iwl ill ALGEiEEK NIEUWS- Bl ADVERTENT1EBLAD WOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6059. Dinsdag 21 April 1914. 54e Jaargang. Aankondiging. ABONNEMENT ABVERTENTIEN I1I11K. BINNENLAND. Telefoon 25. Bit Blast verschijnt MaaMacp, Weenstlag- en Yrijdagayoad, mtgezonderi! op Feestdagen, Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Neuzen. Belasting op Bedrijfs- en andere inkomsten. wegen en voetpaden met de kunstwerken. Per 3 maanden binnen de stad Franco per post voor Nederland 1-10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.4Q, voor Ned.-Indie en Amerika j 1.65, overig Buiteniand 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regeis 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij c&il'ecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 IStSf op den dag der uitgave. KHBl p>-- n De Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN Gezien de circulaire van den Commissaris der Koningin in Zeeland van 6 April 1914 A. no. 165/1 le afdeeling; dat de aanvang van het beschrijvingswerk voor belastingwerk op bedrijfs- en andere inkomsten voor het dienstjaar 1914/15 door den Commissaris der Koningin is bepaaid op Vrijdag 1 Mei 1914, en dat het werk der commissien van aanslag be- hoort te zijn afgeloopen op 26 September daaraanvolgende dat omdat er bezwaar zou kunnen rijzen tegen regelir.g, na den kraehtens art. 19 7 der wet op de bedrijfsbelasting bepaalden termijn, van aanslagen welke niet uit de beschrijving voort- vloeien of die om eene andere reden zijn aan- gehouden moeten worden is bepaaid, dat die regeling moet zijn afgeloopen binnen eene maand nadat de commissie van aanslag of het college van zetters door den voorzitter daartoe zal zijn opgeroepen en dat de voornaamste verplichtingen welke het publiek heeft te vervullen, zijn voorgeschreven bij de navolgende artikelen der wet van 2 October 1893 (Staatsblad no. 149) die iuiden Artikel 15. 2. Ieder die optreedt als bestuurder of be- heerend vennoot van een hier te lande gevestigde vennootschap, onderlinge verzekering-maatschappij, cooperatieve vereeniging of van eene vereeniging of stichting die een bedrijf of beroep uitoefent, of als boekhouder eener hier te lande gevestigde reederij, is gehouden daarvan schriftelijk binnen dene maand kennis te geven bij het bestuur der gemeente waar hij woont. Het gemeentebestuur handelt met deze kennis- geving op de wijze voorgeschreven in de laatste zinsnede der vorige paragraaf. Artikel 16. Hier te lande wonende beheerende vennooten van Nederlaudsche vennootschappen en raaat- schappen, als bedoeld in art. 6 2, en van de in art. 15 bedoelde commanditaire vennootschappen op aandeelen, be9tuurders van hier te lande ge vestigde naamiooze vennootschappen, cooperatieve en andere vereenigingen, en onderlinge verzekeving- maatschappijen, alsook boekhouders van hier te lande gevestigde reederijen mogen niet tot het doen van uitdeelingen of uitkeeringen waarover volgens art. 5 1 en 2 en art. 6 2 belasting verschuldigd is, overgaan, alsvoren daarvan aangifte gedaan en de over vroegere uitdeelingen of uit keeringen verschuldigde belasting betaald tehebben. Bij liquidatie mogen de hier bedoelde uitdeelingen of uitkeeringen niet geschieden, alvoreus de daarover verschuldigde belasting is voldaan. Artikel 45. Bestuurders van de bij art. 15 en c bedoelde naamiooze vennootschappen, cooperatieve vereeni gingen andere vereenigingen en stichtingen, die een bedrijf of beroep uitoefenen, onderlinge verzekering- maatschappijen en societeiten alsook beheerende vennooten van bier te lande gevestigde comman ditaire vennootschappen op aandeelen en boek houders van bier te lande gevestigde reederijen, zijn gehouden binnen veertien dagen na de vast- stelling van balans of rekening een zoodanig uittreksel als noodig is tot toelichting der winst, uitkeeringen of uitdeelingen te doen toekomen aan den voorzitter der commissie van aanslag, bedoeld bij art. 19 16 of 2, die den aanslag moet regelen. Artikel 47. 5. Hij, die daartoe gehouden, nalaat de ver plichtingen na te komen bedoeld bij art. 15 1 eerste lid, en art. 15 2 eerste lid, wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste 25. Gelijke straf wordt opgelegd in geval van over- treding van art. 45. 6. Overtreding van art. 16 wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste 400. 34j - „Alles op zijn tijd", antwoordde Charles onvast. Laten wij van wal steken, Bertha! Wil je aan het roer?" „Ja!" „Goed, dan zal ik roeien!" De boot vloog licht over het water. Een poosje zaten zij zwijgend tegenover elk-uar. Bertha hield het oog op den prachtigen ster- renhemiel gevestigd en fluisterde eindelijk: „Oh, wat een wondersclioone nacht! Wat zou het leven tocli heerlijk zijn, hoe geluk- kig kon men zich in deze schoone wereld gevoelen, als „Als men dertigduizend dollars per jaar te verteren had", vulde Charles aan. Hij bracht haar echter niet in verwarring „Zeker", zei ze. „Waarom is ons leven niet alle dagen hetzelfde?" „Bertha, ik twijfel dikwijls of je nog gene genheid kan koesteren voor iemand anders dan je zelven!" „Dank je wel voor het compliment! Ik wil ook volstrekt niet erkennen, dat ik in de eerste plaats me zelf liefheb. Dan volgt - „Ga verder!" „Dan volg jij! En dat is natuurlijk; eers- tens ben je mijn neef en tweedens hebjemij goeds gedaan. Alles wat ik geniet, heb ik aan jou te danken! Charles, ik zegen het uur, dat ik je in de sneeuw heb gevonden; dat was het gelukkigste in mijn leven!" „En het ongelukkigste in het mijne!" „Charles!" riep zij verwijtend uit. Artikel 34. Handelsreizigers, kramers en alio verdere personen die hun bedrijf of beroep rontrekkende uitoefenen, voor zoover zij behooren tot de bedoelden bij art. la, h en k, zijn gehouden onvei minderd hunne verplichtingen omschreven bij artt. 12 en 14, zich ter plaatse binnen het Rijk, waar zij zich na het begin van het belastingjaar het eerst bevinden, bij het gemeentebestuur schriftelijk aan te melden, met opgaaf van hun naam, hunne woonplaats en hun bedrijf of beroep. Ten blijke dat zij hieraan voldaan hebben, ontvangen zij liosteloos een door of van- wege liet hoofd van dat bestuur onderteekend Bewijs, dat zij gehouden zijn mede teonderteekenen en op aanvraag aan ambtenareu der directe be- iastingen te vertoonen. Artikel 4-7. j 7. Personen, die van een bewijs voorzien moeten zijn als bedoeld in art. 34 en die in gebreke blijven dit bewijs op aanvrage aan bevoegde ambte- naren te vertoonen, worden gestraft met eene geldboete van ten hoogste 25. Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan het bevoegd gezag een valsche uaam, woonplaats, bedrijf of beroep op, of maken zij gebruik van het aan een ander afgegeven bewijs, dan worden zij gestraft met eene geldboete van ten hoogste 150. Eindelijk vestigen zij nog de aandacht op de in art. 12 2, 2e lid lo d, aan de ingezetenen van het Rijk verleende bevoegdheid om zich bij de aanstaande beschrijving de uitreiking van een beschrijvings-biljet O te verzekeren, door voor of op 13 Mei a. s. het verzoek daartoe te richten tot den ontvanger der directe belastingen over hunne woonplaats. Ter Neuzen, 16 April 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders der gemeente HOEK brengen ter kennis van belang- hebbenden, dat te beginnen op 12 Mei 1814, van wege de gemeente eene algemeene opneming zal worden gehouden van de Hoek, 17 April 1914. Burgemeester en Wehouders voornoemd, A. WOLFERT, Burgemeester. J. M. DREGMANS, Secretaris. Na een verblijf van 3 maanden in het Taunusgebergte is Z. K. H. Prins Hendrik Zaterdagmiddag in den Haag teruggekeerd. Hi) werd aan het station begroet door B. M. de Koningin, vergezeld van Prinses Juliana. Ook de Burgemeester, de gouverneur der residentie en de Duitsche gezant waren ter verwelkoming op het perron aanwezig. Jn open auto's werd, onder het gejuich eener talrijke menigte naar het Huis ten Bosch gereden. Naar gemeld wordt, heeft de kuur, die Z. K. H. sedert het begin van dit jaar te Hohemark onderging, Bern veel goed gedaan. De Vereeniging van Nederl. Gemeenten heeft aan B. M. de Koningin een adres gericht, waarin er op wordt aangedrongen, „Ach, Bertha, laten we openhartig met elkaar spreken en dan voor altijd scheiden, als het zijn moet". „Is het dan noodzakelijk, dat wij scheiden?" Zij verbleekte en wendde het gelaat af om haar gemoedsbeweging te verbergen. Hij roeide niet meer, maar liet de boot drijven. „Waarom te scheiden?" sprak hij. „Moet ik je eerst nog zeggen, wat je voor me bent! Je weet het, zonder dat ik het zeg en ik ge- loof, dat je me ook liefhebt. Wees oprecht tegenover je zelven, Bertha! Je hart behoort rnij! Ivom en wordt mijn vrouw! „Ilc je vrouw?" vroeg zij met een over- moedig lachje, hoewel haar hart geweldig klopte. „Ik je vrouw! Oh, Charles, dat zou heel schoon zijn, maar het is on- mogelijk!" „Bertha!" kreet hij. „Je moet me niet dwingen om te herhalen, wat je zelf goed weet!" vervolgde zij onbe- schroomd. „Ik ben altijd oprecht tegenover je geweest; zooals ik me aan je vertoonde, zoo ben ik werkeiijk! Ja, als je het groote vermogen van je papa in eigendom bezat wat je later van hem zal erven, dan trouw- de ik dadelijk met je en ik zou gelukkig zijn!" „Dus om het geld alleen zou je „Charles, je moet wet blind zijn! Je bent me zoo dierbaar, dat ik liever stierf, dan dat ik je vrouw werd! Als ik je trouwde, stortte ik je in het verderf!" „Mijn papa houdt veel van me. Ik ben zijn eenige zoon; hij zal toegeven!" „Hij zal nooit toegeven", antwoordde zij op vasten toon. „Toen hij te Cork met je sprak, was ik in de kamer daarnaast; ik heb alles gehoord. Eerst was ik van plan te voor schijn te komen en je papa verantwoording dat althaas de gemee.~ en eenigszins worden tegemoet. gekomen en wel door le. haar te onthefferi van de kosten van vervoer en verpleging van arrne krankzin- nigen en 2e. een hoogere tegemoetkoming te ver- eenen in wedden van Burgemeester en secretarissen, twee denkbeelden, welke blijkens het ver- slag der Staatscommissie ,-/vrij algemeen instemming vonden." TER NEUZEN, 20 April 1914. Het weerbericht van het meteorolo- gisch instituut te De Bilt van beden, luidt als volgt Hoogste barometerstand 772 6 Swinemunde. Laagste barometerstand 743.6 Vestmanoer. Verwachting tot den avond van 21 April: Zwakke tot matige wind uit zuidelijke richtingen, licht tot half bewolkt, waar- schijnlij !c droog weer, iets koeler in het noorden en westen. Met ingang van heden is tot assistent- geneesheer aan het St. Franciscus gasthuis te Rotterdam benoemd, de heer C. J. M. van Rorapu, arts alhier. Zaterdag speelde alhier een elftal van de voetbalvereenigirg Wilhelmina van Axel een wedstrijd, tegen een gecombineerd elftal van Sparta. Stand met de rust 3—0 in 't voordeel van Sparta. Na de rust wist Sparta nog 1 maal te doelpunten zoodat zij, daar ze overwegend sterker was, welverdiend won met 40. Zondag trok het eerste elftal van Sparta met 3 invallers naar Temsche, om daar haar eerste wedstrijd te spelen tegen Rothur van Moerzeke, voor den Temsica beker. Hiervoor moet zij 4 wedstrijden winnen om die te bezitten. Daar Rothur niet opgekomen was werd Sparta winnaar verklaard met de reglementaire cijfers van 50. Omdat ze toch in Temscbe was heeft zij toen maar een wedstrijd gespeeld tegen een Temsch elftal, waarvan ze wist te winnen met 31. Stand met de rust 10 in 't voordeel van Sparta. Vrijdag werd alhier door den heer Berkeljon, kapitein der infanterie, eene voor- dracht gehouden, voor het inrichten van schietoefeningen ter verhooging van de weer- baarheid van ons land. De vergadering werd gehouden in het ver- gaderlokaal bij school C, in de buurt Java. Spreker begon, aan de hand der geschiede- nis van ons vaderland, de hoorders te schet- sen het ontstaan daarvan, den strijd tegen Spanje, en daarmede in verband de historie van ons Vorstenhuis. Hij herinnerde voorts aan het onafhanke- lijkheidsfeest dat in het verloopen jaar werd gevierd, om te betoogen, dat de onafhanke- lijkheid voor eene natie het hoogste goed is, dat zij1 te verdedigen heeft en dat men zich op- offeringen behoort te getrooslen om te trach- ten die te behouden. te vragen en tevens te verzoeken mij onmid- dellijk te laten terugkeeren. Maar ik be- dwong me; hoorde, wat je hem antwoordde en dit gaf jne mijn koel overleg terug. „Wees gerust, papa, ik zal nooit met de dochter van Fred Darrell trouwen", zei je„enikbe- wonderde je verstandig overleg. Laten wij ons daaraan houden! Jij en de dochter van Fred Darrell worden nooit man en vrouw!" Haar woorden grepen hem zeer aan. Bertha, je weet wel, hoe ik het bedoelde! Groote God, je hebt toch geen oogenblik ge- dacht, dat ik „Ik denk nooit iets van je, dat niet edel en goed is! Ik weet, dat je als een getergde leeuw tegen je papa zal optreden en met ge- latenheid de gevolgen zou dragen, als ik je wilde toebehooren, maar ik weet ook, dat je niet leven kan zonder financieele hulp van je papa en met een armen man trouw ik nooit!" Een nieuwe hoop vlamde in hem op. „Ik ben jong en sterk, ik kan werken. Ik heb twee goede handen, een helder hoofd en invloedrijke vrienden. Wij zouden geen ge- brek behoeven te lijden!" „Wij zouden misschien geen gebrek behoe ven te lijden"., zeide Berlha met een droef- geestig lachje, „maar wij zouden toch alles missen, wat 't leven aangenaam maakt en eer een jaar voorbij was, zouden wij ons onge lukkig gevoelen. Wij behoeven elkander niet te haten, maar met elkaar trouwen, dat be hoeft ook niet. Je zoudt je toch niet aan den arbeid kunnen gewennen, Charles en ik kan de schoone leerschool van thans niet meer vergeten, zelfs niet ter wille van jou „Je doet die leerschool alle eer aan!" ant woordde hij bitter. „Wees daar niet boos om", vervolgde zij Spreker herinnerde ook aan de geschiedenis van de lot standkoming onzer Grondwet en hoe daarbij aan ieder Nederlander als plicht werd opgelegd; de verdediging van het vader land. Hij werpt ook nog een terugblik op den strijd onzer stamverwanten in Transvaal, die zich steeds traclitten weerbaar te maken, ook in vredestijd, en voornamelijk in de behandeling van het geweer. Daar toch werd een jongen uitgezonden met een geweer en 4 patronen, onder de opdracht: daarmede een reebok te schieten, daarna met 3, vervolgens mot 2 en ten laatste met 1 patroon. Dat be- wijst wat oefening vermag. Zoover moet men het ook hier Iracliten te sturen. Spreker verwachlte dat men, wat betreft de weerbaarheid van ons volk, een beroep zou doen op ons leger. Hij is overtuigd, dat zijne mannen tot het laatste toe liunnen plicht zullen doen, maar hij wees er ook op, dat de Regeering er in tijden van nood op behoort te kunnen rekenen, dat haar nevens het leger nog een burger-bevolking ter zijde zal staan, om den vaderlandschen grond te verdedigen. Art. 181 onzer Grondwet schrijft voor: dat het de taak van ieder Nederlander is in geval van oorlog of bedreiging van de onafhankelijkheid voor den staat de wapens op te vatten; dat artikel is niet alleen voor de soldaten, maar ook voor de burgers ge- schreven. En at is het ook, dat men het onderspit moet delven, dan maakt het nog verschil hoe dit geschiedt. De Engelsche bevelvoer- ders maken nog met achting gewag van de verdediging der Transvalers. Spreker betoogt dat, had de Fransche Re geering voor de jaren 1870 den toestand be- grepen zooals thans de Nederlandsche Re geering die befgrijpt, de Duitschers nog niet voor Parijs waren gekomen. De gewapende en geoefende bevolking zou daarvoor een beletsel zijn geweest. Bij de Boeren was het een fout, dat zij geen gebruik wisten te maken van hunne overwinningen anders waren de Engelschen misschien nog niet binnen Transvaal. Ten slotte wendde spreker zich in het bij- zonder tot de jongeren onder het gehoor er op wijzende, dat een onzer grootste generaals heeft gezegd: de Zeeuw is een van mijn beste soldaten. Gij alien zijt verplicht, de nage- dachtenis van uwe voorvaderen in eere te houden, doch ook den naam dien uw strijd- genooten in het leger hebben te handhaven. Welaan dan, Zeeuwen, neem het wapen op en oefen u er mede. Mocht de nood, wat God verhoede, aan den man komen, dan verwacht hij van elken Zeeuw, dat hij zich rond den troon van H. M. de Koningin zal scharen. Een dertigtal jongelui gaven zich op, om aan de schietoefeningen deel te nemen. De oefeningen zullen plaats hebben van af 17 Mei lot half November en gehouden worden des Zaterdags na 5 uur en des Zondagsnall uur voormiddags. Na afloop der schietoefe ningen wordt voor ieder deelnemer die drie vierden van het aantal oefeningen heeft mee- gemaakt, /0,50 voor prijzen beschikbaar gesteld. Zij die zich nog voor de oefeningen willen aangeven kunnen dat doen bij den burge meester of bij den agent van politie Annot, die met de leiding der oefeningen is belast. met opgeslagen oogen. „Eenmaal zal je mij daar dankbaar voor zijn. Het is voor ons bei- den beter, dat wij scheiden!" „Voor jou, dat is zeker!" zeide hij sclierp. „Je ziet, dat je wat beters kunt krijgen, dan een arm man; je hebt geen ander doel dan den graaf te veroveren. Ja, laten wij schei den voor eeuwig! Maar voor wij scheiden, moet je me nog een vraag beantwoorden. Bemin je me?" Zij boog het hoofd dieper, haar hart kromp van weedom. Neen, nooit zou hij haar ver- Iaten hebben, hoeveel het haar kostte zich aan hem voor te doen als een meisje zonder liart. „Geef mij antwoord", drong hij aan. „Ant- woord me, ik eisch het, ik heb er reclil op. Bemin je me, of bemiri je me (met?" Met inspanning fluisterde ze: „Oh, Charles, waarom vraag je me dat? Je weet, ik kan slechts eenmaal beminnen!" Er volgde een diepe stilte. Hij nam de riemen op en roeide weer voort. „Dus, het is sleelits een droom geweest! Het is goed, dat ik gesproken heb en dat je me antwoordde", zeide hij dof. Was dat dezelfde Charles, met wien zij den laatsten avond te Sandypoint aan het strand wandelde? „Zal je me niet verachten?" smeekte zij, ter- wijl zij in snikken uitbarstte. Hij gevoelde diep, diep medelijden met haar. „Ik zal je altijd blijven beminnen, Ber tha!" antwoordde hij en boog voorover om een blik van haar op te vangen. En op korten afstand van daar, in de tweede boot boog zich eveneens een man met ernstig gelaat naar het meisje tegenover hem, als verwachtte hij van haar lippen le ven of dood. Er is sinds den aanvang van het jaar een actie gaande bij de knechts in de bouw- vakken. Zij hebben vertoogeu gericbt aan hunne patroons, met bet doel een loon van 20 cent per uur te verkrijgen. Die ver- toogen hadden niet het gewenschte gevolg, verschillende patroons maakten bezwaar, terwijl weer anderen genegen waren mede te gaan, als hunne collega s dat ook deden. Een gevolg van een en ander was dat de metselaarsknecbts per advertentie bekend maakten dat bun loon van af 4 Mei a. s. bepaaid was op 20 cent (waarmede, naar wij vernemen, de patroons niet instemmen). Ook de schildersknechts hebben onder- handeld en daar zij hunne eischen niet zagen ingewilligd, hadden zij tegenheaen morgen eene staking geproclameerd. Deze bad een zeer rustig en amicaal verloop. Bij een werkwilligen schildersknecht leek het, of men hem wilde hemoeilijken, maar het was niet meer dan een grap. Een tiental knechts staakt en de kleine rest werkt. Trouwens, er zijn hier veel patroons die alien zelve werken, waarvan meerderen met tot hun gezin behoorende personen Dat men het gemoedelijk opvat, bleek ook wel hieruit, dat een agent van morgen de stakers, voor de aardigheid, met den gummi- stok dreigend, uiteen dreef, zeggend, dat samenscholingen verboden waren. Naar wij vernemen hebben de patroons den eisch ingewilligd en zal morgen het werk hervat worden. - Heden kwamen bij de 3e compagnie van het 2e bataljon 4e reg. vesting-art. alhier, de milliciens der lichting 1911 tot 16 Mei voor herhalingsoefeningen onder de wapenen. Men schrijft ons Van wege het Bestuur der Centrale Bank te Utrecht, waarbij de meeste boerenleen- banken van Zeeland zijn aangesloten, is verschenen het verslag over 1913 (het 15e boekjaar). Aan dat verslag ontleenen wij het volgendeIn het vorige jaar werd door de Centrale Bank ontvangen van de locale banken, aan interesten over gedepo- neerde gelden enz 37.644,618, terwijl werd uitgegeven aan voorschotten en inte resten f 34.508,231 zoodat op 1 Januari 1914 meer gedeponeerd was dan aan voor schotten verstrekt f 3.136,387. De interest voor alle stortingen bedroeg 3x/4 percent, terwijl voor voorschotten moest betaald worden 4*/4 percent. In den loop van 1913 kwamen er 36 nieuwe banken bijzoodat op 1 Januari 1914 waren aangesloten 475 banken. Uit Zeeland kwamen in 1913 bij Ter Neuzen, Ouwerkerk en St. Annaland. Uit Zeeland zijn thans 30 banken aange sloten. De winst over 1913 bedroeg /6324. Daarvan zal f 4218 gestort worden in het reservefonds, dat daardoor zal stijgen tot 86,856. Van de 30 banken uit Zeeland, waren er slechts 8, die op 1 Januari schuld hadden aan de Centrale. De meeste schuld hadden Dreischor en Stavenisse, ieder Beatrice had moeite genoeg gehad om het gesprek levendig te houden met den graaf, wiens gedacliten elders vertoefden; maar zij wilde den graaf verovei-en en toonde zich zoo beminnelijk, als slechts mogelijk was._ Eindelijk echter wist zij niets meer te zeg gen ,om het gesprek aan den gang te houden. Er volgde een poos van stilte, die echter ver- bi'oken werd door den graaf. „Verschoon mij, miss Stuart", begon hij op tamelijk onvasten toon, „maar ik kan dit schoone avonduur niet laten gaan zonder met u te spreken over iets, dat mij zeer nauw aan het hart ligt". Als geelectriseerd richtte Beatrice zich op in voile lengte; op eens bonsde haar hart. „Ik was", vervolgde hij nog altijd twijfe- lend, „ik was eigenlijk niet van plan te spreken voordat wij in Engeland zouden zijn. Ik mag niet in overijling handelen! Ik Ben zoo bevreesd voor een afwijzend antwoord, dat ik het nauwelijks durf uitspreken!" Beatrice zat op heete kolen. „Was hij niet goed bij zijn verstand? Hij een graaf! welk meisje zou hij niet ten huwelijk dur- ven vragen!" „Eerst in de laatste dagen ben ik tot bewustzijn gekomen omtrent mijne gevoe- lens! Jaloerschheid heeft eigenlijk mijn oogen geopend!" „Hij doelt op kapitein Hammond", dacht Beatrice. „Hij is jaloersch op hem! Ivoste- lijk! Hoe heerlijk, dat wij dien vriend in Macroom ontmoet hebben!" „Ik wanhoop echter nog niet geheel", ver volgde hij met een verlrouwelijk lachje. „Ilc geloof wel, dat mijn vrees op degelijke gron- den rust". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1914 | | pagina 1