ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR. ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6107. Donderdag 13 Augustus 1914. 54e Jaargang. Schoolgeld. IllAIGA'S iHIII. De Oorlog. ABONNEMENT: ADVERTENTlEN BINNNENLAD. Teletoosi Dlt BlaJ yerschijnt Maandag-, WoensSag- ea YrjjdagaTond, nltgezonderd eg Feestdagen. Iiij de Firma P. J. YAK_DBJSAKDEJe_Terjj8»m Een ernstig woord. FEUILLETON. Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10. Bi] vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika f 1.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alie Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10. Bij direct© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 UUT op den dag der uitgave. Wij leven in een hoogst ernstigen tijd, schrijft het Zeeuwsch Landbouwblad, een woord dat in het algemeen op zijn plaats is. Nagenoeg geheel Europa staat in vuur en vlarn en in de nabijheid onzer zuid- oostelijke grenzen is de vorige week een zwaren en bangen, een wanhopenden strijd gestreden. Dat de Duitsche troepen, zoodra een oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk was uitgebroken een weg naar het laatst- genoemde land zouden nemen door Belgie en Luxemburg, werd al jaren lang gevreesd en de versterking van de Maaslinie in Belgie door talrijke sterkten was daarvan het gevolg. Wat men gevreesd heeft en waartegen men zich door de erkenning van de Belgische neutraliteit, tvelke dat Rijk in 1870 zoo eerlijk heeft gehandhaafd, trachtte tewaar- borgen, is geschied en door den onver- hoedschen inval van Duitschland in Belgie is eene welvarende provincie van laatstge- noemden staat in weinige dagen voor een groot deel verwoest en werden duizenden dapperen, in den bloei van hun leven weg- gemaaid, andere duizendtallen gewond en velen voor het overige deel hunner levens- dagen wreedaardig verminkt, ongeschikt om in hun levensonderhoud en in dat van hunne huisgezinnen te voorzien. Maar hoe onrechtvaardig die inval ook was, hoe verschrikkelijk de gevolgen daarvan ook zijn, door het optreden van Duitschland schijnt het groote gevaar, dat ook ons land in dien oorlog zon betrokken worden, voor- eerst te zijn geweken. Wat staat ons nu te doen In het Friesch Weekblad, gewijd aan de belangen van Volkswelvaart, Landbouw en Veeteelt, lezen wij in het nummer van 8 Augustus 11. op bovenstaande vraag van de hand des heeren E. van Welderen Rengers, voorzitter van de Friesche Maatschappij van Landbouw een ant woord, dat wij ook tot het onze maken, een antwoord dat tot opschrift voert Doorwerken. Als men overdeukt, zoo zegt genoemde schrijver, wat in deze tijden, waarin alles, niet alleen in politiek, maar ook in economisch opzicht, onzeker is, de plichten zijn van den landbouw, dan geloof ik, dat na rustige overweging daarop maar een antwoord kan worden gegeven en dat antwoord moet luiden doorwerken. Ik zie onze plicht op dit oogenblik zoo in dat wij moeten zorgen in het belang van het Vaderland onze productiemiddelen zoo goed mogelijk in stand te houden, geheel afge- scheiden van de voordeelen, die ons dat thans persoonlijk op kan leveren. 69) Want dat is het juist, waarover men het met zichzelf goed eens moet zijnvoor ieder brengt deze toestand, waaraan geen Nederlander schuld heeft, schade mee. Het mag niet in de eerste plaats ons streven zijn die schade voor ons persoonlijk zoo klein mogelijk te maken, wij moeten trachten die schade voor het geheele land zoo gering mogelijk te doen worden, en dat kunnen de landbouwers bevorderen door eerstens te zorgen dat de voortbrenging der landbouw- producten zoo hoog mogelijk blijft en tweedens door die producten te brengen daar, waar ze thans in ons land het meest noodig zijn. Zij die op den eersten Augustus hun plaats in namen, wisten nauwkeurig wat hun taak zou wezenwij, die zijn achtergebleven kunnen ook ten bate van land een taak vervullendoorwerken met voile kracht. Dit doende lenigt men niet alleen de nooden van het oogenblik, maar schept men ook de voorwaarden, waardoor de crisis kan worden bekort, want doorwerkend houdtmen de productiemiddelen in stand en zijn ze straks het spoedigst in staat de voile voor deelen te verschaffen. Doorwerken dus,kalm en metallekrachten, waarover ieder onzer kan beschikken en elkander steunend daar waar zulks maar immer mogelijk is. Uit ons midden zijn niet alleen tal van werklieden, gehuwde en ongehuwde, onder de wapens geroepen om, zoo het noodig mocht zijn, de onafhankelijkheid van het vaderland te verdedigen, maar onder dezen bevinden zich ook vele hoofden van landbouw- en nijverheidbedrjjven, die plotseling uit hunne zaken zijn gerokt en deze aan de zorgen hunner nog jonge vrouwen of die van andere handen, aan anderer hulp dus, moeten overlaten. Laat ieder onzer in de eerste plaats voor zich zelf op de gewone ernstige wijze, die den Zeeuwen eigen is, doorwerken aan de ons opgedragen taak, en daarbij steeds bereid gevonden worden, daar waar wij daartoe in staat zijn, anderer, vaak nog moeilijker, nog zwaarder taak, ook maar eenigszins te verlichten, dezen niet alleen met goeden raad, maar ook met menschlievende daden iij te staan. Laten wij ons vooral wachten eigen voordeel te willen bevorderen door over- dreven, vaak oneerlijk winstbejag, waarbij men zich niet ontziet misbruik te maken misbruik zoowel op zedelijk als stoffelijk gebied van den benarden toestand, waarin zoo velen onzer omgeving verkeeren door zenuwachtige overspanning, door een gevoel van hulpbehoevendheid, van verlatenheid, van vrees, door een geheel gemis van kennis van de bestaande toestandenmaar laten wij deze ongelukkigen troosten, bemoedigen, waar noodig rechtstreeks helpen en nimmer aarzelen de groote les des Christendoms in toepassing te brengen vWat gij wilt, dat U de menschen doen, doe gij hun desgelijks In staat van oorlog. Te middernacht van gisteren is een buiten gewone Staatscourant verschenen, bevattende een Koninklijk besluit, waarbij, met ingang van gisteren, in staat van oorlog worden verklaard de provincien Limburg, Noord- Brabant en Zeeland, benevens het gedeelte van Gelderland bezuiden de Waal. Wij vestigen er nograaals de aandacht op, dat het afkondigen van den staat van oorlog volstrekt niet beteekent het voeren van oorlog, doch slechts een administratieve maatregel is, welke het militaire gezag I meerdererechtentoekentboven het burgerlijk. De Hollanders in Belgie. Uit een particulier schrijven aan een stad- genoot, dat 7 Aug. uit Brussel werd ver- zonden, ontleent de Midd. Crt. het volgende, waaruit nogmaals blijkt, dat de stemming in Belgie ten opzichte van ons land niet zoo ongunstig is, als eerst vermoed werd. Voor ons Hollanders, zoo wordt geschreven, is de nood echter niet zoo groot als voor de Duitschers, die worden uit hun huis gehaald en op straat afgeranseld. Opgewonden en onberedeneerd trekken zij bij hoopen van 500 tot 1000 mannen en vrouwen door de stad, alles verwoestende, waar maar een Duitsch merk of naam op staat. Alle zaken zijn gesloten, kantoren even- eens, levensmiddelen zijn duur en gewerkt wordt er niet. De straten zijn vol met leegloopers, burgerwachten, veldwachters en andere politiemannen, ook burgers die politiedienst doen in burgerkleeding en te herkennen zijn aan een lint in de nationale kleuren om den arm. Elk een draagt een strik van zwart, geel, rood op de borst, zonder strik is het niet raadzaam op straat te komen op gevaar af voor een Duitscher gehouden te worden. De toestand gelijkt veel op het //beelden- storm"-tijdperk. Het is verschrikkelijk te zien, hoe de mooie zaken geheel zijn vernield, groote cafe's geheel verwoest en in gruzelementen gestagen. Belgie krioelt van Duitsche spionnen, velen zijn reeds doodgeschoten en dagelijks komen er meer om ook gevat en doodge schoten te worden. Onze officieren uit Albanie t e r u g. De bijzondere correspondent in Albanie van het flbld. seint uit Bari, d.d. 6 Aug^: Gisteren hebben generaal De Veer, majoor Kroon en kapitein De Jongh definitief Du- razzo verlaten, wijl de vrijlating van de gevangen genomen officieren Reymers en Verhulst binnen eenige dagen, vaststaat. dank zij het optreden van generaal De Veer, Deze is benoemd tot grootkruis, majoor Kroon tot commandeur in de orde van Skan- derberg. Bij het vertrek der drie officieren was een groote menigte aanwezig, die geestdriftig de vertrekkende toejuichten. De Roemenen en de garde van den vorst brachten de mi litaire honneurs, terwi]l de batterij der citadel 21 saluutschoten losten. Alle gezanten waren bjj het afscheid aan wezig. De vreemde vrijwilligers zijn even- eens met dezelfde scheepsgelegenheid alien vertrokken. Men onderhandelt met de opstandelingen, en waarschijnlijk zal wel een overeenkomst getroffen wordgn. Uitbetaling aan depost- kantoren. De directeur-generaal der posterijen en telegrafie maakt bekend dat de uitbetalingen aan de postkantoren in de tegenwoordige omstandigheden niet zoo geregeld als anders kunnen plaats hebben. De welwillendheid en de mede- werking vaD het publiek worden mitsdien ingeroepen om de uitvoering van den dienst der betalingen zoo min mogelijk te bezwaren en genoegen te nemen met eenig uitstel, als dit soms onvermijdelijk noodig is, of te voldoen aan de vraag om het te ontvangen bedrag aan te vullen met zooveel geld als noodig is om met een bankbiljet te kunnen betalen, indien niet genoeg specie en klein bankpapier in de kas van het kautoor mocht voorhanden zijn. Aan klachten over niet coulante uitbetaling kan thans niet het gebruikelijke gevolg gegeven worden, daar het groote aantalkleine bedragen, te betalen aan onbemiddelde men schen, o.m. wegens ouderdomsrenie, er toe noopt om den beschikbaren voorraad specie niet geheel uit te putten. Aan de directeuren der postkantoren kan derhalve niet worden gelast alle betalingen steeds in specie of zelfs in precies afgepast geld te doen. Toegangen W e s ter-Sche1de mogelijk onveilig. Met het oog op de mogelijkheid dat door oorlogvoerende mogendheden mijnen worden gelegd in andere dan Nederlandsche terri- toriale wateren, wordt aan koopvaardijsche- pen, bestemd voor de Schelde, aanbevolen bij voorkeur gebruik te maken van de toegangen in de Nederlandsche territoriale wateren. Ge'interneerde Duitsche m i 1 i t a r i r e n. Maandagmorgen was het stamp vol in de nabijheid van het bureau van afmonstering aan de Lauriergracht te Amsterdam, waar een 36tal Duitschers, die aan onze grens ge vangen waren genomen, een tijdelijk onder- dak hadden gekregen. Een tweetal schildwachten bewaakten naar de Tel. meldt de poort. Moest iemand in 't gebouw zijn, dan bonkten ze met de geweerkolven tegen de deur. Om elf uur, toen de gracht door een groote politiemacht afgezet was. gingen de vleugel- deuren open en marcheerden de militairen naar buiten. Vooraf liepen een tiental Nederlandsche soldaten, de bajonet op't geweer. Vervol- gens de Duitschers, gekleed in hun grijsblauwe uniform, dePickelhauben, waarvan dekoperen piek in de stralen der zon schitterden, op 't hoofd. Ze behoorden tot de Meeklen- burgsche garde-regiment; vandaar de roode M op de epauletten en de lange zilveren strepen op de platte kraag. De stoet werd gesloten door Nederland sche militairen en politie te voet en te paard. In Snellen pas marcheerde het groepje, om- geven door een reusachtige menigte nieuws- gierigen, naar het Centraalstation, waar de trein van 12 uur ze naar Alkmaar zou ver- voeren. Een achttal derde-klasse-coupe's was voor hen gereserveerd. In elk compartiment namen bovendien nog vier Nederlandsche militairen met geladen geweer plaats. Zwijgend zaten de blauwoogige zonen van Mecklenburg voor zich uit te staren. Een enkele zat een Duitsche krant te lezen. Onder de Duitschers bevond zich een knaap van ongeveer 14 jaar. Hij vertelde, dat hij tot een afdeeling padvinders uit Aken behoorde. Zijn twee kameraadjes waren door de Belgische kogels gevallen. Een garde-soldaat verhaalde van het moorddadige vuur der Belgen bij Vise. Een kogelregen maaide zijn kameraden van de Mecklenburgsche garde bij tientallen neer en noodzaakte de overlevenden de wijk te nemen. Naar zijn zeggen bleven slechts dit troepje, bestaande uit 3 onderofficieren en 32 minderen, alsmede eenige gewonden, die nog in Maastricht verpleegd werden, over. Ook wij, vervolgde onze zegsman, kwamen er niet alien ongedeerd af. Een viertal had beenwonden en de buurman van den verteller was aan de hand gekwetst. 'sNachts doolden de vluchtelingen rond en staken bij vergissing de Nederlandsche grens over. Eensklaps werden ze verrast door het „Werda" der Nederlandsche grens- wacht. In 't eerst dachten ze op een af deeling Belgen gestooten te zijn. Dood vermoeid, gewond en uitgeput gaven de Mecklenburgers zich toen over. Meer wist de Mecklenburger niet te ver- tellen. Om twaalf uur snerpte het fluitje van den conducteur. Sommigen knikten de Nederlandsche militairen nog even toe, de Feldwebel bracht stram de hand naar de helm en de trein zette zich in beweging. In Alkmaar worden ze ge'interneerd in de Cadettenschool. Collecte Roode Kruis. De collecte voor het Roode Kruis te Middelburg heeft 1500 opgebracht, waar- onder een gift van 500. Het badhotel Domburg heeft 200 bedden ter beschikking gesteld de Vitrite-Works brancards; ge- bouwen, o. a. Veldzigt, werden ter beschik king gesteld. Het leegstaande vroeger militair hospitaal wordt ingericht. Bepaalde oorlogsberichten, d. w. z. betref- fende krijgsverrichtingen der laatste dagen, blijven uit. Nieiuand der strijdende partijen laat iets los en men kan alleen vermoeden dat een veldslag wordt voorbereid, misschien als ge dit leest reeds aan den gang is of gedeeltelijk gestreden. Ook de groote bladen komen schaarsch binnen, deze bevatten over het algemeen nadere beriehten omtrent hetgeen de vorige week voorviel en be- schouwingen, waar men het dus thans mede doen moet. Nog schijnt op het oogenblik de toestand te zijn, dat voor Luik paal en perk gesteld is aan den opmarsch der Duitsche leger- scharen al is dan ook de stad door hen bezet, terwijl inmiddels een steeds sterker Fransch leger een deel van Belgie bezet en vermoedelijk ook de Engelsche troepen reeds aanwezig zijn, om zoo noodig een woordje mede te spreken. Hoe goed men er zich in Brussel ook aan houdt geen beriehten te publiceeren die aan den vijand de bewegiugen der be- vriende troepen zouden kunnen verraden, het blijkt nu toch wel al duidelijk, dat het ergste nu spoedig gaat gebeuren een ont- moeting tusschen het Duitsche invalsleger met de vereenigde Fiansch-Engelsch-Bel- gische krijgsmacht. Zeer vermoedelijk zal die plaats hebben in het Noorden van Belgie, in de laagvlakte niet ver van onze grenzen. Bertha keek haar droomerig aan. Ja," antwoordde ze. //Hoe lang ben ik ziek geweest z/Bijna vijf weken, lieveWat hebben we al zorgen en angst doorstaan Ben ik niet erg mager geworden Wat zal Hammond wel zeggen." Bertha lachte er om, maar haar gedachten schenen zich met iets anders bezig te houden. „Zeg, Beatrice", begon ze weer te vra- gen, »heb ik veel gepraat, terwijl ik buiten kennis lag z/Toen je buiten kennis lag Ja, toen werd je voortdurend door allerlei akelige droombeelden gekweld, maar daar moet ge niet meer aan denken, dat is gelukkig voorbjj z/Ja, het is voorbij zuchtte Bertha, ik wist het wel! Het is zeker niets dan verbeelding Angstig keek Beatrice haar aan. ,/Wat bedoel je daarmee vroeg ze. „Och Beatrice, lach er maar om. Ik droomde dat Charles bier geweest is z/En waarom zou hij niet hier geweest zijn Hij is nog hier 1" Er ging een schok door Bertha's leden. Op haar bevende lippen scheen een nieuwe vraag te branden. z/En je wilt nog meer weten, niet waar, Bertha Spreek vrij uit, je behoeft niet te vreezen, dat ik er om zal lachen Met neergeslagen oogen stamelde Bertha toen ,/Ditmaal zal je me zeker uitlachen, Beatrice ik weet wel dat het slechts een droom geweest kan zijn. Ik droomde, dat Charles ,/Ga voort, ga voort", drong Beatrice. z/Je droomde, dat Charles //Met me getrouwd was", bracht de zieke nu met moeite uit. //O, zeg hem er niets van Dat staat me zoo duidelijk voor den geest, dat ik het onwillekeurig moest zeggen". Een glimlach verried, wat er in Beatrice omging, toen ze zich over haar heenboog en haar kuste. z/Ja, lieve, beste zuster, je bent wel degelijk getrouwd, al veertien dagen, en daardoor is mijn schoonste hoop vervuld. Je bent mvjn lieve zuster, Je bent Char les' vrouw Een kreet van vreugde ontsnapte Ber tha's lippen. z/Geen droom geen droom riep ze bevend uit. //Het is werkelijkheiden ze bedekte haar gelaat met beide handen en bleef stil liggen. ,/Ja, je bent Charles' vrouw vervolgde Beatrice //en hij wenscht slechts op een woord van je om je in zijn armen te mogen sluiten Mag hij binnenkomen Zij wacbtte het antwoord niet af, opende de deur van de kamer en Charles knielde aan het bed en bedekte haar handen met vurige kussen. /Bertha, mijn Bertha", riep hij tusschen lachen en schreien. //Heb je mij werkeljjk lief? Wil je me niet meer uit je bijzijn wegzenden z/Wegzenden O, neen, zeg dat nooit weer. Je bent mijn een en alles. Jebentde eenige, dien ik van stonden aan heb liefgehad en ik zal je liefhebben zoolang ik leef En buiten stond Beatrice tegen de deur post geleund en stortte vreugde tranen. Zoo was het geluk dan eindelijk gekomen Weldra kon Bertha het bed verlaten en op den arm van haar echtgenoot steunende, kleine wandelingen maken, waarbij het lied der liefde hem aanhoudend in de ooren klonk. Daarop volgden nog schooner dagen. Bertha was eindelijk geheel genezen en toen sloeg het uur, dat ze afscheid zouden nemen. Met het voorjaar trok het jonge paar naar Engeland. I Voor hun vertrek vereenigden zich nog twee harten door den huwelijksband. Kapi tein Hammond voerde Beatrice naar het echt-altaar. De twee paren staken met dezelfde mailboot den oceaan over. Stella Seton bleef bij de oude mevrouw Stuart, wier levensavond zij door kinderlijke, toe- wijdende liefde wist te veraangenamen. Op Engelschen bodem aangekomen, trokken Charles en Bertha naar Chesshire. Het was een fraaie, zonnige middag, toen zij in de oude Gothische kerk 'oinnentraden, waar sedert eeuwen de leden van het geslacht der Nortons een laatste rustplaats hadden gekregen. In stille aandacht stonden beiden voor den grafsteen, die daar het laatst gelegd was. Bertha's oogeD vulden zich met tranen dat was de eerste maal sedert zijn met Charles getrouwd, was. Een eenvoudig monument van wit mar- mer vertoonde op het voetstuk een gebroken zuil en daaronder de inscriptie z/Hier rust Graaf Victor Norton tot Northminster, overleden den 3en October 1867, slechts 24 jaren oud. De boom verdorde in den bloeitijd". Het was doodstil in de^kerk^maar buiten scheen de zon en kwinkeleerden de vogels in de takken der boomen. Zachtkens sloot Charles zijne vrouw in zijn armen en vleide haar aan zijn borst. „Schrei niet, mijn Beveling", fluisterde hij haar toe. „Je hebt geen schuld aan zijn dood. Er rustte een vloek op het geslacht der Nortons, die moest vervuld worden en hij is vervuld E I N D E. 333XB -* £•-,' Burgemeester en Wethouders vanTERNEUZEN brengen ter kennis dat het kohier van bet school geld voor het openbaar lager onderwijs in deze gemeente, over het 3e kwartaal 1914, in afschrift, gedurende vijf inaanden op de secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Ter Neuzen, 10 Augustus 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1914 | | pagina 1