De val van Antwerpen.
De krijgsTjedrijven.
J
T
r
De burgerlijke bevolking is bijna geheel
weg,
Maar genoeg nu.
Ik moet nog door den nacht naar Hulst om
dit schrijven te posten. Van slapen komt
natuurlijk toch niets.
Nog een dorp op de vlucht.
Zoo juist komt een pastoor binnen, die
me meldt, dat Temscbe aau den Schelde-
oever waarscbijnlijk gebombardeerd zal
worden. De krijgsoverheid heeft de bevol
king aangezet heen te gaan.
0, Holland, gp bebt ons reeds zoo lief-
derijk geholpen Help ons nog
Belgie is n diepeD not d
Fngelsche verliezen.
De Engelsche legatie deelt bet volgende
telegram mede van het Ministerie van
Buitenlandsche Zaken te Londen
Volgens een bericbt, in sommige buiten
landsche nieuwsbladen gepubliceerd, onge-
twyfela volgens inl cbtiDgen van Duitseke
bronnen, bedragen de Britsche V' rliezen
een oorlogsscbip, n.l. //Fishguard 11", tien
kruisers, vier torpedojagers, een verken-
ningsschip, een kauonneerboot, een onder
zeeer. luderdaad verloren wij in krijgs-
verricbtingen zes kruisers (twee lichte en
vier oude) en een kononneerboot en ten-
gevolge van ongevallen de //Fishguard II",
een oude scbuit, ingerichtom machinekamer-
personeel op te leiden, een onderzeeer en
een gewapenden koopvaardijkruiser. De
Duitschers verloren vijf kruisers, twee ge-
wapende koopvaardij kruisers, een mijnen-
legger,] een torpedojager, een torpedoboot,
een onderzeeer.
Honyersnood in Belgie.
Door het Belgische gezantsehap te's Gra-
venhage wordt ons een protest toegezonden
tegen de scbending door de Duitschers van
art. 43 der 4e Ilaagsche Conventie. Door
de Belgische bevolking alle hulpbronnen te
ontnemen, gaven de Duitschers haar aan
den honger prijs. Te Namen, in Luxem
burg en in Henegouwen met de talrijke
bevolking achter Charleroi en Bergen ont-
breken de meest noodzakelijke levensmid-
delen. Ook te Luik en Brussel heerseht
hongersnood.
Het goed vertrouwen dee Fran
sche pers.
De //Matin" zegt, dat de slag langzaam
zijn einde nadert. Wij hebben hem nog
niet gewonnen, maar bet is niet meer waar-
schijnlijk, dat wij hem kunnen verliezen.
't Zal een stout wapenfeit geweest zijn en
zal zeker veel bloed gekost hebben, maar
voor den vijand was 't nog veel bloediger
en zijn verliezen blijken kolossaal te zijn.
Als de slag geeindigd is, op welk nieuw
front de Duitschers dan ook weer post
mogen vatten om onzen opmarsch te stuiten,
Frankrijk zal van den invallenden vijand
verlost zijn. Dan heeft het niet; anders te
doen dan bet dappere, en ongelukkige Belgie
bij te staan en zijn bondgenoot te helpen
in de bestraffing van Duitschland.
Het //Journal" ziet in de communiques
alle reden om te hopen, en vertrouwt, dat
dit het einde zijn zal van den slag aan de
Aisne, die eenig is in de jaarboeken der
gescbiedenis.
De /Figaro" zegt, dat de juiste plaats
van de zegepraal, 't zij die moge zijn aan
de Aisne, de Maas of den Rijn, een geheim
is. van het noodlot. Een feit is, dat de
eindelooze zegepraal in het boek van het
lot is ingescbreven, en de EVansche soldaten
weten dat. De aanwezigheid van den presi
dent in hun midden, den man, die in zijn
taak Frankrijk vertegenwoordigt, doet hun
vertrouwen levendiger worden en bun zelf-
bewustzijn kelderder.
De //Gaulois" zegt, dat de heer Poincare
Bordeaux niet zou verlaten hebben om aan
't front den tegenspoed der Fransche wapenen
te gaan beweenen. Het ligt meer voor de
hand, dat bij naar 'i ho-fdkwartier gegaan
is, om daar van een zegepraal te veruemen,
die het hem mogelijk zal maken de andere
hoofdstad aan de Seine weer te betrekken.
Maandag seinde de Parijsche correspondent
van de /Daily Mail" aan zijn blad
Zooals ik u gister-avond meldde, is de
offensieve actie van generaal Joffre de eenige
weg om den langgerekten slag (aan de
Aisne) tot een einde te brengen. Anders
zouden de beide legers zich uitputten, zonder
dat een eindresultaat verkregen werd. De
bladen vertoonen dezelfde bewonderenswaar-
dige zelfbeheersching in het bespreken van
het nieuws, dat door de Parijsche bevolking
wordt welkoru geheeten, daar het een einde
inaakt aan den angst, die het openbare
leven in de zaken beklemde.
De Duitschers over de Schelde.
De //Daily Telegraph" meldt, dat de
Duitschers er Woensdag na vele pogingen
in slaagden, in den mist de Schelde over
te steken op een punt tusscben Schoonaerde
en Eegenem.
Tot Woensdag waren de Duitschers er
nog niet in geslaagd over de Schelde te
komen. Zij haddeu tot dusver landstorm
en marine-troepen daarvoor gebruikt.
Woensdag ecbter waren Duitsche troepen
van het actieve leger in het vuur. Min-
stens een Duilsch legerkorps was, door
Aalst, op de rivier aangetrokken. De ver-
woede artillerie-aanvallen van de Duitschers
haiiden klaarbUjkelijk ten doel, de poging
om over de brug bij Schoonaerde te komen,
te dekken. De laatste dier pogingen was
op Maandag-avond ondernomen. Na de
nedeilaag, toen geleden, wijzigden de
Duitschers hun taktiek. In plaats van in
sterke gelederen op Schoonaerde aan te
houden, begaven zij zich des nachts in
stilte naar een der rivieroevers, een eind
verder oostelijk, en legden daar een ponton-
brug. Ook hadden zij een aantal kleine
roeibootjes meegebracht.
Des morgens tegen 6 uur werden onge-
veer 500 infauteristen opgemerkt, die onder
dekking van zwaar gescbut de rivier over-
gingen. De Belgische patrouilles, die dit
hadden ontdekt, openden onmiddellijk het
vuur op de Duitschers. De Belgen waren
echtea zeer zwak in aantal, en nadat eokele
Duitschers waren neergesehoten, moesten
de Belgen op bun hoofdmacht terugvallen.
Tegelijk hiermee begonnen de Duitschers
overal langs de rivier, van Termonde tot
Uitbergen. het gevecht. Laatstgenoemd
plaatsje is een paar K.M. oostelijk van
Grembergen gelegen.
De Duitsche aanval stuitte op een krachtige
vevdediging, waaraan zoowel artillerie als
intanterie deelnamen. Op een punt werden
de Duitschers door een bajonetaanval terug-
gevvorpen. Maar de Duitschers kwamen,
ditmaal in grooter getale, terug.
Ditmaal slaagden zij er in door te breken.
De sterkste Belgische steiling was bij
Berlaere, waar verscheiden batterijen
artillerie de door de Duitschers gelegde
pontonbrug onder vnur namen.
Zoodra bekend werd, dat de Duitschers
over de rivier waren, ontboden de Belgen
versterkingen om hen tegen te houden
onder dekking van batterijen, die de voor-
naamste steliingen van den vijand aan den
overkant beschoten. Verder in den rug
stood een geheele divisie van het Belgische
leger.
Om half 2 in den middag was men langs
de geheele linie in een verwoeden slag ge-
wikkeld, waarin de mitrailleurs een voor-
name rol speelden.
Doordat het vuur van dan vijand aan
beide zijdeu werd beantwoord, was het
granaatkartetsvuur hevig en duurde het
zonder ophouden voort.
Dat van de Duitschers bleek zeerhinderlijk
voor de Belgen te zijn. In hun loopgraven
langs de rivier leden zij aanzienlijke ver
liezen. Als een kenmerk van deze phase
van den slag moge gelden, dat de corres
pondent verschillende manschappen van uit
de vuurlinie zeg wegbrengen, die niet ge-
wond, doch geheel verdoofd waren door
het voortdurend barsten van de granaten
boven hen.
Na verscheidene uren van verwoed vech-
ten, liet de vijand van uit het zuiden
krachtige versterkingen aanrukken, wierp
groote afdeelingen infanterie over de ponton
brug en hoewel er velen door de mitrail
leurs werden neergemaaid, slaagden talrijke
groepen er in over de rivier te komen
tegenover de bezette huizen van Berlaere,
en van deze gunstig gelegen punten onder-
hielden zij een vernietigend geweervuur op
de Belgische infanterie.
Vervolgens deden de Duitschers een wan-
hopige poging om artillerie over de ponton
brug te brengen. De Belgen deden alles
om dit te verhinderen en twee kanonnen
werden halverwege door de granaatkartetsen
ontredderd.
Een batterij slaagde er echter in den
overtocht te forceeren. Zij werd snel opge-
sceld en opende een krachtig vuur op het
door de Belgen ten oosten van Berlaere
bezette gebied. Op het oogenblik, dat dit
telegram werd verzonden, duurde de slag
nog voort. Ofschoon zij nog geen groote
macht over de Schelde hadden kunnen zet-
ten, rukten de Duitschers blhkbaar vast-
b^sloten op met het doel Antwerpen van
het zuidwesten te naderen.
Toen wij ons vorig nummer afdrukten,
was het bekend, dat het Belgische leger
uit Antwerpen aftrok en ook, dat het kanon-
gebulder niet meer hoorbaar was. Hoe de
toestand echter in Antwerpen was, was op
dat tijdstip niet bekend. Denzelfden avond
kwam echter nog het bericht dat de Duit
schers Antwerpen waren binnengetrokken.
Eveneens kwam in den avond de tjjding
dat honderden Belgische en Engelsche mili-
taiien onze grens waren overgekomen.
Als men die woorden leest zegt bet niet
veel, maar wat het inderdaad zou kunnen be-
teekenen weet men als men dat heeft gezien,
zooals dat nu alhier het geval was. Sedert
Vrijdagnacht tot nu toe heeft het nog
steeds voortgeduurd, de aanvoer van vreemde
militairen per spoor uit Axel en Hulst en
het vervoer met de beschikbare booten van
den Provincialen stoombootdienst op de
Wester-Schelde, die de mannen naar Vlis-
singen brengt, vanwaar ze weer verder
noordwaarts worden gebracht, om geinter-
neerd te worden. Buitengewone maatregelen
zullen noodig zijn, om die duizenden onder
dak te brengen, te verzorgen en tot het
eind van den oorlog bezig te houden.
Buitengewone maatregelen waren ook
noodig, om die mannen, die uitgeput waren
van vermoeienis en ontbering van het eerst
noodige te voorzien en zoowel de militaire
autoriteiten als de burgerij hebben gedaan
wat zij konden om daarvoor te zorgen.
Zaterdag bepaalde het zich nog tot door-
voeren. De mannen werden met den treiu
aangevoerd en terstond met de stoombooten
naar Vlissingen overgebracht. Des avonds
echter voeren de stoombooten niet meer
en waren nog ongeveer een paar duizend
Belgische soldaten binnen.
In afwachting dat hun een rustplaats zou
worden aaugewezen, hadden vele mannen
zich in hunne dekens gewikkeld te slapen
gelegd op de stoepen der huizen in de
Nieuwstraat en sliepen daar, als ware het
op een donzen bed. Geen wonder, daar
zij met zeer weinig of in het geheel geen
rust geforceerde marschen hadden gemaakt,
om aan de insluiting in het Land van
Waes te ontkomen.
Van wege de autoriteiten werden eenige
iokaliteiten opengesteld, schepen gehuurd,
de hoogere burgerschool werd opengesteld
en ook vele particulieren namen soldaten
in hui3. Die hebben niet alleen op een bed
kunnen slapen, maar ze waren hoogst dank-
baar voor de wijze waarop de bevolking
trachtte bier voor hen te zorgen. Velen
verklaarden bij hun vertrek dat zij de
inwoners niet genoeg kunnen danken voor
de betoonde vriendelijkheid en verzorging.
En voor de dageraad Zondag gloorde was
er reeds weer nieuwe aanvoer, maar toen
begon ook weer het verschepen. Te onge
veer 4 ure voer weer een boot af en zoo
is dat tot des avonds doorgegaan.
Het spreekt van zelf, dat de voorraad
van etenswaren niet berekend is voor het
spijzen van zooveel duizenden tijdelijke be
volking, zoodat er gisteren gebrek begon
te dreigen. In bakkerijen werd het oumo
gelijke gedaan en van rustdag was geen
sprake. Het was niet alleen noodig voor
de militairen te zorgen, maar vele burgers
hadden een aeel van hun voorraad afgestaan
voor de vreemdelingen, in de verwachting,
dat zij toch weer wel ander zouden kunnen
bekomen.
Sommigen hebben daarop wel te vergeefs
gerekend, want ook aan het uithoudings
vermogen der bakkers kwam een eind.
In den avond deelde men ons van offi-
cieele zijde mede dat er een voorraad levens-
middelen van uit Rotterdam naar hier was
verzonden o. m. ruim 5000 K.G. brood,
verder spek, boonen, koffie enz. enz.
Van morgen was men natuurlijk weer
al druk bezig om nieuwen voorraad te
bakken. De meelhandel dreigde ook gebrek
te krijgen, zoodat het noodig werd gisteren
nog met malen te beginnen.
De voorraden in de tabak- en sigaren-
winkels werden ook duchtig aangesproken
Ook die waren in sommige soorten uitgeput
Het aanzien der geinterneerden.
Zooals wij reeds aangaven, vertoonden de
Belgen in hun uiterlijk de teekenen dat zij
geruimen tijd in den oorlog geweest. zijn
zoowel in hunne uitmonstering als in hun
uiterlijk. Gisteren waren nog verschillende
zoo gelukkig een barbier te vinder, die hun
weer een geheel ander, frisscher aanzien
bezorgde.
Flinker waren de Engelschen over het
algemeen, die goed in de kleeren zaten en
nog parmantig marcheerden, doch, die waren
maar eenige dagen in den strijd geweest.
Voortdurend waren hier gisteren honder
den Belgische soldaten aanwezig die zich
door de straten bewogen. Die geld hadden
trachten een en ander dat zij noodig haddeo
te koopen en overigens onderhielden zij
zich met de burgerrij en de vele landge-
nooten die hier aanwezig waren. Er zijn
er velen die daartoe in de gelegenheid
waren hier een kijkje komen nemen, of
onder de geinterneerden geen familie of
kennissen waren en ook vertoeven hier
vele Belgische schepen, die uit Antwerpen
zijn gevlucht.
De kinderen waren er vooral op uit, om
souVenirs van de Belgen machtig te worden
en enkelen hadden een flinken voorraad
knoopen, van verschillende regimenten.
Ook zijn op ruime schaal patronen ge-
schonken. Het is zeker niet overbodig te
waarschuwen, dat men met dat goedje zeer
voorzichtig moet zijn en bet vooral niet
als kinderspeeelgoed ie te beschouwen.
De verhalen.
De verhalen der soldaten komen vrijwel
op hetzelfde neer. De overgroote massa
die hier gekomen is, behoort tot de reser-
visten, tot de oudere lichtingen. Het zijn
meest alien huisvadere. In het algemeen
klagen zij over den gang van den oorlog
en erkennen, dat zij door de wijze van
oorlogvoeren op verre na niet tegen den
vijand zijn opgewassen. Niet alleen heeft
deze zijn getalsterkte mee, maar ook zijn
materieel, vooral zijn geschut.
Weken lang zijn de meesten in den oorlog
geweest, hebben in gevaar verkeerd, maar
gebben geen vijand gezien. De overvloed
van miltrailleuses en de meerwaardigheid
van het gescbut, maakte het aan de Belgen
onmogelijk om iets te doen.
Van de Antwerpschesteiling zijn forten ver
laten, zonder dat er als het ware een schot
van gelost was. Zij werden overstelpt door
het verdragende geschut der Duitschers en
konden zich daar niet tegen verweren.
Het spreekt van zelf, dat dit ontmoedigend
werkt.
Men bad niet verwacht, dat het in bezit
krijgen van Antwerpen zou beslist worden
door de kanonnen, maar dat, wanneer er een
bres gemaakt was, deze zou gevolgd worden
door eene bestorming, waarbij men meer
man tegen man zoude komen te staan en
dan hadden, naar het oordeel der Belgen,
hunne kansen geheel anders gestaan.
Toen is het bevel tot het terugtrekken
gekomen.
In goede orde is dat uitgevoerd. Zooals
wij in ons vorig nummer meldden, was dat
Donderdagnacht begonnen en duurde het
Vrijdagmorgen nog steeds voort. Duizenden
bij duizenden waren Selzaete reeds gepas-
seerd, in de richting Ostende.
De Engelschen waren de laatsten die
Antwerpen verlaten hebben, de pontonbrug
over de Schelde achter zich met dynamiet
vernielende.
Zooals bekend waren de Duitschers er
ondertusschen in geslaagd over de Schelde
te komen en rukten oostwaarts op, daardoor
het nog in het Land van Waes zich be-
vindende leger van den tros afsnijdend.
De aftrekkeude legers waren wel door
flinke troepen in de flanken gedekt, maar
alleen voor infanterieaanvallen, terwijl de
van Dendermonde oprukkende Duitschers
hen met kanonnen bestookten, op een af-
stand van een lOtal kilometers, in de om-
geving van St. Nicolaas. Daardoor werden
verschillende soldaten getroffen en ontstond
er eenige paniek.
Een berichtgever van het N. v. d. D
sehrijft hieromtrent
De Engelschen, die nog over de meeste
physieke en moreele kracht beschikten,
omdat ze het kortst aan het front waren
geweest, ondergiugen den vuurdoop al
helden, hierin voorgegaan door hun officieren,
maar de Belgische voelden dit als het toppunt
hunner ellende, die niet meer te dragen
was. Hun officieren baien en smeekten
hen kalrn te blijven, maar niet overal ge-
lukte dat.
Te verwonderen is het niet. Ze zaten
nu in het uiterste hoekje van hun verloren
land. Het eenige stukje, dat nog niet in
's vijands handen was, bun sterkste steiling
Antwerpen, was niet bestand gebleken,
ondanks hun moed en ondanks de te late
hulp der Britten ze zagen den weg naar
den vrjjen aftocht afgesneden en voelden
de onverschillig makende doodelijke moeheid
van de laatste weken dapper vechten.
Ze wilden weg van dien moordenden
regen van lood en ijzer, die fluitend op
hen afkwam en met helsch lawaai boven
hunne hoofden en in hunne gelederen barstte,
zondar dat een vijand te zien was. Ook
voor de Engelschen stond het vast dat er
te kiezen was tusschen twee dingen lang
zaam wachten tot het schrapnellvuur ook
den laatsten man getroffen zou hebben
of terugtrekken op de grens van het neu
trale Holland."
Het laatste werd gekozen, men trok terug,
onafgebroken gevolgd door het vernietigend
vuur der onzichtbare Duitschers. Eenige
afdeelingen kwamen te Clinge over de grens,
weer andere afdeelingen waren verder a
komen, in de omgeviug van Moerbeke, waar
zij werden gestuit door de Duitschers. Deze
kwamen te Koewacht over, waar men
wapens en munitie benevens al wat men
meevoerde overgaf aan de Nedarlandsche
soldaten.
De Belgische oorlogscorrespondent van
de Tijd, die het beleg en den val van
Antwerpen heeft bijgewoond, seinde daar-
over Zaterdag
Zoodra het tegeuhouden van de Duitsche
invasie bij de Nethe niet slaagde, en de
eerste forten van de buitenlinie gevallen
waren, werd het duidelijk, dat tegen de
overmacht, den onwrikbaren wil en het
werkelijk superieure en onweerstaanbare
zware geschut van de indringers, de benarde
veste niet te houden zou wezen. Nog voor
het bekende manifest van den gouverneur
verscheen, waren door de Belgische regeering
in overleg met de Engelsche en de Generale
Staven maatregelen genomen, om het
Belgische veldleger zooveel mogelijk on-
gerept terug te doen trekken.
Terecht hebben de Engelschen begrepen
(ik mag overigens zeggen, zonder een ge
heim te schenden, dat het hun ook door
de Belgische regeering te verstaan werd
gegeven) dat niet de geheele jongelingscnap
van Belgie, waaruit later de toekomst van
het land moet opstaan, prijs mocht ge
geven worden aan een vernietiging, die
door den sterken insluitingsgordel der
Duitschers onafwendbaar scheen. Reeds te
veel offers heeft Belgie betaald om de
gemeenschappelijke zaak te dienen, en noch
Frankrijk, noch Engeland verlangen, dat
ons kleine volk zich zal laten uitmoorden
en dat het doodbloede.
Nog voor de eerste troepenverplaatsingen
begonnen Duitschland kan de Belgische
troepen eerstdaags elders in het vuur ver-
wachten hadden officieren en manschappen
van de genie zich aan boord begeveu der
voornaamste schepen van de Duitsche
handelsvloot, welke bij het uitbreken der
vijandelijkheden in de haven lagen en prijs
werden verklaard.
Zij werden afgezonderd en de machine-
kamers totaal onbruikbaar gemaakt door
dynamiet-ontploffingen. Talrijke Duitscbe
ladingen werden ontruimd. In de stad zelf
waren tijdig de schilderijen en kunstwerken
beveiligd, de staatsarchieven naar Ostende
overgebracht enz.
Eerst tijdens het bombardement werden
de petroleumtauks, waarvan men getracht
had enkele te ledigen, in brand geschoten
terwijl verschillende lichters en voorraden
in de Schelde zijn vernietigd en de sluizen
opgeblazen.
Terwijl dit geschiedde en de stad zoo
goed als geheel werd ontruimd, hadden bij
de Nethe nog uit- en aanvallen plaats, welke
den Belgen veroorloofden, nog enkele uren
den toestand te beheerschen, dank zij den
steun der nog overgebleven forten van de
buitenlinie. Duchtig handhaafden zich die
van Oude God, Mortsel, Hoboken, Wilrijck
en Eedeghem.
Maar de aangekomen versterkingen ver
oorloofden den opdringenden Duitschers hun
steliingen vooruit te schuiven, en hun zwaar
geschut wist ook de nog standhoudende be-
zetting der buitenforten tot machteloosheid
te dwingen. Uitgeput, verkleumd, de hoofden
verbonden met zwachtels en de kleeren be-
smeurd met modder, zag men hen samen
bij troepjes op de binnenste verdedigings-
linie terugtrekken. Twee commandanten
lieten hun onverdedigbaar geworden ver
sterkingen in de lucht vliegen en vernagelden
de orivervoerbare kanonnen van een ander
werden de munitiekaraers in brand geschoten
enkele handhaafden zich nog, geheel ge-
isoleerd, bolwerken van dapperheid, maar
tenzij er nog een spoedig ontzet kon ge-
organiseerd worden ook van hopeloozen
tegenstand.
Ik spaar u de beschrijving van heroische
episodes, en van de helsche gevechten, die
tusschen de buiten- en binnenlinie geleverd
zijn tusschen de Engelsche hulptroepen (die
laug niet zoo talrijk geweest zijn als men
gemeend heeft) geholpen door het Belgische
fortenlegertje en de felle Duitsche aanvallers,
die, ik moet het erkennen, met doodsver-
achting vechten. Ondanks het zwarescheeps-
geschut, door de Engelschen aangevoerd,
slaagden de Duitschers er spoediger in, dan
men verwachtte, ook den binnengordel met
een bres te forceeren. Al hebben krijgs-
listen, ontploffende mijnen en wolfskuilen
bij de buiten- en binuenforten duizenden
manschappen gekost, generaal von Beseler
had blijkbaar bevel, om ter beveiligiug van
het Duitsche leger in Noord-Frankrijk, de
vesting Antwerpen te nemen ten koste van
welken bloedprijs ook.
In de stad zelf zijn de nachten van gis
teren en eergisteren het verschrikkelijkste
geweest, wat ik in dezen oorlog nog heb
bijgewoond. De beschieting van Luik be-
teekende er maar een scbijn en schaduw
bij. Het is heelemaal geen tijd, om kritiek
te oefenen op overheden, die met de beste
gevoelens bezield waren en aau wier vast-'
beradenbeid niet mag getwijfeld worden,
maar het was niet verstandig, onder het
kranige voorgeven, dat de stad tot den
laatsten steen zou verdedigd worden, dat
de blij vers zand en water moesten gereed
houden enz., paniekeu en onverstandige
uittochten te veroorzaken, welke bij beter
beleid voorkomen hadden kunnen worden.
Dat de bevolking zoo spoedig mogelijk
terugkeere is in elk geval een wensch,
waarvan de vervulling nog veel ellende kan
voorkomen.
Het zware en meedoogenlooze bombar
dement heeft de stad niet zoo geruineerd,
dat zij voor meer dan een honderdste gedeelte
onbewoonbaar zou zijn. Dit zonder over
driving.
Zwaar en meedoogenloos is het echter
geweest, en vooral de jongste nachten ver-
oorzaakte het een furie van wan hoop onder
de bevolking. Het ergst zijn getroffen Bor-
gerhout, Berchem, de Antwerpsche staties,
het Justitiepaleis, een paar kerken en
kloosters, enkele sinjorenpaleizen en haven-
werken. In den ergsten nood begonnen
de gevangenen hun celdeuren te rammeien,
daar enkele bommen het dak hadden door-
boord. Zij huilden als krankzinnigen, en
op last van den procuaeur van het gerechts-
hof heeft toen de cipier de gevangenen in
vrijheid gesteld, die brieschend door de
straten vloden, alsof duivels hen op de
hielen zaten.
Enkelen maakten van de verwarring ge-
bruik om kleine plunderingen en dief-
stallen te ondernemen, die echter gewapender
hand werden onderdrukt. Ik moet hierbij
opmerken, dat de erge gevangenen reeds
eerder naar een veilige bewakingsplaats
waren overgebracht.
Donderdagmorgen zond de Duitsche bevel-
heber een vierden parlementair, om de over-
gave te eischen. Toen zij geweigerd werd
maakten de Duitschers onder een laatsten
regen van granaten alles gereed voor de
bestorming van de laatstgehandhaafde stel
iingen. De overgebleven manschappen der
bezetting en hulptroepen waren echter
stillekens aan teruggetrokken. Ook de
gemakkelijk vervoerbare kanonnen werden
stadwaarts gehaald in de richting van Boom.
De laatste Engelsche verdedigers trokken
over de noodbrug bij het hoofd van Vlaanderen,
die zij achter hen met dynamiet opbliezen.
Toen de Duitschers tot den stormloop waren
overgegaan, vonden zij de verdedigingslinie
verlaten. Troepen cavalerie drongen het
eerst de stad binnen en bezetten het stadhuis,
het postkantoor, de tijdelijkgebruiktegouver-
nementsgebouwen en officieele gebouwen,
de Groenplaats, de Keizerslei en de haven-
werken. Onmiddellijk trachtten zij een Dood-
brug te slaan over de Schelde, en men kan
verwachten, dat zy spoedig de teruggetrokken
troepen der bondgenooten op de hielen zitten.
Donderdagavond is het Duitsch bestuur over
de stad ingesteld.
Naar aan het N. v d. D. gemeld wordt,
is de verwoesting het ergst in het zuidwe-
stelijk deel, gelegen tusschen de zuidstatie
en het paleis van justitie. Ook de buitenstad,
ten zuiden en oosten van de Middenstatie
hebben nogal geleden. d.w.z. de voorsteden
Berchem en Borgerhout, de plaatsen die
bij het bombardement op de stad door het
vuur bestreken werden. Ook het Stuivenberg
hospitaal in het Noorden gelegen, had van
granaten te lijden.
Antwerpen onder Duitsch bestunr.
Een Duitsch gouverneur is aangesteld.
Men mompelt, dat de stad een half millioen
francs oorlogschatting moet betalen.
Baron von der Schuetz heeft naar aan de
N. R. Ort. geseind wordt, bekend gemaakt,
dat de burgers rustig terug kunnen keeren.
Een gedeelte geeft daaraan geboor, maar
anderen vluchten nog, zoodat de weg van
Antwerpen naar Capellen en Putte zwart
is van vluchtende en terugkomende menschen
die elkaar kr'uisen.
De verwoesting van Antwerpen is behalve
bij het Zuiderstation onbeduidend. De hui
zen in de Schoenstraat staan in brand.
Duitsche soldaten helpen bij het blusschen.
Een bom heeft de Lievevrouwekerk bescha-
digd. In Bed- en Kamstraat zijn huizen
stukgeschoten, maar de verwoesting is over-
dreven. Het paleis des Konings op de
Meirplaats en het Centraalstation zijn on-
beschadigd. Het hoofdkwartier der Duit
schers is met medewerking van den gemeen-
teraad in het Stadhuis gevestigd.
Aan de Noord-Brabantscbe gnens is een
parlementair der Duitschers gekomen om
de bevolking tot terugkeer uit te noodigen.
Daaraan wordt reeds door velen voldaan,
doch bij anderen zit de schrik er nog in,
en deze blijven vluchten, zoodat nu op den
weg van Roosendaal naar Antwerpen twee
stroomen tegen elkaar in gaan.
Van de Fransche grens en ook van de
Oost-Pruissische grens geen nieuws. Uit
Weenen bericht men, dat de Russische
i
o ct
o o