ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
ONDEHWIJZEHES
No. 6064.
Zaterdag 2 Mei 1914.
54e Jaargang.
Aankondiging.
ABONNEMENT:
ADVERTENTIEN
TE KO OP:
Telefoon 25.
Bit Blad verschijnt Maandag^, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezondsrd op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Keuzen.
EHBSTS BLAD.
wegen en voetpaden met de kunstwerken.
STRAATVUIL te Zaamslag
BINNENLAND.
GEMENGDE BERICHTEN.
Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika J 1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij cfir^cte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor S utli* op den dag der uitgave.
Burgemeester en Wethoaders
van TER, NEUZEN noodigen
hen, die in aanmerking wenschen te komen
voor de betrekking van
in de nuttige handwerken aan
de school voor meer uitgebreid lager
onderwijs uit, hunne sollicitalien in te
zenden vqop 90 Mei a. s>
De jaarwedde bedraagt SOOj
Ter Neuzen, 28 April 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUJZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Burgemeester en Wetbouders van
ZAAMSLAG brengen ter algemeene kennis,
dat te beginnen op Maandag 11 Mei 1914,
vanwege de gemeente eene algemeene op-
neming zal worden gehouden van de
Zaamslag, 25 April 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOHS. DE FEIJTER, Yoorzitter.
J. STOLE Lzn., Secretaris.
het op het daarvoor bestemde
terrein liggende verzamelde
in massa of in twee of drie perceelen.
Aanmelding ter Secretarie voos* of op
5 Mei 1914.
Zaamslag, 25 April 1914.
Burgemeester en Wethouders van Zaamslag,
JOH. DE FEIJTER, Burgemeester.
J. STOLE Lzn., Secretaris.
TWEEDE KAMER.
Bij de behandeling der interpellatie van
den heer Van D even ter betreffende de pest
bestrijding in Indie, gaf de heer De Muralt,
afgevaardigde voor het district Oostburg,
te kennen, dat in de vergadering van Woens-
dag hij in den lande den indruk gevestigd
acht, dat de pest in Indie zou hebben over-
vallen. Niets is minder waar dan dat. In
1905 kwamen een tweetal gevallen op Deli
voor, tot groote verwondering van iedereen
in Indie, zooals de Minister ook hier mede-
deelde. Dr. De Haan lieeft toen zijn bekend
manifest verspreid.
In 1911 bleek een groote rattenepidemie in
een pakhuis te Soerabaja. Dit was inderdaad
een gewichtig oogenblik, gelijk de Minister
het uitdrukte. Spreker zou het liever noe-
men: een fataal oogenblik, dat te lang is ver-
onachtzaamd door de Indische regeering.
Spreker kan dit bewijzen.
Het is inderdaad zoo geweest: er zat geen
koetsier op den bok. Dit was de scliuld
van den Minister zelf.. Spreker zal feiten
linemen, die zoowel de interpellant als de
Minister blijkbaar niet kennen, maar die zij
hadden moeten kennen.
In 1899 reeds kreeg spreker opdracht op
de Ivari'mon-Djawa-eilanden pest-etablisse-
menten op te richten. Dit was bij vele amb-
tenaren bekend, en vele' almbtenaren wisten,
dat de pest uit Penang in aantoclit was. Als
jong ambtenaar heeft spreker zich wel ge-
wacht, zulke dingen aan journalisten te ver-
tellen, zooals men hier in Holland zou doen,
tnaar het feit is, dat hooggeplaatste arnbte-
naren toen de pest in aantocht aclitten.
Spreker heeft dus het volste recht om te
zeggen, dat de Indische regeering toen in
gdbreke is gebleven. Hij is naar de Karimon-
eilanden gezonden om pest-etsdolissementen
te malien, spreker heeft ze gebouwd,
hoewel hij overtuigd was, dat men er nooit
een pestlijder zou kunnen brengen, omdat
er wegens de riffen geen stoomschip kon
komcn. Maar men wist dus, dat in 1899 de
pest in aantocht was.
Maar continuiteit is er niet in Indie. Men
ging niet voort met voorzorgsmaatregelen en
men haalde ook officieel een streep door de
vrees voor het pestgevaar.
Als men toen de zaak had aangevat, had
men de koetsiers op den bok gehad en geen
gebrek aan medici. Maar spreker meent, dat
het ook niet aangaat om nu dergelijke voor-
waai'den aan te bieden als door den Minister
genoemd. Men kan misschien /3500 per
jaar overhoulden, maar men heeft oo'k de
kans om de pest te krijgen allhans, waar
omtrent de gevaarlijkheid van de ziekte groot
verschil van meening bestaat althans er
is alle waarschijnlijkheid.
Waar de jonge ingenieurs van B. O. W.
klagen, dat zij er niet kunnen komen met
/350 per maand, daar mag de Minister niet
volstaan met aan een jong medicus in de
peststreken 50 meer te geven en te zeggen
dat dit genoeg is. Spreker geloof t dat het beter
zou zijn, dit salaris op /800 dan op /400
te brengen.
Men spreekt 'wel van idealistische doctoren,
die eigenlijk verheugd moeten zijn, naar Indie
te gaan voor liun wetenschap. Maar bijna
zou spreker den Minister willen vragen:
Hebt gef u ook opgeofferd, toen (gij naar Indie
gingt of geschiedde dat om andere redenen.
Men gaat niet naar Indie omdat het hier
lcoud en daar warm is, maar om geld te ver-
dienen.
Het gaat niet om te zeggen': 400 heb ik
over voor 'een dokter, en kan ik ze hier daar
voor niet krijgen, dan haal ik ze uit het
buitenland. Spreker zou wenschen, dat men
alleen Hollandsche doctoren uitzond, maar
die gaan niet als gewoon officier van gezond-
heid, doch naar eeii streek, Waar buiten-
gewoon gevaar is.. Laten de idealistische
doctoren gaan om liun idealisme. Intusschen
gaat tocli de pest door, ,en het kan een pest
lijder niet schelen of de dokter idealistisch
is. Hij lieeft liever een dokter die cum
laude is gepromoveerd, at is die dan ook
niet idealistisch vail aard..
Spreker houdt vol, dat de Indische re
geering, in 1899 gewaarschuwd, in gebreke
is gebleven om de noodige maatregelen te
nemen.
De heer Fock dringt aan op scherpe na-
leving van de quarantaine-maatregelen no-
pens scliepen, die uit besmette streken ko
men, en die door generaal Van Heutz in het
helang van den handel, te slap werden toe-
gepast.
'De artsen-bezoldigiiig achte spreker te ge-
ring.
De heer Schaper sloot zich ten voile aan
bij de beschuldiging van den heer De Muralt
over veronachtzaming van de pest, toen zij
in aantoclit was. Spreker klaagde over cor-
ruptie en knevelarijen der bevolking, bij de
pestbestrijding.
Verder klaagde hij oyer te geringe bezoldi-
ging van de uit te zenden artsen.
Overigens stelde 'took spreker te leur, dat
hier te lande geen jonge arisen bereid kun
nen gevonden worden.. De jonge dokters
moesten zich schamen, meende spreker.
De heer Ter Spill meende, dat men voor
pestbestrijding eigenlijk hebben moet een
soort van dictator, een krachtige figuur, die
de leiding geheel in handen neemt. Ook
zou hij wenschen, dat bacteriologen, die hij
de pestbestrijding in Mantsjoerije uitnemend
zijn werkzaam geweest, gewonnen zouden
kunnen worden voor de bestrijding der
ziekte in Indie.
inkomstenbelasting.
Op het bij de Tweede Earner aanbangig
ontwerp zijn o. m. twee amendementen
insediend door de heeren Fleskens en Van
Sasse van IJsselt.
Het eene strekt om achter art. 122 in te
voegeu een geheel nieuw hoofdstuk XV 1 a, dat
getiteld is Verband tussehen de plaatselijke
directe belastingen naar het inkomen en
de Rijksinkomstenbelasting.
Dit nieuwe hoofdstuk bestaat uit zeven
artikelen, waaraan outleent wordt dat de
voorstellers de gemeentebesturen bevoegd
willen maken hunne directe belastingen
naar het inkomen door de rijksadrainistratie
te doen heffen en invordereu, mits de be-
lastingverordering inhoudt, dat de belasting
geheven wordt naar bet zuiver inkomen,
opgevat en bereker.d volgens de bepalingen
van hoofdstuk II dezer wet en dat het
beiastingjaar begint niet 1 Mei en eindigt
met 30 April.
Ten aanzien van de belastingen waarvoor
van die bevoegdheid gebruik wordt gemaakt,
willen de voorstellers de bepalingen der
Gemeentewet, handelende over de invorde-
ring der plaatselijke belastingen, niet van
toepassing hebben, doch willen zij laten
gelden verschillende volgende bepalingen
van het door hen voorgestelde nieuwe
hoofdstuk en welke o. m. bevatten dat de
aanslagen voor ieder belastingplichtige vast-
gesteld worden tegelijk met zijn aanslag in
de rijksinkomstenbelasting; dat de aanslagen
worden uitgetrokken op de kokieren der
rijksinkomstenbelasting en ingevorderd naar
de wettelijke bepalingen, geldende voor de
invordering dezer belastingdat een be-
zwaarschrift tegen een aanslag in de rijks
inkomstenbelasting geacht wordt tevens te
zijn gericht tegen den aanslag in de ge-
meentebelasting, die daarmede onder een
artikel ten kohiere is gebrachtdat een
aanvraag om ontkeffing van een aanslag
in de rijksinkomstenbelasting, volgens art.
89a of art. 90, geacht wordt tevens te zijn
een aanvraag om ontheffing van den aanslag
in de gemeentebelastingdat de op de
kohieren uitgetrokken belasting tot haar
voile bedrag aan den gemeenteontvanger
wordt uitgekeerd, volgens voorschriften van
den Minister van Financien. De laatste
uitkeering wordt dan gedaan binnen een jaar
na afloop van het beiastingjaar. Na aan-
zuivering der kohieren wordt het aandeel
der gemeentebelasting in de kwade posten
opgemaakt en wordt het bedrag van dat
aandeel in 's rijks schatkist teruggestort.
Eindelijk willen de voorstellers voor de
heffing der belasting de gemeente aan het
rijk een vergoeding doen betalen van een
ten honderd van het aan haar uitgekeerde
bedrag.
Het tweede amendement der heeren Fles
kens en Van Sasse van IJsselt bedoelt
Inkomstenbelasting in werking te doen
treden op 1 Mei 1915 met uitzondering
van het door hen voorgestelde hierboven
omsckreven nieuwe hoofdstuk XVIa, dat
zij eerst twee jaren later in werking willen
laten treden.
Stuwadoorswef.
De heeren Spiekman c. s. hebben een
verbeterde editie ingezonden van hun den
25en dezer bij de Earner ingediende amen-
dementen-reeks op de Stuwadoorswet.
Het vroegere eerste amendement rakende
de definitie is geheel vervangen en luidt
thans
In artikel 1 de zesde en zevende alinea
te lezen als volgt
Stuwadoorsarbeid alle werkzaamheden
aan
Het brengen van goederen in een zeeschip
het in verband daarmede verwerken der in
het schip te brengen goederen op den wal,
en pakhuizen of opslagplaatsen, of in het
vaartuig, van waaruit zij rechtstreeks in
het zeeschip worden gebrachthet stuwen of
het verwerken van goederen in het zeeschip
Het brengen van goederen uit een zeeschip
het in verband daarmede opstapelen en ver
werken der uit bet schip gebrachte goe
deren op den wal, in pakhuizen of opslag
plaatsen, of het stuwen of het verwerken
dier goederen in het vaartuig, waarin zij
rechtstreeks uit het zeeschip worden gebracht.
Ter toelichting zeggen de voorstellers,
dat de bedoeling is om, door de ruimere
omschrijving van deze bepalingen, den arbeid
in eene expeditie-onderneming voor zoover
deze geschiedt ten behoeve van het haven-
bedrijf voor zeeschepen, ook onder de wet
te brengen.
Een wijziging in het vroegere derde amen
dement beoogt de hoofden of bestuurders
eener stuwadoorsonderneming te verplichten
te zorgen dat in het arbeidsboekje op door
den Minister bepaalde wijze de bij alge-
meenen maatregel van bestuur voorgeschreven
aanteekeningen worden geplaatst betreffende
de arbeids- en rustlijden van den arbeider,
te wiens name het boekje staat.
De voorstellers geven thans bij dit derde
overigens ongewijzigde amendement tevens
de in de vroegere editie niet gegeven toe
lichting, dat de bedoeling van het amende
ment is, het arbeidsboekje, voorgesteld door
Minister Talma, weder in de plaats te
stellen van de arbeidskaart.
Eindelijk is het lie amendement uit de
vroegere editie geheel omgewerkt en luidt
thans
In artikel 9 in te voegen een nieuw
tweede lid, luidende
Bij de regeling van de arbeids- en rust-
tijden in dien algemeenen maatregel van
bestuur wordt in acht genomen
a. dat havenarbeiders per etmaal niet
langer arbeid mogen verrichten dan 10 uren,
behoudens uitzondering voor bepaalde groe-
pen, in verband met bepaalde werkzaam
heden
b. dat de havenarbeiders, behoorende
tot de bepaalde groepeD, bedoeld onder a,
niet langer arbeid mogen verrichten daD
vier en twintig uren achtereen, rusttijden
van zes uren en minder inbegrepen
c. dat de havenarbeiders in bet tijdvak
van Maandag des voormiddags 6 uur tot
Zaterdag des namiddags 6 uur in geen
geval langer arbeid mogen verrichten dan
zestig uren.
De voorstellers achten het gewenscht,
dat in de wet de uiterste grenzen van den
werktijd per etmaal en per week worden
vastgelegd. Zij wenschen er daarbij rekening
mee te houden, dat voorloopig, in de ge
geven omstandigheden, voor som mige groepen
die werkdag per etmaal niet binnen de
perken van 10 uren kan worden gehouden,
met het oog op de eigenaardigheden van
het havenbedrijf. Intusschen is eene grens
voor den arbeidstijd van 24 uren achtereen
ook voor die groepen naar hun oordeel
mogelijk en noodzakelijk en kan voor alle
havenarbeiders de beperking van 60 uren
in de zes werkdagen worden voorgeschreven.
Zij zijn van oordeel, dat in den overgangs-
tijd van 5 jaren door autoriteiten en belang-
hebbenden het gevoeglijk daarheen kan
worden geleid, dat na het verstrijken van
dien termijn de overgangsbepaling onder
b. kan vervallen. (Hbl.)
Wet Ouderdomsi*ente.
Bijna dagelijks komen bij de Tweede
Earner adressen van adhaesie in van ge-
meenteraden aan het adres van den raad
der gemeente Velsen in zake het wetsont-
werp tot verleening van ouderdomsrenten
aan behoeftigen.
Niet minder van andere zijden als bonden,
vereenigingen op landbouwgebied, werk-
liedenbonden en vereenigingen enz. stroomen
der Earner adressen naar aanleiding van
het wetsontwerp toe. (Hbl.)
Gedeeltelijke herziening Leerplichtwet.
Door den Minister van Binnenlandscbe
Zaken zijn bij nota eenige wijzigingen voor
gesteld in het wetsontwerp tot gedeeltelijke
herziening van de Leerplichtwet.
Voorgesteld wordt te doen vervallen de
bepaling, dat het schoolbezoek geacht
wordt geregeld plaats te vinden, indien ge-
durende twee acbtereenvolgende maanden
niet meer dan twee schooltijden zonder
geldige reden wordt verzuimd.
De maximum duur van een speciaal verlof
voor veldarbeid wordt teruggebracht tot
vier weken de bevoegdheid van den ge-
meenteraad tot regeling van den tijd of
tijden, binnen welke het verlof moet vallen,
wordt omgezet in eene verplichting en die
tijdsruimte bepaald op ten hoogste vier
achtereenvolgende maanden, welke voor af-
zouderlijke deelen der gemeente verschillend
kan worden genomen.
Het maximum der geldboete bij een-
voudige overtreding wordt verhoogd van 15
tot 30 gulden, tengevolge waarvan het
O. M. in hooger beroep zal kunnen gaan,
als eene zoo geringe straf wordt opgelegd,
dat de eerbied voor de wet daardoor nood-
zakelijkerwijs verzwakt wordt.
Tenslotte wordt een bepaling voorgesteld,
om werkgevers strafbaar te stellen (met
een geldboete van ten hoogste 50 gulden)
bij wie leerplichtige kinderen in dienst zijn.
Naar de N. R. Ort. meldt hadden gisteren
te Zaandam, waar van geen der openbare
gebouwen de vlag woei, vele particulieren
en tal van schippers in de haven, bij wijze
van protest de vlag uitgestoken. Des nachts
was ook eene vlag bevestigd aan de woning
van den burgemeester, den heer Ter Laan,
die echter des morgens spoedig verwijderd
werd.
"De 70jarige Berendsen, bijgenaamd //de
Mof", bad te Doesburg het ongeluk, toen
hij met paard en wagen van 't land te
Hummelo kwam, tussehen wagen en paard
te vallen, met het ongelukkig gevoig, dat
een der raderen hem over den nek reed
waardoor de dood onmiddeilijk intrad.
Bloedvergiftiging
Een werkman van de machiuefabriek te
Oudewater zekere Shad sedert eenigen
tijd een wondje aan een zijner banden,
waarop bij ecbter geen acht sloeg.
In de laatste dagen begon dat wondje
zeer pijnlijk te wordenhij begaf zich
naar den dokter, die bloedvergiftiging
constateerde.
De man kon nu zijn werk niet verrich
ten, doch liep toch nog met de verbonden
hand over straat.
Maandag verergerde de toestand echter
zoo, dat de ongelukkige nog denzelfden
dag overleed.
Dezer dagen zou te Bleskensgraaf een
jongen een eksternest uithalen. Tot zijn
verbazing vond hij daar eendeneieren in.
Een wilde eend had het eksternest be-
trokken.
Als men trouwen wil en men heeft
geen centen
Uit Wedde (Groningen) meldt men
In den laatsten tijd hadden in de omgeving
van ons dorp herhaaldelpk kleine dief-
stallen plaats, zoodat een ieder zooveel
mogelijk zorgde, alles zooveel mogelijk
onder dak te brengen. Na vele naspo rin
gen gelukte het te Blijham den dief aa
te houden, zekeren B.
A1 het gestolen goed had hij verstopt
onder den grond, in het land, waar B. 1
Mei zou gaan wonen, daar hij als dan in
'thuwelijk zou treden.
Twee groote kruiwagens vol goed werde n
in beslag genomen, terwijl ook in het hu is
van B's ouders nog heel wat zat.
Hij had in zijn bezitgaas, kuikenhokken,
kruiwagens, palen, akkerhonwen, mesthaken,
puthaken, nijptangen, turven, kapbeitels,
zeefgaas, hooivorkjes, padschoffels, leeren
riemen, koekettingen, paardentuig, een kar-
pet, vloerkleedjes, bijlen, buigtangen, snoei-
scharen, zichten, welhaken, zagen, ballast-
schoppen, werkmansjas, rij wiellantaarn,
troffels.
Nadat alles gevonden en ogegraven was,
bekende hij, meldt het R. N.
De vergiftiging door lever te Bussum
In aansluiting met het bericht aangaande
vergiftiging door het gebruik van gelardeerde
lever in het gezin van den banketbakker
E. te Bussum, kunnen wij nog mededeelen
dat ook in andere gezinnen verschillende
personen, die ook van de lever, afkomstig
van denzelfden slager, gegeten hadden,
ernstig ziek'werden.
Van 7 gezinnen is reeds aangifte gedaan.
Alle patienten zijn bedlegerig en klagen
over hevige pijnen en krampen in de maag
en ingewanden.
Een hunner is niet buiten gevaar.
Het braaksel en de lever, die nog bij een
patient in beslag kon genomen worden,
zijn ter onderzoek naar Utrecht gezonden.
De lever was afkomstig van een koe
de bewuste slager is echter uitsluitend
varkensslachter. Hij beweert, de lever van
een anderen slager gekocht te hebben. Bij
dien slager kon geen lever in beslag ge
nomen worden, omdat alles verkocht was.
(N. v. d. D.)
Pa en Ma komen met de auto
Men schrijft uit Alkmaar aan het Handbl.
Ean ik nog dineeren en hier vannacht
logeeren vroeg Vrijdagavond omstreeks
acht uur een net gekleede jongen, die den
indruk van een 16jarigen H. B.-scholier
maakte, aan den eigenaar van een hotel in
den oratrek van Utrecht.
De dinertijd is voorbij, maar u kunt
a la carte eten, autwoordde de hotelier.
Geef dan de spijskaart maar
Best mijnheer.
En onze jeugdige vriend, die per fiets
was komen aanrijden, knoopte gedurende
het gereed maken van het bestelde middag-
maal een praatje met den hotelier aan.
Hij vertelde hem, dat zijn Pa en Ma den
volgenden dag met de auto uit Den Haag
zouden komen en met hem eenige dagen
in het hotel wilden logeeren. Hij had er
echter de voorkeur aan gegeven met de
fiets te gaan, want dan kon men meer van
de ontluikende natuur genieten dan in een
auto, die zoo snel reed.
Hij liet zich het middagmaal goed smaken
ging vroeg naar bed en gaf order om half-
acht gewekt te worden, daar hij niet te
laat wilde ontbijten teneinde zijn Pa en Ma
met de fiets tegemoet te rijden.
Precies op tijd stond zijn ontbijt klaar
en na dit flink eer bewezen te hebben. ging
hij naar de garage om zijn fiets te halen.
Hij maakte de stalknecht een compliment
over het schoonmaken van zijn fiets welk
karweitje hij straks nog wel eens over kon
doen, als bij met pa en ma met de auto
terugkwam, want deze zou ook wel erg
onder de stof zitten.
Dag mijnheer Prettig zifje zei de
stalknecht, terwijl de jongen vroolijk en
welgemoed wegpeddelde.
Saluut vriend antwoordde de fietser
hem minzaam met de hand toewuivend.
Hij moet intusschen nog terugkomen en
de hotelier heeft met Pa en Ma, die met
de auto zouden komen, nog geen kennis
gemaakt.
Talsche pnstzegels
Naar aanleiding van ons bericht over
postzegels met afwijkende beeltenis van de
Eoniugin, oppert iemand, die aan het hoofd
staat van een groote drukkerij, in Het
Vaderl. het vermoeden, dat bedoelde post
zegels wel eens valsch konden zijn.
Dat er bjj het drukken van dezelfde cli
ches, op hetzelfde papier, met denzelfden
inkt, en op dezelfde pers kleur-nuances
kunnen voorkomen, zal wel ieder duidelijk
zijn. En dat dit ook gebeurt weet ieder
die veel postzegels gebruikt. Maar nat
CO U RANT.
o