ALGEMEEN NIEUWS- En ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Oproep om stem
Herlialingsonderffijs.
Paarden- en Veemarkt.
Ho. 6146
Donderdag 12 November 1914.
54eJaargans
Proelamatie.
Qnderwijzer
De Oorlog-
ABONNEMENT:
ADVERTENTIEN
Telefoon 25.
lilt glad verschpt MaaMa^, Weensflag- ea Yrpagaya^, nitpzoMert! op Foestfiagen, hi] de Firma P. J. YAH DE 8ANDE te Ter Neuzen.
Paarden en Veemarkt
8 I N N E N L A N D.
T
Per 3 maanden binnen de stad I.Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij aile
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij direct© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 UUf op den dag der uitgave.
Burgemeester en .Wethouders van TER
NEUZEN noodigen hen, die in aanmerking
wenschen te komen voor eene benoeming tot
bij het herhalingsonderwijs aan school A,
in de kom, uit, daarvan kennis te geven
aan den Burgemeester voor den 1G Novem
ber 1914.
Ter Neuzen, 9 November 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Oud-Minister Colijn in Belgie.
De oud-Minister van Oorlog, de beer Colijn,
is teruggekeerd van een tocht door de, het
meest door artillerievuur geteisterde, streken
van Belgie. Hem werd op dien toeht als
gids door gouverneur-generaal Von der Goltz
medegegeven de inspecteur van de vesting-
artillerie Von Beseler, die den artillerie-
aanval op Antwerpen had geleid. De uit-
werking van het Duitsche zware geschut
had ook op den heer Colijn grooten indruk
gemaakt.
Oorlog sleening.
Aan de Telegr. wordt medegedeeld. dat
het gedeelte der oorlogsleening, hetwelk bij
vrije inschrijving wordt geplaatst, 5 pCt,
rente zal afwerpen. Mocht op die wijze
niet de geheele leening worden geplaatst,
dan zal het resteerende gedeelte verkregen
worden door gedwongen inschrijvingen,
waarvoor in aanmerking zullen komen alien,
die in de vermogensbelasting voor ten minste
75.000 zijn aangeslageD. Voor het ge
deelte der leening, dat op deze gedwongen
wijze wordt geplaatst, zal de rente 4 pCt.
bedragen.
Vergoeding wegens kost-
winnerschap.
De Minister van Oorlog heeft onder dag-
teekening van 6 dezer het volgende geschreven
aan de burgemeesters
Daar het zich niet laat aanzien, dat op
spoedige demobilisatie van de weermacht
mag worden gerekend, en het komende
wintertijdperk stellig hoogere uitgaven zal
vorderen van de achtergebleven gezinnen
der dienstplichtigen, vind ik aanleiding u er
op te wijzen, dat u zonder voorafgaande
machtiging mijnerzijds bevoegd zijt, het
bedrag der aanvankelijk door u toegekende
vergoedingen te verhoogen, indien er voor
zoover u znlks nooaig acht om te voorkomen,
dat het den betrokken gezinnen zou komen
te ontbreken aan het noodzakelijke voor
levensonderhoud.
Onder dit laatste versta ik, zooals u on-
getwijfeld bekend is, niet alieen voldoende
voedingsmiddelen, doch ook Meeding, vuur,
lieht en huisvesting. Voorts meen ik er ook
de bijdragen aan zieken-en begrafenisfondsen
onder te moeten begrijpen.
Hoewel sehier overbodig, zij er niettemin
de aandacht op gevestigd, datde verhoogingen
in geen geval aanleiding mogen geven, om
de wettelijke maximum-vergoedingsbedragen
te oversehrijdeD, en ook, dat de vergoeding
nimmer meer mag bedragen dan het ver-
schil tusschen het bedrag, hetwelk de dienst-
plichtige in het gezin inbracht en hetwelk
bij aan het gezin aan eigen levensonder
houd kostte.
Zilverbons.
Zooals men weet worden de zilverbons,
die bij het begin van den oorlog, doordien
tal van dwazen het zilvergeld vasthielden,
doorv de Regeering als noodmunt werden
uitgegeven, geleideiijk weer ingetrokken.
Het ziher rolt weer, daar het Nederland-
sche menschdom van zijn waan is genezen.
Het publiek is aan die gemakkeiijke
papiertjes geweud geraakt en neemt ze
zonder aarzeling in befaling aan. Nu worden
echter de stukjes, die in handen komen van
den Rijksbetaalmeester, niet meer uitgegeven.
Zij gaan naar de Nederlandsche Bank en
deze houdt ze vast.
Dezer dagen ging er een baaltje vol van
den betaalmeesler te Amsterdam naar de
Bank er zat voor een halve ton in
Het zal nu wel weer eenigen tijd duren
voor de 15 millioen binnen zijn, want dat
is een hoeveelheid papier waarwan men
zicii niet gemakkelijk een denkb'eeld kan
vormen.
De gehte e partij is te Amsterdam bij de
firma De Bussy ge lrukt en het heeft eenige
dagen geduurd, voor de geheele partij ge-
reeds was, schoou met man en macht dag
en nacht is doorgewerkt.
Niet min'e," dan 30 beambten van de
Nederl. Bank waren er noodig om de bil-
jetten te tellen en te ordenen en op het
drukken toezicht te houden.
Nu zal het inirekken en vernietigen ook
weer met groote nauwkeurigheid moeten
geregeld worden, want al komt de massa
ook geleideiijk terug, met elkaar is het een
eerbiedwaardig stapeltje.
Als men ze op een hoopje kon leggen,
zou men 'n hoogte bereiken van 10 maal
den Dom van Utrecht dat is 11000 meter.
Naast elkaar op een rijtje zoudenzeeen
afstand bestrijken van Amsterdam naar Mad rid 1
Het publiek wordt nog niet gehaast met
het inleveren. Maar men kan er bijna zeker
van zijn, dat niet de geheele 15 millioen
weer zullen binnenkomen. Er zullen heel
wat zilverbons in de versukkeling zijn ge
raakt of opzettelijk worden achtergehouden
als historische zeldzaamheden, die straks
nog opgeld doen voor verzamelaars,
Tijd.
Al zwervend
Mislukte wijnlevering te Knocke.
Zeeuwsche en Duitsche soldaten aan
't Zwijn. Een eenzame wachtpost.
In de duinen van Cadzand.
Cronycke van 1914.
Men schrijft van Ylaamsche zijde aan
De Telegraaf:
Te Knocke aan Zee. Voor 't nieuwe,
sierlijke stadhuis, welks torenklok nog geen
Duitschen tijd wijst, omdat ze al van toen
ze daar geplaatst werd, schier altijd stil
staat, zijn eenige burgers verzameld met
manden vol fiesschen wijn. De Duitschers
haaden 3000 fiesschen wijn gevraagd.
Men heeft te Knocke al veel wiin aan
Duitschers geleverd, vroeger, gedurende
't seizoen, maar tegen klinkende munt.
Doch, nu zou men met bons betaald worden
en ons volk heeft heel weinig vertrouwen
in dergelijke gemakkelijk te beschrijven
papiertjes.
De leveranciers stonden daartoch Maar
de Duitschers kwamen niet. Een uur ver-
streek, 't tweede verliep 't derde en
toen besloten de burgers maar met hun
fiesschen naar huis terug te keeren. En zoo
geschiedde het hier, wat zeker in Belgie
nog niet voorgekomen is, dat Duitsche
soldaten wijn versmaadden.
m-
Aan het Zwijn. Een onmetelijke vlakte
bij zee fijn, korrelig zand, verder vettig slib,
en aan 't einde, tegen den groenen dijk aan,
weideplekken naast kreken zcut water.
En op die wijde, wjjde vlakte de Neder
landsche grenspaal met de vlag der veiligheid
en herbergzaamheid en liefde, want de mond
van de voormalige zeegolf ligt deels op
Belgisch, deels op Nederlandsch gebied.
Bij die paal drie soldaten, twee Neder-
landers en een Duitscher. Ik treed naderbij
en luister het gesprek afZeeuwsch en
plat Duitsch.
Welke scheutec hebben we daar
toch ge(h)oord vraagt een der Zeeuwen.
Ha, das is mein Kamerat, er schiesst
Kongne binter de Dunen.
Maar maggen jultie je patronen ver-
schieten
Ach, wa Krieg kommies doch nicht
auf eenen Patrone an.
(H)ei j'ook al in 't gevecht geweest?
Jawohl. In Frankreich fk habe
eine VVunde an mein Been... De Duit
scher wijst op zijn gescheurde broekspijp.
Und nun bin ik hier nach oben geschikt,
't Is hier beter ook
O, ja der Krieg is schrecklich
schieszen auf Vater von Familie und dann
ihre eigen Kamaraten sehn fallen, und das
begrafen van die Todten. Ja, Krieg ist
eine Massemordereiund laszen wir hoffen
das Dis de leste Krieg is. Hier oben is truhig.
Van wat lichting be je
Dat begreep de Duitscher eerst niet.
Hoe veel jaar dien je al
Ha, sie meinen das Ein jahr
Mein Bruder und mein Vater sind auch
in Krieg.
Drie soldaten uit hetzeifde huis
Ja. Ach das geht so in Deutschland,
vier, viinf, seehs auch.
Hoe lange moe je noe op wacht staan
Bis morgen ftinf Uhr.
Maar je wordt toch afgelost
Ja, nach sechs Uhr. Dan gehe ik
ruhen in ein Haus dort kinter de Dime.
Zes uur is lank (h)oor
Och, nicht so lange
Een aeroplaan komt uit zee, maar zweeft
zeer hoog. Wij hooren zijn geronk, doch
onderscheiden nauwelijks een stip.
Is dat een Duutscher of een Engelsch-
man vraagt een der Zeeuwen.
Er ist zu hoch. Ik kann es nicht
sehen. Er geht nach Brugge. Als er wetter
komt, und es ist een Englisher, dann musz
er fallen
't Was een Engelsch viiegtuig, dat de kust-
streek verkende.
Ge begrijpt, lezer, dat het mij, als Vla-
ming, pijn deed dien Duitschen schildwacht
daar te zien staan, op die meest historische
plaats van Vlaanderen, aan het Zwijn, aan
den mond van den inham, die ons gewest
eens tot 't welvarendste, 't vrijste, 't kunst-
minnendste der wereld maakte.
Die Duitscher verbood me mijn land in
te gaan en me naar Knocke te begeven.
En moest ik zijn gebod overtreden hebben,
dan had hij mij neergeschoten. Ik heb daar
eenigen tijd geleden onze vlag zien wappe-
ren Die vlag is weg en nu staat er een
schildwacht van het leger, dat in Belgie I
heerscht.
Er treedt nog een burger nader een
Duitscher, die nu iu Zeeuwsch-Vlaanderen
verblijft. Landsmann groet hij hartelijk.
Er ontspint zich een gesprek over Duitsch-
land eerst, dan over den //Krieg" en de
burger bekent, tot teleurstelling van den
soldaat, dat het Duitschland niet voor-
spoedig gaat.
Doch wir sind in Dunkirk wir
haben es gestern genommen, herneemt de
krijgsman. En op een versleten kaart legt
hij uit, dat de Engelschen daar in een
muizenval zitten.
Maar ze kunnen dan toch langs daar
weg, merkt de Duitsche burger op, in de
richting van Grevelingen wijzend.
En de soldaat geeft toe, dat de muizen
val nog aan een zijde open is.
't Is moeilijk om hier aan 't uiteinde van
't land, bij het eenzame verlaten Zwijn,
waar enkele hoeven en huisjes staan, het
jongste oorlogsnieuws te weten.
Een audere Duitscher verklaarde zelfs. dat
zijn makkers al voor Calais stonden.
Maar van de andere zijde hetzeifde g< ed
geloof. Twee groepjes wandelaars ontmoet-
ten elkander. Een heer verzekert uit de
beste bron, dat de verbondenen Ostende en
Gent genomen hebben. Men wil immers
zoo gaarne gelooven, wat men hoopt.
De zon zinkt wegEen aeroplaan
glijdt door het avondgoud, dat lucht, zee
en duinen toetsteen vurige vogel.
Kalmte, vrede ligt over de wijde water-
vlakteZeemeeuwen scheren er met
hun blanke vleugels over Konijnen
huppelen in het zand en verdwijnen, opge-
schrikt door het ritselend helmgras, schielijk
in een hoi.
Ginds steken de hooge gebouwen en de
vuurtoren van Knocke boven de duinen uit,
Vandaar tot den zwaren steenklomp van
St. Anna ter Muiden het wijde land, waar
zachtkens de nevel opstijgt. Een wagen
rgdt hoevewaarts. Ik onderscheid de ge-
stalte van den landman, die rechtstaande
zijn paarden ment. En 'tis of die gestalte
hooger en hooger wordt, of hij daar, de
werker, de vredesman, die vruchten des
velds naar huis voert, een reus is Och,
nu begrijpen we den heerlijken zegen van
den arbeid Maar aan den einder buldert
het kanon Och, neen, dit uitges-trskte
kalme, rustige landschap, de zee, glad als
een spiegel, het wuivende helmgras, de
zwevende meeuwen dat alles kan ons
geen oogenblik doen vergeten, dat de
vreeselijke oorlog woedt
Ik fietste verder Zeeuwsch-Vlaanderen
in en bereikte het haventje van Kadzand
Een haventje, ja, want het biedt nauwe
lijks plaats voor 't tiental Heystsche vis-
scherssloepen, naar hier geweken, en die
daar onbewegelijk liggen naast de enkele
vaartuigen, welke te Retrauchement en
Kadzand geboekt staan. Ook hier in dit
verloren hoekje, slechts bij enkele vreemde
toeristen bekend, vertoeven Belgische vlueh
telingen. Hoe hebben ze 't gevonden.
En nu verder naar 't badhuis. 't Is de
badplaats Kadzand, een houten herberg op
de duinen, badplaats zonder dijk, zonder
gloeilampeD, zonder hotels (behalve de her
berg) en zonder villa's. Maar met een heerlijk
strand, een prachtig gezicht op zee en
Walcherens duinen en'tZeeuwsch-Vlaamsche
landschap, waar op torentjes en molens en
hoeven 't oog rusten kan. 's Zomers moet
ge hier komen, als die velden hun weelderige
oogsten dragen en zooals Haspels het
in een van zijn kloeke novellen zegt, de
boer bij avond goed luisteren moet, om 't
ruischen der golven te onderscheiden van
't ruischen zijner baardtarwe
Maar nu ook is't hier schoon. De blanke
mist hangt over de polders en ginds over
de kreken van 't Zwijn. De zeeals in
nevelen gehuldzingt haar eeuwig lied,
dat toch vreedzaam blinkt, al maken de
vernieling en doodbrengende mijnen de
scheepvaart schier onmogelijk.
Groote God, welk een tijd toch mijnen
op die zee, waar we de statige booten zagen
varen, de bruine zeilen volgden, waar we
zelf ona lieten schommelen in de sloep,
waar badgasten hun vreugde en vroolijkheid
uitschaterden.
Ook in dit eenzaara badhuis, waaromheen
weldra de storm zal gieren of dat onder
een dikke sneeuwlaag eenvormig wordt met
de nu zoo geweldige duinenketen, met de
thans zoo wijde vlakte, in dit houten ge-
bouw tegenover de verlaten zee, bebben
vluehtelingen een schuiloord gevonden.
't Wordt donkerder. Maar daar flitst een
machtig lieht op. Westkappels stralenbun-
del scheurt de difesternis en teekent telkens
de zee met een reusachtig kruis.
Dat scheen ons vroeger een zegenend
gebaar voor de vaartuigen, welke den vrede
dienden.
Thans kunnen of durven we het niet meer
zeggen, want kruisers spuwea hun vuur
en duikbooten boren in 'tharte van schepen
in 't harte van kostbare levens 1
En 't is ons of Westkappels lieht, uitge-
zonden door een ouden kerktoren, gebouwd
als de uitdrukking van een vroom gebed,
dus den mensch nu vermaant. en waarschuwt
den mensch, die p een vreeselijken dooiweg
is die oorlog voert
De fietsiantaarn werpt een reusachtigen
kegel af, die dacst op d<-n mist, terwijl
we huiswaarts rijden. Op veel plaatsen is
de weg glad van slijk. Maar dat slijk is
immers de welvaart, de vruehtbaarheid van
Zeeland Eerbied voor dit slijk, uit zee als
met zegenenden hand over de velden gespreid
En ik denk aan 't vruchtbare slijk van
leperen's heuvelrij, de vruehtbaarheid van
Vlaanderen, slib, dat nu met bloed wordt
bemorst. Want die heuvels in 't Zuiden
van West-Vlaanderen zijn niet zacdig, als
't midden der provincie. Daar begint die bij-
zondere kleilaag, welke ook in Nederlandsch
Zuid- Limburg de heuvelen rond Maastricht,
Gulpen. ValkeDburg, elk jaar met zulke
rijke oogsten tooit, en in Nederland loss
wordt genoe'md.
O, als 't regent, zal dit slijk van Zuid-
Vlaanderen 't Duitsche leger, dat voort-
rukken wil, zeer hinderlijk zijn.
En zoo, komen we, na een tochtje door
't vredesland, weer op dien ellendigen krijg
terug. Kan 't ook anders 't Is avond,
maar 't kanon zwijgt nietThuis zit
een vluchtelinge Haar man strijdt in
Frankrijk. Zeven weken is 't geleden, dat
ze nieuws van hem hoorde Wat al angst
en onzekerheid, hoop en vreesEn ziet,
nauwelijks heb ik eenige woorden van op-
wekking tot haar gesproken, of daar brengt
men een briefkaart van den geliefden echt-
genoot. Enkele woorden maarin haast
met potlood geschreven een stempel van
Calais en toch heerlijke tijding. Hij
leeftDe vrouw breekt in snikken los;
men kan immers ook van vreugde weenen.
Maar dan komt weer plots de onzekerheid.
Hij leefde, toen bij deze kaart schreef,
enkele dagen geleden dus Leeft hij
nog? We hebben het kanon, die geweldige
stem van den strijd gehoord
O, duizenden zitten stille wachtend neer.
Te Brugge sprak ik een vrouw, wier echt-
genoot tot 't Fransche leger behoort. Drie
maandeu geleden nam hij afscheid. Sedert
geen taal of teeken meer
Een mijner kennissen heeft dertig familie-
leden in 't Fransche leger
En ik denk weer aan de drie leden uit
'tgezin van den Duitscher, dien ik bij't Zwijn
beluisterde
Groote God, welk een tijd toch
Al zwervend in Vlaanderen, zamel ik
ook stoffe in voor mijn cronycke. Een
staaltje nog uit den volksmond opge-
teekend.
ffDe Duutsmans komen daar bij 'nen
boer en vragen een zwijn. De boer trok
maar een vies aangezichte, maar, ja, hij
moest algelijk gehoorzaam zijn en zpn zwijn
overgeven. Maar hij vroeg een briefke.
De Duutsmans schreven daar entwat op,
in ban aardige, schevige letters, wat de
boer niet en kost lezen. Hij trok er mee
naar den pastor, die 't moest verdietschen.
De pastor lachte 'ne keer en zsi//Baas,
ze hebben je vaste gehad. Weet je, wat
er op staat Horkt.
Er staat geschreven //Deze boer heeft
het schoonste wijf van de streke." De boer
keerde dul naar huis. Zijn dat nu toch
manieren. Dat is den menschen algelijk voor
den zot houden. Bij 'neU ander kwamen
ze achter twee koeien en ze schreven op
't briefje: //Goed voor twee keuns"(konijnen).
Ja, ja, die briefkes heu de weerde van
schuurpapier. Maar als de menschen hun
beklag gaan doen bij d'oversten, verandert
het wel. Tot Brugge was er alzoo eeu
stoute soldaat, die in een huis gekwartierd
lag en op eenen avond de vrouwe en de
dochter vier keer koffie liet opsehenken.
En hij vroeg 't dan voor den vijfden keer.
Juist kwarn de man thuis en hij hoorde
wat de soldaat begeerde. //Wij scbenken
geen koSie meer op", zeide de baas //Ge-
moet!" tierde de Duutsman. „Vk en doe
't niet". De soldaat trok zen revolver en zette
't geschot den man op zeu herte. Maar deze
en schreeuwelde of schreemde niet en zei
z/Schiet maar, ik en schenke algelijk geen
kofBe meer op". De Duutsman stak toen
al zeere zen revolver in zen male (tasch),
Er kwam een sergeant binnen. De soldaat
zette hem aan tafel en gebaarde te
slapen, maar de burger vertelde aan den
overste 't geval. De ander moest rechte
staan en hij en dorst niet loocbenen. En
dan kreeg hij zen straffe. Hij mocht den
heelen nacht voor rfat huis op wacht staan.
Ja, ja, als je tot d'oversten gaat, kun je
een einde maken aan veel getreiter van
ruwe gasten."
//Tusscben Brugge en Heyst is 't zwart
van de Duutsmans. Z'hen hulder kanonnen
te Blankenberghe en Heyst opgesteld en in
den dune aelven ze putten en versterken
ze hulder. Er liggen er vele in de parochies
aghter de kuste. Tot Dudzeele hen ze
hulder peerderi in de kerke gestald. En
er staan overai soldaten op wacht. Je mag
niet meer over de schreve (lijngrens). Er
zijn algelijk nog menschen overgekomen,
al over de stukken (velden) en als't moest
door de dulven (sloten). Als 't donker is,
is het gemakkelijker, want bij klaren dage
zoun ze op je schieten. De tijd verslecht
al meer en meer. Hoevele menschen wachten
benauwdelyk op nieuws van hun soldaten
of van gevluchte familie. En er komen
geen maren. Wat gaat 't nog zijn, a|s (je
Duutsman 't al opeet En winter wor(Jen.
't Zijn droeve tijden Mochte ons {Jeere ze
al ras doen ophonden en vrede brengen.'
Nog altijd vertoeven in deze gemeente ruim 375
hulpbeboevende Belgische vluehtelingen, in wier
onderhoud, voor zooveel voeding en inwoning betreft,
worde voorzien.
Velen ontbreekt het evenwel aan bet zoo hoog
noodige ondergoed voor verscboon.
Vooral met het oog op den naderenden winter en
meer nog met bet oog op den gezondheidstoestand
dezer menschen, doe ik bit dezen een beroep op de
menschlievendheid der burgers, om in dezen treurigen
toestand te helpen.
Er is dringend behoefte aan ondergoed voor
i3i mannen, 101 vrouwen, 48 jongens en meisjes
van 12 tot 16 jaren en'119 kinderen beneden 12 jaren.
Vriendelijk verzoek ik hier spoedig te helpen.
Indien men geen linnengoed te missen heeft, zal
eene eventueele bijdrage in geld in dank worden
aanvaard.
Alles wordt in ontvangst genomen in het gemeente-
huis van des voormiddags 9 tot namiddags 4 uur.
Ter Neuzen, '11 November 1914.-
De Burgemeester van Ter Neuzen,
J. HUIZINGA.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
maken bekend dat in die gemeente
zal worden gehouden op Woensdag 18 Novem
ber 1911, zooals breeder bij aanplakbiljetten is
omschreven.
Ter Neuzen, den 9 November 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
SQXHHBOfpP