ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTlEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6065.
Dinsdag 5 Mei 1914.
Jaargang.
HUHftlBA A It.
ABONNEMENT:
ADVERTENTlfiN s
BINNENLAND.
Telefooti S3.
Bit Blad verschijnt Maanflag^ Woensdag-
uitgezonderd op Feestdagen, hij de Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Nenzen.
FEUILLETOH.
Per 3- maanden binnen de stad 1Franco per post voor Nederland 110.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie 1.40, voor Ned.-Indie en Amenka jfl.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook by alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij cfirecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 liur op den dag der uitgave.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend dat eene Openbare Vergadering
van den Gemeenteraad zal worden gehouden op
OanderdaK den "5 lOI-A# des voor-
middags ten 10 ure.
Ter Neuzen, den 5 Mei 1914.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Z. K. H. Prins Hendrik zal in bet
begin van Juli a. s. met bet pantserscbip
,/Zeeland" naar de Scandinavische landen
vertrekken, tot het afleggen van familie-
bezoeken in de boofdateden van de Noorsche
rijken, en ook een bezoek brengen aan
Zijne zuster te St. Petersburg. Daartoe
zal de ,/Zeeland" de reis met Z. K. H.
tot Kroonstadt voortzetten.
H. M. de Koningin-Moeder zal 14
Mei a. s. naar Engeland vertrekken om op
Windsor een bezoek te brengen aan Vorst
en Vorstin Von Teck, en daarna teClaremont
aan H. K. H. de Hertogin van Albany.
Voor Pinksteren zal H. M. vermoedelpk
in het vaderland terugkeeren om alsdan
het Paleis te Soestdijk te betrekken.
Naar het Hbl. verneemt, zou te Utrecht
een berekening zijn gemaakt, volgens welke
de voorgestelde regeling van uitkeeriDg van
de ouderdomsrente een voordeelig saldo voor
die gemeente zou afwerpen.
Bij Kon. Besluit van 1 dezer is de
titulaire rang van luitenant-generaal toege-
kend aan den adjudant in buitengewonen
dienst van B. M. de Koningin, den generaal-
majoor-titulair van het wapen der infantene,
voorzitter der Eerste Kamer der Staten-
Generaal, J. J. G. baron van Voorst tot
Voorst.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer zal Woensdagmiddag
uiteengaan tot Maandag a. s., omdat
Donderdag bestemd is voor afdeelings-
onderzoek en Vrijdag de staatscommissie
voor het onderwijs bijeenkomt, evenals den
volgenden dag. (N. R- C.)
De nieuwe Senaats-voorzitter.
Generaal VAN VOORST TOT VOORST.
De verwachting van velen, dat de Oud-
voorzitter der Tweede Kamer, graat Van
Bylandt, thans afgevaardigde voor Apeldoorn
ter Tweede Kamer, tot opvolger van wijlen
baron Schimmelpenninck v. d. Oye als Voor
zitter van ons Hooger Buis zou worden
schrijft ouze Baagsche
der Staten-Generaal den p'-esidialen zetel in
te nemen.
In zijn voordracht, aan den Kroon gedaan,
beeft dus de Minister-president bet beginsel
't zwaarst doen wegen, dat de sterkste
rechtscbe fractie in de Eerste Kamer hier
niet moeht worden gepasseerd.
En ook is het mogelijk, dat men den
heer Van Voorst tot Voorst algescheiden
van alle politieke overwegingen den
meest geschikte acbtte om senaats-praeses
te worden.
Wij laten natuurlijk appreciatie der
overwegingen, welke Kroon en haar raad tot
deze benoeming leidden, gebeel onbesproken.
Generaal Van Voorst tot Voorst is
ondanks zijn tamelijk boogen leeftijd
een nog zeer krachtige figuur. De man
van breed-geschouderden, forschen lichaaras-
bouwmet de zware, piekende, grauwe
knevels, is wel de echte type van den
militair. Officier is baron Van Voorst tot
Voorst dan ook tot in hart en nieren. Over
andere dan militaire onderwerpen, heeft hij.
in het Boogerbuis, schier nooit het woord
gevoerd. Maar wanneer belangen, onze
defensie rakend, aan de orde kwamen,
dan was Van Voorst tot Voorst ook steeds
op zijn post, mankeerde hij nooit. Met
groote zorgvuldigbeid had hij zijn rede-
voeringen voorbereid en op papier gebracbt.
De krachtige, van zekeren commandotoon
getuigende stem las zoo'n rede dan voor met
warmte, met overtuiging, met liefde voor
de zaak, waar 't om ging. In den Senaat
nam baron Van Voorst steeds de defensie
te land, baron Van Wassenaer die ter
zee voor zijn rekening. Deze beide speci-
aliteiten lieten nooit of te nimmer na,
te getuigen.
Baron Van Voorst om ons nu tot den
nieuwen praeses te bepalen deed het
niet slechts met overtuiging, maar ook met
groote en grondige, diepgaande kennis van
zaken. De wijze, waarop hp meeningen en
opvattingen welke met de zijne in botsing
kwamen, bestreed, getuigden steeds van de
ridderlijkheid en hoffelijkheidliem ingeboren.
Wie baron Van Voorst tot Voorst wil
houden voor een //ijzer-vreter", naar het
model van wat Dr. Kuyper eens //den mili-
tairen snorrebaard naar oud model" noemde,
hij zou zich vergissen. Daarvoor heeft
de generaal nog zeer kort geleden een
karakteriseerend voorbeeld gegeven.
Bij uitzondering de grenzen overschrijdend
van de zaken en belangen, waarvoor hij
steeds in het krijt trad, heeft baron Van
"Voorst bij de behandeling der Justitie-
begrooting in de Eerste Kamer een warm
en van veel „hart" en mede-gevoel getuigend
woord gesproken ten gunste eener mildere
behandeling van de ongelukkige medeburgers,
die vrijheidsstraf moeten ondergaan
benoemd, aldus schrijft onze
correspondent, ze is niet bewaarkeid.
Dekatholieke senator uitNoord- Brabant.-t,-
de zeven-en zestisjarige generaal-majoor speciaal wat de avondvoedmg der gevangenen
baron Van Voorst Jot VooL - hj bljjkt bet,eft. Met allerlei deta.l toonde de beer
de nitverkorene te zijn, door den Kroon Van Voorst tobn aan, dat er een tekort )S
aangewezen om het zeer hooge ambt te aan verzorging dezer rampzahgen. En hp
bekfeeden, om in de vereenigde zittingen spoorde den Minister aan om deze dingen
in 7
toch eens nauwkem te laten onderzoeken. j
Vooral in iemand ais Generaal Van Voorst
voor wien strenge begrippen van tucht
grondslag vormen voor het beschouwen van
menschen en toestanden was dat woord
verrassend.
Deze van medegevoel en deernis met de
laagst-gezonkenen der maatschappij spre-
kende, goede woorden. Wie baron Van
Voorst van nabij kennen, zullen er zich
niet over verwonderen.
Hij is een gemoedelijk man van warme
en vriendelijke inborst. Van scliipperen
met de eischen, aan tucht en plicht en
krachtig zelfbedwang verwant, zal hij stellig
niet willen weten. Maar bij beboort niet
tot zekere soort van onvermurwbaren en
onaandoenlijken, die doof blijven onder
alle omstandigbeden voor de stem die
deernis en mededoogen vraagt.
Baron Van Voorst, optredend als Voor
zitter van de Eerste Kamer, zal bet decorum
der etiquette zeer zeker met even grooten
ijver handhaven als zijn betreurden voor-
ganger.
In het uiterlijk optreden is bp wellicht
iets minder strak-ernstig dan baron Schim
melpenninck onder alle omstandigheden
bleef. Het joviale gelaat van den opper-
officier, die het militaire leven in al
zijn //sferen en geledingen" heeft meege-
maakt; in de praktijk ervan geroutineerd
-is ais weinigen en in de theorie nog steeds
een der kranigsten en ijverigsten, mag worden
genoemd, bet prettig-joviale gelaat van
baron Van Voorst is voor een vroolpken
glimlach gauw ontvankelijk. Bet hooge
college, genaamd Fcrste Kamer, draagc
hem echter oen waro.v sympatkie toe. Dat
hp den eiscb der strikte onpartijdigheid
even nauwgezet zou eerbiedigen als bijv.
zijn voorganger 't deed, daarvoor kan
Generaal Van Voorst's ijzeren en militair
plichtsbesef reeds waarborg zijn. Hp is
iemand van forsch-robuste gezondheid, die
de vermoeienissen, aan sommige perioden
en momenten van het senatoriale leiding
verbonden, met gemak, met nog-jeugdige
lenigheid, zal weten te trotseeren.
Juist het feit, dat de nieuwe leider van
den Senaat als //politieke figuur tot nu toe
heelemaal op den achtergrond bleef, zich
nooit in de politieke arena bewoog maar
zich bepaalde tot de bespveking van zuiver-
tecbnische militaire kwesties dit maakte
de benoeming van den senator tot hoofd
van ons //Huis der Lords" om het nu
maar eens even zoo te noemen tot een
'oijzonder gelukkige. Baron Van Vorst was
tot nu toe werkelijk „los" van de politiek
schoon niemand een oogenblik het recht
zal bebben te twijfelen aan de hechtkeid
en onwankelbaarheid van zijn trouw aan
de Staatspartij, waartoe deze katholiek
beboort.
De heer Van Voorst bleef echter gelpk
reeds opgemerkt - waar't politieke kwestien
betrof, met al den aankleve van dien
steeds op den achtergrond. Zij interesseerden
hem niet. En zijn militair hart bleef aller-
eerst en allermeest behooren aan de belangen
waaraan hp zijn leven gewijd had. Ik geloof
te mogen zeggen, dat dit //in politicis zoo
weinig militant zijn van den kranigen en
voljjverigen officier bovenal reden geeft om
onzen Premier hulde te brengen voor zijn
voordracht, in deze de Kroon gedaan
TER NEUZEN, 4 Mei 1914.
Het weerbericbt van bet meteorolo-
gisch instituut te De Bilt van heden, luidt
als volgt
Hoogste barometerstand 770.2 Perpignan.
Laagste barometerstand 745.8 Stornoway.
Verwachting tot den avond van 5 Mei
Meest matige tpdelijk wellicht krachtige
zuidelpke tot zuidwestelijke wind, betrokken
tot zwaar bewolkt, waarschijnlijk regen-
buien met kans op onweer, iets warmer.
In plaats van den wachtmeester der
Kon. marechaussee J. Westerbeke, die zooals
wij reeds meldden, met 8 dezer naar Getfen
is verplaatst, is belast met het commando
der brigade marechaussee alhier, de brigadier
W. M. Donker, alhier.
Bp het Zaterdag te Middelburg ge
houden examen voor onderwijzeres zijn o. m.
geslaagd de dames F. S. Lansen van Ter
Neuzen, B. J. Goor van Hoek en J. J. P.
Stoffels van Sas van Gent.
De aannemer van het bouwen van
een woonhuis in de Brouwerijstraat deed
de vorige week reeds de ondervinding op,
dat een opgebouwde scheidingsmuur gedu-
rende den nacht werd cmgeduwd. t Kon
ook zijn dat minder vast op de beenen
staande bezoekers van een publieke gelegen-
heid er naast er bij ongeluk waren tegenaan
gevallen. Zonder er verder gewag van te
rnaken, werd de muur door hem weer opge-
bouwd. Aan de zijde der voornoemde
gelegenheid verzekerde bij den muur door
palen en een plank tot manshoogte, terwijl
hij aan de andere zijde er een door schoren
gesteunde deur tegenaan zette. Niettegen-
staande die voorzorgen bleek hedenmorgen
weder eenige lagen van het metselwerk
naar binnen te zijn geschoven terwijl een deel
van den zijgevel geheel uit zijn loodrechten
stand werd gedrukt, zoodat er geen twjjfel
is, of er is hier laagheid in het spel.
Om deze te bedrpven heeft de dader of
hebben daders zich moeten schoren tegen
den muur van de naastgelegen melksalon,
waarvan de achterplaats in verband met
dezen aanbouw van de publieke straat
toegankelijk ligt.
De betrokken metselaarsbaas heeft aan-
gilte gedaan bij de politie. t Ware zeker
te wenschen dat het individu, die hier na-
deel toebrengt, zonder dat iemand of wat
ook daaraan iets hebben kan, moge ontdekt
worden. Een loonkwestie kan hier niet
in bet spel zijn, daar de betrokken patroon
aan zijn knecht het tegen heden door de
knechts per advertentie geeischte loon uit-
betaalt.
Niet overal is dat bet geval. Gevolg
daar van is, dat enkele metselaarsknechts
staken.
Jl. Zaterdag bielden, naar we vernemen,
ookde timmermansknechts eene vergadering,
naar aanleiding van de omstandigheid dat
de patroons niet wilden voldoen aan hun
verzoek om van af heden het loon van 18
op 20 cent te brengen.
Ongeveer twee derden der aanwezigen
waren voor staking, een derde verklaarde
daaraan niet te willen meewerken. Gevolg
geen staking. Naar bet schijnt zijn de
patroons wel genegen over een paar maanden,
wanneer verschillende, op het oude loon
gebaseerde werken zpn uitgevoerd, de ge-
vraagde loonsverhooging toe te staan.
Jl. Vrijdagavondgafdezangvereeniging
#Ter Neuzenscb Gemengd Koor, onder
directie van den heer Job. Bierle, in het
„Hotel de Commerce" hare eerste uitvoering.
Daar deze uitvoering niet alleen gegeven
werd met het doel genot te verschaffen
aan de werkende leden en hunne huisge-
nooten, maar ook werd bedoeld als
propaganda-avond voor bet aanwerven van
donateurs, waren aan vele ingezetenen uit-
noodigingen gezonden. Dat er belangstelling
bestaat voor eene zangvereeniging, mag uit
de opkomst worden afgeleid, aaar de zaal
gezellig bezet was.
De verschillende liederen voor gemengd
koor vonden algemeen toejuiching van de
zijde der hoorders. Bovenal was dit bet
geval met de solo's en duo's, door eenige
damesleden der vereeniging ten beste ge
geven, waarvan enkele bepaald veraienstelijk.
Ook een fantaisie voor piano, uitgevoerd
door den beer J. J. Bierld Jz,, had veel
bijval, terwijl de voorzitter der vereeniging
voor wat humor zorgde, door de voordracht
z/Een buwelijksadvertentie."
Aan het eind verlieten de bezoekers vol-
daan de uitvoering, het bestuur had vele
donateurs te boeken en de leden bleven
nog eenigen tijd gezellig napraten over
hun eerste succes.
Bijna zouden we wat vergeten de uit
voering werd niet door een bal besloten.
Met *de provinciale stoombooten op
de Wester-Schelde werden in het jaar
1913 vervoerd van Vlissingen 93669 per-
sonen, van Ter Neuzen 52633, van Breskens
60167, van Hoedekenskerke 468 en van
Borselen 6663, totaal 213.599 personen. De
passagiersvrachten bedroegen 95.103,57,
van vrachtgoederen en vee 27.564,85,
aan rijwielen /3459.10, aan abonnementen en
schoolkaarten /114.75, totaal 126.242.27.
Gisterennamiddag werd op het voet-
balveld van //Sparta" alhier weder een
match gespeeld tusscben het eerste elftal
dier club en bet eerste elftal van de
jongere vereeniging //E. M. M." alhier, die
door vele belaugstellenden werd bijgewoond.
Reeds kort na den aanvang van het spel
39)
„Victor", sprak zij, „de konist van deze
dame is voor mij eene vingerwijzing Gods.
Ga nu heen! Morgen zal je alles vernemen
alles!"
Bijna zonder bewustzijn gehooi-zaam.de hij
en ging lieen., "VV.at hield men toch voor liem
verborgen? Wie was deze raadselachtige be-
zoekster? En wat had die met hem en zijn
liefde ifit te staan?
Bij het afgaan van de trap ontmoette hij
een zwaar gesluierde dame. Zij was slank
en groot. Hij keek haar scherp aari, doch
de sluier verborg haar treklcen geheel aan
zijn oog. Onwillekeurig maakte haar vorste-
lijke gestalte indruk op hem. Hij boog voor
haar en in het voorbijgaan beantwoordde zij
zijn groet met een hoofdknikje. Hij kreeg
een voorgevoel, alsof deze ontmoeting voor
hem noodlottig zou zijn.
Beneden gekomen, keek hij nog even
naar boveri, naar die dame in diepen
rouw.. Wie was zij? Welk duister geheim
bracht zijn lot in betrekking met deze
vreemde, die hem verscheen als de w an-
delende nacht op het midden van den
helderen dag? Welk geheim was he I toch,
dat zijn bestaan, zijn liefde bedreigde? Wat
zou de dag van morgen hem brengen? Wat
zou hij vernemen, als de sluier werd opge-
licht van lietgeen hem heden nog raadsel
was?
HOOFDSTUK XXII.
Het was bijna twaalf uur. In elegant toilet
lag Beatrice op een ottomane in de woon-
kamer van de eerste verdieping van het slot
Powsys. Nadat zij alleen ontbeten had, waren
eerst haar mama, later lady Carley gekomen,
om naar haar bevinden te vragen. Zij telde
die bezoeken echter niet, zij wenschte
iemand anders te zien, en die .iemand kwam
maar niet. Een' boek, dat zij in de hand had,
kon haar gedachtenloop niet wijzigen. Ze
ging zoo eens na: eerst die ongelukkige val
op den gladden vloer in de gang, dan de
pijn, die haar opgezwollen voet haar veroor-
zaakte. In de volgende twee of drie dagen zou
zij daar nog niet af zijn. En wie zou in dien
tijd een wakend oog op graaf Norton houden?
Daar bij kwam nog, dat de volgende week een
groot gezelscliap op het slot Powsys zou
komen. Zij danste zoo gaarne en zou zij
nu aan den wand mogen zitten? O, het was
verschrikkelijk!
Terwijl zij dit alles dacht, ging de deur
open en Bertha trad binnen. In haar
jeugdige schoonheid zag ze er zoo bekoor-
lijk mogelijk uit..
„Goeden morgen Beatrice", zei ze. „Hoe
gaat het met je? Doet je voet nog pijn?'
Zij trad nader en drukte haar nicht een
kus op de wangen. Het bevallig voorkomen
van Bertha was nu juist niet geschikt om de
slechte stemming van het jonge meisje te
verbeteren.
„Ach, wat pijn!" antwoordde zij. „Ik wou,
dat ik mijn Fransche hakken in New-York
j gelaten had. Zeg, Bertha, hoe laat ben je
opgestaan?" 1 1
„Nu zal het komen!" dacht deze en deed
moeite een glimlach te onderdrukken maar
gelukkig kon Beatrice haar niet zien; ze
stond achter haar stoel.
„Hoe laat? Zoo omstreeks tien uur. Je
weet, ik behoor tot de langslapers".
„Heb je den graaf al gezien?"
„Ja zeker! Wij hebben samen gewandeld!"
Samen gewandeld? Waarover heb jelui zoo
al gepraat? Vroeg hij naar mij?
„Ja", antwoordde Bertha twijfelend, „na-
tuurlijk vroqg hij naar je!"
Zei hij niets van van je weet wel?
„Van het plan om met je te trouwen?
Neen, geen woord 1"
Zachtkens sloeg Bertha haar arm om haar
nicht en vroeg: „Lieve Beatrice, denk je
niet, dat er een misverstand heeft geheerscht
bij het gesprek op dien avond toen wij op
lict meer van Macroom gevaren hebben?'
,,Een misverstand?" herhaalde Beatrice
verwonderd. „Ik begrijp je niet, spreek toch
duidelijk!"
Bertha stond verlegen om' de rechte
woorden te kiezen.
Dat zal ik doen, al valt het mij ook zwaar.
Ik moet je'iets mededeelen, dat niet zeer
aangenaam voor je is. Nu, Beatrice er was
een misverstand in het spel!
„Ik begrijp nog altijd niet, wat jebedoelt,
Bertha!" riep Beatrice uit. „Spreek je van
dat varen te Macroom? Hij vroeg me toen of
ik met hem wilde trouwen dat wil zeggen,
op bedekte wijze bekende hij mij zijn liefde.
Eindelijk zei hij, dat hij met mijn ouders
zou spreken. Hoe kan daar nu een misver
stand in het spel komen?"
„En toch is dat zoo! Lieve Beatrice,
gr'aaf Norton moest wel met je ouders spre
ken maar niet met betrekking op jou".
„Bertha!" riep zij uit en wilde opspri'h-
gen, vergetende, dat haar toestand haar dit
belette. Haar oogen schoten vuur. „Wat zeg
je daar? Zeg op, ik beveel het je!"
„Nu, dan, Beatrice, wat de graaf met je
besproken heeft in de boot op het meer
dat bedoelde hij niet zooals jij het begrepen
hdbt. Hij bedoelde op mij.
,jOp j'OU?"
„Ja, op mij, Beatrice! Hij heeft mij ten
huwelijk gevraagd"..
„Wat? En wat heb je
„Ik heb zijn aarizoek aangenomen. De
zen morgen lieb ik den graaf het jawooid
gegeven!"
Er volgde een lange poos stilte. Het ge
laat van Beatrice was bijna niet te her-
kennen, zoo vertrokken was het. Plotseling
verborg zij het in haar handen en baistte
in tranen uit.
„Beatrice!" riep Bertha, die er van aan-
gedaan was, „om Gods wil, schrei toch niet
zoo! Heb je hem dan zoo irinig lief?"
Als met een tooverslag verdwenen haar
tranen.
„Hem liefhebben?" riep zij uit. „Ikdenk
er niet aan. Maar dat is ongehoord.
Waarom maakte hij1 mij dan voortdurend het
hof? Waarom sprak hij dan woorden tot
me, die ik niet anders kon opvatten dan als
een bekentenis van zijn liefde voor mij
Waarom! daf, als hij jou (tot ivrouw begeerde?
En het ergste is nog, dat jij niet zooveel
om hem geeft!"
Zij keek de arme Bertha aan, alsof ze haar
met de oogen wilde vernietigen.
„En mag ik dan eens vragen, hoeveel jij
om hem geeft, als je hem njet liefhebt?"
Ei, op wien ben ik dan verliefd?"
",Op Charles!" luidde het stellige ant-
woord van Beatrice. ,,Ontken dat eens, als
je durft! Jij bent op Charles verliefd en
Charles op jou!" en zij keek Bertha zoo
scherp aan, dat deze de oogen neersloeg.
„De dubbelzinnige rol, die je gespeeld
hebt, strekt je tot eer! Voordat jij tusschen
ons kwam, onderscheidde graaf Norton mij
bij elke gelegenheid. Als ik niet het ongeluk
had gehad ziek te worden, dan had hij reeds
bij den overtpcht uit Amerik'a aanzoek om
mijn hand gedaan. Maar nu was je nacht
en dag samen
„Houd op Beatrice! Je fantaseert!"
„Je begrijpt wel, wat ik daarmee zeggen
wil. Je heb je best gedaan om hem te
boeien, totdat hij eindelijk in je machtwas.
Toen wist je zijn jaloerschheid nog op te
wekken door je omgang met mijn broer
en dit gaf den doorslag. Je lietot het goed
overlegd, Bertha, ik wensch je het loon dat
je verdiend hebt!"
„Dank voor je goede wenschen", ant
woordde Bertha nu op spottenden toon. „Ik
acht mij te goed, 0111 op je verwijten te ant-
woorden. Als je mij zulke dingen toedicht,
is het mij "geheel onverschillig, hoe je oyer
me denkt. H,ae het zij, graaf .Norton'heeft
mij de eer bewezen zich met mij te verLoven,
hij bemint mij en ik heb hem genomeii. Als
j jelui mekaar te Macroom niet begrepen hebt,
I dan ben ik daarvoor niet verantwoordelijk
te stellen. Ik ga je nu weer verlaten, Bea
trice, dat is voor ons beiden het beste!
„Ga niet heen", geboojd Beatrice. „Ga
niet heen, maar beantwoord mij deze vraag:
Bemin je Charles?"
Bertha keerde zich om en liet een lach
hooren.
„Beminnen? Nu ja, ik bemin liem ge-
genoeg om hem niet in 't verderf te storten",
zei Bertha. „Zoodra wij meer voor elkaar
werden dan neef en nicht, zou je papa hem
onterven. Charles eh ik, wij zijn beide prac-
tisclie menschen. Daarom hiebben we el
kaar de hand gedrukt en zijn ovlereenge-
komen, dat wij ook in de toekomst niets
voor elkaar zijn dan neef en nicht!"
(Wordt vervolgd.)