De Oorlog. Is de vrede op handen I [)e schrij ver verwijt den Nederlanders hun gebrek aan sympathie bij de stichting van den Noord-Duitschen bond en hun argwaan en vijandige houding gedurende den Fransch-Duitsehen oorlog. Hij erkent dat de Nederlanders daar hun geest van onafbankelijkheid en hun eeuwenoude tra- dities van vrijheid tegenover kunnen stellen inaar hjj veiklaart tevens, dat die zucht naar onafhankelijkheid dikwjjls gebruikt is als een mantel om een groote mate van kleiugeestigheid en kortzichtigheid te ver- bergen, die de Nederlanders van 1648, de gebieders der wereid, tot de Nederlanders van 1900 maakten, die niet eens in staat zijn de leden van hun eigen raste beschermen. Dat de monding van de groote Duitsche rivier in het bezit van Nederlandis maakt, dat Duitschland niet naar behooren zijn maritieme positie en zijn prestige kan hand- haven. Nederland nangt op handelsgebied van Duitschland af, zegt de sehriiver, en hij wijst zelf dreigend op den beslissenden invloed, dien Duitschland op dat gebiedop Nederland kan uitoefenen. Daarom zijn er volgens hem nieuwe bondgenootschappelijke verdragen tussehen de beide landen noodig. Noodig, beweert de schiijver, wat blijkt uit den koppigen tegenstand, door Nederland geboden aan het plan om den Rijn met Antwerpen te verbinden en uit het verkeerde, dat een kleiD kustvolk in staat zou zijn invloed uit te oefenen op den handel van den Beneden Rijn, door maatregelen, die indruischen tegen de belangen van Duitschland. Nederland, zegt hij, deelt in de voor- deelen van den Duitsehen vooruitgang, maar wil niet deelen in de lasten daarvan. Het gaat voort, als sedert eeuwen, te leven van de voortbrecgselen van Duitsehen arbeid. Een toestand dien Duitschland met het oog op zijn eigen welvaart niet dulden kan. Erger nog. De schrij ver beschuldigt Ne derland een politieke en militaire hinder- paal te zijn. Hoe zou Duitschland een na- burigen, onafhankelijken staat kunnen vrij- laten een levensader van den handel, in geval van oorlog of van economised conflict, naar weigevallen af te sluiten En hoe zou Duitschland agn dien buurman de taak kunnen overlaten vreemde aanvallen af te slaan Een onbelemmerde handel in de Rijn-delta en met Belgie is voor Duitschland in tijd van oorlog van het grootste belang. Engeland, Frankrijk, Rusland of een ander zou bezit kunnen nemen van den zwak ver- dedigden Rijnmond. Een Nederland, zwak ter zee of te land, levert een voortdurend gevaar op voor de belangrijkste industrieele districten van Duitschland. Daarom moet tussehen Nederland en Duitschland een zee- conventie gesloten worden en een unie op het gebied van handel en in- en uitvoerrechten. Een maritiem en militair verbond moet gesloten worden, bevattende bepalingen, dat Nederland Duitschlands bondgenoot is in tijd van oorlog, waarbij Nederland verplicht zou zijn, met hulp van 't keizerrijk, zijn kusten van moderne verdedigingswerken te voorzien, terwijl Duitschland zou waken voor de onschendbaarheid van 't Nederlandsch gebied in Europa en de Kolonien, ten einde de laatsten te bewaren voor't lot van Manila en Santiago. IVederlander of Duitscher Jan Fabricius, uit Assen, vernam volgens het R. N. van een Nederlandsche familie, uit Belgie gevlucht, op hoe orgineele wijze ergens op de grenzen werd onderzocht of zij, die zich voor //Hollanders" uitgaven, inderdaad Nederlanders dan wel Duitschers waren Wie geen afdoende legitimatiepapieren hadden, moesten op't rijtje af, twee woorden zeggen, namelijk//vijf" en ,/twaalf". Wie z/faif" en j/zwalf" stamelde, was Duitscher, wie behoorlijk //vijf" en //twaalf" kon zeggen, was Nederlander. Zelfs kinderen van 4 a 5 jaar moesten zich aan de proef onderwerpen. Nog meer ellende. De krijgsverrichtingen zijn tot dusver over 't algemeen door mooi weer //begun- stigd", indien men zulk een goed woord voor een zoo afschuwelijk bedrijf mag ge- bruiken. De nazomer was zeldzaam aan schoone dagen. Maar nu komt de herfst met zijn wind en regen, zijn plotseling opstekende stor- men en aldoor langer wordende kille nachten. Een nieuwe ellende wordt daardoor zegt het Centrum - gevoegd bij de misere van het gruwzaam oorlogsbedrijf. En de manschappen, die reeds zooveel ontberingen hebbeti te verduren, zullen nu dikwijls bij onvoldoende beschutting, de ruwheid der elementen ondervinden. Dat daardoor het aantal zieken belangrijk zal toenemen, is onvermijdelijk. En hoe goed ingericht de lazaretten mogen zijn, waar telkens ophooping van zieken en gewonden plaats heeft, behoeft men niet te vragen onder welke ongewone en ongunstige omstandigheden de verpleging dikwerf zal geschieden. Vooral de patienten in een leger, dat vluchten, of min of meer haastig terug- trekken moet, zijn er slecht aan toe. En het aantal van hen, die bezwijken aan uitputting, kommer en de velerlei krank- heden, die' den oorlog vergezellen, woog doorgaans ruimschoots op tegen dat der gesneuvelden door het zwaard. De dood zwaait met vele zeisen in deze droevige dagen De zoon van Minister Delcasse krijgsgevangen. Hen soldaat deelt aan de //Saalezeitung" bijzonderheden mee over de wijze, waarop hij Delcasse, den zoon van den Franschen Minister, gevangen nam. De patrouille- aanvoerder, een „Gefreiter", was met zijn drie man juist een schoolgebouw binnenge- gaan, toen zij door de openstaande vensters een Fransche patrouille zagen aankomen, bestaande uit een onderluiteuant en negen man. De Duitschers stelden zich verdekt achter de vensters op en openden onverwachts het vuur op de Fransche soidaten, waarvan er zeven gedood werden. De onderluiteuant en een man werden gewond en toen zij krijgsgevangen waren gemaakt, bleek de onderluiter.ant niemand minder dan de zoon van den Franschen Minister Delcasse-tezijn. Hij schikte zich spoedig in zijn lot en toonde zich dankbaar voor de goede be- handeling, die hp van de Duitsche dokters ondervond. Hij sprak goed Duitsch en deed dat blijkbaar graag- De 20jarige gevangene was vol hoop op een Fransche eind-overwinning, waarbij hij vooral dacht aan Russische hulp. Delcasse Jr. die aan beide beenen, maar niet ernstig, was gewond, werd naar het hospitaal te Merseburg vervoerd. In een onderzeeboot. Een Milnchener matroos beschrijft de vaart van een Duitsche onderzeeboot naar de kust van Schotland, om daar mijnen te leggen en schrijft Wat ik weet van de vaart naar de En- gelsche kust Bijna niets, wij wisten slechts het eene overwinnen of sterven. Behaag- lijk is het niet in zulk een notedop. De ruimte voor de manschappen is zeker geen danszaal en wat de longen te ademen krijgen, is geen berglucht, maar petroleum en nog eens petroleum. Men snakt naar lucht als het ding weer boven water komt. Tien dagen waren wij onderweg. Wij wisten niet w&arheen het ging. z/ln den dood of ter overwinning. Meer weet ik thans zelf niet", zeide onze com mandant en zoo ging het met de andere onderzeebooten de zee op, aanvankelijk te zamen, toen gingen wij uit elkaar. De D 15 hebben wij niet teruggezien. Het ging lang de Engelsche kust, van tijd tot tijd onder water. Zes uur arbeid, afgewisseld door zes uur rust. Tien dagen achter elkaar. Bevelen worden er dan niet gegeven. Men hoort niets dan lawaaials een doofstomme is men, men hoort met de oogen en praat met handen en voeten. Zoo ging het dagen lang, nu eens onder, dan weer boven water, dat was de eenige afwisseling. Een keer hadden wij een sensatie, de een na den ander mocht een minuut zijn plaats verlaten en een korten blik door de periscoop werpen. Het was de schoonste blik van mijn leven daarboven lag als een kudde vreedzame lammeren een Engelsch eskader, onbezorgd als waren er geen onderzeebooten. Twee uur lagen wij daar op voorpost onder water. Wij mochten niet schieten, daar wij slechts op patrouille waren en wij verder moesten. De graanprijzen in Duitschland. De stijging der graanprijzen in Duitsch land vloeit, naar het //Berliner Tageblat" in een hoofdartikel mededeelt, in de eerste plaats vooyt uit het feit, dat de toevoer van binnenlandsch graan gering is en tot einde October vermoedelijk gering zal blijven, een gevolg van de omstandigheid, dat de werkzaamheden op het veld wegens de ongeschooldheid van het personeel, het" gebrek aan paarden en andere moeilijkheden thans meer tijd in beslag nemen dan in normale perioden. Bovendien zijn tot dusverre geen groote hoeveelheden buiten- landsch graan ingevoerd. Of Duitschland dit jaar zonder invoer van buitenlandsch graan met zijn eigen voorraad kan rondkomen, hangt volgens het blad, in hoofdzaak af van den duur van den oorlog. Het acht het ecbter geenszins onmogelijk, dat gedurende den oorlog nog graan uit het buitenland wordt ingevoerd, en meeut, dat wie, zooals En geland, het tegendeel gelooft, zeer spoedig in zijn verwachtingen teleurgesteld zal worden. Brief van 1870Oorlogs- voorspelling Er is een brief ontdekt van Emili Olivier tijdens den Fransch-Duitschen oorlbg van 1870 minister-president van Frankrijk gericht aan Wilhelm 1, koning van Pruisen, waarin de schrij ver met treffende zekerheid de dingen wist vast te leggen, die zouden gebeuren endie nu helaas gebeurd zijn! „Sire, ik ken", zoo schrijft hij, //mijn land beter dan uw Duitsche journalisten het kennen. Als gij, Sire, ons grondgebied eerbiedigt, u tevreden stellend met den ontzagwekken- den roem, dien gij behaald hebt en met de zekerheid dat gij in Duitschland voortaan zult kunnen doen wat ge verkiest, dan zult ge de wereid een schoon tijdperk van lang- durigen vrede kunnen verzekeren. Maar als gij ons grondgebied aanraakt, dan zal er een nieuwe oorlog ontstaan Als ge belangeloos zijt, dan zult ge een onoplosbaar verbond voorbereiden van Latijn- sche en Germaansche rassen, maar als gij als overweldiger optreedt, dan bereidt gij tegen Pruisen het verbond van Slavische en Latijnsche rassen Gij roept in uw proclamatie God aan Ook ik geloof in God en Zijn rechtvaardig- heid. Hij kastijdt ons om ons te straffen, dat wij ons hebben laten verzwakken door een langdurig tijdperk van voorspoed. Maar wees er van overtuigd, Hij zalookuwvolk en uw ras straffen als ge, overmoedig door uw roem, aan het Fransche vaderland een deel van het volk ontneemt dat er met lichaam en ziel aan gehecht is. De kreet van den verdrukte zal tot Hem opstijgen, Die den roem verleenten die kreet zal gehoord worden Veracht mij vooral niet, Sire, omdat dit het woord is van een overwonnene. Napo leon heeft na Jena het woord van de over- wonnenen veracht en ze hebben hem met Waterloo geantwoord Dat zachtheid en rechtvaardigheid uw hart mogen neigen 1 Hbl. De verschrikkingen van den oorlog. Uit een brief van het oorlogsterrein in de //Kolu. Ztg." z/Bij Longwy bereikten wii in den morgen van 5 September de Fransche -grens, reden langs eeti zig-zag weg naar het fort, en kregen een neerdrukkenden indruk van het vreeselijke bombardement waaraan deze plaats heeft blootgestaan. Wat moeten dat voor uren zijn geweest, voor die menschen, die hier boven hadden geleefd, mannen met menschelijke zenuwen toen de ver- brijzelende projectielen de muren, daken, torens tot een afschuwelijken chaos ver- pletterden. Men begrijpt, dat hier geen stormaanval meer behoefde te worden uit- gevoerdop zoo'n plaats had niemand het kunnen uithouden. z/Nu ging het verder westwaarts door een eenzaam, schaars bewoond land. Plot seling kwam achter een bocht van den weg een breed dal te voorschijn. Aandenover- kant vertoonde zich op de heuvelheliing een wonderschoon stadsbeeld, bovenaan bekroond door een het geheel beheer- schende kathedraal. Toen wij echter nader- bij kwamen, wijzigde zich de schoonheids- indruk in een van schaduw; want wij zagen, dat ook deze stad nog slechts een ledige koelisse waskapotgeschoten, uitgebrand, geheel door de inwoners verlaten, stom als de dood. Door naar Stenay, dan verder naar het zuidwesten over Buzancy door het heuvel- achtige en beboschte laud, dat reeds tot Champagne behoort, maar nog nergens wijngaarden vertoont, doch met vrij dun staand haver, met kool, aardappelen en klaver bebouwd was, of wel uit weide en woestliggend laud bestond. Hier kwamen wij door streken waar verwoed moet zijn gevochten, waar loopgraven, dekkingswallen, weggeworpen uitrustingstukken gevonden werden met hier en daar een dood paard met opgezwollen lichaam, de beenen gespreid. Hier en daar ook zij het ook zelden lag nog een onbegraven menschenlijk maar vaker was dat het geval op plekken waar de boomen of het struikgewas wat dichter waren, en waar de afschuwelijke lucht hing van in ontbinding verkeerende, onbegraven dooden. Den algemeenen indruk van het land, waardoorheen ik twee dagen ben getrokken, kan ik in enkele woorden samenvatten het geheele land was ledig! In schier onafzienbare opeenvolging trokken wij door dorp na dorp. Ten deele was er om hun bezit gestreden en waren zij daarom vernieldvoor een deel ook waren" zij geheel ongedeerd. De witte huisjes, die aan de vlekken veeleer het aanzien van een stadje dan van een dorp geven, dan in een Duitschland het geval zou zijn, lagen vrien- delijk in het licht der zon. De bloemen in de fuintjes bewogen zacht heen en weerde kippen liepen op straatmaar geen mensch was te zien. Uur na uur reden wij te midden van akkers, waar nog de oogst op de hand van den boer wachtte te midden van weiden, waarop koeien en paarden graasden, maar geen landman was te zien. Heel Noord-Frankrijk, voor zoover onze troepen daardoorheen waren getrokken, was door de bewoners verlaten. Natuurlijk: men heeft die menschen niet allemaal omgebracht,zij moeten gevlucht zijn. En later, in Reims, hoorden wij ook, dat overal de burgemeesters der dorpeu zelf de inwoners hadden bezworen //Vlueht, vlucht, de Duitschers komen zij zullen je anders allemaal vermoorden." De Fransche regeering zelf schijnt daartoe het bevel te hebben gegeven. En zoo was gevlucht wat nog loopen of rijden kon slechts een paar heel oude vrouwtjes of ge- brekkige grijsaards, die zich niet meer van hun woning hadden willen laten scheiden of het niet gekund hadden, waren gebleven. Er, deze slechts heel zelden te voorschijn komende oudjes maakten den indruk van spookachtige desolatie nog te krachtiger. Men stelle zich toch eens voor een ge heel bloeiend land volstrekt geen woes- tenij met alle bewijzen van een schoone, hoogontwikkelde cultuur, met de overal zichtbare getuigenissen van een rijk, nijver, weigeordend leven en te midden van dat alles geen levende ziel Ben duel in de lucht. De mannen, die in het theater van den oorlog gereserveerde plaatsen hebben, die de veldslagen zien op de manier als niemand anders ze ziet, zelfs geen generaals, dat zijn de Duitsche vliegers, zeide sergeant Werner, de eerste Duitscher, die boven Parijs vloog, en wiens bommen den Fran schen voor het eerst deden vermoeden, dat de Duitschers bedenkelijk dicht voor de poort stonden, tot Karl Von Wiegand, den correspondent van de „United Press, die hem trof in den trein tussehen Luik en Aken. En hij vertelde van het eerste aeroplaanduel. Ik had last gekregen de Engelsch Fransche troepen op te sporen na den ernstigen Engelschen nederlaag, bij Bergen. Een officier ging mee als passagier-waar- nemer en wij vlogen Daar het zuiden boven den hoofdvveg naar Parijs, die voert laj^gs den rand van een prachtig bosch, waarin meer dan 40,000 bewoners dezer streek hun toevlucht hebben gezocht. Na een uur te hebben gevlogen en te hebben waarge- nomen waarheen de Engelschen terugtrok- ken waarbij wij o.m. een honderdtal verlaten auto's zagen niet ver van de plaats waar de Fransche artillerie een nieuwe positie innam, in samenwerking met de Engelsche infanterie maakte de waar- nemer een schets en wij draaiden om. Op dat oogenblik zag ik een driebonderd meter boven mij een Bristol-dubbeldekker, die ons vervolgde. Wij vlogen op een 1600 M. hoogte en mijn eendekker was minder snel dan de Bristol, die ons weldra inhaalde. Ik probeerde tevergeefs boven den Bristol te komen, die precies boven ons bleef. Mijn God, wanneer zou de bom, die wij elk oogenblik verwachten, op ons neerkomeu De tweedekker kwam lager en, lager en was geen 150 M. meer boven ons. Wij hadden het gevoel, dat een vogel heb ben moet als een valk boven hem zweeft. Wij dachten, dat hij naderbij kwam om beter de bom te kunnen mikken. De waar- nemer en ik begonnen met onze automa- tische pistolen te schieten. Het was nu duidelijk voor ons tot ons geluk, dat de Engelschman geen bommen had, of dat hij die niet voor uit de machine kon gooien, omdat ie motor en de schroef voor aan 't vliegtuig waren bevestigd. Het was een zenuwspannend moment. De tweedekker daalde en nu begon het gevecht in de lucht van beide zijden. De bestuurder en de waarnemer van den twee dekker begonnen te vurenzij waren toen even hoog als wij en op 150 M. afstand. Blijkbaar hadden zij alleen pistolen en durfden zij niet in onze buurt komen uit angst, dat wij met bommen zouden gooien. Minuut na minuut verliep. Het schenen uren. Ik had het gevoel, als werd mijn machine voortdurend trager en achtte elk oogenblik het einde nabij. Datdnurdeeen half uur. Toen tikte de waarnemer mij op den schouder en wees mij, hoe een 300 M. hooger met ontzettende vaart een kleine Fransche Bleriot de lucht inkwam, om den Bristol-tweedekker bij te staan. Hij vloog in kringen om ons heen en de kogels floten ons om de ooren. Maar daar klonk boven '4iet geraas van de motor uit ook ander vuur, wij waren boven de Duitsche troepen aan- geland, die nu op den Bristol en de Bleriot begonnen te vuren. Dat was onze redding. Yernietigde Fransche regimenten. Een eenjarige Duitsche vrijwilliger schrijit aan zijn ouders over den strijd tegen Zouaven en Turco's. Hoe het veld er uitzag, vertelt hij, kan men zich niet voorstellen. Op een afgemaaid korenveld van 1 kilometer lang en 2 kilometer breed telden we 8727 doode Turco's en Zouaven en op elke doode kwamen nog drie gekwetsten. Acht vijan- dige regimenten zijn daar volkomen ver- nietigd. Er was geen vierkante meter meer vrij. Over een vaandel lagen 126 man over elkaar heen. De Parijsche correspondent van de Cor- riere della Sera vertelt na een tocht over het slagveid aan de Marne, dat het dorp La Ferte en eenige andere dorpen vernield zijn, niet door de Duitschers, maar door de Fransche artillerie om de Duitsche machine- geweren tevernietigeu, die uit de huizen en klokkentorens vuurden en de Franschen groote verliezen toebrachten. De tegenstand der Duitschers was geweldig. Bij Sezanne duurde de slag 18 uren. Yeel hadden de Franschen ook hier van de Duitsche machinegeweren te lijden. Het 63ste Fran sche regiment"1 werd geheel vernietigd. Nabij Sezanne werd een Duitsche batterij afgesneden. In plaats van zich over te geven, bracht zij haar kanonnen in steliing en opende een vuur, dat den geheelen dag duurde. Eerst toen alle kanonnen tot zwijgen waren gebracht, hield de held- haftige tegenstand op alle soidaten waren toen gedood of gewond. Vredesvoorstellen aan Belgie. In de pers is vermeld, dat de militaire gouverneur van de door de Duitschers be- zette gewesten met de Belgische regeering in onderhandeling getreden was, om een wapenstilstand te sluiten of zelfs den vrede te bespreken. Uit vertrouwenswaardige bron verneem ik, dat de tusschenpersoon dier onderhandelingen staatsminist.er Woeste geweest is. Toen de regeering naar Antwerpen overging, is Woeste de eenige staatsminister geweest, die in Brussel is achtergebleven. Woensdag 9 September is hij door maarschalk von der Goltz naar Antwerpen gestuurd, om diens voor stellen over te brengen. Dat hij zich heeft laten vinden om deze rol te spelen, heeft in regeeringskringen verbazing gewekt. Sedert het begin van den krijg is Woeste's invloed vernietigd. Zelfs zijn vroegere partijgenooten vergeven hem niet, dat hij zoo lang mogelijk loting en plaatsvervanging heeft willen in stand houden, dat hij zich met hand en taud verzet heeft tegen elke uitbreiding van leger en vloot, en dat het te daoken is aan anderen, dat de krijgsramp bier en daar niet erger is geworden. Toen hij met de voorstellen aankwam, welker aannemingeene trouweloosheid jegens de bondgenooten zou beteekeud hebben, is hp dan ook ontvangen als een poedel in een kegelspel. Hij is onmiddeliijk terug- gegaan zonder antwoord mede te krijgen. Of liever, er is een antwoord geweestde krachtdadige actie van de Belgische troepen oostelijk van de voorgestelde demarcatielijn. Dit vooral heeft aan Woeste de laatste sympathieen ontnomen. Fen „Taube" boven Antwerven. Volgens een bericht uit Antwerpen, heeft Vrijdag een ,/Taube" weer boven de stad gevlogen. Uit het vliegtoestel werd een projectiel geworpen, waarvan de aard echter nog niet nauwkeurig is vastgesteld. Een groentenboer, die op weg naar de markt was, werd getroffen en moest naar het zieken- huis worden gebracht. Fen deel van Kiautsjau ingenomen. De voorhoede van de Japansche cavalerie is de Chineezenstad vau Kiautsjau binnen- gereden. Vrijdag werd gemeld, dat de Japansche ver- kenners het station der stad reeds hadden ge- nomen, waardoor het garnizoen van Tsjingtau van de landzijde feiteiijk geisoleerd was. De stad Kiautsjau, die in het gebied ligt, hetwelk aan Duitschland is verpacht, ligt ongeveer 8 kilometer van de baai waar de Japansche oorlogsschepen de plaats blok- keeren. Rusland en de krijgsgevangenen. Het is voor Rusland een heel vraagstuk wat het met de 200,000 krijgsgevangenen moet doen, zegt de Beurscourant. Sommigen, voornamelijk Duitschers en Hongaren, zijn bij den aanleg van spoorwegen in Siberie en Europeesch Rusland aan het werk gezet, Anderen helpen bij het binnenhalen van den oogst en het ploegen. Weer anderen zijn aan het houthakken. Het Siberische kolo- nisatie-departement gebruikt er velen bij het aanleggen van wegen en bouwen van huizen. Weer anderen gaan naar Toerkestan, om kunstmatige besproeiingswerken te maken. Er zijn maatregelen genomen, opdat zij de loonen van de Russische werklui niet drukken. De minister van laudbouw heeft bepaald, dat zij moeten werken en in ruii daarvoor behoorlijk voedsel en levens- onderhoud zullen ontvangen. Snelheid van Duitsch troepen- vervoer. De Limb. Koerier meldtAls een be- wijs, met welke snelheid en welken omvang de Duitsche militaire autoriteit troepenver- plaatsingen weet uit te voeren, meldt een betrouwbaar zegsman uit Aken dat hij aldaar een trein gezien heeft, waarvan hij de tech- nische sameastelling onmogelijk zou hebben geacht. De trein bestond uit een paar honderd groote wagons, getrokken door zeven zware locomotieven, n.l. drie voorop, twee in het midden en twee achterop. Met dezeu trein alleen werden zestienduizend man troepen in Zuidwaartsche richting vervoerd. Reuter seinde Zaterdag uit Washington aan de N. R. Crt. Naar de Duitsche gezant meedeelt, is Duitschland bereid te verklaren dat de oorlog onbeslist is gebleven en dat het vrede wil sluiten, mits het Duitsche grondgebied in Europa niet verbrokkeld worde. De redactie laat daar op volgen Wij plaatsen dit telegram onder voorbe- houdIn enkele bladen vinden wij n.l. over hetzelfde onderwerp andere en onder- ling nog uiteenloopende lezingen. Zoo wordt uit Londen aan het Vad. geseind z/Uit New-York wordt gemeld, dat ver- schillende teekenen er op wijzen dat men in Duitschland een nederlaag niet onwaar- schijnlijk begint te achten. Te Washington zegt men, dat von Bethmann Hollweg in zijn antwoord aan den president der V. S. heeft verklaard, dat Duitschland geneigd is tot het sluiten van een vrede, die zijn eer niet te na komt, en dat de Rijkskanselier zelfs aangaf, dat de president de voorwaarden van de bondgenooten zou bekend maken. v Bernstorff, de Duitsche gezant, ver- klaarde in -een interview, dat Duitschland het ongeschonden laten van zijn gebied in Europa en de kolonien eischen zal. De grootste moeilijkheden ontstaan voor Duitsch land door de verlamming van den handel door de Britsche vloot, en de isoleering, welke door het doorsnijden der kabels ontstaat." In Het Volk luidt de voorlaatste zin aldus De Duitsche gezant Bernstorff heeft in een interview verklaard, dat Duitschland zou eischen de integriteit van zijn grond gebied in Europa en een uitbreiding van zijn kolonien. Nog seint Reuter dat in een beschouwing over de pogingen van graaf Bernstorff om tot vrede te komen de New York Herald zegt z/Het is niet te gelooven dat vredesvoor- stellen van de bondgenooten zullen uitgaan. De volken die in den oorlog tegen Duitsch land zijn betrokken, gelooven dat de eenige uitslag van den grooten strijd kan zijn de vernietiging van het Pruisische miiitairisme, dat Duitschland beheerscht en sedert lang een bedreiging is voor Europa. De legers der bondgenooten zullen blijven vechten tot zij dit miiitairisme hebben verpletterd." De Evening World zegt vernomen te hebben, dat de hoogste diplomatieke autoriteit te Washington te kennen geeft, dat Duitschland geneigd is op drie voor waarden te overwegen het voorstel van de Vereenigde Staten om over vredesvoor- waarden te onderhandelen. In de eerste plaats wenscht Duitschland ook toezegging van de geallieerden, dat zij wenschen te onderhandelen en dat Engeland afstand moet doen van zijn eisch van door- voering van den strijd, tot algemeene ver nietiging van"® Duitschland. Ten tweededat het Duitsche rijk in Europa on verbrokkeld zal blijven, terwijl over de kolonien kan worden onderhandeld. Ten derdedat Duitschland door de omringende mogendheden met rust moet worden gelaten. Naar aanleiding van de vredesgeruchten schrijft de Norddeutsche Allgemeine Zeitung Volgens een door Reuter verspreid bericht uit Washington zou de Duitsche gezant aldaar hebben verklaard, dat Duitschland bereid is vrede te sluiten op voorwaarde o o

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1914 | | pagina 2