andere
eetbare vetten is verboden van den dag der
afkondiging van dit besluit.
Bij Kon. besluit kan dit verbod tijdelijk
worden opgeheven of in bijzondere gevallen
daarvan ontheffing worden verleend.
De bedoeling van dit verbod van uitvoer
is, naar men uit Den Haag aan de N. R. Ct.
meldt, den uitvoer te verhinderen van binnen-
en buitenlandsch spek, zooals dat in zijden
of gedeelten daarvan in den handel wordt
gebracht, terwijl daaronder niet begrepen
is de uitvoer van ander versch of toebereid
varkensvleesch in den vorm van geslachte
varkens, ham, bacon, koppen, worst en
varkensvleesch in blik.
Uitvoer van brood.
Aangezien berichten bij het departement
van oorlog zijn ingekomen, volgens welke
in sommige grensgemeenten tengevolge van
uitvoer op groote schaal van brood, broods-
gebrek voor de inwoners dreigt te ontstaan,
heeft de Minister van oorlog den autori-
teiten, belast met de uitoefening van het
militair gezag, in herinnering gebracht dat
zij de bevoegdheid hebben om, na overleg
met het betrokken burgerlijk gezag, zoo
noodig de maatregelen vast te stellen welke
genomen moeten worden om te voorzien
in het onderhoud der inwoners en de be
hoeften der bezetting.
Uitvoer van boter.
De Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel ad interim heeft art. 1 en art. 2
van een beschikkin^ van 29. October inge-
trokken en vervangen als volgt
Art. 1. Boter mag enkel uitgevoerd
worden, wanneer de partij gedekt is door
een bewijs van toelatirg tot uitvoer. De
bewijzen van uitvoer worden alleen verstrekt
aan bereiders van gecontroleerde boter, die
dertig procent van hunne productie voor
het binnenlandsch verbruik beschikbaar
stelden of afleverden.
Art. 2. Met gecontroleerde boter wordt
gelijkgesteld de boter, welke overeenkomstig
de bepalingen der Boterwet onder toezicht
van Rijksambtenaren in margarinefabrieken
uit aldaar aangevoerde melk is bereid.
(St.ct.)
De algemeene toestand.
Et le combat continue
Een motto, dat thans elken dag dienst
kan doen, omdat het feitelijk het eenige
ware woord is, dat in dezen strijd gespro-
ken wordt, schrijft het Alg. Hbl.
De strijd duurt voort.
Maar niemand weet met welk gevolg, en
niemand weet met welk einde.
Er wordt gevochten. Aan de Yser erger,
dan elders, wellichtaan de Westgrens en
aan de Oostgrens, in Armenie en in Servie,
bij Sjabatz en bij Keuprikeuj, ginds bij
Erzercem.
Er wordt gevochten in alle hemelstreken,
onder alle omstandigheden, te land en ter
zee, bij sneeuw en regen, warmte en koude.
Tien oorlogvoerende volken, ontelbare ras-
sen en stammen, nemen deel aan den strijd,
waarin reeds een groot deel van de bewo-
ners der aarde betrokken zijn.
En evenals het doeJ van dezen strijd
onzichtbaar en onvindbaar is, is het resul-
taat er van onvindbaar. Tenzij ditdat
de dood huis houdt met nooit geziene
kracht, en dat zijn oogst het ruimst is in
dezen strijd.
En overigens gaat het elken dag, van
voren af aan, steeds maar weer verder
Er wordt gevochten.
En in dien strijd schrijven alle groepen,
alle volken, alle afdeelingen zich zelf de
overwinning toe.
De berichten en mededeelingen uit Duit-
sche bron geven uiting aan de overtuiging,
dat ten slotte de overwinning zal zijn aan
de Duitsche wapenen„Durch 1" is het
eenige woord, dat nog gehoord wordt.
//Doorzetten tot het uiterste, maar niet
versagen", de leuze van alle Duitsche
vaderlanders. En zij verklaren het nog
lang te kunnen uithouden, wijl zjj nog
voldoende reserves hebben maar meer nog,
het vaste geloof, de heilige overtuiging,
dat zij zullen overwinnen.
Leest men daartegen de Fransche bladen,
de Fransche berichten, de Fransche over-
zichten, dan is er geen twijfel aan, of de
geallieerden zullen ten slotte overwinnen.
Zoo schrijft generaal Bonnal in het Journal
//Sedert bijna twee maanden duurt de slag
aan de Aisne voort, die nu langzamerhand
de slag aan de Oise, de slag bij Artois, de
slag in Vlaanderen is geworden. De
activiteit der Duitschers is opgeteerd in
aanvallen en tegenaanvallen, op de ver
schillende deelen van het onmetelijke front
tusschen Nancy en de Noordzee. A1 die
pogingen zijn mislukt en nu zijn wij het,
de Franschen, de Engelschen, de Belgen,
die vooruitrukken, den vijand met kleine
beetjes, maar voortdurend terugdringend."
En de Engelschen zijn eveneens over-
tuigd, dat de toestand voor de Duitschers
ontzettend geworden is. //Duitschland", zoo
verklaart ons de //Times", //heeft gespeeld,
op een groot succes in het Westen, en heeft
verloren. Het durft niet terug te gaan,
wijl het bankroet van de Pruisische strategie
dan zou bloot liggen voor geheel de wereld,
en omdat het dan Belgie stukje bij beetje
zou moeten ontruimen. Maar wat voordeel
zal het brengen voor Pruisen, zoo het Belgie
houdt en Silezie en Oost-Pruisen worden
overstroomd door de Russen en het Duitsche
Rijk in het hart wordt getroffen
jAl dat praten over de ongetelde Duit
sche millioenen in het Oosten is maar
bluf", vervolgt het Londensche City-blad.
z/Wij hebben heel wat berichten gehad van
den Russischen staf en hoewel wij weten,
dat de Oostenrqksche macht heel sterk is,
is het toch zeker, dat niet meer dan vier
of vijf actieve Duitsche legerkorpsen in het
Oosten zijn. Wellicht zijn er nog een
achttal reserve-korpsen maar de geheele
rest der 22 legerkorpsen die aan deze grens
strijden zijn saamgesteld uit Landweer- of
Landstorm-formatien".
Om die redenen gelooven ook de Russen
dat zij zullen overwinnen. Wat daar aan
Duitsche troepen staat is de moeite niet
waard. Reeds is de cavalerie vooruitgerukt,
de Duitsche grens over, en daarachter komen
de //ongetelde Russische millioenen"de
Russen staan reeds 20 mijlen van Krakau
en van Thorn en de Russen zijn al weer
in Oost-Pruisen.
En zoo schrijft en praat iedereen. In den
Kaukasus schrijven Russen en Turken zich-
zelf de overwinning toe, in denzelfden strijd
en iedere partij, iedere groep, ieder land
is overtuigd dat de eindelijke zegepraal zijn
deel zal zijn.
En daartusschen zitten de enkele neutra-
Ien, de onpartijdige toeschouwers, als de
toekijkers bij dit reuzen-schaakspelzij zien
de zetten, maar begrijpen ze niet altoos;
zij hooren de commentaren maar verstaan
ze niet altijd; zij hebben nog geen geenerlei
inzicht in het verloop of in den einduitslag.
Zjj zien alleen met toenemende verbazing
dit alles aan, deze steeds zich uitbreidende
worsteling, deze wanhepige pogingen om de
tegenpartij schaakmat te zetten, maar ook
deze steeds toenemende offers, aan men-
schenlevens kostbare menschenlevens
en aan kapitaal.
En zjj vragen zich afWaartoe dit alles?
Waartoe deze haat, deze strijd, deze ontzet-
tende worsteling, al deze reusachtige offers
En niemand kan op die vraag het ant-
woord geven
Een kanon veroverd.
De correspondent van de Times in West
Vlaanderen meldt dat het kanon, ojpgesteld
in een van de boerderijen, die de Duitschers
op den linkeroever van de Yser bezet houden
en waarmede zij nu en dan Veurne beschoten,
door de bondgenooten is veroverd, na een
bestorming van de boerderij, waarin het
verborgen was opgesteld.
Een Japansche torpedoboot
gezonken.
Een Japansche torpedo-boot is bij het
wegruimen van mijnen in de baai van
Kiao-tsjou op een mijn gezonken.
De gezag voerder van de ^Emden"
Von Mviller, de gezagvoerder van de Emden
zal naar Australie worden overgebracht,
Te Melbourne moet volgens een Reuter-tele-
grara het denkbeeld zjjn geopperd om hem
met eenig eerbetoon te ontvangen, doch
daartegen zijn zooveel protesten inge-
bracht, dat men er van heeft afgezien.
De Goeben en de Breslau.
Te Athene zijn, volgens de N. R. C.
telegram men ontvangen over de schade,
door de Goeben beloopen bij het bombar-
dement van de Dardanellen door het Engel-
sche en Fransche eskader. Twee der ka-
nonnen van 28 c. M. hebben erg geleden,
twee stoomketels zijn onbruikbaar geworden
en de electrische inrichting voor de bewe-
ging van het roer is stuk geschoten.
De Breslau is voor het leggen van mijnen
ingericht. Beide schepen zijn geheel be-
mand met Duitschers, die hun eigen uniform
dragen, alleen hebben zij een... Turksche
fez opgezet.
Zeebrugge een station voor
Duitsche onderzee'ers.
Naar de correspondent van //de Tijd"'te
Londen meldt, is Zeebrugge op last der
Duitsche militaire overheid, geheel ontruimd
en de haven aldaar tot een station voor
onderzeebooten ingericht. In de hotels wor
den de groote zalen als montage-kamers
gebruikt, waar de verschillende onderdeelen
der booten, over land aangevoerd, in elkander
gezet worden.
Duitsche reservetroepen.
Volgens de VI. Crt. schrijft men van
Duitsche zijde
Dezer dagen zijn de ambtelijke statistie-
ken aangaande het getal Duirsche reserve-
troepen opgemaakt. De vredesslerkte van
het Duitsche leger is 300,000 man, met
inbegrip van officieren en kader. Tientallen
van jaren zijn er jaarlijks 150,000 weerbare
mannen voor den dienst onder de wapens
niet opgeroepen. Daardoor is het te ver
klaren, dat Duitschland thans te beschikken
heeft over ongeveer twee millioen vrijwil-
ligers.
Dit zijn geheel voor den dienst geschikte
mannen, die slechts daarom niet onder de
wapens werden geroepen, omdat het be-
noodigde aantal manschappen niet ovel-
schreden mocht worden. Op dit oogenblik
heeft Duitschland ongeveer 41/s millioen
soldaten onder de wapens staan. Door
Engeland verspreide bewering, dat zich
onder hen talrijke lieden bevinden van 50
tot 60 jaar is volkomen ongegrond.
Er zijn slechts een gering getal van
vrijwilligers op dien leeftijd. Dit getal is
volgens een vrij nauwkeurige schatting niet
booger dan 5000. Nu zijn in de laatste
weken preciese opgaven gedaan aangaande
weerbare mannen, d. z. mannen op den
leeftijd van 18 tot 45 jaar, die nog in
Duitschland als reservetroepen beschikbaar
zijn.
Het resultaat is, dat Duitschland in staat
is, nog 6 millioen soldaten te velde te
brengen, zonder dat jongelingen beneden
de 18 en mannen boven de 45 jaar
behoeven te worden opgeroepen. Onder-
danen van neutrale staten die in Duitsch
land komen, zijn dan ook verbaasd, als zij
in alle steden nog zulk een groot getal
soldaten rond zien loopen gereed om te
velde te trekken.
Nog een millioen Engelsche
soldaten.
Naar de parlementaire medewerker van
de //Daily Telegraph" verneemt, zal de
eerste minister het Lagerhuis machtiging
vragen een tweede millioen manschappen
voor den oorlog op de been te brengen.
Krupp beetgenomen.
Krupp had, zoo vertelt ons een vriend
uit Antwerpen aldus schrjjft het Dagbl.
van N.-Br. indertijd alle kanonnen ge-
leverd voor de vesting Antwerpen.
En toen de Duitschers er verschenen en
al die Duitsche kanonnen vonden, glommen
ze van pret.
Nu ja, de Belgen hadden de sluitstukken
meegenomen, maar dat beteekende minder
dan niets. Even seinen aan Krupp zend
nieuwe sluitstukken.
Krupp zond ze.
Maar ze pasten niet.
Met een ^donnerwetter" kreeg Krupp te
hooren, dat hij verkeerde sluitstukken ge-
stuurd had.
Krupp begreep er niets van en liet een
zijner ingenieurs naar Antwerpen reizen.
En wat ontdekte deze
Dat er een heel ander soort sluitstuk op
die Krupp'sche kanonnen gezeten had, dan
de Duitsche fabriek indertijd had geleverd.
En onze Antwerpsche vriend vertelde
ons, dat de Belgen indertijd door Cocqueril
nieuwe en grootere sluitstukken hadden
doen maken, omdat zij niet met handen en
voeten aan Krupp overgeleverd wilden zijD.
De Duitschers zitten nu met de kanonnen
opgescheept, waar zij niet mee kunnen
schieten.
En de commandant van Antwerpen heeft
nu in een proclamatie 20 francs belooft
aan ieder, die zoo'n sluitstuk terugbezorgt.
Hadden ze maar een, weet gedan
konden zij de andere namaken.
Maar niemand brengt zoo'n sluitstuk.
En nergens kan de Duitscher ze vinden,
ook al doet hij alle huizen, waar hij ver-
moedt, dat ze schuilen kunnen, doorzoeken.
Het Belgische leger heeft ze mee.
En daar kan de Duitscher voorloopig
niet bij.
In Zuid-Afrika.
In Zuid-Afrika is de strijdmacht van de
Wet slechts aan algeheele vernietiging ont-
snapt door het verzuim van enkele comman-
danten van Botha om op tijd per trein aan-
wezig te zijn. 250 gevangenen en twee
geheele legers zijn buitgemaakt. Dit heeft
een diepen indruk in den Vrijstaat gemaakt.
Oorlogsvaria.
Dezer dagen verscheen in een bank te
Landau een boer van tegen de zestig jaar,
die met den directeur spreken wilde over
het beleggen van zijn spaarpenningen. De
man vertelde, volgens de //Deutsche Tages
Ztg." bij die gelegenheid
Een gedeelte van mijn vermogen moet
komen aan de kinderen van mijn vier
zoons, die in den oorlog gevallen zjjn.
De rest moet aan mijn beide docbters
komen, wier mannen eveneens op het veld
van eer zijn gesneuveid. Mijn vrouw heeft
het geld niet meer noodig, want zij is ten
gevolge van al deze slagen krankzinnig
geworden. Ik heb nu dienst genomen als
vrijwilliger onder voorwaarde, dat ik naar
het front kom, om ons ongelnk te wreken.
Duitsche verliezen in het Oosten.
Uit St. Petersburg wordt gerueld dat de
Duitschers in de jongste gevechten in Oost-
Pruisen 70 percent van hun ofBcieren ver
loren hebben. De tropeeen, die de Russen
tusschen 23 October en 5 November ver-
meesterden, waren 4 houwitsers, 52 kanon-
NEUZENSCHE COURANT
'tBrieschend paard moet eind'lijk sneven,
Hoe snel het draav' in 't oorlogsveld
'tkan niemand d' overwinning geven;
Zijn groote sterkte baat geen held.
Neen, de Heer der heeren
Doet ons triumfeeren
Hij, geducht in macht,
Slaat elk gunstig gade,
Die op Zijn genade
In benauwdheid wacht.
1 o