ALGEMEEN nieuws- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen.
No. 6070.
Zaterdag 16 Mei 1914.
54e Jaargang.
MILITIE TE LAITD.
ABONNEMENT
ADVERTENTIEN
Telefoon 25.
Bit Blad verschiint Maandag-, Woensdag- en Yrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen,
bij de Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Nenzen.
HBBSTB BIxAD.
Ouderzoek van Verlofgangers.
B1NNENLANP.
GEMENGDE BERICHTEN.
Per 3 maanden binnen de stad I.Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij aile
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij direct© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 liltV op den dag der uitgave.
f-
Voorts wordt de aandacht gevestigd op de
volgende wetsbepalingen
Naar wij vernemen heeft H. M. de
Koningin 1000 geschonken aan het
comite tot het verleenen van steun aan
het Nederl. Roode Kruis ter uitzending
van personeel en materieel voordebestrijding
van de pest op Java. (R. N.)
Bij het verder boren naar steenkool in
de nabijheid van het station Woensdrecht
bij Bergen op Zoom is men, volgens het
Hbl., gestuit op een laag manner. Daarvan
is het gevolg dat men definitief met boren
ophouden moet en de kans om in deze
omgeving steenkolen te vinden voor goed
verkeken is.
Naar aan De Tijd wordt gemeld, hebben
zich eergisterenmorgen bij Mgr. Leijten,
bisschop van Breda, kenteekenen van ver-
zwakking voorgedaan, die het raadzaam
maakten, hem het H. Oliesel toe te dienen.
Oogenblikkelijk stervensgevaar is nog niet
geconstateerd.
Ouderdomsrenle.
Zooals bekend, wenscht het Bestuur der
Rijksverzekeringsbank geen tweede aanvragen
om ouderdomsrente in behandeling te nemen,
schrijft het Hbl., ook al worden daarbij
nieuwe gronden aangevoerd, doch is hij van
oordeel, dat deze bij beroepschrift behooren
te worden opgegeven aan den Raad van
Beroep. De Raad van Beroep te Leeuwarden
echter weigerde over deze nieuwe gronden
te oordeelen.
Thans heeft de Centrale Raad van Beroep
te Utrecht, in hoogste instantie over deze
kwestie beslissend, het Bestuur der Rijks-
verzekeringsbank in 'tgelijk gesteld.
Aan een desbetreffende beslissing ont-
leenen wij de volgende overwegingen
z/dat de Raad van Beroep echter ten
onrechte heeft nagelaten een oordeel uit
te spreken over de door eischeresse in
hooger beroep bij klaagschrift nieuw aan-
gevoerde feiten, welke dezelfde zijn als bij
beroepschrift vermeld
,/dat deze Raad de opvatting van den Raad
van Beroep, dat de nieuwe feiten eigenlijk
te beschouwen zijn als een nieuwe aanvraag
waarover eerst het Bestuur der Rijksver-
zekeringsbank behoort te oordeelen, niet
doelt
ffdat toch het onderwerp van het bij klaag
schrift voor den rechter aanhangig gemaakt
geding is de vraag, of aanvraagster al dan
niet aanspraak heeft op een rente, als be-
doeld in art. 369 der lnvaliditeitswet en de
bijgebrachte feiten alleen dienen om de
aanspraak aannemelijk te maken, zoodat
waar partijen in iedere instantie nieuwe
bewijzen kunnen aanvoeren ook de nieuw
aangevoerde feiten hadden behooren te
worden onderzocht."
EERSTE KAMER.
Avondvergadering van Dinsdag 12 Mei.
De griffier leest, volgens het verslag der
H. Crthet koninklijk besluit, gecontrasig-
neerd door den Minister van Binnenlandsche
Zaken, waarbij de heer J. J. G. baron van
Voorst tot Voorst, lid der Eerste Kamer,
benoemd wordt tot voorzitter van die Kamer
voor den verderen duur der zitting, aange-
vangen September 1913.
Eveneens leest de griffier het schrijven
voor van mevrouw Schimmelpenninck van
der Oije, de weduwe van den ontslapen
Voorzitter, diens overlijden meldende.
Terwijl alle leden van de Kamer opstaan,
spreekt de nieuwe Voorzitter ongeveer het
volgende
Mijneheeren
Blijkens het voorgelezen koninklijk be
sluit behaagde het H. M. onze geeerbiedigde
Koningin, mij, op voordracht van Z.Exc.
den Minister van Binnenlandsche Zaken,
voor den verderen duur van dit zittingjaar
tot Voorzitter dezer Kamer te benoemen
Onder eerbiedigen dank voor het in mij ge-
stelde vertrouwen, aanvaard ik de mij op-
gedragen taak.
Mijn eerste gedachte verwijlt hierbij, dit
kan immers niet anders, bij den man,
dien wij op den i sten Maart j.l. hier bij
het sluiten der vcrgadering nog de hand
mochten drukken, niet vermoedende dat dit
de laatste maal zon zijn.
Met baron Schimmelpenninck van der
Ope van Hoevelaken is van ons been gegaan
een voorbeeld van plichtsbetrachting, een
man, die in iedere beirekking de herinnering
achter liet, van nittig te zijn werkzaam
geweest. Men gevoelde dat zijn persoon-
lijkheid eerbied, vertrouwen en achting
afdwong. Wat hij voor deze Kamer was,
werd bij het geopende graf door den waar-
nemenden Voorzitter zoo gevoelvol en waar
geschetst onder meer door de woorden dat
wij in Schimmelpenninck onzen eenigen
Voorzitter en ook onzen goedeu vriend ver-
loren hadden.
Man van de daad, zoo noodig ook man
van het woord, maar voor alles eerlijk in
handel en wandel, wisten wij alien dat zijn
streven steeds op strikte rechtvaardigheid
en op gelijk recht voor alien gegrond was.
Uit al zijn doen en laten sprak de edelman.
En nu wij zijn stem hier voortaan niet
meer zullen hooreu, nu zijn opwekkend
woord, dat in deze zaal zoo vele jaren weer-
klonk, niet meer vernomen zal worden,
berdenken wij met dankbaarheid het vele
goede, dat wij van hem mochten ontvangen.
Zijn nagedachtenis zal in en buiten de
Kamer worden geeerd en zijn naam als die
van een man van beteekenis, van een van
Nederland's beste zonen genoemd worden,
omdat door zijn w rkkracht en trouw aan
de Koningin, het Vaderland steeds op hem
kon rekenen.
De Minister va..-B'nnenlandsche Zaken,
de heer Cort van der Linden, verklaart, dat
hij zich gaarne namens de Regeering aansluit
bij de woorden, die de Voorzitter heeft
willen wij den aan de nagedachtenis van den
heengeganen Staatsman.
De beminnelijkheid en eenvoud van zijn
persoonlijkheid, de hoogheid van zijn karak-
ter, zijn stage plichtsbetrachting zullen ook
bij de Regeering in dankbare herinnering
blijven.
De Voorzitter zegt daarna tot de leden
ongeveer
Hartelijk zeg ik u alien dank voor de
zoo vriendelijke wijze waarop gij mij als
uw Voorzitter hebt ontvangen. Onder mijn
leiding zullen, als voorheen de wetsvoor-
stellen, welke ons bereiken moeten, worden
getoetst aan het belang van land en volk.
Wil bij dezen arbeid ook aan mij uw wel-
willende medewerking niet onthouden, welke
aan mijn hooggeachten voorganger steeds
was toebedeeld. Geregelde en spoedige af-
doeniug van zaken zal daardoor worden
verkregen, en 's lands belang, dat toeh ons
aller streven is, worden bevorderd. Wat
mij betreft, zal ik trachten bet devies van
onpartijdigheid en voortvarendheid van den
heer Schimmelpenninck tot het mijne te
maken.
Ingekomen blijken de geloofsbrieven van
het nieuw gekozen lid voor Drenthe, den
heer Jhr. Mr. H. G. van Holthe tot Echten,
welke door een commissie worden onder
zocht en goed bevonden.
De heer Van Holthe tot Echten legt de
eeden af.
De Kamer bepaalt bij lot.ing de afdee-
lingen en werd daarna verdaagd tot Donder-
dagmorgen 11 uur.
boerenarbeider M. Hertogs uit Wouw.
Deze heeft evenwel nog geen bekentenissen
afgelegdhij is den bewusten nacht en
uur ter plaatse geweest.
Men schrijft uit Eukhuizen d.d. 11 Mei
aan het N. v. d. D.
De visschers, die in den laatsten tijd
van Enkhuizen uitzeilden ter ansjovisvangst
zijn heden in hun bedrijf zwaar getroffen.
Groote massa's met den stroom meege-
voerde Noordzeekwallen hebben hedennacht
bijna al het vischwant vernield.
De schade is ontzettend groot, te meer
duidelijk te zien aan *het afgesletene der
kiezen. (O- H. Ot.)
Te Duffel by Antwerpen had een kind
van zeven jaar, Maurits van Diest genaamd
reeds eenigen tijd bewijzen van jaloezie
gegeven tegenover zijn jonger broertje,
zeven maanden oud. Meermalen had hij
zijn moeder gevraagd dat kind te verwijde-
ren, maar men had verder geen acht gestagen
op zijn uitdrukkingen. Terwijl het kind
zich Zaterdagmorgen alleen met zijn broertje
bevond, krabde hij het de oogen uit en
verborg zich vervolgens op den zolder.
daar velen nu genoodzaakt zullen zijn het Toen de moeder terugkwam, vond zij haar
Een oude bekende. Verleden week
werden te St. Laurens (Walcheren) ge-
arresteerd twee vrouwen wegens diefstal
door het bekende dubbeltjes wisselen. Een
dezer vrouwen gaf op Marie Irnker te
heeten, oud 24 jaar, geboren te Weert.
Het kwam der politie te Middelburg voor,
dat deze leeftijd niet juist was, zij zag er
ouder uit en in het politieblad stond ge-
signaleerd Franchina Anna Imker, 28 jaar.
geboren te Saarbruck, die door de rechtbank
te Almelo wegens denzelfden diefstal tot
zes maanden was veroordeeld. Een adjunct-
inspecteur uit Enschede kwam over en
herkende direct Franchina, die nu haar
straf niet zal ontgaan.
Te Assen is gevankelijk binnengebracht
R. Hte Gasselte, in verband met den
vermoedelijken moord of doodslag, gepleegd
op den 26jarigen Geert Moek aldaar. De
verdachte moet hebben bekend aan deze
daad schuldig te zijn.
Door de marechaussee te Rozendaal
is als vermoedelijke dader van den te Wouw
gepleegden moord in hechtenis genomen de
visscben geheel te staken. De visschers
zelf herinneren zich niet, dat ooit zoo'n
zware slag aan hun bed.ri.jf is toegebracht.
Ook uit Kolhorn en Andijk kwamen gelijke
berichten.
Het jachtveld te Winterswijk heeft
tegenwoordig veel te lijden van de vossen.
In het voorjaar zijn vele drijfjachten ge
houden om een of meer reintjes op te ruimen
doch steeds zonder resultaat. Thans hebben
de vossen jongen, waarvan het gevolg is,
dat de rooflust van die dieren verbazend is.
Op klaarlichten dag worden de kippen bij
de hofsteden weggehaald. Vandaar dat er
door jagers, jachtopzieners en boeren ijverig
gezocht wordt naar de holen. Dezer dagen
had men een gevonden achter Ratum over
de Duitsche grens. Duitschers en Hollanders
werkten broederlijk samen om de jongen
uit te graven. Men ving er slechts twee,
ter grootte van een groote kat.
De 14jarige G. B., te Sliedrecht,
heeft, naar de N. R. Ct." meldt. den
13jarigen T. B., die hem hinderde bij het
voetbalspel, met eeD mes een levensgevaar-
lijke wond in den buik toebracht.
De 22jarige ketelmaker H. Gj. te
Rotterdam was Dinsdagmiddag op Wilton's
Machinefabriek en Scheepswerf aan den
Westkousdijk, bezig met de electrische
boormachine gaten te boren. Plotseling
sloeg hij door een schok achterover en
werd naar het Ziekenhuis gebracht, bij
aankomst aldaar bleek dat hij reeds over-
leden was.
Is het gedaan met den bioscoop V
Men schrijft uit Utrecht aan het N. v. d. D.
ffEr is plotseling een kentering gekomen
in het bioscoopbezoek, Zonder dat er be-
daalde reden voor is te vinden, blijft het
publiek weg de biosopen zijn leeg. Een
er van is gesloten, een andere ging in an
dere handen over en kan zich niet meer
staande houden in een derde is het per
soneel aangezegd, naar een betrekking elders
uit te zien. Een tweetal blijft rustig voort-
gaan, zij het ook voor slecbt bezette zalen,
maar ook die zullen ten laatste moeten
sluiten. 't Is een vreemd verschijnselnog
geen half jaar geleden moesten bezoekers
worden afgewezen en thans is er van belang-
stelling geen sprake meer.
Toen Zondagmiddag om 5 uur onder
Wassenaar de Koningin, de Prins en een
lakei een rijtoer maakten, waarbij de Prins
zelf stuurde, geraakte, naar de Leidsche Ct.
mededeelt, op weg naar Scheveningen onder
den Wassenaarschen Slag het rytuig in het
mulle zand. De paarden waren niet in staat
het er uit te trekken. De Koningin, de
Prins en de lakei stegen toen uit het rytuig.
Eenige omstanders hielpen daarna het rytuig
uit het zand, waarna de reis kon worden
voortgezet.
De Prins en de Koningin dankten de
helpers vriendelijk en de aanwezig zynde
veldwachter noteerde hun namen.
23en zeldzame vondst.
Maandag vond een metselaar, die bezig
was met graven op de Kerkstraat te Spaarn-
dam, drie skeletten in gaven toestand.
Eerst ontdekte hij een kalklaag en toen
deze uitgegraven was, vond hij het eerste
skelet, toen weder een kalklaag, waaronder
nog twee andere geraamten lagen. Blijk-
baar aan de houding te zien, was de ligging
onveranderd gebleven. Een geraamte echter
jongste kind dood in de wieg. De kleine
Maurits is overgegeven aan de rechtspraak
voor kinderen.
De roman van den deserteur. De
Duitsche wet is onverbiddelyk in alles wat
den militairen dienst betreft. Dat heeft
volgens"de Tel." de voormalige kanonnier
Scbroeder van het 26e regiment artillerie
te Heidelberg, dezer dagen op droevige
wijze ondervonden.
De man werd in 1886, dat is 27 jaar
geleden, door den krijgsraad wegens desertie
tot 18 maanden gevangenisstraf veroordeeld.
Hij slaagde er echter in, te ontvluchten,
en nam naar Amerika de wijk, waar hij
zich vestigde en zich als Amerikaan liet
naturaliseeren. Bij den aanvang van dit
jaar werd Schroeder echter door een onweer-
staanbaar heimwee aangegrepen, en keerde
hy naar zijn vaderland terug, in de vaste
na 27 jaren, en
miets meer kon
overtuiging, dat hem nu,
nu hij Amerikaan was
gebeuren".
Dat kwam echter anders uit.
Hij was nauwelijks een paar dagen te
Keulen of de politie had hem in het vizier
gekregen. Schroeder werd gearresteerd en
gevangen gezet.
Opnieuw voor den krijgsraad gedaagd
zynde, werd hij Dinsdag tot 13 maanden
gevangenisstraf veroordeeld. De rechtbank
was van oordeel, dat zij volstrekt geen
rekening behoefde te houden met de nieuwe
nationaliteit van den arrestant, daar deze
de toepassing der wet geenszins belemmerde,
en voorts dat de straf voor desertie in 27
jaar niet verjaart.
Drie maanden geleden werden van een
Belgisch kunstverzamelaar 16 schilderijen
van Teniers gestolen. Uit de nasporingen
der politie bleek, dat de dieven tot een te
Parijs vertoevende dievenbende behoorden,
die hun buit in een koffiehuis van de hand
hadden gedaan. De geheele bende werd
dezer dagen, deels in Vlaanderen, deels te
Parijs gearresteerd en gisteren naar het
Belgisch-Fransche spoorwegstation Ergueli-
nes overgebracht, waar door twee gerechts-
dienaars der beide landen de identiteit der
dieven werd vastgesteld. Men had voor dit
doel, volgens de Tel. op de rails een tent
opgeslagen. In de tent werd een met een
wit kleed gedekte tafel geplaatst, welke
met twee pooten op Fransch en met de
andere twee pooten op Belgisch grondgebied
stond. Deze ongewone gerechtszitting nam
bijna den geheelen dag in beslag,
In de diergaarde te New-York, den
//Bronx", zooals de New-Yorkers haar
noemen, is een gevecht ontsfaan tusschen
twee verscheurende dieren. De leeuw
z/Huerta", twee jaar oud, dien men onlangs
had gekocht, profiteerde van de gelegenheid,
dat een deur was opengelaten, en stapte de
kooi binnen van Rajah, een prachtigen Ben-
gaalschen tyger. De twee dieren vielen
op elkander aan en alle pogingen der be-
wakers om hen te scheiden, waren vruch-
teloos. Het versehrikkelijk gevecht duurde
bijna een uur. Het eindigde met de zege-
praal van Rajah, die Huerta doodde door
hem de wervelkolom te breken.
By aankomst van den trein te Tunis,
die de reizigers en de mail uit Frankrijk
overbracht, vonden de treinbeambten in een
coupe eerste klasse een overjas en een stok,
die met bloed bevuild waren. Op den grond
lagen bloedvlekken in de overjas werden
la er omsekeerd, met de armen om het hoofd, papieren gevonden met den naam van den
terwijl in den schedel boven het rechteroog,
duidelijk het teeken was te zien van een
sabelhouw. Naar alle waarschijnlijk dateeren
zy dus of uit den Spaanschen tijd, of uit
den Franschen tijd. Het is wel jammer,
dat verder niets gevonden is. De schedel-
vorm was mooi een zelfs van zeer groot
model. De gebitten waren buitengewoon
goed, bagel wit, geen tand of kies ontbrak,
een tandarts hadden zij blijkbaar nooit
noodig gehad. Dat de personen niet van
jongen leeftijd moeten zijn geweest, was
Russischen en Noorweegschen consul te
Tunis, Batt. Bij het afzoeken van het
spoorwegtraject, werd voorbij Tindsja op
ongeveer 25 kilora. afstand van Biserta,
het lijk gevonden, dat een revolverschot
onder den linkerslaap had en met bloed
beloopen oogen. Koffer en handbagage
waren verdwenen. Waarschijnlijk is dus
de consul het slachtoffer van een treinroof
geworden. In zijn coupe moet een jong-
mensch van ongeveer 25 jaar zich bevonden
hebben.
NEUZENSCHE COURANT
S? i-I—
b.
d.
9-
h.
Ue Burgemeester der Geraeente TER NEUZEN
maUtt bekend, dat het onderzoek van de in het
verlofgangersregister dezer Gemeente ingeschreven
verlofgangers der Militie te land zal worden gehouden
te Ter Neuzen, op de gewone plaats, op Zaterdag
den 13 Juni 1911, des namiddags 2-'f0 uwr.
Aan het onderzoek behoeft niet te worden deel-
genomen door hen, die hunne eerste-oefening nog
niet hebben volbracht, en voorts niet door
a. de verlofgangers, die in het loopende jaar, voor
den dag hierboven als dag van onderzoek aange-
geven, in werkelijken dienst zijn geweest, uit
anderen hoofde dan voor straf
de verlofgangers, die bestemd zijn om in het
loopende jaar voor herhalingsoefeningen in wer
kelijken dienst te nomen
de verlofgangers die bestemd zijn om met 1
Augustus van het loopende jaar naar de Land-
weer over te gaan
de verlofgangers, aan wie vergunning is verleend
tot uitoefening van de zeevaart of de zeevisscherij
buitenslands of tot verblijf in het buitenland, en
aan wie hetzij gelijktijdig met die vergunning,
hetzij in verband daarmede later afzonderlijk,
vrijstelling van het onderzoek is verleend, dan
wel is toegestaan dat onderzoek in de maand
November of December van het loopende jaar
te ondergaan
de verlofgangers, aan wie ter zake van de uit
oefening van hun beroep of hedrijf dan wel
wegens andere bijzondere omstandigheden ver
gunning is verleend het onderzoek in een der
hiervoren onder d genoemde maanden te onder
gaan
de verlofgangers, die in het genot zijn van ont-
hefflng van den werkelijken dienst
de adspirant-militie-offlcieren en
de verlofgangers van de Exploitatie-Compagnie
der Spoorwegafdeeling van het Regiment-Genie-
troepen.
Daarentegen moeten aan het onderzoek tvdl deel-
nemen de verlofgangers, die in het loopende jaar
voor herhalingsoefeningen in werkelijken dienst zouden
moeten komen, doch wien voor 1 Juni dezes jaars door
den Minister van Oorlog uitstel van opkomst voor die
oefeningen is verleend tot het volgende jaar. Uiter-
aard geldt deze bepaling niet voor de verlofgangers,
wien uit anderen hoofde, bij v. in verband met hun
verblijf in het buitenland, vrijstelling van het onder
zoek is of alsnog wordt verleend.
De verlofgangers, aan wie het vorig jaar uitstel
van opkomst voor herhalingsoefeningen werd ver
leend tot in het loopende jaar en die in verband
daarmede in dit jaar reeds voor herhalingsoefe
ningen in iverkelijken dienst zijn geweest of alsnog
voor herhalingsoefeningen moeten opkomen, be-
hoeven aan het onderzoek NIET deel te nemen.
De verlofganger moet bij dit onderzoek verschijnen
in uniform gekleed en voorzien
a. van de tot zijne voorgeschreven uitrusting verder
behoorende kleeding en uitrustingstukken
b. van de wapenen, het ledergoed, de reglementen,
en de dienstvoorschriften. hem uitgereikt
C. van zijn zakboekje en van zijn verlofpas.
De verlofganger staat niet alleen gedurende den
tijd, dien het onderzoek duurt, maar ook voor
zoolang hij ter gelegenheid van het onderzoek in
uniform gekleed is, onder de bevelen van den Militie-
commissaris, zoodat indien hij ongeregeldheden pleegt
of zich aan een strafbaar feit schuldig maakt, hetzij
bij het gaan naar de plaats, voor het onderzoek
bestemdhetzij gedurende het onderzoek of bij het
naar huis keeren, te dier zake zal worden gestraft
volgens het Crimineel Wetboek en het Reglement
van Krijgstucht voor het krijgsvolk te lande.
Een arrest van een dag tot zes dagen, te onder
gaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbij
zijnde huis van bewaring, of een kwartierarrest van
een dag tot zes dagen, te ondergaan in eene kazerne,
kan door den Militiecommissaris worden opgelegd
aan den verlofganger
lo. die zonder geldige reden niet bij het onder
zoek versehijnt;
2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
reden niet voorzien is van al de hiervoren vermelde
voorwerpen;
3o. die de hiervoren vermelde voorwerpen bij het
onderzoek niet alle in den vereischten staat vertoont
4o. die een of meer van de hiervoren vermelde
voorwerpen, aan een ander toebehoorende, als de
zijne vertoont.
Is den verlofganger ter zake van het onderzoek
kwartierarrest opgelegd, dan wordt hij tot hetonder-
gaan van die straf in werkelijken dienst geroepen.
Onverminderd de hiervoren genoemde straf is de
verlofganger, die zich schuldig maakt aan een der
feiten, daarbij onder lo. tot 4o. genoemd, verplicht
om op een nader te bepalen tijd en plaats voor den
Militiecommissaris te verschijnen of opnieuw te ver
schijnen tot het ondergaan van een onderzoek.
De verlofganger, die, opgeroepen voor dit ONDER
ZOEK, daarbij niet versehijnt of, daarbij verschenen
zijnde, zich schuldig maakt aan een der feiten, hier
voren onder 2o4o vermeld, wordt in werkelijken
dienst geroepen of gehouden voor den tijd van ten
hoogste twee maanden. De duur vandezen werkelijken
dienst wordt bepaald door den Minister van Oorlog.
De verlofganger, die niet voldoet aan eene oproeping
voor den werkelijken dienst, wordt, na daartoe door
den Minister van Oorlog te verstrekken last, als
deserteur afgevoerd en behandeld.
Nog worden de verlofgangers opmerkzaamgemaakt
dat het niet ontvangen van eene bijzondere kennis-
geving hen niet ontheft van hunne verplichting tot
deelneming aan het onderzoek, maar dat deze open-
bare kennisgeving EENIG en ALLEEN als bewijs
geldt, dat de verlofganger behoorlijk is opgeroepen.
Ingeval zielcte of gebrelcen de deelneming aan
het onderzoek mochten verhinderen, dient daarvan
zoodra mogelijlc ter Gemeente-Secretarie te
worden overgelegd eene gelegaliseerde geneeskundige
verklaring, welke op Oligezegeld papier kan worden
gesteld.
Aan den verlofganger kan op zijn daartoe
aan den Militiecommissaris van zijn District
te richten en met redenen omkleed verzoek
worden vergund, het onderzoek in eene
andere gemeente des Rijks te ondergaan.
Het verzoekschrift moet tijdig gefranJceerd
worden toegezonden. Maakt een verlofganger,
aan wien eene zoodanige vergunning is
verleend, daarvan geen gebruik, dan wordt
deze geacht niet te zijn verleend.
Ter Neuzen, den 16 Mei 1914.
De Burgemeester voornoemd,
J. I1UIZINGA.
O P li In 1nnncinl to