ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6072. Donderdag 21 Mei 1914. 54e Jaargang. MILITIE, BtAHCA'S illlll. ABONNEMENT ADVERTENTSEN FEUILLETON. Telefoon 2S. Bit Blad verschijnt Maandag^, Woensday- en Vrijdagavond, uitgezondsrd op Fesstdagen, bij de Firms P. J. YAM BE SANDE te Ter Neuzen. Zitting van den Keuringsraad. B1NNENLAND. Per 3 maanden binnen de stad f\ Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika J 1.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij ctisrecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 itisa* op den dag der uitgave. Taak van den Keuringsraad. Wie voor den Keuringsraad nioeten verschijnen. Wie niet voor 4en Keuringsraad be- hoeven te verschijnen. Nieuw geneeskundig onderzoek. Indeeling bij tie zeeiuilitie of bij een der korpsen van het leger. Koninklijk bezoek te Hotter dam. TER NEUZENSCHE CO U RANT De Burgemeester der Gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat de Keuringsraad voor de ingeschrevenen voor de militie, lichting 1915, dezer Gemeente zitting zal houden te Ter Neuzen, in het gemeentehuis, op Maandag, den 22 Juni 1014:, des voormiddags te 11,30 uur, voor de keuringsplichtigen voorkomende in het alphabetisch register onder de nos. 1 tot en met 10, des na- middags 1,30 uur de nos. 11 tot en met 40, op Dinsdag, den 23 Juni 1914, des voormiddags 0,30 uur, de nos. 41 tot en met 75 en des na- middags 1,30 uur, de nos. 76 tot en met 97. Behalve in de hierna te noemen uitzonderingsge- vallen geschieden voor den Keuringsraad de meting en het geneeskundig onderzoek naar de geschiktheid voor den dienst. Ongeschikt voor den dienst worden geacht lo. zij, die kleiner zijn dan 1,55 M. 2o. zij, die lijden aan of behept zijn met een der ziekten of gebreken,. vermeld op eene bij Koninklijk besluit vastgestelde lijst. Alleen zij, die bij de meting blijken de vereischte lichaamslengte te bezitten, worden onderworpen aan het geneeskundig onderzoek. De uitspraken van den Keuringsraad worden in het openbaar medegedeeld. Voor den Keuringsraad moet in het algemeen ver schijnen ieder ingeschrevene, die niet bij onher- roepelijk geworden uitspraak van den dienst voorgoed of tijdelijk vrijgesteld dan wel voorgoed of voorloopig uitgesloten is. Onherroepelijk is een uitspraak tot vrijstelling of uitsluiting eerst, wanneer tegen de uitspraak geen bezwaar ingebracht of beroep inge- steld is binnen den daarvoor bij de wet gestelden fermijn of de uitspraak bij de eindbeslissing is go- handhaafd. Hij, die voor den Keuringsraad moet verschijnen, is verplicht zich aldaar aan een onderzoek naar zijn lichaamslengte en, zoo noodig aan een geneeskundig onderzoek te onderwerpen. Hij kan echter aan den Commissaris der Koningin in de provincie het ver- zoek doen om het onderzoek voor een anderen Keuringsraad te ondergaan. Dit verzoek kan onge- zegeld zijn, doeh moet gefrankeerd, verzcnden worden. Het staat den ingeschrevene vrij bij de keuring een geneeskundige verklaring omtrent lichaamsge- steldheid over te leggen, opdat de keurende genees- heeren daarmede rekening kunnen houden. Voor den Keuringsraad behoeven niet te verschijnen de ingeschrevenen, die in vrijwilligen mili- tairen dienst zijn, en verder lo. die doen blijken door ziekte of ge breken tot die verschijning buiten staat te zijn; De hier bedoelde ingeschrevenen worden onder- zocht op de plaats, waar zij zich bevinden, mits deze binnen het Rijk gelegen is; zij zijn verplicht zich aan dit onderzoek te onderwerpen. 2o. die zich in verzekerde bewaring bevinden of die verpleegd worden in eene rijkswerkinrichting, een rijksopvoedings- gesticht of een tuchtschool Voor het onderzoek van deze categorie van inge schrevenen gelden dezelfde bepalingen als voor de categorie onder lo. vermeld. 3o. die verpleegd worden ineenkrank- zinnigen-, idioten-, doofstommen- of blindengesticht Voor deze ingeschrevenen wordt door de bestuur- ders der gestichten eene geneeskundige verklaring overgelegd. 4o. die hun beroep maken van de buiten- landsche zeevaart of van de zeevisscherij buitenslands Deze ingeschrevenen kunnen, zoo zij keuring wenschen, zich hetzij voor den Keuringsraad aan het onderzoek onderwerpen, hetzij voor 16 Mei tot het ondergaan van dit onderzoek aanmelden bij den Plaatselijke- of Garnizoenscommandant in een garni- zoen te hunner keuze, waar een officier van gezond- heid is, of bij den Commandant der Afdeeling Mari- niers te Rotterdam. Bij deze aanmelding, die op een werkdag des voormiddags negen uur moet ge schieden, moet de ingeschrevene zijn bewijs van in- schrijving voor de militie medebrengen en ten ge- noegen van den Commandant aantoonen, dat hij een beroep als hierbedoeld uitoefent. Ten minste een dag voor de aanmelding moet de aanvrage om keuring aan den Commandant hetzij schriftelijk, hetzij monde- ling worden gedaan. 5o. die woonplaats liebben of verblijf houden in het buitenland Deze ingeschrevenen kunnen niettemin, zoo zij keuring wenschen, zich bij den Keuringsraad aan het onderzoek onderwerpen. Zij kunnen bovendien op de hiervoren aangegeven wijze verzoeken om het onderzoek voor een anderen Keuringsraad te onder- gaan. Voor zooveel deze ingeschrevenen echter door ziekte of gebreken buiten staat zijn voor d( n Keuringsraad te verschijnen, kunnen zij volstaan met bij den Keuringsraad voor de sluiting zijner zitting in te zenden eene na 1 Mei afgegeven verklaring, waaruit blijkt a. dat de ingeschrevene met geslachtsnaam, voornamen en leeftijd aan te duiden wegens ziekte of gebreken buiten staat is voor den Keuringsraad te verschijnen b. dat de ingeschrevene door hen, die de verklaring hebben afgegeven, ongeschikt voor den dienst wordt geoordeeld c. de aard en de graad van de ziekte of van het gebrek, op grond waarvan de ongeschiktheid aanwezig wordt geacht, zoomede de bezwaren, door de ziekte of het gebrek veroorzaakt. Deze verklaring moet de onderteekening dragen van twee geneoskundigen, die ter plaatse van afgifte bevoegd zijn tot uitoefening van genees- en heelkunde. In de Nederlandsche kolonien mag de verklaring door enkel dokters-djawa echter alleen dan worden afge geven, Wanneer ter piaatse geen andere geneeskundige is, en mag zij door een dokter-djawa met een ander geneeskundige alleen dan worden afgegeven, wanneer ter plaatse niet meer dan een ander geneeskundige is. De handteekeningen van hen, die de verklaring hebben afgegeven, moeten behoorlijk voor echt zijn verklaard, onder bijvoeging, dat zij, door wie de handteekeningen zijn gesteld, ter plaatse bevoegd zijn tot uitoefening van de genees- en heelkunde, dan wel dokter-djawa zijn. Zoo het stuk is onderteekend door dokters-djawa of mede onderteekend door een dokter-djawa, moet bovendien blijken welk van de hiervoren bedoelde gevallen aanwezig is. Strafbepalingen. De ingeschrevene, die verplicht is voor den Keuringsraad te verschijnen en niet op de daarvoor aangewezen plaats of tijd verschijnt, of die, aldaar verschenen zijnde, zich niet aan de meting of aan het geneeskundig onderzoek onderwerpt, alsmede de ingeschrevene, die moet worden onderzocht op de plaats, waar hij zich bevindt, en zich niet onder werpt, aan de meting of het geneeskundig onderzoek wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden. Pleegt hij het feit opzettelijk, dan wordt hij gestraft met gevangenis- straf van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden. Een nieuw geneeskundig onderzoek van een inge schrevene heeft plaats, zoo het gevoelen van de beide geneeskundigen van den Keuringsraad niet van de zelfde strekking is. Het nieuwe onderzoek geschiedt voor den Militieraad, in zijn tweede zitting in Augustus. Overigens kan van een ingeschrevene, omtrent wien door de Keuringsraad uitspraak is gedaan bij den Militieraad, een nieuw geneeskundig onderzoek worden lo. door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door zijn vader, moeder, voogd of curator; 2o. door elk der overige voor de gemeente inge schrevenen, of door zijn vader, moeder, voogd of curator. De aanvrage moet, zoo zij wordt ingediend door een der onder 2o. bedoelde personen, berusten op aannemelijke, in de aan-rage omschreven gronden, en binnen tien dagen na den dag, waarop de uitspraak van den Keuringsraad in het openbaar werd mede gedeeld, zijn ingeleverd bij den Burgemeester der Gemeente, waar de ingeschrevene, wien het geldt, voor de militie is ingest',ireven. Van de inlevering wordt een bewijs van ontvangst afgegeven. Aan- vragen, niet ingericht of niet ingeleverd op de wijze, hier omschreven, kunnen geen gevolg hebben. De Voorzitter van den Keuringsraad verzamelt tijdens de zitting gegevens omtrent de indeeling. In verband hiermede staat het den ingeschrevene vrij alsdan aan dien Voorzitter mede te deelen, of hij zou wenschen te worden bestemd voor de zee- militie, voor een bereden korps of voor de admini- stratietroepen en ook aan welk korps of garnizoen hij zich anders gaarne zou zien toegewezen. Ook kan de ingeschrevene den Voorzitter eenschriftelijke verklaring ter hand stellen, ten bewijze, dat hij voor eenig vak of eenigen arbeid bijzondere geschiktheid bezit. Ter Neuzen, den 20 Mei 1914. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Burgemeester en Wethouders van ZAAMSLAG herinneren be- langhebbenden dat krachtens leeningsbesluit van 1899 op 1 September 1913, o. a. aflos- baar zijn gesteld obligatiennmmers, I2j 14 en 15, ieder groot 200, der leening groot 14.200. Spoedige inlevering daarvan wordt ver- zocht. t Zaamslag, 20 Mei 1914. Burgemeester en Wethouders voorn., O JOBS DE FEIJTER, Burg. J. STOLE Lz., Seer. TWEEDE KAMER. Vergadering van 19 Mei. Inkomstenbelasting. Daar bij de opening der vergadering niet het vereischte aantal leden tegenwoordig is wordt, volgens de H. Crt., de vergadering verdaagd tot half twaalf. Alsdan is aan de orde art. 64, in een vorige vergadering aangehouden. De commissie van rapporteurs stelt voor de slotalinea van dit artikel als volgt te lezen In het geval, bedoeld in het vorige artikel (aanslag in de vermogensbelasting) is voorzitter der commissie de oudste in jaren der beide inspecteurs in alle overige gevallen deinspecteur derdirecte belastingen. De Minister vereenigt zich met dit amendement. Dienovereenkomstig wordt besloten. Goedgekeurd wordt vervolgens art. 85a, te lezen als gewijzigd door den Minister, luidende//Indien een navordering in verband staat met navordering van ver mogensbelasting is de inspecteur der Regi- stratie tevens belast met de in dit hoofd- stuk bedoelde verrichtingen van den inspec teur der directe belastingen." Aan de orde is thans art. 122, met het amendement van de heeren Fleskens en Van Sasse van Ysselt, bepalende in art. 122 in te lasschen een geheel nieuw hoofdstuk tot het leggen van verband tusschen de plaat selijke directe belastingen naar het inkomen en de Rijksinkomstenbelasting. De Voorzitter betoogt, dat dit amende ment ontoelaatbaar is. De heer Fleskens verdedigt de toelaat- baarheid van zijn amendement. Het past z. i. volkomen in de wet en heeft niets te maken met opcentdn heffen door de ge meente of verruiming der gemeentelijke belastingen. De heer Patijn deelt mede, dat ook de commissie van rapporteurs het amendement ontoelaatbaar acht. De Minister van Binnenlandsche Zaken bestrijdt het betoog van den heer Fleskens. Indien wordt geregeld een materie, die niets met het onderwerp zelf heeft te maken, gelden de constitutioneele voorschriften betreffende onderteekening van wetsont- werpen door verschillende Ministers. Dit amendement nu beoogt wijziging van de gemeentefinancien. Het amendement wordt vervolgens met 47 tegen 17 stemmen ontoelaatbaar ver klaard. Art. 122—123 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Bij art. 124 komt in bebandeling een amendement-Bos, dat de bedoeling heeft de hoogere inkomens, zoowel in de inkom stenbelasting als in de vermogensbelasting eenigszius zwaarder te treffen. De heer Marchant verdedigt uitvoerig het amendement en wijst er o. a. op, dat de behoefte tot sparen afneemt naarmate het vermogen toeneemt. Men heeft toch te doen met een qualitatieve draagkracht. Uitvoerig bestrijdt spreker de doctrine van den heer De Geer, dat in een Ergan- zungs-Steuer geen progressie mag voor- komen. In het buitenland is van een zoo- danige opvatting niets bekend bij de mannen van wetenschap. Spreker betoogt dat degene die in staat is een groot vermogen uit speculatief oogpunt, in de verwachting van waardevermeerdering, renteloos te laten liggen, wel degelijk van dat kapitaal be- lasting heeft te betalen. De cijfers, door den heer Tydeman aan- gevoerd, betreffende aanslagen in de In komstenbelasting onderwerpt spreker aan kritiek. De heer Patijn verdedigt vervolgens ziju amendement, strekkende om vermogens boven de 60,000 niet te belasten met 50 cts., doch met 75 cts. per mille. Het standpunt van den heer De Geer verdedigt spreker voorts tegenover den heer Mar- chant. Reeds Minister Pierson verdedigde de vermogensbelasting als een Erganzungs- steuer. Spreker vreest op grond van praktische en theoretische bezwaren, dat het amen- dement-Marchant voor deze wet noodlottig zou worden. Toch kon z. i. de fiscus meer trekken uit de groote vermogens van daar zijn amendement. De grootere opbrengst van het amende ment schat spreker thans op 12 ton. Aanstaanden Zaterdag zal H. M. de Koningin met de Deensche gasten per extra-trein uit Amsterdam te 11.05 v.m. aau het Maas- station aankomen. De Yorstelijke personen zullen zich dadelijk aan boord begeven, om een rondvaart door de havens te maken. Te 1 uur zullen zij zich inschepen aan boord van het pantser- schip Jacob van fleemskerk en daar tot half 3 uur vertoeven. H. M. de Koningiu biedt op den oorlogsbodem een noenmaal aan. Een eerewacht der mariniers met de stafmuziek, onder bevel van een kapitein zal militaire eerbewijzen geven. De Heems- kerk zal op de Maas bij de Willemsbrug een saluut van 35 schoten doen bij aankomst en vertrek. De aankomst in Den Haag aan het Staats- spoorstation is bepaald op half 5 uur. F. Nowowieski. P. Lincke. J. J. Bierle. F. Mendelssohn. W. Morressy. R. Wagner. TER NEUZEN, 20 Mei 1914. Door de orkestvereeniging vDe Vol- harding" zal ter gelegenheid van het morgen- voormiddag op de Markt te geven matinee het volgende programma worden uitgevoerd Under Freedom's Flag, March Herbststimmung, Yalse. Polka voor 2 clarinetten. War March of the Priests from Athalie Handel Wakes, one step Tannhauser, grand march Aufglatten Fluten, walzer H. Starke. Unter den Sternen O. Weiss. Het programma dat des avonds door het muziekgezelschap //De Yereenigde Werk- lieden" aldaar zal worden gegeven luidt als volgt le Afdeeling. In dulci Jubilo, Marsch J. Morks. Le barbier de Seville, Ouverture. La Princesse Juliana, Fantaisie Penseesd'Automne,Yalse 2e Afdeeling. I'Almadienne, Ouverture fantastique Bouquet de melodies sur l'opera Lucia Meivreugd, Polka Granada, Marche Espag- nola Rossini. W. van Perck. Ant. Tierolff. Ch. de Carmont. Donizetti. Garcia de Salubert. „Waarom? Wel in de eerste plaats om tri'omf, als ik den prijs behaal, waarriaar zoovelen gedorigen hebben; - ten tweede, omdat hij me het zoo smeekend gevraagd heeft en teh derde, hoofdzakelijk omdat hij graaf Norton tot Northminster is, met een jaarlijksche rente van twintigduizend pond sterling. Ziedaar de naakte waarheid, als je dien wenscht te hooren. Met trotsch zal ik zijn gemalin zijn; hij is een vooruit- strevend' man en tot staatsman geboren. Laten wij daaroni elkaar in vrede de hand drukken tot een laatst vaarwel!" „Een vaarwel voor eeuwig?" ,,Ten minste voor twee, drie jaren, totdat alle jeugdige dwaasheid slechts als een sprookje in onze lierinnering voortleeft." Charles ging heen. Maar nauwelijks was de deur achterliem gesloten, of de storm brak voor liaar los, de storm, die liaar dreigde te verpletteren. Spelende met haar eigen hart en dat van anderen, had zij over haar levenslot beslist. Nu was de sluier verscheurd en zij zag de wreede werkelijklieid. Met Charles liefde was haar geluk van haar heengegaan, haar levensgeluk. HOOFDSTUK XXVI. Twee weken na het bal namen de Ameri- kaansche gasten afscheid, oTn met kapitein Hammond naar Londen te gaan. Bertha zou op het slot Powsys blijven. Lady Car- ley's aandrang gaf daarbij den doorslag en Bertha voegde zich gaarne naar haar wil. Zij vreesde de nabijheid van Charles. Graaf Norton was in verrukking. Hij zou met Bertha alleen zijn'; de wereld scheen liem in een paradijs veranderd te zijn. Het ontging hem echter niet, hoe de oude heer Stuart in de laatste dagen veranderde. An ders altijd trotsch en praalzuchtig, was hij nu stil en terughoudend geworden. Soms scheen hij in gezelschap alles rondom zich te vergeten en verzonk hij in somber gepeins. ,Hct) je ook eenige verandering bij papa Stuart opgemerkt?" vroeg Victor op zekeren dag aan Bertha. Hetis.of hij ernstige zaken in het hoofd heeft, vindt je ook niet?" Er ging haar een rilling door de leden bij deze woorden. „Ja, ik heb het ook bemerkl", antwoordde eenigszins in verwarring. „Ik vrees, dat dit in verband staat met zijn zaken in Amerika. Mijn papa schreef daaroiver een paar woorden in zijn laatsten brief.' In New-York kwamen in den laatsten tijd veel faillissementen voor, waaronder enkele, die op de beurs veel opzien verwekten. Wat Fred Darrell schreef, doelde hierop en vrees, betreffende den ouden heer zij zijn Stuart, was wel gegrond. Dagelijks kwamen er brieven en telegrammen voor den heer Stuart en telkens stond zijn gelaat somberder. Op de vragen van vrouw en kinderen gaf hij slechts* ontwijkende antwoorden. Zij vermoedden echter niet, dat zij met onder- gang bedreigd werden. Den laatsten dag Voor het vertrek naar Londen, zocht de bankier zijn nicht Bertha op en reiktehaar een wissel van duizend dollars toe. „Voor je uitzet, lief kind", zei hij. „Eigen- lijk had ik je veel meer toegedacht, maar de zaken staan niet zoo goed meer als vroeger." „Neem dit aan van mij, Bertha, je zult daarvoor nog wel een bruidskleed kunnen koopen", zeide de oude heer Stuart. Bertha schrikte terug voor hetgeen haar nu een feit bleek te zijn en bedankte hem in warme bewoordingen, doch beslist, voor het geschenk. „Neen, mijn vaderlijke vriend", sprakzij, „ik heb aan u reeds meer te danken, dan ik verdiende. Ik mag dit geschenk niet aan- nemen. Tante Elisabeth heeft mij een sluier toegezegd en meer belioef ik niet. Wan neer ik eenmaal gravin Norton ben, zal het mij niet aan toiletten ontbreken, al mis ik zelcer veel." Zwijgend legde liij den wissel weer in zijn portefeuille. Wat vroeger een droppel in den emmer moclit heetten had nu meer waarde gekregen. Er wachtle Bertha nog een heflig tooneel met Beatrice, toen deze vernam, dat zij niet meeging naar Londen. „Waarom wil je hier blijven?" „Omdat graaf Norton en lady Carley het wenschen". i „En omdat miss Darrell het wenscht! O, Zeg het maar ronduit, Bertha! Waarom heeft men je dat laten beloven? Zou het soms zijn, omdat men je niet vertrouwt, als je onder hun oogen vandaan bent?" Bertha zweeg en Beatrice, die dit zwijgen op haar eigen manier uitlegde, vervolgde scherp: „Ik zal je niet verder lastig zijn, Bertha, je leven lang niet meer. Alles, wrat je gedaan hebt het verraad, dat je aan mij pleegde, je harteloosheid tegenover mij dat is meer dan voldoende. Die laatste droppel doet den vollen beker overloopen. Je sloot ons van je af ter wille van voorname, adel- lijke vrienden. Het zij zoo! Je wilt het zoo en ik neem er vrecbe mee. Als wij elkaar morgen vaarwel zeggen, hoop ik, dat het voor eeuwig is!" En Bertha was alleen! Alweer een vroe- gere vriendschap verbroken. Alleen graaf Norton bleef haar over; hij moest het ledige aanvullen. Ivon hij dat? Den morgen van het vertrek was zij zeer bleek, toen ze in het salon kwam om af scheid te nemen. Papa Stuart drukte haar zenuwachtig de hand, mevrouw Stuart om- helsde haar teeder en Beatrice drukte voor den vorm een kusje op haar wan- gen. Charles drukte haar hand zaclitin de zijne, keek haar met een gedwongen glim- lach aan en zeide haar even hartelijk vaar wel, als hij lady Carley deed. Toen was alles voorbij. De wielen rate! den over de griiApadcn en Berthp. had een gevoel, alsof die wielen over haar hart gingen en het verpletterden. Dienzelfden avond kwam de familie Stuart te Londen en nam haar intrejk in het hotel Langliam. Maar de mensch wikt, God beschikt. Daags na aankomst ontving papa Stuart weer een van die brieven, waarvan de inhoud liem telkenmale verontrust had. Hij was toevallig alleen in de kamer. Men lioor- de plotseling een kreet en toen een val. In grooten angst kwam mevrouw Stuart toeschieten. Zij vond haar echtgenoot be- wusteloos op den grond liggen, met den noodlottigen brief nog in de hand. Weer straalden de vensters van het slot Powsys een zee van licht uit. Een klein, maar* uitgelezen gezelschap was in het salon bij lady Carley vereenigd. Zij gaf eenfeest, met liet doel aan de toekomstige gravin Nor ton een bevoorrechte plaats in de hoogste kringen te bezorgen. Het was juist <5en dag slag ge- nadat de familie Stuart door den troffen was. Bertha was juist in een druk gesprek ge- wikkeld, toen de bediende haar een naam- kaartje bracht en zeide, dat de heer in de spreekkamer wachtte. Zij keek schijnbaar onverschillig op het kaartje en verbleekte niet. TerWijl zij met een lachend gelaat haar verontschuldiging aanbood, stond zij op. Haar hart kromp echter van weedom ineen. Een oogenblik later trad zij de spreek kamer binnen. Haar oogen richtte zij onmid- dellijk op den onverwachten bezoeker op Charles. Een minuut stonden zij stom tegen over elkaar, toen boog hij en sprak: „Ik vrees u te storen, want ik kom onver- waclit, maar u zult me dat willen Vergeven, hoop ik, als ik u mededeel waarom ik hier gekomen ben." In korte woorden verlelde hij, wat er ge- beurd was. Het huis Stuart was gevallen en het geheele vermogen in verkeerde spe- culatien verloren gegaan. Zijn papa was ge- rulneerd. Hij kwam nu om haar nogmaals vaarwel te zeggen, als in vroegere tijden. Als in vroegere tijden! Zij gevoelde een geweldigen aandrang om haar pas verkregen positie te verlaten en af te zien van alles, wat het leven veraangenaamt, teneinde een enkele maal te kunnen voldoen aan de in- spraak van haar hart, al moest zij dan ook gaan bedelen. Maar zij bedwong zich. Geen trek in haar gelaat verried, wrelke strijd in haar biri- nenste gestreden was. Maar de lippen wei- gerden liaar den dienst, toen zij hem wilde antwoorden met een nietsbeduidend woord, zooals de hoogere kringen die in overvloed ter beschikking hebben. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1914 | | pagina 1