ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. BEKENDMAKI1TG. No. 6111. Zaterdag 22 Augustus 1914. 54e Jaargang. ABONNEMENT ADVERTENTIEN BINNENLAND. Telefoon 25. Dit Blad verschpt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN BE 8ANDE te Ter Neuzen. Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie y 1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 UUP op den dag der uitgave. PIUS X t Negen en zeventig jaar oud is Z. H. de Paus Woensdagnacht overleden, blijkbaar na een korte ongesteldheid. Hjj had een hartkwaal en leed aan bronchitis. Na zijn ernstige ziekte van nog maar weinige maanden geleden is bij niet meer de oude geworden. In verband daarmee moest hem het vermoeiende deel van zijn taak als ontvangen van geloovigen zooveel mogelijk worden bespaard. Op het laatste oogenblik trachtte hij nog den storm te bezweren, die op het oogenblik over Europa woedt en die wellicht zijn einde verhaast heelt. Langer, dan menigeen verwachtte, heeft het gestel van Pius aan de kwalen van den ouderdom, verzwaard door den druk, die zijn verantwoordelijke taak hem dage- lijks oplegde en die hij met ijver vervuide, weerstand geboden. Meer dan eens werd de 79jarige op het ziekbed geworpeu, doch telkens overwon zijn levenskracht. Niet iang geleden deelde de //Temps" nog mee, dat, terwijl sommige Italiaansche bladen sen- timenteele verhalenbrachtenomtrent het zich verdiepen van den kerkvorst in de dingen der eeuwigheid en zijn reeds los-zijn van de aarde, de paus integendeel, terwijl de kranten over heel de wereld zich hartstochtelijk met diens ziekte bezig hielden, zelf nooit sprak over het einde, maar de kerkeljjke zaken met helder hoofd en opgewektheid bleef leiden. Den 5den Augustus 1903 werd Giusep pe Sarto (zoo heette de paus) tot die waardigheid verkozen. Men berinnert zich nog, hoe zijn ber.oeming geheel onverwacht was. Niemand of bijna niemaod van de niet-ingewijden had rekening gehouden met den eenvoudigen kardinaal als candidaat voor het Vaticaan. Hij zelf trouwens evenmin. Verteld werd, dat hij, van Venetie naar Rome voor het conclave sporend, zich een retourtje gekocht had. Zooals meer bij dergelijke gelegenheden ging het ook daar. Twee sterke honden vochten otn het been van bet pausschap. Beiden boezemden vrees in. Toen werd een derde, een neutrale candidaat naar voren geschoven. Steun aan de Belgische slaehtojfers. Het Nederlandsche comite tot steun voor de Belgische slachtoffers heeft zich uitge- breid, door toetreding van de volgende heeren: I. van den Bosch, gep. vice-admiraal, 's Gravenhage K. J. A. G. baron Collot d'Escury. burgemeester van Hontenisse C. J. A. van Dishoeck, Bussum Dr. H. C. Geuken, Apeldoorn; J. Hannema, Amster dam A. Jacot, architect, Amsterdam Jan A. Laan Jr., WormerveerJ. M. C. Mijnlieff, 's GravenhageHenri van Oppen, Maastricht; Jos. van Raalte, Vlissingen Mr. Dr. A. B. G. M. van Rijckevorsel, 's Hertogenbosch F. Smits van Waesberghe, Breda; Frans Verbunt, Tilburg, voorzitter Nederl. Roode Kruis, afd. Tilburg. Nu de nood zoo hoog wordt, door het voortdureni aankomen van vluchtelingen uit Belgie te Maastricht, Eijsden en andere plaatsen, vluchtelingen, die van alles beroofd zijn, is het noodig, dat hulp en steun wordt geboden. Het comite doet daarom nogmaals een zeer dringend beroep op alien, die in staat rijn, hier te helpen, om den nood te lenigen van onze Zuid-Nederlandsche stam- genooten. Het bestuur van het comite bestaat uit de heeren G. van der Aa, consul-generaal van Belgie, Amsterdam, eere-voorzitter Mr. Th. Stuart, voorzitter J. Th. Boelen, Leon Delhez, Bern. J. Yeldhuis, secreta- rissenMr. G. J. Fabius (Kasvereenigiug), penningmeester. Militaire berichten. Vanwege het hoofdkwartier van den opperbevelhebber van land- en zeemacht wordt, volgens de N. R. Ct., het volgende medegedeeld De bevolking, die meevecbt. Onder dit hoofd komen in het Ochtendblad van De Nieuwe Courant van Dinsdag 18dezer eenige beschouwingen voor, met betrekking tot de bepalingen, opgenomen in art. 1 van het Haagsche Reglement (Reglement be- treffende de wetten en gebruiken van den oorlog te land, annex aan het Verdrag nopens de wetten en gebruiken van den oorlog te land). De beschouwingen leiden dan tot de bewering, dat bij v. plaatselijke vrijwilligers- korpsen kunnen worden gevormd, die, als het noodig wordt gevonden, zich organiseeren een onderscheidingsteeken aanuemen, de wapenen openlijk dragen en zich beijveren in hun handelingen zich te gedragen naar de wetten en de gebrniken van d?n oorlog. WordeD de diensten niet meer noodig of gewenscht geacht, dan wordt met de wapenen en de onderscheidingsteekenen de belligerente eigenschap weer atgelegd en worden de vrijwilligers weer vreedzame burgers. Tegen dit hoogst gevaarlijke spelletje kan niet ernstig genoeg worden gewaarschuwd. Tegen dergelijke vrijwilligerskorpsen heeft een oorlogvoerende als wapen den kogel en de strop, wanneer de leden ervan in zijne handen vallen. In dien geest doorredeneerende doet art. 2 van het Haagsche Reglement de deur nog ruimer open, waar het zegtDe be volking van een nietbezet gebied, die, bij de nadering van den vijand uit eigen beweging de wapenen opneemt om de in- vallende troepen te bestrijden, zonder den tijd te hebben zich te organiseeren overeen- komstig art. 1 wordt als oorlogvoerende beschouwd, indien zij de wapenen openlijk draagt en indien zij de wetten en gebruiken van den oorlog eerbiedigt. Het zijn echter de woorden van een niet bezet gebied, welke deze deur onmiddellijk weder sluiten wil toch, een oorlogvoerende een optreden der bevolking als voren bedoeld beletten, zoo verklaart hij, dadelijk bij het binnenrukken, het gebied als bezet. Art. 42 van het Haagsche Reglement, dat de bedoeling heeft de eischen vast te steileu, voor het bezet verklaren van een gebied, doet zulks in termer, zoo vaag, dat de ocoupator eigenlijk in het geheel niet wordt gebonden. De burgerbevolking kan niet genoeg worden gewaarschuwd, zich in elk ge- val en onder alle omstandig- b e d e n te onthouden van een daadwerkelijk optreden, voor het geval Nederland onver- hoopt in den Europeeschen oorlog mocht worden betrokken. De vorming en het autoriseeren van vrijwilligerskorpsen moeten in handen van het legerbestuur blijven. Wenscht men als vrijwilligers het land te dienen, men wende zich tot dit bestuur, maar dan dient men ook als zoodanig, tot het leger gedemobili- seerd is. Het streng optreden van Engeland, in den oorlog met de Zuid-Afrikaansche republieken vond juist zijn oorsprong in de omstandigheid, dat deze republieken eigenlijk geen geregelde strijdmacht hadden, en vele Boeren nu eens met de wapenen in de hand streden en dan weer gedeeltelijk huistoe gingen, om hun hoeven te verzorgen. De sclieepvaart. Naar gemeld wordt zullen ook op de ljjnen van Rotterdam op Belfast, Dublin, Grimsby, Havre en Christiania de diensten weder hervat worden. Belgische erkentelij kheid. De Limb. Koerier meldt, dat de Belgische vluchtelingen te Maastricht Dinsdag aan den Belgischen gezant te's Gravenhage een telegram hebben gezonden van den volgen- den inhoud De talrijke Belgen, uitgeweken naar Maastricht, zeer getroffen door de bewijzen van sympathie, hun door hun Nederlandsche broeders bewezen en dank'oaar voor de guile en hartelijke gastvrijheid bun betoond, vorzoeken u hun tolk te zijn bij H. M. de Koningin der Nederlanden, opdat het H. M. behage, met de betuigen van hun diepen eerbied, de verzekering van hun levendige en ouverandevlijke dankbaarheid te aanvaar- den. De geinterneerden. De correspondent te Alkmaar van het Hand, schrijft Dinsdag is een aantal Duitsche soldaten in veldtenten te Bergen onder dak gebracht. Hun verschijning wekte in het rustige dorp groote belangstelling. vooral toen zij zich buiten de tenten in groote dekens wikkelden om daarmede op het stroo te gaan slapen. Zij worden in het door prikkeldraad afge- zette kamp door Hollandsche soldaten be- waakt. Er worden pogingen aangewend om den mede gevangen genoraen jongen Duitschen padvinder weer naar zijn land terug te doen keeren. Beslag op tarwe. Op last van den Minister van landbouw is aan burgemeesters last gegeven beslag te leggen op alle voorraden onverwerkte tarwe. In pakhuizen en op schepen mag geen tarwe verwerkt worden. (Nieuwe Ct.) JJitvoervevbod. Het St. bl. no. 416 bevat een Kon. besluit van den 18deu dezer, houdende tijdelijke op- heffing van het verboa van uitvoer van rij- wielen, van katoen in elken vorm en van theobrominum en diuretinum. Vitvoerverbod van steenkolen uit Duitschland opgeheven. Naar Het Volk verneemt heeft de Duit sche regeering het verbod van uitvoer van de voor Holland klaar liggende steenkolen opgeheven. Werving van vrijwilligers. Ter algemeene kennis wordt gebracht, dat de gelegenheid om zich als vrijwilliger bij de landmacht te verbiiden tot nader order voor alle korpsen gesloten is. Alleen ge- wezen onderofficieren (geen korporaals), die opnieuw wenschen te verbinden, kunnen voorloopig tot een verbintenis voor onbe- paalden tijd worden toegelaten. De maatregel treedt dadelijk in werking, met dien verstande, dat zij, die reeds voor den militairen dienst geneeskundig werden goedgekeurd, alsnog kunnen worden aan- genomen. Hoeveel heeft Holland te eten De vraag, hoeveel heeft Holland te eten, beantwoordt de //Haagsche Post" in een uitvoerig artikel, waaruit wij het volgende overnemen Het is bekend, dat Nederland op groote sohaal vee, vleesch en zuivelproducten, alsook suiker uitvoert, maar dat het daaren- tegen de eigen behoefte aan granen niet kan dekken, en het tekort dus door invoer moet aanvullen. De laatste ofScieele Jaar- cijfers" tot grondslag nemend, vinden wij voor 1912 de volgende gegevens omtrent de oogsten van granen en peulvruchten. Tarwe 1.975.000 H.L., rogge 5.671.000 H.L., gerst 1.186.000 H.L., haver 5.750.000 H.L., boekweit 171,000 H.L., totaal ruim 14.753.000 H.L.boonen 504.000 H.L., erwten 658.000 H.L., stamboontjes 179.000 H.L., totaal peulvruchten 1.341.000 H.L. Onze cijfers omvatten echter 5.67 mill, haver, die meestal voor veevoeder noodig is, en dus resteeren voor menschelijke com- sumptie niet veel meer dan circa 9.000.000 H.L. Nu weegt 1 H.L. graan ongeveer 75 K.G., terwijl 1 K.G. graan ongeveer 0.65 K.G. meel leverten dus komen die 9.000.000 H.L. graan neer op ongeveer 450.000.000 K.G. meel. Dit is niet vol- doende voor de consumptie. De Jaarcijfers", die van een treurig gebrek aan statistisch instinct doen blijken, geven onze graanin- voeren in 1000 K.G.terwijl zij de productie in H.L, vaststellen. Deze netto-invoer bedroegen in 1912: Tarwe 390.000.000 K.G., rogge en mais 885.000.000 K.G., gerst 192.000.000 K.G., haver 145.000 000 K.G., roggem. 17.000.000 K.G. Totaal 1,629.000.000 K.G. Dit volgens de hierbovec vastgesteld ver- houding in meel omzettend, krijgen wij I.086.000.000 K.G. meel, waarbij dan nog komen 168.000.000.000 K,G. meel. Veel van het ingevoerde graan dient echter voor veevoeder, brouwerijen, jeneverstokerijen, enz. In 1912 werden door de branderijen, het equivalent van 44.658.000 Kg. meel ver- bruikt (Jaarc. biz. 194)doch een zuiveren kijk op de geheele netto graanconsumptie heeft men niet. Vermoedelijk echter blijft de invoer van meel voor menschelijk ge- 'bruik voornamelijk beperkt tot de tarwe, met een kleine proportie der ingevoerde rogge, gerst en mais, zoodat men mag aannemen dat wij meer dan de helft der grondstof voor ens brood zelf produceeren, en het restant iuvoeren. Die veronderstelling plaatst het meelver- bruik op circa 900 millioen Kg. per jaar is gel. 150 Kg. per inwoner per jaar, d.i. 0.4 Kg. per hoofd en per dag, 'n cijfer dat niet veel van de werkelijkheid kan ver- schillen. En de conclusie is dus dat wij, zelfs al stond de invoer geheel stil, en al waren er geen voorraden, met den oogst juist binnen voor ten minste zes maanden graan in voorraad moeten hebben. Behalve brood zijn er de peulvruchten en hetgeen van meer belang is, de 43.000.000 H.L. aardappelen, die onze bodem ongeveer elk jaar voortbrengt. Daarvan wordt een deel omgezet in aard- appelmeel (in 1912 71.577.000 Kg.), doch die Industrie, welke meestal voor export werkt, zal wel grootendeels stilstaan. En dus zijn met ook dezen oogst pas binnen tenminste 6 H.L. aardappelen per hoofd beschikbaar. Exportcijfers voor dit belang- rijke knolgewas bestaan niet, doch wij gelooven niet dat de uitvoer van veel belang is. Groenten hebben wij in overvloed. Wij voeren elk jaar bijna 200.000.000 Kg. uit, en daar deze uitvoer wegens den oorlog sterk zal inkrimpen, behoeven wij ons omtrent deze nuttige gewassen niet bezorgd te maken. Dat geldt ook van suiker, een voedingsmiddel par excellence, waarvan een even groot gewicht wordt gebruikt per hoofd als van rundvleesch. Wij produceerden in 1912 21 millioen tons bieten, die 231.000.000 Kg. suiker leverdenhier?an werden 15.458.000 Kg. in eigen land verbruikt en 215.000.000 Kg. uitgevoerd. De uitvoer zal lijden, maar hier is in elk geval een reusachtige voedsel- reserve. En een zoodanige reserve hebben wij ook in veestapel en zuivelindustrie. Onze veestapel bedraagt ongeveer 2.100.000 koeien en kalveren, 900.000 schapen, 225.000 geiten en 1.300.000 varkens. Wij ver- bruiken ongeveer 15.000.000 K.G. vleesch (een opgave der jaarcijfers, bl. 105 die is verdacht voorkomt omdat zij gelijk staat met slechts 2.5 K.G. per hoofd en per jaar). En wij voerden 50.000.000 K.G. uit, benevens 75.000 stuks levend vee. In het z/geslacht" paraisseeren echter geen varkens of schapeD, in den uitvoer daarentegen wel. Dan zouden wij 37.000.000 K.G. boter uitvoeren, ongeveer 28.000.000 K.G. kaas, (de cijfers geven hier weder alleen de waarde, die wij in K.G. omzetten door 1 K.G. kaas f 0.75 te rekenen) en 140.000.000 eieren. De //cijfers" geven deze in kilo's (7.482.000 K.G.) en bij onzen kruidenier nagaande hoeveel eieren er in een kilo gam, wogen wij er 19 af. De uit deze cjjfers te trekken conclusie is, dat Nederland zich geheel zelf kan voeden wanneer het zij a broodverbruik wat inkrimpt en meer vleesch, melk, kaas, groenten, suiker en suikerbieten dan gewoonlijk gaat gebruiken. Sokken. Aan de lagere scholen te Leeuwarden wordt deze week begonnen met het breien van sokken voor de soldaten. Het gemeente- bestuur heeft daarvoor een bedrag uitge- trokken. Een landweerman stond ergens op zijn post aan de grenzen toen een auto pas- seerde. De landweerman riep den bestuurder een //halt" toe, en vroeg, toen de auto scopte //Wat bin dich voor een kerl z/Prins Hendrik der Nederlanden", klonk het antwoord. De landweerman sprong in de houding en de auto passeerde. Het verhaal is van de //Ned." Het opblazen van het stoom- schip Alcor. Dinsdagavond is te Rotterdam terug- gekeerd kapitein H. Ebes met 3 stuurlieden, 3 machinisten en 19 leden der bemanning van het stoomschip Alcor (cargadoors firma Van Nievelt, Goudriaan, Co. aldaar), welk stoomschip, geladen met 5250 ton steenkolen, door de Russen is opgeblazen voor den ingang van de haven van Hango in Finland. Het schip was, naar de N. R. Ct. meldt, Zondagmorgen 26 Juli van Rotterdam vertrokken en voer in den namiddag van den 31sten Juli den Finschen Golf in. Doordat 'savonds de kustvuren niet brandden bemerkte men van het schip reeds, dat er iets bijzonders gaande was en werd er scherp uitkijk gehouden. Te 11 uur 'savonds kwamen plotseling 2 torpedobooten dicht bij het schip, waarvan een een schot voor den boeg van de Alcor vuurde, waarop deze onmiddellijk stopte. De Russische torpedoboot naderde zoo dicht mogelijk, zoover als de zeer ont- stuimige zee dit toeliet, en vro g naar de nationaliteit, naam, bestemming en lading van het schip. Nadat daarop was geant- woord, kwam de mededeeling, dat de vaart naar Kroonstad (de bestemming van de Alcor) verboden was en men terug moest keeren of naar Hango kon stoomen, waar men zich 25 mijl vandaan bevond. De kapitein van de Alcor besloot tot dit laatste en 's morgens om 6 uur ankerde men op de reede van genoemde plaats. Na in- geklaard te zijn, seinde de gezagvoerder aan zijn reederij het gebeurde en vroeg om instrucfies. Zondagmorgen 2 Augustus kwam evenwel weer een Russische torpedoboot langszij en vroeg men opnieuw naar bestemming, lading en wie de ontvangers waren. Nadat hierop was geantwoord, verdween de torpedoboot. Even later kwam er een ander Russisch marinevaartuig langszij. Er kwam een officier aan boord, die gelastte ligplaats in de haven te nemen, terwijl hij tevens het schip inspecteerde. Toen de gezagvoerder hiertegen protesteerde en zeide op de reede te willen blijven, daar hij elk oogenblik orders kon verwachten, beval de Rus on middellijk aan zijn bevelen te voldoen, daar hij anders andere maatregelen zou nemea. Kwart voor twaalf stoomde toen de Alcor onder bevel van een loods, die ininiddels aan boord gekomen was, naar de haven en op bevel van voornoemden officier, werd het schip aan den ingang der haven gemeerd dwars voor de opening. Toen de gezag voerder de bedoeling, het schip als ver- sperring te gebruiken, doorzag, uitte hij opnieuw protest, er op wijzende, dat het schip aan onderdanen van een neutralen staat behoorde. De Russische officier antwoordde, dat het oorlog was en alles betaald zou worden, terwijl hij daaraan toevoegde, dat de op- varenden binnen een half uur van boord moesten zijn. Daarop werden dynamiet-batterijen in het ketelruim en de machinekamer geplaatst, die electrisch verbonden werden met den wal. Om half-twee werd de bemanning aan land gebracht en om 10 minuten over twee werd een luide knal gehoord. Er vlogem stukken in de lucht en een groote kolom stoom kwam uit de machinekamer. Daarna helde de Alcor naar bakboord over en zonk langzaam weg. De bemanniug werd naar het politiebureau gebracht en na een paar uren wachtens naar een hotel. Den middag van den 3den Augustus heeft de gezagvoerder van de Alcor met een ge- deelte van de bemanning verklaring af- gelegd voor het plaatselijk gerecht te Hango en tevens protest aangeteekend tegeD het doen zinken van zijn schip door de Rus sische overheid, hem en zijn reeders alle rechten voorbehoudend voor de geleden schade. De gezagvoerder kreeg verder bevel van het hoofd der politie om met zijn bemanning naar Helsingfors te reizen, waarvoor vrij- biljetten werden verstrekt, doch kapitein Ebes weigerde te vertrekken, alvorens hij zijn verklaring en protest in bezit had. Vier dagen is hij te Helsingfors gebleven. Met lof heeft hij getuigd van de groote weiwillendheid, die hem en zijn bemanning door den Hollandschen consul, den heer F. Stockman, is bewezen. Ook op reis door Finland, Zweden en Duitschland naar hier hebben zij van de overheden alien mogelijken steun gehad. In het half uur, dat voor het opblazen van de Alcor werd gelaten, had men na- tuurlijk slechts de scheepspapieren en de allernoodigste eigendommen kunnen bijeen pakken. De Russische regeering heeft nader toe- gezegd de waarde van het schip en daarmee verloren gegane benevens andere schade na den oorlog te vergoeden. Interneeringsdepot. Het voornemen bestaat oSrr een tweede interneeringsdepot op te richten. Dit depot zal gevestigd worden in Gaasterland in de nabijheid van Balk. Het ligt in de bedoeling, de Duitsche geinterneerden te Alkmaar bijeen te boud<'n en de Belgen naar Gaasterland over te brengen. lie Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter kennis van de ingezetenen dat, volgens een bij hem ingekomen bericht van den heer Commissaris der Koningin in de provincie Zeeland, H. M. de Koningin den wensch heeft te kennen gegeven, dat met het oog op de ernstige tijdsomstandigheden, Haar aan- staande verjaardag NIET feestelijk zal worden herdacht. Ter Neuzen, den 20 Augustus 1914. De Burgemeester voornoemd, J. IIUIZINGA.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1914 | | pagina 1