ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6095. Donderdag 16 Juli 1914. 54e Jaargang. ABONNEMENT ADVERTENTlEN BLAJSTCA'S G-EHEIM. Telefoon 25. Bit Blad verschijnt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezoncerd op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Neazen. BINNENLAND. FKUILLETON. GEMENGDE BERICHTEN. Per 3 maanden binnen de stad /l.—Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65, overig Buitenland f 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ooF bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij cSirecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 uur" op den dag der uitgave. Een huldebetuiging. Dinsdagmiddag bezochten een honderd leerlingen eener openbare school te Ant- werpen, West-Souburg om hulde te brengen aan den aldaar begraven vroegeren burge- meester Marnix van St. Aldegonde. Nadat de leerlingen zich met het hoofd der school en eenige onderwyzers rond het monument op het kerkhof hadden geschaard, bield een der onderwyzers een korte toe- spraak, herinnerende aan hun groo^jn Burgemeester die met Willem van Oranje zooveel voor de Nederlanden heeft gedaan. lip dankte Souburg's burgerij, dat het graf er zoo keurig onderhouden uitzag, in tegenstelling met andere plaatsen, waar men zoo vaak zag, dat alles verwaarloosd werd. Vervolgens zongen de jongens het door Marnix van St. Aldegonde gemaakfe ,/Wil- helmus van Nassaue" en //Het Lied der Schelde", waarna het hoofd der school zijn dank bracht aan de beide wethouders van Souburg die op de begraafplaats aanwezig waren. Een //leve Souburg" besloot de plechtig- heid. (VI. Crt.) Het eedsvraagstuk. lngediend is een wetsontwerp tot nadere regeling van hef eedsvraagstuk. Nu bij arrest van den Hoogen Raad van 29 Juni jl. is beslist, dat een belofte, af- gelegd door een niet tot een kerkgenootschap behoorenden getuige niet de kracht heeft van een beeedigde getuigenverklaringen dat z,aan een verklaarbaar verzuim van den wet- gever is toe te schrijven," //dat verklaringen van personen, die niet tot een kerkgenoot schap behooren, niet als verklaringen van getuigen kunnen gelden," komt het der Regeering niet twijfelachtig voor dat dit thans door den Hoogen Raad na byna een eeuw geconstateerde verzuim van den wet- gever zoo spoedig mogelijk moet worden hersteld. Thans is wetswijziging ten aanzien van de verplichting omtrent het afleggen van een eed of belofte noodzakelijk ge- worden. De regeering wenscbt de herziening der eedsverplichting niet te beperken tot ean wijziging uitsluittnd ten opzichte van den getuigeneed in strafzaken en den daarmee noodzakelijk verband houdenden getuigeneed in burgerlijke zaken, doch aan deze her ziening een zoodanig algemeen karakter te geven, dat deze althans voorloopig als een oplossing van het reeds zoo langen tijd de gemoederen verdeeld houdende eedsvraag stuk zal kunnen worden aangemerkt. Er moet meer eenheid en zekerheid komen ten aanzien van de thans in tal van af- zonderlijke wettelijke voorschriften omtrent de beeediging voorkomende bepalingen en aan deze nieuwe regeling zal het beginsel moeten ten grondslag liggen, dat de eed slechts in die gevallen gehandhaafd blijft, waar deze inderdaad onmisbaar,moet worden Had mijn vader mij niet voorzegd, wat mijn bruid te wachten stond? Ja, dat was het.... ik moest je vermoorden! Nietszou je daarvan kunnen redden! Die gedachte beroofde inij van mijn verstand, sedertwist ik evengoed als mijn vader, dat ik waan- zinnig was; ik leed aan een soort van ver- volgingswaanzinik ontvluchtte je, omdat ik in je persoon het noodlot zag, dat me vervolgde. „Vroeger of later zal ik haar vermoorden!" klonk het voortdurend in mijn binnenste. Maar mijn liefde wees mij den weg om ons beiden te redden, het kostte mij een zwaren strijd, maar ik verliet je! Ik had me de offers heel anders voorge- steld. Overtuigd van je weinige liefde dacht ik, dat 'tlijden alleen aan mijn zijde zou zijn. Ik had slechts de keuze tusschen je te dooden of je te verlaten! Als ik laf ge- noeg zou geweest zijn om bij je teblijven, dan zou het tot een misdaad gekomen zijn, maar omdat ik aanhoudend het ontbloote zwaard boven je hoofd zag zweven en het dreigend ongeluk niet anders kon voorko- men heb ik je verlaten! Dit heeft ons gescheiden, dat is het duistere geheim, dat ik van |nijn vader erfde! Dordeel nu, Bertha, of je mij vergiffenis kunt schenken." Hij zweeg. Zonder zich te verroeren, had zij voor zich heen zitten staren, maar nu richtte zij zich op, keek hem djep in de oogen en gleed op haar knieen. geacht en ten aanzien van die personen van wie de eed kan worden gevorderd, zonder hun geweten geweld aan te doen. Een algemeen geldende geheel vrije keuze tusschen eed of belofte of een algemeene afschaffiug van den eed kan de regeering niet bevorderen. Daarentegen is evenmin bevredigend, dat alien, die tot een kerkgenootschap behooren dat het afleggen van een eed niet bepaalaelrjk verbiedt, verplicht zijn, den eed af te leggen, ook al hebben zij persoonlijk de meest ernstige gewetensbezwaren tegen het afleggen van den eed. Deze eedsdwang nog lunger te handhaven ware in strijd met den geest van art. 167 der Grondwet, welk artikel ieders persoonlijke godsdienstige gevoelens zooveel mogelijk wil geeerbiedigd zien. De vroeger voorgestelde regeling, van Minister Regout schijnt ook naar de meening van de tegenwoordige regeering de meest gewenschte, welke regeling hierop neerkomt, dat tot de belofte zouden worden toege- laten alien bij wie ernstige gewetens-be- zwaren tegen het afleggen van den eed bestaan, onder bevoegdheid van den rechter, om, indien deze niet aanneemt dat de ge wetensbezwaren oprecht gemeend zijn, toch den eed op te leggen. Deze regeling voldoet alleszins aan het vereischte behoud van den waarborg van den eed onder eerbiediging van gewetensbezwaren. floezeer overtuigd van de wenschelijk- heid, dat op het gebied der beeediging grootere eenheid tot stand komt, meent de regeering toch naast de algemeene regeling eedsverplichting zonder gewetensdwang, voor een aantal andere gevallen een afwijkeode regeling te moeten voorstellen. Zij is van oordeel, dat ten aanzien van alle ambtseeden en soortgelijke eeden, als- mede in alle gevallen, waarin thans reeds het wettelijk voorschrift volledige vrijheid van keuze geeft tusschen eed of belofte en waarin derhalve het afleggen van den eed door den wetgever niet dringend noodzake lijk is geoordeeld, de eed zal dienen te vervallen en voortaan alleen de belofte behoort te worden afgelegd. TER NEUZEN, 15 Juli 1914. Het weerbericht van het meteorolo- gisch instituut te De Bilt van heden, luidt als volgt Hoogste barometerstand 771.7 Horta. Laagste barometerstand 756.4 Malinhead. Verwachting tot den avond van 16 Juli Zwakke tot matige wind, uit westelijke richtingen, meestzwaarbewolkt,aanvankeljjk waarschijnlijk regen of onweersbuien, later opklarend, koeler. Bij het gehouden overgangs-examen aan de school voor meer uitgebreid lager onderwijs alhier, zijn bevorderd van de eerste naar de tweede klasse G. Bauwens, R. v. Dixhoorn, *D. v. Doeselaar, J. v. Drongelen, M. Drost, H. v. Dyke, J. 'tGilde, M. P. Harte,A. Herre- Met de armen om zijn hals geslagen, boog zij deemoedig het hoofd en voor de eerste maal in haar leven drukte zij een kus op zijn lippen. Vergiffenis Moet ik je vergiffenis schen ken, man?" vroeg zij met bevende stein. „Ach, neen, ik ben h et, (die vergiffenis noodig heb." HOOFD STUK XXXV. Toen tante Elisabeth na een geruimen poos onhoorbaar de kamer opende, stond zij verbaasd stil. Nog altijd had Bertha de armen om haar echtgenoot geslagen en de vrede op zijn bleek gelaat zeide haar dat huflne harten eindelijk elkander hadden ver- staan, aan den rand van het graf. Wat konden woorden hier zeggen? Zij5 naderde. „Bertha", zei ze, „het wordt laat en de reis heeft je vermoeid. Kom, ga nu wat rusten! Ik zal wel bij Victor waken!" Maar Bertha schudde het hoofd. „Neen", antwoordde zij, „ik verlaat Vio- tor niet. Ik zou het nooit gedaan hebben, als ik alles geweten had", en de tranen stroomden haar langs de wangen. Met groote inspanning vatte hij haar hand en bracht die aan zijn lippen. „Als je het geweten had, als ik het g!e- waagd had je alles te zeggen, zou je dan dan niet vol ontzetting me ontvlucht heb ben?" vroeg hij, terwijl hij haar nauwlet- tend aankeek. „Zou je niet angstig geworden zijn voor een man, die naar je leven stond?" Onbevangen keek zij hem aa(n en ant woordde: „Als ik geweten had, hoe je vader je moeder behandelde pgn hoe zijn waafizin op je overging, dan zou ik oprecht medo- hout, *A. v. d. Hooft, H. Kramer, M. Kuipers, C. LeDSen,f Mijnsbergen, D. v. d. Moer, *J. Poppe, H. Rochat, J. Smidt, A. Spruitenburg, H. Standaert, J. Stoffels, 0. Verbrugge, *K. de Yos, J. Weijnen, C. v. Wijck, A. v. Bellen, H. Goslinga, H. Hasse, *A. Lijbaart, H. de Smidt, S. Sonnev^lle en W. Hugenholtz. Niet bevorderd 15 leerlingen. Van de tweede klasse naar de derde klasse *C. Bakker, W. Blansaart, J. v. Damme, A. v. Dixhoorn, M. de Feijter, J. Goslinga, A. Klaasseu, P. Klonwers, J. Kolijn, A. Mulder, L. de Rijke en D. de Vos. Niet bevorderd 5 leerlingen. Van de derde klasse M. U. L. O. naar de derde klasse H. B. S. M. C. Harte en M. Moggre. Niet bevorderd 2 leerlingen. De met gemerkte ziju voorwaardelijk bevorderd. Met ingang van- 15 Juli is benoerad tot assistent-opzichter bij de Zeeuwsch- Vlaamsche tramwegmaatschappij (werken te Drie Schouwen) de heer L. Koevoets, alhier. SLUISKIL. Door middel van aanplakbiljetten waren alle Sluiskillenaars boven den leeftijd van 21 jaar opgeroepen oin de vergadering van Maandag j.l. bij te wonen met het doel eene Commissie te vormen, om bij de re geering de belangen van Sluiskil te bepleiten. Die vbrgadering is gehouden in de herberg by den heer P. Meert. Het lokaal was stampvol belangstellenden. Door den heer H. Colsen werd het woord gevoerd. Een berg van grieven tr jen het bestuur van Ter Neuzen somde hi) op o. a. de verlich- ting van Sluiskil, de beerruiming, de dijk van 't Nieuwedorp, de weg naar het kerkhof, de bestrating, de vacatures aan de o. 1. school, 't betalen der gemeentebelasting, de rioolputten, het ophalen van het straatvuil, de verpestende stank der leiding, enz. enz. Daar tegenover stelde hij de weelde-uitgaven voor de kom van Ter Neuzen, zooals de electrische verlichting, de reukelooze beer ruiming, de Hoogere Burgerschool, het uitbetalen van f 150 aan den directeur der Hoogere Burgerschool, de muziektent, het steeds houden van feestelijkheden in Ter Neuzen op 15 Augustus als het te Sluiskil kermis is, enz. De spreker noemde de verlichting van Sluiskil gloeiende spijkers, de beerruiming heeft niet plaats, zoodat hij zelfs een per soon kende, die zijn beer in de leiding wierp, de dijk aan 't Nieuwedorp belet het uitzicht en is onnoodig, de weg naar hec kerkhof onberydbaar, de bestrating slecht, de vacature aan de o. 1. school te langdurig, waardoor het onderwijs lijdt, de rioolputten gevuld met 1,40 M. modder, de gemeente belasting te hoog en de voldoening zeer lastig, wijl men telkens geld kwijt is aan den voerman om dit bij den gemeente-ontvanger te brengen. Gewenscht ware het, dat er te Sluiskil elke maand een dag vastgesteld lijden met je gehad hebben en daaruit zou de liefde geboren zijn, die ik je eenmaal beloofde. Nooit zou ik je verlaten hebben nooit! En ik weet ook, Victor, dat het nooit zou gebeurd zijn, wat je vreesde! Zoo waar ik op dit oogenblik naast jeneer- kniel, zoo waar weet ik, dat je nooit je hand tegen mij zoudt hebben opgeheven!" „Geloof je dat?" vroeg hij met bevende stem, terwijl zijn oogen begonnen te schit- teren. „Ik weet het ik gevoel het!" ant woordde zij met overtuiging, „Je zoudt het nooit gedaan hebben! Daar zou ik geen oogenblik bang voor geweest zijn en lang^- zalmerhand zou de gedachte, dat je waanL zinnig waart ook wel uitgesleten zijn. Het was te veel opeens voor je, Victor, alles, wat je vernam, en dat beroofde je van je verstand. Had je het van je kunnen ver- krijgen, om mij je vertrouwen te schenken, dan zou alles anders gegaan zijn!" Zij sprak met zooveel opoffering, dat hij er door werd meegesleept. De smartelijke uitdrukking kwam weer op zijn gelaat. „Dus was mijn opoffering nutteloos! Zon der reden leed ik zoo zwaar onder de scheiding van Tante Elisabeth viel hem vastberaden in de rede en zeide: „Dat is zelfkwelling, Victor. Kom, Bertha, ga mee en rust wat uit, al die op- winding doet hem kwaad. Als je den ge- heelen nacht hier blijft slaapt hij geen se- conde en hij kan den slaap niet ontberen. Victor, zeg het haar ook eens, zij zal wel naar je woord luisteren!" Dat was een moeilijke taak voor hem, maar hij begreep toch ook, dat zijn tante gelijk had. Hij had geen rust noodig, wat werd, dat men zijne belastingen kon betalen om zoodoende de onnoodige onkosten uit te sparen. Kortom Sluiskil wordt door Ter Neuzen volgens spreker stiefmoederlyk behandeld, een melkkoe van Ter Neuzen, moet veel belasting betalen en krijgt x/7 deel daarvan terug, terwijl 6/7 deel voor Ter Neuzen is. Door de aanwezigen werd een commissie gekozen, n. 1. de heeren P. Oortvriendt, P. Risseeuw, P. Meert en H. Colsen. De commissie zal zich dan wenden tot de bevoegde autoriteiten met het voorstel om gescheiden te worden van de gemeente Ter Neuzen en een nieuwe op zich zelf- staande gemeente Sluiskil uitmakende te vormen, of zoo dit niet slaagt, aandringen op eene betere behandeling van Ter Neuzen. KOEWACHT. Door de vereeniging tot veredeling der geitenfokkery „St. Isidorus" alhier is thans definitief besloten zich af te scheiden van den Provincialen Bond en tegelyk met de vereenigingen van Kloosterzande, Lams- waarde, Graauw, Boschkapelle, Ter Hole en Hulst een R. K. gewestelijken bond te vormen. Tot voorzitter van dezen bond is benoemd de heer A. Adriaanssens-Buys- rogge te Walsoorden. SENT JANSTEEN. Maandagavond circa 10 uur werd door brand schuur en wagenhuis vernield van A. Beeckman te Heikant, alhier. De gebouwen werden totaal in asch gelegd. Inboedel met landbouwwerktuigen en gereedschappen werden een prooi der vlammen. Hooibroei is de waarschijnlijke oorzaak van den brand. BIERVLIET. Zondag kwamen de leerlingen van de beide Zondagscholen Biervliet en Driewegen, bijeen in de consistoriekamer om afscheid te nemen van hun geliefden leeraar, den heer W. J. Val, beroepen predikant te Westervoort. Zijn Eerwaarde werd door de kinderen een koperen wandtekst in eikenhouten lijst aangeboden ook zongen zij een toepasselijk lied. Het Zondagschoolpersoneel schonken tot aandenken een Bijbel, Leidsche ver- taling, met versierden band en stempel, benevens een gedrukt opschrift als titelblad met de acht handteekeningen. Mej. Val, tot deze van vriendschap en waardeering voor de pastoriebewoners ge- tuigende plechtigheid uitgenoodigd, ontviug eveneens een waardevolle verrassing. Terecht mocht de domine in zijn ant- woord op de toespraken, die de geschenken vergezelden, spreken van een voor hem on- vergetelijken dag, al stemde die ook tot weemoed. RECHTSZAKEN. Arrondissemeuts-Rechtb. te Middelburg. De rechtbank heeft in hare zitting van 14 Juli de volgende vonnissen uitgesproken R. d. C., oud 22 j., arbeider te Westdorpe was er aan zijn leven gelegen? maar zij moest rust hebben. Hij overwon dus zijn eigen verlangen en zei: „Ja, ik moet bekennen, dat ik wat ver moeid ben! Ga nu een paar uren tenminste rust nemen!" Nog tegenstribbelend stond Bertha op; legde de kussens voor hem terecht en sprak „Je wilt het zoo! Nu, goeden nacht dan, Victor! Tracht ook wat te slapen, opdat je morgen gesterkt ben." Toen kuste zij hem en verliet de kamer. Tante Elisabeth ging mee tot aandedeur. Bertha keek haar droevig aan en fluisterde „Ach, waarom verdroogt de levensader, als de mensch het geluk bereikt heeft en slechts de hand behoeft uit te steken om het te grijpen? Wat konden wij nu alien ge- lukkig zijn!" Lady Carley schudde het grijze hoofd en zei „Mijn kind, het leven is wel schoon, maar als het leed te diep wortelt, dan is dedood een verlossing. Voor hem is nog slechts geluk te wachlen in de eeuwigheid, die hij weldra zal binnengaan." Die woorden bleven Bertha dien nacht in den droom bij. Zij sliep echter vast en, de zon stond reeds aan den hemel, toen zij ontwaakte. „Leeft hij nog?" was haar eerste ge dachte. Zij kleedde zich en schelde. Blan(ca trad binnen. „Ik weet, welke vraag je niet durft uit spreken, arm kind", sprak ze en kuste haar. „Wees gerust, de slaap heeft hem versterkt Hij wacht je." Bertha snelde naar beneden. Zij vond graaf Norton half opgericht tusschen de kussens, die hem ondersteunden. Zijn trek- is wegens het niet voldoen aan het bevel van een ambtenaar veroordeeld tot f 10 boete of 10 dagen hecht. (eisch idem). P. E. v. O., oud 21 j., arbeider te Koe- wacht, is wegens diefstal veroordeeld tot 7 boete of 7 dagen hecht. (eisch 12 boete of 12 dagen hecht.) J. S., oud 25 j., varensgezel te Ter Neuzen is wegens poging tot huisvredebreuk ver oordeeld tot f 10 boete of 10 dagen hecht. (eisch idem). P. H., oud 18 j., timmerman te Hoek, is wegens mishandeling veroordeeld tot f 10 boete of 10 dagen hecht. (eisch 12 boete of 12 d. hecht.) Te Etten was Maandagmorgen de land- bouwer Engels uit Sprundel een kalf aan het lossen. Daar het dier eenigszins wild was, kreeg hy een duw en stortte van de kar met het noodlottig gevolg, dat hij na eenige oogenblikken overleed. (Hbl.) Zondagnacht tydens een uitvoering van de Eerste Leidsche Harmonica-vereeniging op den Burcht te Leiden, geraakten de aanwezigen zoozeer onder den indruk van het kunstgenot, dat het een algemeene bakkeleipartij werd. De orde werd eerst hersteld, nadat de politie een 200 toehoorders van den Burcht had verwijderd. (N. R. Ct.) Een oplichtersstreek. Dejuweliers- firma Speyer Co. in de Schoolstraat in Den Haag werd Zaterdagnamiddag opgebeld. De directeur vaD een der grootste Haagsche hotels deelde mee, dat hij iemand zou sturen en of de firma den man een 4tal briljanten ringen wilde raeegeven. De firma beloofde dit te doen. De zaak werd echter niet ten voile vertrouwd, zoodat den directeur om nadere inlichtingen werd verzocht. Deze wist nergens van. Een oogenblik later kwam een heer, die vertelde gezonden te zijn door den directeur om de ringen te halen. Men hield den man aan den praat en waarschuwde de politie, die den oplichter arresteerde. (Yaderl.) Redding van schipbreukelingen In het jaarverslag van de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreuke lingen leest men o. a. //De overtuiging dat menig menschen- leven behouden zou zijn gebleven, wanneer de opvarenden van gestrande of auderszius in nooi verkeerende schepen redding van de kust hadden afgewacht iD stede van met hun eigen boot hun vaartuig te ver laten, deed het bestuur omzien naar een signaal om kenbaar te maken, dat het vaartuig van den wal opgemerkt en zoo spoedig mogelijk hulp te verwachten is. Daar zoodanig signaal om aan het doel te beantwoorden internationaal en voor de scheepvaart verstaanbaar dient tezijn, werd overleg gepleegd zoowel met de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding Maatschappij" ken waren zoo bleek, zoo lijkachtig, dat zij een oogenblik verstomd stond. Had hij wer- kelijk geslapen? Zijn gelaat stond zoo ver moeid. Hij was de eerste die sprak. „Bertha, hoe vreedzaam is het rondom me, nu je bij me bent! Maar ik wil niet over me zelven spreken, zooals gisteren/ Je moet me nu je levensloop vertellen, alles, alles wat je geleden hebt, door mijn verkeerde handelwijze." „Daar is niet veel van te vertellen!" ants woordde zij. „Mijn leven was zeer alle- daagsch. Ik ging uit om werk te zoeken en ik vond het. Doe je daar nu maar geen verwijten over, Victor! Het viel werkelijk niet zoo zwaar. Ik geloof dat de spreuk: „Arbeid brengt zegen" waarheid bevat. Voor rustelooze, ontevreden menschen is onop- houdelijk werken een zegen! Zij hebben geen tijd om zich ontevreden te gevoelen. Het ging me daarbij zeer goed en mijn krachten kwamen mij daarbij heel goed van pas." „Maar om mij te verschoonen, zwijg je van de uren, dat je niet werkte en van de gedaehten die dan bij je opkwamen", zeide hij treurig. „Ik heb geen oogenblik gedacht, dat je het slot Powsys zou ver laten; ik meende, dat je bij tante Elisa beth zou blijven; dat had ik beter moe ten weten. Ik hield geen rekening metje trots", voegde hij er met een weemoedig glimlachje bij. „Met mijn trots? Neen, met mijn ongevoelig hart, Victor!" antwoordde zij deemoedig. „Hoe kon ik zoo slecht voor je zijn!" (Wordt vervolgd.) TER NEUZENSCHE COURANT 62) "w

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1914 | | pagina 1