ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6083. Donderdag 18 Juni 1914. 54e Jaargang. DRANKWET. BLAHCA'S B1H1I1L ABONNEMENT: ADVERTENTIfiN GEMENGDE BERICHTEN. TeSefoon Dit BM verschijnt Maandag^, Woensdag- en Yrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, liij de Firma P. J. VAN BE 8ANDE te Ter Neuzen. FEOILIKTOH, Per 3 maanden binnen de stad I.Franco per post voor Nederland /1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /l.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts twee ma al berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 litII* op den dag der uitgave. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. De voorzitter, de heer De Savornin Loh- man, deelt, volgens de H. Crt. mede, dat hij, bij afwezigheid van vele anderen het voorzitterschap zal waarnemen. Daarna houdt spreker de volgende rede ter nagedachtenis van overste Thomson. ,/Wy alien zijn onder den indruk van den heldendood van onzen vroegeren ambt- genoot, overste Thomson. Telkens als er nieuwe berichten kwamen die den roem verkondden van dezen verdienstelijken hoofd- officier, gevoelden wij ons trotsch hem onzen laudgenoot te mogen noemen. Thans is hij op zijn post gesneuveld als een held bij de verdediging van het terrein, waarvan do bewaking en de verdediging hem was toevertronwd. Waar Thomson, die, zooals ook in de Kamer telkens bleek, in militaire zuken bekwaam was als weinigen in den vreemde niet alleen in de laatste maanden, roaar ook reeds vroeger den Nederland- schen naam heeft boog gehouden, daar is het mij behoefte ook van deze plaats in de Nederlandsche volksvertegenwoordiging een woord van hulde te brengen aan den kloeken strijder, die als troepenaanvoerder uitblonk, en wiens dood een verlies is voor land en volk van Nederland niet alleen. Moge zijn nagedachtenis bij ons in gezegende herinnering blijven." Met deze rede door den heer Goeman Borgesius gesteld, betuigt spreker zijn voile ihstemming. De Minister van Binnenlandscbe Zaken, de heer Cort van der Linden, sprak ver- volgens De Regeering sluit zich aan bij de gevoel- volle woorden door u gesproken, Thomson is als een dapper krijgsman gesnenveld, van den aanvang tot aan het einde getrouw aan de taak, die hij had aanvaard. Zijn dood is een verlies en tegelijk een winst voor ons vaderland een verlies, omdat wij noode mannen als hij waskunnen missen een winst, omdat de Nederlandsche naam door hem over de geheele wereld wordt geeerd. Ook bjj de Regeering zal zijn nagedachtenis in dankbaar aandenken blijven. Goedgekeurd wordt het wetsontwerp tot goedkeuring van het den 23en Januari 1912 Ze werd neergedrulct, haar kracht voelde zij verminderen. Zij stond op en sloot het venster; toen sleepte ze zich naar haar slaapkamer en ging geheel gcklced te bed. Meer dan vermoeid isloot zij spoedig de oogen. Wat een zegen is toch de slaap voor de menschl Bertha vergat haar ko miner en na een vasten slaap ontwaakte zij eerst, toen de zon hoog aan den hemel stond. Zij richtte zich op en tegelijkertijd doken de ge- dachten weer op; zij verwisselde van blee ding en liet het ontbijt gereed zetten. Over drie kwartier vertrok de trein uit Carnarvon. Zij gaf den bedicnde bevel om hier te blijven tot den volgenden dag. Uit Cheshire zou zij hem nadere bevelen geven. Toen trok zij haar reiskleeren weer aan en vertrok weldra per rijtuig naar het station. Tegen drie uur 'smiddags bracht een rij tuig haar van het spoorwegstation naar het slot Powsys, waar haar komst groote ver- bazing wekte. „Is lady Carley thins?" vroeg zij den be- diende, die de deur opende. Op het bevesti- gend antwoord- stapte Bertha vastberaden voort en trad zonder aanmelding bij lady Carley binnen. De oude dame stond vastgenageld toen ze haar zag. „Bertlia, jij liier? Wat betee- vkent dat? Waar is Victor?" vroeg zij ver- "ikt. te 's Gravenhage tusschen Nederland en andere staten gesloten opiumverdrag. Bij het wetsontwerp tot wijziging van hoofdstuk X der Staatsbegrooting van 1914 pleit de heer Van Wijnbergen voor het verleenen van toelagen voor on- en minver- mogende leerlingen van bijzondere landbouw- scholen. Minister Treub belooft het volgend jaar de subsidies tot de leerlingen van bijzondere seholen te zullen uitbreiden. Bij een volgend artikel dringt de heer Sehaper aan op zuinigheid bij de subsidies voor de konijnenfokkerij. De Minister belooft zuinigheid. Bij een volgend artikel verzet de heer Sehaper zich tegen verhooging der subsidie voor den Tuinbouwraad. Hij sluit zich aan bij de hulde gebracht aan de nagedachtenis van majoor Thomson. De heer Van Doorn doet hetzelfde uamens de politieke vrienden van den heer Thomson. Spreker verdedigt daarna de subsidie voor den Tuinbouwraad. Minister Treub sluit zich daarbij aan. Het Rijk zou hetzelfde zeker duurder doen. Spreker verklaart, dat hij bij het verleenen van subsidies zeer streng te werk gaat. Bij een volgend artikel zegt de heer Albarda den Minister dank, dat hij een eind wil maken aan het subsidieeren van kerkgenootschappen, die zich ten doel stellen de geestelijke verzorging van mijnwerkers. De Minister heeft thans den post met 1 verhoogd ten einde de Kamer over de zaak te doen beslissen. Spreker zal tegen stemmen. De heer Ruys de Beerenbrouck wijst er op, dat vele mijnwerkers voorziening van hun geestelijke behoeften begeeren en auders vertrekken. De heer Ketelaar wijdt ook een woord van herinnering aan Thomson. Spreker keurt ernstig af dat de vorige Regeering aan de Kamer heeft meegedeeld dat gelden als subsidies aan kerkgenoot schappen werden verleend. Hij sluit zich aan bij den heer Albarda, die dezen Minister dank zeggeu voor de gelegenheid die hij de Kamer bood haar oordeel er over te zeggen. De Minister heeft geen sympathie voor de subsidies, doch er moet eenige coutinuiteit zijn. In den post mag echter geen precedent worden gezien. Spreker ontkent, dat de post dient om het socialisme te bestrijden. De heer Ter Spill is bereid de subsidie te behouden, mits ze gefixeerd wordt, en over- gebracht naar de begrooting van Financien. De heer Albarda repliceert en vraagt wat de heer Ruys de Beerenbrouck er van zeggen zou indien subsidie verleend werd voor een socialistisch doel, ook om geeste lijke belangen te verzorgen. IN a de pauze werd de vergadering geleid door den heer Lieftinck. De Voorzitter stelt voor eenige onder- werpen nog aan de agenda toe te voegen, o. a. het wetsontwerp op den wijnaceijns. Voorts, doch niet voor de volgende week, Bertha sloot eerst de deur en antwoordde toen zacht: „Ik kan zelfs niet vermoeden, waargraaf Norton op dit oogerfblik is. Waar hij ook zijn moge, het is te wefischen, dat hij nog kracht genoeg heeft om over ziclizelven te waken. Sedert gisterenavond vijf uur heb ik hem niet meer gezien!" Verstomd door den schrik keek de oude dame haar aan. „Vermoeid door de reis en de voorafge- gane. aandoeningen, overmeesterde mij de slaap, toen ik nauwelijks een half uur in de villa Was. In de woonkamer had ik plaats genomen in een leunstoel bij het venster en sluimerde in. Graaf Victor had mij alleen gelaten, naar hij zei, om een wandeling te doen. Toen ik ontwaakte was het bijna zeven uur. Ik was alleen, evenals te voren. Graaf Victor was intusschen tliuis geweest en weer heengegaan." „Weer heengegaan?" herliaalde lady Garlev. „Ja", bevestigde Bertha. „Hij liet ditbrief- je achter. Lees, tante Elisabeth, en u zal zien, dat ik slechts gevolg heb gegeven aan he! bevel van mijn echtgenoot, loen ik naar hier terugkeerde." Zij reikte het briefje over; de oude dame nam het en onder het lezen werd zij doods- bleek. „Zoo spoedig", fluisterde zij halfluid, „rceds zoo spoedig! O, ik vreesde het, ja, ik wist het!" „Vreesde u het? Begrijpt u dit schrij- ven dan?" Dus u vreesde, wat ik nu vermoed: dat ik gisteren getrouwd ben met een man, wiens verstand gekrenkt is? Er volgde geen antwoord op die vraag, men lioorde slechts zuchten en gekerm. het wetsontwerp tot v jjziging van Hoofd stuk VI Marine. Een voorstel-Duymaer van Twist dit laatste in het belang eener grondige be- handeling aan te houden, wordt met 3533 stemmen aangenomen. De heer Ter Laan betreurt, dat nog niet in bebandeling komen zijn initiatief voorstel en het Regeeringsvoorstel tot wijziging van de Leerpliehtwet. Een voorstel daartoe wordt met 53 tegen 16 verworpeu. Dr. Jannink deelt het resultaat mede van het onderzoek der geloofsbrieven van Dr. De Visser, Tot toelatiug wordt besloten. Voortgezet wordt het debat over de suppletoire Landbouwbegrooting. De heer Ketelaar spreekt in zijn repliek de hoop uit, dat de Minister dit jaar nog de gelden zal voteeren, doch niet meer de volgende jaren. De heer Ruys de Beerenbrouck wijst er in zijn repliek op, dat alle subsidies te zamen slechts f 2000 bedragen, o.a. de hoogste is 300 aan een Ned. Herv. Gemeente, en de laagste 6 aan een R. K. De heer Nolens deelt mede, dat in den Mijnraad nooit bezwaren tegen dergelijke subsidies zijn gemaakt. De beer Duys wijst er op, onder her- haalde iuterrupties van reebts, dat een particulier met zijn geld kan doen wat hij wil, doch dat we hier te beschikken hebben over het geld van de burgerij. Spreker erkent niet, dat we te doen hebben met buitengewone gevalien. De heer Nolens, de heer Duys en de Minister repliceeren. Het artikel wordt vervolgens met 39 tegen 38 stemmen (rechts tegen links) verwoipen. Bij art. 31a 850 voor een enquete in het Hotel en Koffiehuish.-bedrijfj wijst de heer Sehaper er op, dat de heer Nolting reeds als enqueteur is benoemd, en de Kamer dus voor een voldongen feit wordt geplaatst. Ook keurt hij af de wijze, waarop de enquete wordt aangepakt. Spr. wijst er o. a. op, dat in kleine steden de toestanden juist het ongunstigst zijn. Het onderzoek aan een persoon opgedragen beteekent de zaak op de lange baan schuiven. De Minister verdedigt het voorstel. De heer Sehaper repliceert, en zal zich voorloopig bij de zaak neerleggen. Bij art. 32 (subsidie van 1500 aan de Nationale Vereen. voor Vrouwenarbeid, ten behoeve van de uitgave van het Vrouwen- boekje) vraagt de heer Beumer eenige inlichtingen. Op verzoek van den heer Rutgers wordt er gestemd, en de post verworpen. (Tegen de geheele rechterzijde, uitgezonderd de heer Biehon, de sociaal-democrateu en de heer Otto.) Nationale Hoefijzerweek Het Hoefijzerverbond heeft in een korte, „Dat vrees ik", vervolgde Bertha op vasten toon. „Het is een erfelijke kwaal der Nortons. Zijn vader Leefde en stierf als een krankzinnige. Drie-en-twintig jaar lang heeft de zoon de kiem in zich gehad; op den dag van zijn huwelijk kwam de kwaal te voor- schijn. Heb ik gelijk of niet, tante Eli sabeth Lady Carley snikte. „Het valt u zwaar te erkennen, dal ik gelijk heb", zeide Bertha medelijdend. „U heeft hem lief." „Ja, ik heb hem lief, gij niet", antwoordde lady Carley. „Gij bemindet uw neef, en hebt mijn arm, ongelukkig kind genomen terwil- le van zijn rang en rijkdom! Het zou dui- zendmaal beter voor hem geweest zijn, als hij ondergegaan was, voordat hij u op zijn levensweg ontmoelte!" „Beter, ja, veel beter voor hem, zoo- wel als voor m'ij", bevestigde Bertha. „U heeft gelijk tante! Ja ik beminde mijn neef en trouwde met Victor, alleen om zijn geld en goed. Ik kan niets inbrengen om mij te verontschuldigen; u verwijlen kunnen me niet zwaar genoeg treffen." Lady Carley begon opnieuw le snik,ken. „Ik kwam naar hier om u de waarheid te zeggen, vervolgde Bertha. „Ik wil niet ver- der naar het geheim vorsclien, waarvan hij spreekt. Ik verlang het niet le kenhen; al leen verzoek ik u, dat u hem niet aan zijn lot ovcrlaat, nu hij krankzinnlg is!" „Krankzinnig?" herhaalde de lady. „Wie zegt dat? Victor is even goed bij zijn ver stand, als gij en ik." Bertha verbleekte, terwijl zij op doffen toon vroeg: „Was hij niet krankzinnig? En verliet Jhj* mij loch?" „0, vergeef het mij", jammerde tante Elisa- krachtige actie een som van 60 mille bij- j eengebracht. Met dubbeltjes en kwartjes is het bedrag vergaard. Nog een 40 duizend gulden en het Ne derlandsche kinderherstellingsoord kan tot den laatsten cent betaald worden. Thans wordt aller tnedewerkiug inge- roepen om de eerste week van Augustus het ontbrekende aan te vullen. De speldjes, die voor tenminste 10 cent verkoeht worden, zijn in commissie te be- komen bij den heer A. C. Bos te Egmond aan Zee. Trctgisch. Men schrijft d.d. 14 Juni uit Hattum aan de //Zwolsche Ct." De geheele gemeente is onder den in druk van een vreeselijke ramp, die een zeer achtenswaardige en beminde familie alhier getroffen heeft. Het gezin van den heer v. L. had sedert eenigen tijJ, wegens zenuwziekte van de vrouw des huizes, de ambtswoning in de gemeente verwisseld met een woning in de buurt van Molecaten, in de hoop, dat de gezonde bosehlucht herstel zou brengen. De gezochte genezing is echter niet ge- vonden integendeel, de ziekte schijnt plot- seling een verschrikkelijke noodlottige wen ding genomen te hebben. Een dochtertje is, terwijl de moeder het baadde, in de badkuip verdronken. In haar vlaag van waanzin heeft zij het lijkje op het privaat gelegd en daarna de dear op slot gedaan. Toen is de ongelukkige vrouw met de twee andere kinderen naar buiten gevlucht en heeft zij bij de burcn gevraagd of die ook wisten waar het zusje was. Men hielp zoeken, maar het dienstmeisje van de buren was al aanstonds getroffen door het verwilderd gelaat van mevrouw v. L. Deze liep inmiddels regelrecht naar de naburige kolk en wierp zich met haar twee kinderen daarin, ten aanschouwe der buren. Gelukkig kwamen er twee arbeiders op hun fiets over de Eierdijk zij snelden toe op het hulpgeroep van bovengenoemde dienstbode en een kindje dat zij bij zich had. Een dier arbeiders. Van Brummen begaf zich te water en heeft eerst mevrouw, daarna het zoontje en toen de baby van nog geen jaar gered. De wanhoop van den diepbedroefdeD vader laat zich denken. De ongelukkige patiente is naar het krankzinnigengesticht te De- venter overgebracht. Men is algemeen diep begaan met het ongelukkige gezin. Een belangrrjke arrestatie De politie te Amsterdam is er, naar het R. N. meldt, in geslaagd, een tweetal per- sonen te arresteeren, wier opsporing en uitlevering door de Duitsche justitie ge vraagd wordt. Deze twee personen hebben beel wat op hun geweten Eenige maanden geleden hadden ze zich in YVestfalen van valsche accepten bediend, beth in vertwijfeling. „Ik weet zelf bijna niet meer, wat ik denk of zeg. Laat mij al leen, tot ik .wat kalmer gewoi'den ben. Wacht me op je kqmer. Je 'zult die nog vinden, zoo als je er uitgegaan bent. Je wilt toch wel hier blijven?" „Voorloopig ja over de toekomst heb ik nog niet nagedacht. Ja, ik zal u thans alleen laten, zooals u dat wenscht. Morgen kunnen wij verder met elkaar spreken." Juist wiide zij de kamer verlalen, toen de lady opstond en haar omhelsde. „Mijn kind, het is een treurig lot, zoo jong, zoo schoon en reeds verlaten! Acli, ik maak me bezorgd voor je; ik begrijp je kalmte niet." Bertha's borst zwoegde, zij kon een zucht niet onderdrukken. „Loodzwaar drukt er iets op mij, zoo dat ik niet kan schreien. Mijn gevoel schijnt verdwenen. Het is, of ik geen menschelijk hart in mijn lichaam heb. Ik hen een el- lendig scliepsel, niet waard, dat menmede- lijden met mij heeft. Vergiet geen tranen om mij, tante; ik verdien ze niet!" Zij drukte een kus op mylady's wangen en ging been. Eerst gisteren had zij dithuis vaarwel gezegd, maar het sclieen haar toe, dat zij tientailen van jaren had doorleefd jaren, waarin zij hart en ziel verloor in den strijd. Het overige van den dag zagen de beide dames elkaar niet weder. In den namiddag werd de hemel bewolkt en hel hegon te regenen. Zoo werd liet avond. Toen werd aangeseheld aan de hoofddeur van het slot Powsys. De bediende opende de deur en een gestalte, in een grooten mantel geliuld, trad binnen. Een groote hoed hedekte het boven deel van zijn gelaat, terwijl kin en baardin teneinde geld los te krijgen. In 't laatst van Mei kwam de gendarmerie van het stadje Minden hen echter op het spoor en een waehtmeester wilde hen arresteeren, wat hem niet gelukte. Het tweetal ver- zette zich hevig, ja, mishandelde zelfs den politieman, die met levensgevaarlijke ver- wondingen, tengevolge van een schot, naar 't ziekenhuis gebracht moest worden. Later herstelde hij gelukkig. De beide misdadigers slaagden er in, veilig Holland te bereiken en koewel hun sigualement in 't Politieblad verscheen en alle politiebureaux op de hoogte gesteld werden, bleef men hun spoor ongeveer drie weken bijster. Zaterdag nu werd de Amsterdamsche politie gewaarschuwd, dat het tweetal zich n een Duitsch logement aan de Geldersche mde bevond. Eenige rechercheurs begaven zich er heen. De politiemannen waren gelukkiger dan run Duitsche collega's, want voor de beide mannen er op bedacht waren, hadden de rechercheurs hen geknipt Ze werden naar het hoofdbureau vervoerd waar ze, in afwachting om uitgeleverd te worden in verzekerde bewaring werden gesteld. Oude gebruiken. In versehillende plaatsen van Oostelijk Noord-Brabant, Limburg en een gedeelte der (Duitsche) Rijnprovincie hebben volgens de H. Crt. de katholieken nog het reeht openlijke optochten (processien) te houden. Dit privilegie moet, naar men aan de //Tel." schrijft, nog dateeren uit den tijd van Na poleon. Deze liet aan de geesteiiikheid de reuze of de processien af te schaff'en of eenige kerkelijke feestdagen te laten ver- vallen. Voor de katholieken is dan ook in die plaatsen het kerkbezoek op sommige feestdagen niet verplichtend. Door Napo leon werd daareutegeu 15 Augustus, zijnde zijn geboortedag, als feestdag ingevoerd, welke dag toen door de katholieke kerk werd bestemd ter viering van Maria Hemel- vaart. Eenige malen per jaar worden processien gehouden, waarvan de meest luisterrijke op H. Sacramentsdag (dit jaar 11 Juni) of in sommige plaatsen Zondags daarna plaats heeft. Dan wordt een groote ommegang gehouden door de parochie, welker straten zijn versierd met guirlandes en berken- boompjes, welke voor de huizen in den grond gestoken, aan beide zijden een haag van frisch groen vormen. Met de van de meeste huizen wapperende vlaggen maakt dit een zeer vriendelyken en feestelijken indruk. Op versehillende punten zijn kleine altaren opgericht en voor de ramen van vele huizen zijn beelden en brandende kaarsen geplaatst, omgeven door groen en bloemen. De wegen, waarlangs de stoet, gevormd uit de geestelijkheid in vol ornaat, alle kerkelijke vereenigingen met hunne vaandels, de muziek- en zaisggezelschappen en het meerendeel der parochianen, passeert, een grooten shawl verborgen waren. Die gestalte vroeg met bijna onverstaanbarc stem lady Carley te spreken. „Op zulk een laat avonduur ontvangt mevrouw geen vreemden", luidde het korte antwoord. „Breng haar dit", sprak de donkere ge stalte. „Mevrouw zal mij niet afwijzen." Ondanks de shawl, die ook den mond bedekle, klonk die stem den bediende tocli niet zoo onbekend meer in de ooren, als te voren. Hij nam het biljet aan, gaf liet aan een anderen bediende en deze over- handigde het op zijn beurt aan de kamenier. De kamenier bracht het hij haar meesteres. Deze wierp slechls een enkele blik op het sclirift en riep toen bevend uit: „In de biblotheek, ik kom dadelijk!" De donkere gestalte werd in de aange- wezen zaal gebracht, nog' steeds onlcenbaar door hoed en shawl. In dat sober verliclite vertrek geleek hij een sombere schaduw. Slechts twee minuten later verscheen lady Carley op den drempel. „Ben je ben je 't werkelijk stamelde zij. „Ik ben het! Sluit de deur!" Zij gehoorzaamde en trad schrede voor sclirede nader. De vreemde deed hoed en shawl af, zijn gelaat werd zichtbaar: het doodsbleeke gelaat van graaf Victor Norton! HOOFDSTUK XXX. Weer was hel morgen geworden, een stormachtige, regenachtige morgen. Nog gelukkig door sclioone droomen, opende Bertha de oogen. Als wilde het noodlot haar lionen, was het Charles, altijd weer Charles, die haar gedachten bezighield. (Wordt vervolgd.) COURANT Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen ingevolge artikel 37 in verband metartikel 12, le lid der Drankwet, ter openbare kennis dat bij hen is ingekomen een verzoekschrift om verlof tot den verkoop van alcoholhoudenden, anderen dan sterken drank van LEENDERT WILLEMSEN, smidsknecht, wonende te Ter Neuzen in het linker- voorlokaal van het perceel piaatselijk gemerkt 23 en gelegen aan den Baandijk. Binnen twee weken nadat deze bekendmaking is geschied, kan ieder tegen het verleenen van het verlof schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders bezwaren inbrengen. Ter Neuzen, 16 Juni 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd> J. HUIZ1NGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. 52) ■■-MVEvgKaBB.gg-.—-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1914 | | pagina 1