ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Zon- en Feestdagen.
No. 6055.
Donderdag 9 April 1914.
54e Jaargang.
ABONNEMENT:
ADVERTENTlfiN
i 11 111T11A A D.
Belasting op het houden van honden.
BLAIOA'S 11111M.
an cp reestdagen. by de Flrma P. J. YAH BE SAHDE te Ter Nenzen.
Wegens het Paasch-
feest zal a s. llaandag
geen nummer van dit blad
verschijnen.
FIUILtSTOl.
BEVOLKINGSREGISTERS.
ScMetoefeningen tot verhooging
van's Lands Weerkracht.
BINNENLAND.
Per 3 maanden binnen de stad 1Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amenka 1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij direct® Opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Qrootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 UUr op den dag der uitgave.
De Burgemeester van H OE Iv maakt
bekend, dat op Dinsdag i4 &pr»il
IS14 des middags 12 ure op de bovenzaal
van het logfement van A. de Keuning
alhier door een officier over bovengenoemd
onderwerp eene wO0r"tI#*ach'l zal worden
gehouden, tot de bijwoning waarvan een
ieder wordt uitgenoodigd.
Hoek, den 9 April 1914.
De Burgemeester voornoemd,
A. WOLFERT.
Vacant ie- kaarten.
De Nederlandsche spoorwegen hebben vol-
gens de G. O., besloten, de vacantiekaarten
dit jaar weder at te geven gedurende de
maanden Juli, Augustus en September,
tegen de bekende prijzen "an onderscheiden-
lijk 4, 3 en 2 voor de drie klassen.
Zij zullen, evenals vroeger, geldig zijn voor
een reis van het station van afgifte naar
een willekeurig ander station, hoe groot de
af te leggen afstand ook zij. De vacantie
kaarten van de Staatsspoor zullen geldig
zijn op de in Nederland gelegen lijnen van
deze maatschappij, de Nederlandsche Cen
traal Spoorweg-Mij. en deNoord-Brabantsch-
Duitsche Spoorweg-Mij.de vacantie-kaarten
van de Hollandsche Spoorweg-Mp. alleen
op de lijnen van deze Maatschappij.
TER NEUZEN, 8 April 1914.
Het weerbericht van bet meteorolo-
gisch instituut te De Bilt van heden, luidt
als volgt
Hoogste barometerstaDd 764.0 Coruna.
Laagste barometerstaud 733.5 Lerwick.
Verwachting tot den avond van 9 April
Matige tot krachtige Westelijke tot Zuid-
westelijke wind, tijdelyk opklarend, later
weer toenemende bewolking, waarscbijnlijk
regenbuien, zelfde temperatuur.
Door burgemeester en wethouders
dezer gemeente is, daar zich na de eerste
oproeping geen verdere sollicitanten hadden
opgedaan, en twee hunner zich niet
voor eene benoeming tot tijdeljjk ambtenaar
disponibel stelden, benoemd tot klerk ter
secretarie de beer J. P. Trjjsburg, agent van
politie, tevens tijdelijk deurwaarder voor de
plaatselijke belastingen. Hij werd thans
ook defmitief in laatstgenoemde betrekking
benoemd.
Naar wij vernemen is het besluit van
Gedeputeerde Staten van Zeeland, waarbij de
jaarwedden van den burgemeester en den
secretaris dezer gemeente met 200 werden
verhoogd, en bepaald op f 1900, bij
Koninklijk besluit goedgekeurd.
-Deheer C. Bakker, onderwijzeraan school
D te Sluiskil is als zoodanig benoemd aan
de M. U. L. O. school te Sliedrecht.
32)
„Zij was het: daar zijn goede gronden
voor aan te voeren, al kende zij den schul-
dige, wiens naam zij verzweeg!"
„Haar broeder natuurlijk, Juan Norton,
zooals in de courant te lezen staat".
..Zelfs dat is niet zeker".
Bertha keek hem verbaasd aan.
„Neen", zeide de graaf, „dal is niet be-
wezen! Ik weet, dat mijn tante aan zijn
onschuld gelooft".
„Maar wie deed het dan?" vroeg Bertlia.
„Ja, wie?" mompelde graaf Victor. „Wie
was de moordenaar? Misschien zal men
nooit de waarheid ontdekken?"
„Dat zal u gelukken", zei Bertha metover-
tuiging. „Ik geloof vast, dat alles aan het
licht kornt, hetzij goed of kwaad. Eenmaal
zal het oogenblik komen, dat alles word I op-
gehelderd, wat nu nog duister voor uis!"
Zij sprak deze voorspelling uit, als ware
zij zeker dat deze vervuld zou worden,
en hoe weinig tijds zou het duren, dat zij
met een rilling aan deze woorden zou denken.
Droefgeestig vervolgde hij
„Men zou meenen, dat drie-en-twintig jaar
geitoeg t'ijds zou zijn om zelfs de lievigste
smart te laten uitslijten, maar voor mijn ar-
me tante is de herinnering nog zoo aangrij-
pend, dat zij er niet bedaard over kan
spreken of denken. Wat ik er van weet, yer-
nam ik van anderen. Tot mijn achttiende
jaar wist ik er in 'tgeheel niets van. Mijn
mama kan ik mij volstrekt niet herinneren
en toch zoo ver mijn geheugen reikt, her-
inner ik me een jong, vrouwelijk wezen, dat
dikw'ijls over mijn bed stond gebogen en mij
met tranen in de oogen kuste. Mijn mama
had licht haar en een zeer witte huid, maar
deze was donker van uitzicht. U zal me
misschien voor sentimenteel houden, mij
uillachen", zei hij met een zenuwachtig
lachje, ,^nisschicn me een droomer noe-
men, maar hier in mijn borst leeft iets, dat
niet anders dan kinderl'ijke liefde voor mijn
mama kan zijn!"
Met aandoening keek ze hem aan en zeide
„U uitlachen? Ik? Hoe kan u zoo over mij
denken? Het is tegenwoordig een zeldzaam
lieid, dat men met eerbied nog aan zijn moe
der denkt, hetzij die reeds dood of nog in
leven is.
Hij keek haar lang aan, terwijl een ant-
woord op zijn lippen scheen te zweven,
doch hij zweeg. Toen hij eindelijk sprak
was zijn toon geheel weranderd.
„Wel, hoe zelfzuchtig van mij, dat ik u
hier ophoud in die koude nachtlucht!" zeide
hij. „Mag ik u mijn arm aanbieden? U mag
geen minuut langer in de koude blijven".
Zij gehoorzaamde dadelijk. Hij geleiddc
haar tot aan haar hut, stond een oogenblik
in twijfel, greep haar hand en sprak:
„Ik bcgrijp zelf niet, lioe ik er toe
kwam met u te spreken over iets, waarover
ik zeker met niemand anders zou gesproken
hebben. Gaarne betuig ik mijn hartelijken
dank voor uw groote sympathie, miss
Darrell!"
Nu was zij alleen. In gedachten verdiept,
zocht zij haar legerstede op. Beatrice sliep
rustig voor de eerste maal, zoolang zij
aan boord was zonder eenig vermoeden
van de verraderlijke dingen, die rondom
haar voorvielen. Bertha gevoelde zelfvex--
wijt. Handelde zij eerlijk? Handelde zij
edel?
„Arme Beatrice", mompelde zij, terwijl
zij een kus op de wangen drukte van haar
nieht, die in haar droom lachte. „Ik vrees,
dat je niet gravin Norton wordt."
Den volgenden morgen aan het ontbijtbe-
merkte zij, dat haar neef Charles haar ver
volgde met een blik, die niets goeds voor-
spelde. Hij geleidde haar aan dek en begon
onmiddellijk:
„Wat hadt je gisteravond op zoo'nbuiten-
gewoon laat uur met graaf Norton te ver-
handelen?"
„Ah!" riep Bertha „en hoe ben jij dat te
weten geltomen? Kinderen als jij moeten op
dien tijd rustig in hun bed liggen, in plaats
van te spionneeren".
„Ik heb niet gespionneerd, ik heb gesla-
pen. Ik heb geen onrustig geweten, dal me
op zoo'n onpasselijk uur uit mijn bed
houdt."
„Zoo! Hoe weet je het dan?"
„Een postduif heeft me het nieuws aan-
gebracht".
„Ik zal je postduiven wat beters leeren
doen! Kom, zeg het me ik beveel het je!
„Wordt maar niet boos, klein tijgerin-
netje! Ik weet het van den wachthebbenden
officier".
„Nu, doe hem mijn complimenten en zeg
hem, dat hij zijne diensten aan andere zaten
beter kan wij den".
„Dus je ontkent het niet? Je bent met
graaf Norton omstreeks middernacht op liet
dek geweest?"
„Ilt ontken nooit wat ik gedaan heb", ant-
woordde zij met verachting. „Ja, tegen mid
dernacht was ik aan het dek en in gezel-
schap van graaf Norton."
„Met graaf Norton alleen?"
„Met graaf Norton alleen!"
„Waarover heb jelui gepraat, Bertha?"
Met ingang van 16 April a. 8. is
de hulploods bp het Nederl. loodswezen
te Vlissingen, P. M. Verheul, bevorderd
tot rivierloods, met standplaats Ter Neuzen.
Naar wij vernemen is door den beer
L. T. van Hasselt ontslag genomen als
secretaris der c.ommissie van toezicht op
het middelbaar en van die op het lager
onderwijs en heeft genoemde heer ook
bedankt voor het lidmaatschap van deze
commissies.
Naar wp vernemen zal alhier op
Vrpdag 24 April, ten overstaan van den
notaris Le Nobel de veiling plaats hebben
van 16 kavels bouwgrond, aan den nieuwen
toegangsweg naar Ter Neuzen, aan de zpde
van Axel.
Ter gelegenheid van de jl. Vrpdag
en Zaterdag te Haarlem gehouden honden-
tentoonstelling werd, in de afdeeling Ara-
bische windhonden (sloequis), de sloequi
van den heer H. W. R. Kramer alhier
bekroond met 2 eerste prijzen en een
specialen prijs.
Het gure en natte weer van deze
dagen is geen bezwaar geweest voor de
zwaluwen om hun zomerkwartier weder op
te zoeken. Heden zocht een zwaluwer.paar
het oude~nest aan ons bureau weder op.
„Over meer dan ik goed acht le verlellen,
mijnheer Stuart! Heeft u mij nog meer te
vragen
„Ja, nog iets! Heeft hij aanzoek gedaan
om je hand?"
„0 neen!" antwoordde zij met een na-
tuurlijke zucht. „Zooveel geluk zal een miss
Darrell niet ten deel vallen. De bruid van
een graaf van een Norton! Wat eenide!"
Met fonkelende oogen trad hij dicht voor
haar.
„Zou je hem nemen, als hij je ten huwe-
lijk vroeg? Zou je hem trouwen, Bertha?
want daar loopt het ten slotte toch op uit!
„Of ik hem zou nemen?"' herhaalde zij
en keek hem verwonderd aan. „Hem,
den graaf? Beste Charles, als je verstandige
vragen doet, wil ik je gaarne naar mijn beste
venmogen antwoorden maar verschoon me
van zulken onzin!"
„Zou je 't doen
„Ach, Charles, kwel me toch niet. Je vra
gen zijn te dwaas. Laten we over het weer
spreken, als je wilt, of over den schoonen
morgen".
Maar Charles liet zich niet afschrikken.
„Bertlia, antwoord me op mijn vraag",
klonk het weer. „Zou je de vrouw van graaf
Norton worden, als hij je ten huwelijk vroeg?"
Zonder een spier in haar gelaat te ver-
trekken, keek Bertha den man aan, die al
haar liefde bezat, en antwoordde bedaard:
„Als graaf Victor Norton mij ten huwelijk
vraagt, ja, dan word ik zijn vrouw1"
De reeds vermelde studiereis van de
leerlingen der Handelsschool en der derde
klasse van de H. B. S. te Vlissingen naar
de cokesovens alhier en de spiegelglasfabriek
te Sas van Gent is thans bepaald op aan-
staanden Vrpdag.
Te Middelburg werd heden aanbe-
steed het vernieuwen van palen in de zee-
weringen te Vlissingen en aan de hoofden
van het kanaal door Walcheren aldaar.
Raming 16000.
Minste inschrijver was de heer H. van
Dongen te Dordrecht voor f 15150. Verder
was ingeschreven door den heer A. Kuan
te Ter Neuzen voor 15800.
De heer C. A. Cammaert, arts, te Honte
nisse, lid der Gezondheidscommissie te Hulst,
doet de volgende mededeeling van de zijde
dier commissie:
Naar aanleiding van het feit, dat van ge-
neeskundige zijde, de aandacht der Gezond-
heidscommissie gevestigd werd, op een ge
durende de laatste jaren veelvuldig voor-
komende ernstige maagaandoening, waar-
voor vermoedelijk aansprakelijk moest ge-
steld worden het gebruik aan vreemde meel-
soorten bij de broodbereiding, heeft deze
commissie een uitgebreid onderzoek inge-
steld.
Aangezien het brood, als hoofdvoedsel zeer
zeker bij den werkman, vooraan staat, en de
bedoelde ziekelijke maagafwijking in ruim
90 van de 100 gevallen zich voordoet juist
bij de werkende klasse der bevolking lag een
onderzoek naar de samenstelling, van het
brood voor de hand.
Hierbij is de juistheid van het hier voorge-
noemd vermoeden gebleken.
Bij het voorloopig onderzoek van vcrschiH
lende meelsoorten, afkomstig van verschei-
dene leveranciers, werd bevonden dat al de
genomen monsters sterk werkende schei-
kundige stoffen bevatten, in staat om o.a.
ernstige maagaandoeningen te veroorzaken.
De commissie derhalve, meent als plicht te
hebben, ook langs dezen weg de bevolking
te waarschuwen tegen het gebruik van deze
zoo schadelijke meelsoorten.
Aan deze ernstige waarscliuwing voeg ik
persoonlijk hier aan toe, dat het niet twij-
felachtig is, met het oog op de onrustba-
rende toename van het aantal lcankerlijders
in Nederland, dat de bedoelde schadelijke
voeding hierop van grooten invloed is. De
kanker doet in Nederland van af heden niet
meer onder voor de moorddadige eischen
der tuberculose wijl beide ziekten gedurende
1913, ieder voor zich 7000 sLachtoffers ge-
eischt hebben.
Tengevolge de bloeiende krachtdadig voort-
gezette tuberculose bestrijding, is hetsterfte-
cijfer in Nederland in slechts enkele jaren,
j gedaald van 10.000 op 7000.
i Het is de vaste overtuiging der genees-
kundigen, dat door een doelmatige voeding
en oordeelkundige levenswijze in't algemeen
het sterftecijfer aan kanker, nog gunstiger
te bestrijden is dan de tuberculose.
HOOFDSTUK XVIII.
Twee dagen later kreeg men 'smorgens
vroeg de Iersche kust in het gezicht, en
omstreeks den middag kon men te Queens-
town het anker laten vallen.
Naar uit Nieuw-Namen aan Zei. ge-
meld wordt, zal voldaan worden aan een
lang door de bevolking dier burn t gekoester-
den wensck, door de aafist.elling vau een
Met een kreet van verrukking snelde
Bertha de hut binnen, waar Beatrice nog
lag te slapen, Ierland! Dat was ten minste
een van de landen harer droomen.
„Beatrice!" riep ze, „Beatrice! wordt wak-
ker! Kijk eens naar» die geweldige rotsen!"
„Ik zie ze al", antwoordde deze, ferwiji
ze zich nog slaapdronken oprichtte en door
het kleine ronde venster der hut keek;
„maar wat is daar voor moois aan? Een
massa kale rotsen dat is al!"
Beatrice's zware beproeving was teneinde;
zij Icon zich weer aan de medepassagiers
vertoonen. In een bekoorlijk toilet kwam
zij aan het diner en trippelde aan den arm
van graaf Norton bij de raderkasten been
en weer als iemand, die zijn rechten lier-
neemt, na ze tijdelijk door anderen te heb
ben laten waarnemen. Van dien maneschijn-
avond en van 'tgesprek tusschen haar nicht
en den graaf wist zij gelukkig niets. Detwe«
behandelden elkaar met de gewone beleefd-
heid, dat beduidde dus niets in haar oog.
Zoodra zij het echter bemerkte, als de graaf
het gezelschap van Bertha wilde opzoeken,
dan wist zij dat dadelijk met fijne bereke-
ningen te verhinderen. Hij moest haar al
leen toebehooren en zij moest immers den
verloren tijd inhalen.
Zij was dubbel voorkomend en werd daar-
in nog geholpen door papa Stuart, zoodat
graaf Victor tot zijn eigen verbazing telkens
weder aan de zijde van Beatrice geraakte.
Bertha zag dit zeer goed en lachte er om.
„Heden ik, morgen gij", mompelde zij.
„Ik heb mijn deel gehad, nu ben jij aan de
beurt".
(Wordt vervolgd.)
TER NEUZENSCHE COU RANT
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend dat eene Openbare Vergadenng
van den Gemeenteraad zal worden gehouden op
B»«n«lerd»sf den it April liSSS? des voor-
middags ten 10 ure.
Ter Neuzen, den 6 April 1914.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Burgemeester en Wethouders van TER NEl ZEN
brenaen ter kennis, dat het kohier van de belasting
op het honden van Honden No. 1 in deze gemeente
voor 1914 in afschrift gedurende vijf maanden op de
secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing
is nedergelegd.
Ter Neuzen, 6 April 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van de gemeente
TER NEUZENtt
■relet op het hesluit van Heeren Gedeputeerde
Staten van don 15en Jul! 1844, no. 1 (Provmciaal
blad no. 87), houdende mededeeling van sKomngs
verlangen, dat de Ingezetenen aan de bepalingen der
wet van den lsten Maart 1815 (Staatsblad no. 21),
hetrekkeliik de viering van Zon- en Feestdagen,
iaarliiks zullen worden herinnerd brengen mitsdi en
den inhoud van voormelde wet ter kennis van de
Ingezetenen dezer Gemeente, luidende als volgt
Art. 1.
»Bat op Zondagen, en op zoodanige Godsdienstige
Feestdagen als door de Kerkgenootschappen van de
Christelijke Godsdienst dezer Landen algemeen er-
kend en gevierd worden, niet alleen geene beroeps-
bezigheden zullen mogen verrieht worden, welke de
Godsdienst zouden kunnen storen, maar dat in het
algemeen geene openbare arbeid zal mogen plaats
hebben, dan ingeval van noodzakelijkheid, als wan-
neer de plaatselijke Regeering daartoe schriftelijke
toeste.nrning zal geven.''
Art. 2.
»Dat op deze dagen, met uitzondering van gennge
eetwaren geene koopwaren hoegenaamd op markten,
straten of openbare plaatsen zullen mogen worden
uitgestald of verkocht, en dat Kooplieden en Win-
keliers hunne waren niet zullen mogen uitstallen
noch met opene deuren verkoopen."
Art. 3.
»Dat gedurende den tijd voor de openbare Gods-
dienstoefening bestemd, de deuren der Herbergen en
andere plaatsen alwaar drank verkocht wordt voor
zooverre dezelve binnen een besloten kring der ge-
bouwen liggende zijn. zullen gesloten zijn, en dat
ook gedurende dienzelfden tijd geenerhande spelen,
hetzij kolven, balslaan of dergelijke mogen plaats
hebben.''
Art. 4.
»Dat geen openbare vermakelijkheden, zooals
Schouwburgen, publieke Danspartijen, Concerten en
Harddraverijen, op de Zondagen en algemeene Feest-
dagen zullen gedoogd worden zullende bet aan de
plaatselijke besturen worden vrijgelaten hieromtrent
eene uitzondering toe te staan, mits niet dan na
het volkomen eindigenvan alleGodsdienstoefeningen.
Art. 5.
»Dat de Plaatselijke Politie zorg zal dragen, ten-
einde alle hinderlijke bewegingen en gerucht in de
nabijheid der gebouwen, tot de openbare Eeredienst
bestemd, en in het algemeen alles wat dezelve
zouden hinderlijk zijn, voor te komen of te doen
ophouden."
Art. 6.
»Dat de overtredingen tegen de bepalingen van
dit besluit naar gelang van persoon en omstandig-
lieden, zullen gestraft worden met eerie boete van
niet hooger dan vijf en twintig gulden, of met eene
gevangenisstraf van niet langer dan drie dagen,
voor de overtreders die buiten staat mochten zijn
deze boete te betalen."
Art. 7.
»Dat bij een tweede overtreding de boete of straf
zal verdubbeld worden, en wijders alle de te koop
gelegde of uitgestalde goederen verbeurd verklaard,
en de Herbergen of andere publieke plaatsen, voor
een maand gesloten.
»En dat door deze algemeene verordeningen alle
daarmede niet overeenkomstige Provinciale of plaatse
lijke Reglementen en inrichtingen zullen worden
gehouden voor vervallen."
Burgemeester en Wethouders, de aandacht der
ingezetenen op de voorschreven bepalingen vestigende,
noodigen dezelve tevens uit om door eene stipte in-
achtneming derzelve, tot de nuttige en wijze be-
doelingen van Zijne Majesteit mede te werken.
En opdat niemand hiervan eenige onwetenheid
zoude kunnen voorwenden zal deze worden afge-
kondigd en aangeplakt, waar zulks binnen deze
gemeente gebruikelijk is.
Gedaan te Ter Neuzen, 6 April 1914.
Burgemeester en Wrethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER
NEUZEN,
Gelet op het Koninklijk besluit van den 2/ Juli
1887, (Staatsblad no. 141), regelende de verpliebting
der ingezetenen tot het doen van ciangifte voor de
bevo Iking sregistqrs, bepalende ondermeer het vol-
gende
Artikel 2.
Zij, die uit een Nederlandsche kolonie, een over-
zeesc'he bezitting of uit den vreemde hunne woonplaats
overbrengen in eene gemeente binnen het Rijk, doen
hiervan eene verklaring aan het gemeentebestuur,
vergezeld van bet gebruikelijke getuigsclirift voor hen
die uit de kolonien of bezittingen, van een paspoort,
of reis- of verblijfpas .of andere door de politie
deugdelijke erkende bewijsstukken yoor hen die uit
den vreemde komen. Deze verklaring geschiedt
binnen 66ne maand na bun aankomst in de gemeente.
Art. 3.
De kennisgeving in het vorige artikel vermeld gaat
vergezeld van de noodige opgaven om in de bevol-
kingsregisters te worden ingeschreven.
Art. 4.
Zij die hunne werkelijke woonplaats binnen het
Rijk verlaten om die over te brengen naar eene
Nederlandsche kolonie, eene overzeesche bezitting ot
naar den vreemde, doen hiervan eene verklaring aan
het bestuur der gemeente, welke zij verlaten.
Art. 5.
Zij die hunne werkelijke woonplaats uit eene ge
meente van het Rijk naar eene andere gemeente
overbrengen, doen hiervan eene verklaring aan het
bestuur der gemeente, die zij verlaten en waar zij in
het bevolkingsregister zijn ingeschreven met opgaaf
der gemeente, waar zij wenschen zich te vestigen.
Zij ontvangen een kosteloos getuigschrift van ver
andering van werkelijke woonplaats
Art. G.
Ter plaatse, waar zij hunne werkelijke woonplaats
overbrengen, doen zij uiterlijk binnen eene maand na
hunne aankomst eene verklaring aan het gemeente
bestuur, met overlegging van het getuigsclirift in het
vorige artikel vermeld.
Art. 7.
Elk hoofd van een huisgeztn geeft uiterlijk binnen
eene maand kennis aan het gemeentebestuur van
ieder lid dat in het huisgezin wordt opgenomen, of
daar uitgaat, inwonende dienst- en werkboden daar-
onder begrepen. Omtrent die kennisgeving geidt
art. 3.
Dezelfde kennisgeving gesphiedt door afzonderlijk
levende personen, wanneer zij andere personen in hun
huisgezinnen opnemen.
Bestuurders van instellingen, gestichten en inrich
tingen, niet staande onder bestuur of toezicht van het
openbaar gezag, waar personen, onder eenig bestuur
samen wonen, geven maandelijks aan het gemeente
bestuur kennis, van alle personen, die in de samen-
woning zijn opgenomen of daarvan zijn uitgetreden.
De verplichting vervalt, wanneer langs een anderen
weg de vereischte kennisgeving voor het bevolkings
register gedaan is.
Art. 8.
Onverminderd de bovenstaande voorscbriften is een
ieder, door het gemeentebestuur daartoe opgeroepen,
verplicht tot liet doen der opgaven, die vereischt
worden om de bevolkingsregtsters in te vullen.
Art. 9.
Overtreding der bepalingen van dit besluit wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen.
of geldboete van ten hoogste honderd gulden.
Maken de ingezetenen op het vorenstaande opmerk-
zaam met dringende aanbeveling om de daarm ver-
vatte verplichtingen stipt na te komen, teneinde zicli
voor de toepassing der bedreigde straffen te vrijwaren.
Gedaan te Ter Neuzen, den 6 April 1914.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.