ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Zon- en Feestdagen. No. 6055. Donderdag 9 April 1914. 54e Jaargang. ABONNEMENT: ADVERTENTlfiN i 11 111T11A A D. Belasting op het houden van honden. BLAIOA'S 11111M. an cp reestdagen. by de Flrma P. J. YAH BE SAHDE te Ter Nenzen. Wegens het Paasch- feest zal a s. llaandag geen nummer van dit blad verschijnen. FIUILtSTOl. BEVOLKINGSREGISTERS. ScMetoefeningen tot verhooging van's Lands Weerkracht. BINNENLAND. Per 3 maanden binnen de stad 1Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amenka 1.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij direct® Opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qrootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 UUr op den dag der uitgave. De Burgemeester van H OE Iv maakt bekend, dat op Dinsdag i4 &pr»il IS14 des middags 12 ure op de bovenzaal van het logfement van A. de Keuning alhier door een officier over bovengenoemd onderwerp eene wO0r"tI#*ach'l zal worden gehouden, tot de bijwoning waarvan een ieder wordt uitgenoodigd. Hoek, den 9 April 1914. De Burgemeester voornoemd, A. WOLFERT. Vacant ie- kaarten. De Nederlandsche spoorwegen hebben vol- gens de G. O., besloten, de vacantiekaarten dit jaar weder at te geven gedurende de maanden Juli, Augustus en September, tegen de bekende prijzen "an onderscheiden- lijk 4, 3 en 2 voor de drie klassen. Zij zullen, evenals vroeger, geldig zijn voor een reis van het station van afgifte naar een willekeurig ander station, hoe groot de af te leggen afstand ook zij. De vacantie kaarten van de Staatsspoor zullen geldig zijn op de in Nederland gelegen lijnen van deze maatschappij, de Nederlandsche Cen traal Spoorweg-Mij. en deNoord-Brabantsch- Duitsche Spoorweg-Mij.de vacantie-kaarten van de Hollandsche Spoorweg-Mp. alleen op de lijnen van deze Maatschappij. TER NEUZEN, 8 April 1914. Het weerbericht van bet meteorolo- gisch instituut te De Bilt van heden, luidt als volgt Hoogste barometerstaDd 764.0 Coruna. Laagste barometerstaud 733.5 Lerwick. Verwachting tot den avond van 9 April Matige tot krachtige Westelijke tot Zuid- westelijke wind, tijdelyk opklarend, later weer toenemende bewolking, waarscbijnlijk regenbuien, zelfde temperatuur. Door burgemeester en wethouders dezer gemeente is, daar zich na de eerste oproeping geen verdere sollicitanten hadden opgedaan, en twee hunner zich niet voor eene benoeming tot tijdeljjk ambtenaar disponibel stelden, benoemd tot klerk ter secretarie de beer J. P. Trjjsburg, agent van politie, tevens tijdelijk deurwaarder voor de plaatselijke belastingen. Hij werd thans ook defmitief in laatstgenoemde betrekking benoemd. Naar wij vernemen is het besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland, waarbij de jaarwedden van den burgemeester en den secretaris dezer gemeente met 200 werden verhoogd, en bepaald op f 1900, bij Koninklijk besluit goedgekeurd. -Deheer C. Bakker, onderwijzeraan school D te Sluiskil is als zoodanig benoemd aan de M. U. L. O. school te Sliedrecht. 32) „Zij was het: daar zijn goede gronden voor aan te voeren, al kende zij den schul- dige, wiens naam zij verzweeg!" „Haar broeder natuurlijk, Juan Norton, zooals in de courant te lezen staat". ..Zelfs dat is niet zeker". Bertha keek hem verbaasd aan. „Neen", zeide de graaf, „dal is niet be- wezen! Ik weet, dat mijn tante aan zijn onschuld gelooft". „Maar wie deed het dan?" vroeg Bertlia. „Ja, wie?" mompelde graaf Victor. „Wie was de moordenaar? Misschien zal men nooit de waarheid ontdekken?" „Dat zal u gelukken", zei Bertha metover- tuiging. „Ik geloof vast, dat alles aan het licht kornt, hetzij goed of kwaad. Eenmaal zal het oogenblik komen, dat alles word I op- gehelderd, wat nu nog duister voor uis!" Zij sprak deze voorspelling uit, als ware zij zeker dat deze vervuld zou worden, en hoe weinig tijds zou het duren, dat zij met een rilling aan deze woorden zou denken. Droefgeestig vervolgde hij „Men zou meenen, dat drie-en-twintig jaar geitoeg t'ijds zou zijn om zelfs de lievigste smart te laten uitslijten, maar voor mijn ar- me tante is de herinnering nog zoo aangrij- pend, dat zij er niet bedaard over kan spreken of denken. Wat ik er van weet, yer- nam ik van anderen. Tot mijn achttiende jaar wist ik er in 'tgeheel niets van. Mijn mama kan ik mij volstrekt niet herinneren en toch zoo ver mijn geheugen reikt, her- inner ik me een jong, vrouwelijk wezen, dat dikw'ijls over mijn bed stond gebogen en mij met tranen in de oogen kuste. Mijn mama had licht haar en een zeer witte huid, maar deze was donker van uitzicht. U zal me misschien voor sentimenteel houden, mij uillachen", zei hij met een zenuwachtig lachje, ,^nisschicn me een droomer noe- men, maar hier in mijn borst leeft iets, dat niet anders dan kinderl'ijke liefde voor mijn mama kan zijn!" Met aandoening keek ze hem aan en zeide „U uitlachen? Ik? Hoe kan u zoo over mij denken? Het is tegenwoordig een zeldzaam lieid, dat men met eerbied nog aan zijn moe der denkt, hetzij die reeds dood of nog in leven is. Hij keek haar lang aan, terwijl een ant- woord op zijn lippen scheen te zweven, doch hij zweeg. Toen hij eindelijk sprak was zijn toon geheel weranderd. „Wel, hoe zelfzuchtig van mij, dat ik u hier ophoud in die koude nachtlucht!" zeide hij. „Mag ik u mijn arm aanbieden? U mag geen minuut langer in de koude blijven". Zij gehoorzaamde dadelijk. Hij geleiddc haar tot aan haar hut, stond een oogenblik in twijfel, greep haar hand en sprak: „Ik bcgrijp zelf niet, lioe ik er toe kwam met u te spreken over iets, waarover ik zeker met niemand anders zou gesproken hebben. Gaarne betuig ik mijn hartelijken dank voor uw groote sympathie, miss Darrell!" Nu was zij alleen. In gedachten verdiept, zocht zij haar legerstede op. Beatrice sliep rustig voor de eerste maal, zoolang zij aan boord was zonder eenig vermoeden van de verraderlijke dingen, die rondom haar voorvielen. Bertha gevoelde zelfvex-- wijt. Handelde zij eerlijk? Handelde zij edel? „Arme Beatrice", mompelde zij, terwijl zij een kus op de wangen drukte van haar nieht, die in haar droom lachte. „Ik vrees, dat je niet gravin Norton wordt." Den volgenden morgen aan het ontbijtbe- merkte zij, dat haar neef Charles haar ver volgde met een blik, die niets goeds voor- spelde. Hij geleidde haar aan dek en begon onmiddellijk: „Wat hadt je gisteravond op zoo'nbuiten- gewoon laat uur met graaf Norton te ver- handelen?" „Ah!" riep Bertha „en hoe ben jij dat te weten geltomen? Kinderen als jij moeten op dien tijd rustig in hun bed liggen, in plaats van te spionneeren". „Ik heb niet gespionneerd, ik heb gesla- pen. Ik heb geen onrustig geweten, dal me op zoo'n onpasselijk uur uit mijn bed houdt." „Zoo! Hoe weet je het dan?" „Een postduif heeft me het nieuws aan- gebracht". „Ik zal je postduiven wat beters leeren doen! Kom, zeg het me ik beveel het je! „Wordt maar niet boos, klein tijgerin- netje! Ik weet het van den wachthebbenden officier". „Nu, doe hem mijn complimenten en zeg hem, dat hij zijne diensten aan andere zaten beter kan wij den". „Dus je ontkent het niet? Je bent met graaf Norton omstreeks middernacht op liet dek geweest?" „Ilt ontken nooit wat ik gedaan heb", ant- woordde zij met verachting. „Ja, tegen mid dernacht was ik aan het dek en in gezel- schap van graaf Norton." „Met graaf Norton alleen?" „Met graaf Norton alleen!" „Waarover heb jelui gepraat, Bertha?" Met ingang van 16 April a. 8. is de hulploods bp het Nederl. loodswezen te Vlissingen, P. M. Verheul, bevorderd tot rivierloods, met standplaats Ter Neuzen. Naar wij vernemen is door den beer L. T. van Hasselt ontslag genomen als secretaris der c.ommissie van toezicht op het middelbaar en van die op het lager onderwijs en heeft genoemde heer ook bedankt voor het lidmaatschap van deze commissies. Naar wp vernemen zal alhier op Vrpdag 24 April, ten overstaan van den notaris Le Nobel de veiling plaats hebben van 16 kavels bouwgrond, aan den nieuwen toegangsweg naar Ter Neuzen, aan de zpde van Axel. Ter gelegenheid van de jl. Vrpdag en Zaterdag te Haarlem gehouden honden- tentoonstelling werd, in de afdeeling Ara- bische windhonden (sloequis), de sloequi van den heer H. W. R. Kramer alhier bekroond met 2 eerste prijzen en een specialen prijs. Het gure en natte weer van deze dagen is geen bezwaar geweest voor de zwaluwen om hun zomerkwartier weder op te zoeken. Heden zocht een zwaluwer.paar het oude~nest aan ons bureau weder op. „Over meer dan ik goed acht le verlellen, mijnheer Stuart! Heeft u mij nog meer te vragen „Ja, nog iets! Heeft hij aanzoek gedaan om je hand?" „0 neen!" antwoordde zij met een na- tuurlijke zucht. „Zooveel geluk zal een miss Darrell niet ten deel vallen. De bruid van een graaf van een Norton! Wat eenide!" Met fonkelende oogen trad hij dicht voor haar. „Zou je hem nemen, als hij je ten huwe- lijk vroeg? Zou je hem trouwen, Bertha? want daar loopt het ten slotte toch op uit! „Of ik hem zou nemen?"' herhaalde zij en keek hem verwonderd aan. „Hem, den graaf? Beste Charles, als je verstandige vragen doet, wil ik je gaarne naar mijn beste venmogen antwoorden maar verschoon me van zulken onzin!" „Zou je 't doen „Ach, Charles, kwel me toch niet. Je vra gen zijn te dwaas. Laten we over het weer spreken, als je wilt, of over den schoonen morgen". Maar Charles liet zich niet afschrikken. „Bertlia, antwoord me op mijn vraag", klonk het weer. „Zou je de vrouw van graaf Norton worden, als hij je ten huwelijk vroeg?" Zonder een spier in haar gelaat te ver- trekken, keek Bertha den man aan, die al haar liefde bezat, en antwoordde bedaard: „Als graaf Victor Norton mij ten huwelijk vraagt, ja, dan word ik zijn vrouw1" De reeds vermelde studiereis van de leerlingen der Handelsschool en der derde klasse van de H. B. S. te Vlissingen naar de cokesovens alhier en de spiegelglasfabriek te Sas van Gent is thans bepaald op aan- staanden Vrpdag. Te Middelburg werd heden aanbe- steed het vernieuwen van palen in de zee- weringen te Vlissingen en aan de hoofden van het kanaal door Walcheren aldaar. Raming 16000. Minste inschrijver was de heer H. van Dongen te Dordrecht voor f 15150. Verder was ingeschreven door den heer A. Kuan te Ter Neuzen voor 15800. De heer C. A. Cammaert, arts, te Honte nisse, lid der Gezondheidscommissie te Hulst, doet de volgende mededeeling van de zijde dier commissie: Naar aanleiding van het feit, dat van ge- neeskundige zijde, de aandacht der Gezond- heidscommissie gevestigd werd, op een ge durende de laatste jaren veelvuldig voor- komende ernstige maagaandoening, waar- voor vermoedelijk aansprakelijk moest ge- steld worden het gebruik aan vreemde meel- soorten bij de broodbereiding, heeft deze commissie een uitgebreid onderzoek inge- steld. Aangezien het brood, als hoofdvoedsel zeer zeker bij den werkman, vooraan staat, en de bedoelde ziekelijke maagafwijking in ruim 90 van de 100 gevallen zich voordoet juist bij de werkende klasse der bevolking lag een onderzoek naar de samenstelling, van het brood voor de hand. Hierbij is de juistheid van het hier voorge- noemd vermoeden gebleken. Bij het voorloopig onderzoek van vcrschiH lende meelsoorten, afkomstig van verschei- dene leveranciers, werd bevonden dat al de genomen monsters sterk werkende schei- kundige stoffen bevatten, in staat om o.a. ernstige maagaandoeningen te veroorzaken. De commissie derhalve, meent als plicht te hebben, ook langs dezen weg de bevolking te waarschuwen tegen het gebruik van deze zoo schadelijke meelsoorten. Aan deze ernstige waarscliuwing voeg ik persoonlijk hier aan toe, dat het niet twij- felachtig is, met het oog op de onrustba- rende toename van het aantal lcankerlijders in Nederland, dat de bedoelde schadelijke voeding hierop van grooten invloed is. De kanker doet in Nederland van af heden niet meer onder voor de moorddadige eischen der tuberculose wijl beide ziekten gedurende 1913, ieder voor zich 7000 sLachtoffers ge- eischt hebben. Tengevolge de bloeiende krachtdadig voort- gezette tuberculose bestrijding, is hetsterfte- cijfer in Nederland in slechts enkele jaren, j gedaald van 10.000 op 7000. i Het is de vaste overtuiging der genees- kundigen, dat door een doelmatige voeding en oordeelkundige levenswijze in't algemeen het sterftecijfer aan kanker, nog gunstiger te bestrijden is dan de tuberculose. HOOFDSTUK XVIII. Twee dagen later kreeg men 'smorgens vroeg de Iersche kust in het gezicht, en omstreeks den middag kon men te Queens- town het anker laten vallen. Naar uit Nieuw-Namen aan Zei. ge- meld wordt, zal voldaan worden aan een lang door de bevolking dier burn t gekoester- den wensck, door de aafist.elling vau een Met een kreet van verrukking snelde Bertha de hut binnen, waar Beatrice nog lag te slapen, Ierland! Dat was ten minste een van de landen harer droomen. „Beatrice!" riep ze, „Beatrice! wordt wak- ker! Kijk eens naar» die geweldige rotsen!" „Ik zie ze al", antwoordde deze, ferwiji ze zich nog slaapdronken oprichtte en door het kleine ronde venster der hut keek; „maar wat is daar voor moois aan? Een massa kale rotsen dat is al!" Beatrice's zware beproeving was teneinde; zij Icon zich weer aan de medepassagiers vertoonen. In een bekoorlijk toilet kwam zij aan het diner en trippelde aan den arm van graaf Norton bij de raderkasten been en weer als iemand, die zijn rechten lier- neemt, na ze tijdelijk door anderen te heb ben laten waarnemen. Van dien maneschijn- avond en van 'tgesprek tusschen haar nicht en den graaf wist zij gelukkig niets. Detwe« behandelden elkaar met de gewone beleefd- heid, dat beduidde dus niets in haar oog. Zoodra zij het echter bemerkte, als de graaf het gezelschap van Bertha wilde opzoeken, dan wist zij dat dadelijk met fijne bereke- ningen te verhinderen. Hij moest haar al leen toebehooren en zij moest immers den verloren tijd inhalen. Zij was dubbel voorkomend en werd daar- in nog geholpen door papa Stuart, zoodat graaf Victor tot zijn eigen verbazing telkens weder aan de zijde van Beatrice geraakte. Bertha zag dit zeer goed en lachte er om. „Heden ik, morgen gij", mompelde zij. „Ik heb mijn deel gehad, nu ben jij aan de beurt". (Wordt vervolgd.) TER NEUZENSCHE COU RANT De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend dat eene Openbare Vergadenng van den Gemeenteraad zal worden gehouden op B»«n«lerd»sf den it April liSSS? des voor- middags ten 10 ure. Ter Neuzen, den 6 April 1914. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Burgemeester en Wethouders van TER NEl ZEN brenaen ter kennis, dat het kohier van de belasting op het honden van Honden No. 1 in deze gemeente voor 1914 in afschrift gedurende vijf maanden op de secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Ter Neuzen, 6 April 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van de gemeente TER NEUZENtt ■relet op het hesluit van Heeren Gedeputeerde Staten van don 15en Jul! 1844, no. 1 (Provmciaal blad no. 87), houdende mededeeling van sKomngs verlangen, dat de Ingezetenen aan de bepalingen der wet van den lsten Maart 1815 (Staatsblad no. 21), hetrekkeliik de viering van Zon- en Feestdagen, iaarliiks zullen worden herinnerd brengen mitsdi en den inhoud van voormelde wet ter kennis van de Ingezetenen dezer Gemeente, luidende als volgt Art. 1. »Bat op Zondagen, en op zoodanige Godsdienstige Feestdagen als door de Kerkgenootschappen van de Christelijke Godsdienst dezer Landen algemeen er- kend en gevierd worden, niet alleen geene beroeps- bezigheden zullen mogen verrieht worden, welke de Godsdienst zouden kunnen storen, maar dat in het algemeen geene openbare arbeid zal mogen plaats hebben, dan ingeval van noodzakelijkheid, als wan- neer de plaatselijke Regeering daartoe schriftelijke toeste.nrning zal geven.'' Art. 2. »Dat op deze dagen, met uitzondering van gennge eetwaren geene koopwaren hoegenaamd op markten, straten of openbare plaatsen zullen mogen worden uitgestald of verkocht, en dat Kooplieden en Win- keliers hunne waren niet zullen mogen uitstallen noch met opene deuren verkoopen." Art. 3. »Dat gedurende den tijd voor de openbare Gods- dienstoefening bestemd, de deuren der Herbergen en andere plaatsen alwaar drank verkocht wordt voor zooverre dezelve binnen een besloten kring der ge- bouwen liggende zijn. zullen gesloten zijn, en dat ook gedurende dienzelfden tijd geenerhande spelen, hetzij kolven, balslaan of dergelijke mogen plaats hebben.'' Art. 4. »Dat geen openbare vermakelijkheden, zooals Schouwburgen, publieke Danspartijen, Concerten en Harddraverijen, op de Zondagen en algemeene Feest- dagen zullen gedoogd worden zullende bet aan de plaatselijke besturen worden vrijgelaten hieromtrent eene uitzondering toe te staan, mits niet dan na het volkomen eindigenvan alleGodsdienstoefeningen. Art. 5. »Dat de Plaatselijke Politie zorg zal dragen, ten- einde alle hinderlijke bewegingen en gerucht in de nabijheid der gebouwen, tot de openbare Eeredienst bestemd, en in het algemeen alles wat dezelve zouden hinderlijk zijn, voor te komen of te doen ophouden." Art. 6. »Dat de overtredingen tegen de bepalingen van dit besluit naar gelang van persoon en omstandig- lieden, zullen gestraft worden met eerie boete van niet hooger dan vijf en twintig gulden, of met eene gevangenisstraf van niet langer dan drie dagen, voor de overtreders die buiten staat mochten zijn deze boete te betalen." Art. 7. »Dat bij een tweede overtreding de boete of straf zal verdubbeld worden, en wijders alle de te koop gelegde of uitgestalde goederen verbeurd verklaard, en de Herbergen of andere publieke plaatsen, voor een maand gesloten. »En dat door deze algemeene verordeningen alle daarmede niet overeenkomstige Provinciale of plaatse lijke Reglementen en inrichtingen zullen worden gehouden voor vervallen." Burgemeester en Wethouders, de aandacht der ingezetenen op de voorschreven bepalingen vestigende, noodigen dezelve tevens uit om door eene stipte in- achtneming derzelve, tot de nuttige en wijze be- doelingen van Zijne Majesteit mede te werken. En opdat niemand hiervan eenige onwetenheid zoude kunnen voorwenden zal deze worden afge- kondigd en aangeplakt, waar zulks binnen deze gemeente gebruikelijk is. Gedaan te Ter Neuzen, 6 April 1914. Burgemeester en Wrethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders der gemeente TER NEUZEN, Gelet op het Koninklijk besluit van den 2/ Juli 1887, (Staatsblad no. 141), regelende de verpliebting der ingezetenen tot het doen van ciangifte voor de bevo Iking sregistqrs, bepalende ondermeer het vol- gende Artikel 2. Zij, die uit een Nederlandsche kolonie, een over- zeesc'he bezitting of uit den vreemde hunne woonplaats overbrengen in eene gemeente binnen het Rijk, doen hiervan eene verklaring aan het gemeentebestuur, vergezeld van bet gebruikelijke getuigsclirift voor hen die uit de kolonien of bezittingen, van een paspoort, of reis- of verblijfpas .of andere door de politie deugdelijke erkende bewijsstukken yoor hen die uit den vreemde komen. Deze verklaring geschiedt binnen 66ne maand na bun aankomst in de gemeente. Art. 3. De kennisgeving in het vorige artikel vermeld gaat vergezeld van de noodige opgaven om in de bevol- kingsregisters te worden ingeschreven. Art. 4. Zij die hunne werkelijke woonplaats binnen het Rijk verlaten om die over te brengen naar eene Nederlandsche kolonie, eene overzeesche bezitting ot naar den vreemde, doen hiervan eene verklaring aan het bestuur der gemeente, welke zij verlaten. Art. 5. Zij die hunne werkelijke woonplaats uit eene ge meente van het Rijk naar eene andere gemeente overbrengen, doen hiervan eene verklaring aan het bestuur der gemeente, die zij verlaten en waar zij in het bevolkingsregister zijn ingeschreven met opgaaf der gemeente, waar zij wenschen zich te vestigen. Zij ontvangen een kosteloos getuigschrift van ver andering van werkelijke woonplaats Art. G. Ter plaatse, waar zij hunne werkelijke woonplaats overbrengen, doen zij uiterlijk binnen eene maand na hunne aankomst eene verklaring aan het gemeente bestuur, met overlegging van het getuigsclirift in het vorige artikel vermeld. Art. 7. Elk hoofd van een huisgeztn geeft uiterlijk binnen eene maand kennis aan het gemeentebestuur van ieder lid dat in het huisgezin wordt opgenomen, of daar uitgaat, inwonende dienst- en werkboden daar- onder begrepen. Omtrent die kennisgeving geidt art. 3. Dezelfde kennisgeving gesphiedt door afzonderlijk levende personen, wanneer zij andere personen in hun huisgezinnen opnemen. Bestuurders van instellingen, gestichten en inrich tingen, niet staande onder bestuur of toezicht van het openbaar gezag, waar personen, onder eenig bestuur samen wonen, geven maandelijks aan het gemeente bestuur kennis, van alle personen, die in de samen- woning zijn opgenomen of daarvan zijn uitgetreden. De verplichting vervalt, wanneer langs een anderen weg de vereischte kennisgeving voor het bevolkings register gedaan is. Art. 8. Onverminderd de bovenstaande voorscbriften is een ieder, door het gemeentebestuur daartoe opgeroepen, verplicht tot liet doen der opgaven, die vereischt worden om de bevolkingsregtsters in te vullen. Art. 9. Overtreding der bepalingen van dit besluit wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen. of geldboete van ten hoogste honderd gulden. Maken de ingezetenen op het vorenstaande opmerk- zaam met dringende aanbeveling om de daarm ver- vatte verplichtingen stipt na te komen, teneinde zicli voor de toepassing der bedreigde straffen te vrijwaren. Gedaan te Ter Neuzen, den 6 April 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1914 | | pagina 1