Ter Neuzensche Courant - Donderdaa 26 Maart 1914. 54" Jaargang.
No. 6049.
PWEi"SIX^SI SXjJLID.
gemeenteraad van ter neuzen.
Vergadering van Donderdag 19 Maart 1914.
Vo^.zitter de heer J. Huizinga, burgemeester.
Janwezig de heeren Visser, Dees, Moggrd,
De Jager, R. Scheele, Lensen, De Feijter, De
Bruijne, Donze, Eijke, Van Borssum Waalkes en
D. Scheele.
Afwezig de heer Wieland.
(Vervoi.g.)
19. Ontheffing belastingen.
De voorzitter stelt namens burgemeestei en
wethouders voor, in verband met desbetreffen e
erzoeken, afschrijving te verleenen:
a. wegens hoofdelijken omslag over 1913 aan:
I A* Breijaert lot een bedrag van /0,60;
f b wegens schoolgeld over 1913 aan: A. C.
't Glide tot een bedrag van 3,16, M. Harms Rz.
/2 55 F. van Damme 0,50, Jan Machielsen
f F35' S. Smidt f 1,68.
c' wegens schoolgeld over 1914 aan: K. Fraij
tot een bedrag van /5,25.
Mel algemeene stemmen wordt aldus besloten.
20. Wijziging begrooting Burgerlijk Armbe-
stuur voor 1913.
De Voorzitter deelt mede, dat door het Biu-
jierliik Armbestuur machtiging wordt gevraaKO
om in de begrooting van dat college voor 1913
af te schrijven van de navolgende posten: be-
decling in geld 227.11, kleeding 35.91, be-
graleniskosten /50, drukwerken /5.90, onvoor-
ziene uitgaven 123.56, samen 442,48 en dat
bedrag over te schrijven op bestedingskosten.
Burgemeester en Wethouders stellen voordeze
machtiging te verleenen.
Met algemeene stemmen wordt aldus besloten.
21. Voorstel van de heeren Moggre e.a. be-
iretfende toepassing der verordening op het hei-
fen van leges.
De voorzitter stelt thans aan de orde het voor
stel van de heeren Moggre, De Jager, N an Bors
sum Waalkes en D. Scheele, daar toe strekkende
om de inlichlingen voor het publiceeren van de
opgaven van den burgeriijken stand in de bladen,
zooals dat tot hiertoe geschiedde, aan de plaatse
lijke bladen kosleloos uit te reiken.
Burgemeester en wethouders geven naar aan-
leiding daarvan te kennen, dat bij aanneming
van het voorstel naar hunne meening een pri
vilege in het stuk van belasting in het leven
zou worden geroepen, hetgeen door artikel 17.)
^.er Grondwet niet wordt toegelaten,
Voorts meenen zij te mogen opmerken dat
het algemeen belang in geenen deele wordt ge-
sohaad, wanneer de rubriek Burgeriijken Stand
voor zooveel deze gemeente betreft, in delokale
bladen niet wordt opgenomen; de opname van
deze rubriek geschiedt zuiver in het belang dier
bladen.
Het gaat huns inziens niet aan de secreuuie
eener gemeente als deze in meer of minder mate
gratis als een bureau voor bepaalde soortenvan
informaties te bezigen en op die manier van
den arbeid van het secretarie-personeel, dattocb
reeds met werk is overladen, te profiteeren.
Op grond van het vorenstaande meenen zij
aanneming van het voorstel te moelen ontraden
De heer Moggre geeft te kennen dat hij en zijne
mede voorstellers hun voorstel handhaven. Zij
achten het publiceeren van de opgaven van den
burgeriijken stand, en ook die van de verhui-
zingen, wat in den laatsten tijd geschied van
algemeen belang, en zouden, daar die pubhcee-
ring kosteloos geschied,- de bladen daarvoor v il-
len tegemoet komen.
De heer Waalkes oppert het denkDeeld om een
besluit te nemen dat die opgaven wekelijks zul-
len worden aangeplakt. Dan kunnen zij die er
belang in stellen er naar komen kijken en de
verordening zelf blijft in takt.
De heer D. "Scheele zou de gratis te verstrek-
ken inlichtingen ook willen uitbreiden tot de
rubriek van ingekomen en vertrokken personen.
Dat vooral vindt hij een rubriek in het algemeen
belang, velen kunnen daarvan nut en voordeel
trekken.
De heer De Jager merkt op, dat ook zou kun
nen worden voorgesteld, om het geheele artikel
in te trekken, dan schept men zeker geen privi
lege. Het heeft hem overigens sterk verwonderd,
dat de verordening is goedgekeurd, aangezien
in de Gemeentestem, in antwoord op een vraag,
ongeveer eenzelfde geval betreffend, werd te
kennen gegeven, dat op de inlichtingen van den
burgeriijken stand geen leges kunnen gegeven
worden, maar dat de ambtenaar vrij is, deze te
geven. Hij meent ook nog dat, wanneer de raad
bij de behandeling had ingezien dat 21/2 cent per
inlichting zou moeten worden betaald, het voor
stel niet zou zijn aangenomen.
Hij vraagt of er geen andere weg is, om aan
de bedoeling van het voorstel gevolg te geven,
wanneer dan legen het voorstel zelve bezwaar
bestaat. Het is een algemeen belang, dat de op
gaven van den burgeriijken stand publiek wor
den. Velen stellen er belang 'in om te weten wie
er trouwt, sterft, waar kinderen geboren worden
en hij vindt het bezwarend dat de bladen voor
de daarvoor noodige inlichtingen nog moelen
betalen.
Er wordt gezegd dat de ambtenaren daar werk
door hebben te verrichten, maar de ambtenaren,
die er noodig zijn om uitvoering te geven an"
de verschillende welten en beslui ten, worden ten
slotte toch betaald met geld door de ingezetenen
bijeen gebracht. Kan het niet anders dan zou
hi] liet geheele artikel er maar willen uitlichten.
De heer Lensen acht het voorstel van den heer
Van Borssum Waalkes, om de opgaven eenmaal
per week aan te plakken, niet kwaad. Daar kan
iedereen ze zien, ook de couranten en er af-
schriften van maken als ze dat noodig oordeelen.
Dan is de kwestie van de baan.
De heer De Jager wijst er op, dat die uitgaven
algemeen gratis worden verstrekt. Waar zou
het echter heen moeten als al de omliggende
gemeenten het voorbeeld van ler Neuzen eens
gingen volgen en voor die opgaven een 10 tot
15 gingen vorderen?
De heer Dees kan niet begrijpen dat de heeren
in deze zoo angstvallig zijn. De pers wordt toch
in geen geval verplieht om die rubriek op te
nemen, er i s zelfs al gebleken dat het gevorderde
bedrag geen bezwaar is, om die opgaven op te
nemen, ze vinden daarin vergoeding in het aan-
tal abonnees. Hij weet zeer goed, dat vooral de
vrouwtjes er over het algemeen zeer op gesteld
zijn, dat de burgerlijke stand wordt opgenomen,
toen die eenige weken niet geschiedde zeide zijne
vrouw al gauw: „ik zou die courant dan maar
opzij zetten!" De bladen hebben er juist groot
belang bij, dat ze die opgaven kunnen krijgen.
Hij acht het opnemen niet een direct algemeen
belang, maar een belang voor de bladen en als
ze niet worden opgenomen zullen de uitgevers
dat zelf spoedig ondervinden. Hij ziet dus niet
in, dat er bezwaar tegen kan zijn om voor het
verkrijgen van die inlichtingen, die voor parti-
culieren waarde hebben, ook iets in de gemeente-
kas te offeren.
Hij haalt wat het nut van het lieffen van leges
voor die inlichtingen betreft, nog als voorbeeld
aan, dat iemand op de secretarie kwam, vragend
om 8 inlichtingen, die hij voor zijn persoon
wenschte te hebben, en waaraan, om die te ge
ven, een ambtenaar zeker drie kwartier werk
zou hebben gehad. Toen hij echter hoorde dat
hij daarvoor 10 cent per stuk zou fmoeten betalen,
zag hij er van af. Men kan zich geen denkbeeld
vormen van het aantal inlichtingen dat op die
wijze werd gevraagd. De verordening is nu een
maal goedgekeurd en het zou hem spijten,
wanneer er weer eene verandering in werd aan-
gebracht, of wel dat ze zou worden ingetrokken.
De heer Moggre zou de verordening willen
laten bestaan maar de besproken inlichtingen
aan de plaatselijke bladen verschaffen omdat op-
name daarvan is in het algemeen belang.
De voorzitter acht het niet verstandig om in
deze zoo nadruk te leggen op het algemeen be
lang, daar naar zijne meening hier meer het be
lang der bladen bij betrokken is.
Er is gezegd: de ambtenaren worden betaald
uit het geld door de ingezetenen bijeengebracht.
Dat is juist, maar art. 238 der Gemeentewet laat
toe, dat voor diensten die door de ambtenaren
voor particulieren worden verricht, van ge-
meentewege eene retribulie mag worden geheven.
Er zijn wel vele ingezetenen die gaarne op de
hoogte zijn van de besproken opgaven, maar
toch kan er hier naar de meening van spreker
geen sprake zijn van algemeen belang, hoogstens
van een belang van een bepaalde groep
menschen.
28)
Kijk e ens", riep Beatrice triomfeerend Zou
ik daarmee geen graaf kunnen veroverenEn
dan die paarlen! Kijk, hier zijn ze, prachtig
niet waar? Het is waar, paarlen worden alleen
bij huwelij ksplechtigheden gedragen, maar hoe
kon mijn goede papa dat weten? Zijn ze met
mooi?"
In een doosje, dat met blauw atlas gevocid
was, lagen drie snoeren volmaakt schoone paar
len, verder oorbellen en armringen.
Hoe mooi!" herliaalde Bertha. „Werkelijk
fra'ai! Wat ben je toch gelukkig, Beatrice!
Waarom? Om die paarlen"? Wel. lieve he-
mel, later heb je zelf ook diamanten en sieraden
in overvloed. Hoe ben je vanavond gekleed?
Bertha moest onwillekeurig lachen.
Ik heb bijna niets. Mijn voorraad bestaat uit
een enkele eenvoudige japon van wit mousse-
line, en dat zal in die zee van licht, tusschen
a,l die nieuwe baltoiletten, zeker heel melig
schijnen."
„Gekheid! Mousseline past juist voor J°nge
meisjes van achttien jaar. Ik droeg het ook den
Wat de opmerking van den heer Scheele be
treft, omtrent de opgaven van verhuizingen,
merkt spreker op, dat, wanneer een abonne-
ment voor het ontvangen van inlichtingen ge-
nomen wordt, ook die opgaven daaronder be-
grepen zijn.
Als men den weg op ging, dien de heer
Moggre aanwijst: de verordening in takt laten
rhaar aan de bladen de inlichtingen geven, dan
zou men in strijd komen met art. 275 der Grond
wet, want dan zou men voor de uitgevers van
dagbladen een privilege scheppen, dat boven-
dien een onrecht zou zijn tegenover andere inge
zetenen. Het voorstel der heeren, zooals het daar
iigt, is onuitvoerbaar. Spreker wil niet beweren
dat er niet iets op zou te vinden zijn, maar dan
moet er toch een andere redactie aan gegeven
worden.
Bovendien, dan zou men zich niet kunnen be-
palen tot de plaatselijke bladen, dan zouden ze
in het algemeen moeten worden verstrekt, want
dun kan de Middelburgsche Courant, De Zeeuw,
Zelandia en meerdere bladen er ook 0111 vragen,
welke men dan alle zou moeten helpen.
Wat het denkbeeld betreft van den heer Waal
kes, waar ook de heer Lensen wel wat voor
voelde, om de opgaven om de acht dagen aan
te plakken, teneinde aan de bladen tegemoet te
komen, opdat deze ze dan zelf zouden kunnen
opnemen, daaromtrent is de vraag gewettigd of
de arbeid dan wel zou wettigen het bedrag dat
er mede bespaard werd. Dat zou ook op de
secretarie een heeleboel werk veroorzaken, want
dan kan men niet volstaan met dat op 1 plaats
aan te plakken, dat moet dan op verschillende
plaatsen in de gemeente geschieden en als dan
iedere week een aantal van die lange lijgten daar
voor moeten worden geschreven, kan daarvoor
alleen wel een ambtenaar meer worden aange-
steld. Daarom moet spreker -dit ook ontraden.
De vraag en het antwoord in de Gemeente
stem, door den heer De Jager aangeliaald, zijn
aa spreker ook bekend. Wekelijks worden
daarin dergelijke vragen gesteld, Waaraan veelal
ten grondslag ligt de bedoeling: hoe komt men
ergens doorlieen. Hij meent dat de heer De
Jager in dit opzicht zaken met elkaar verwart.
Er werd gevraagd mag de ambtenaar van den
burgeriijken stand gratis inlichtingen uit zijne
registers verstrekken.
Hier worden inlichtingen gevraagd uit de re
gisters van den burgeriijken stand en de bevol-
kingsregisters.
De ambtenaar van den burgeriijken stand
moet volgens de wet de registers stellen ter
beschikking van het gemeentebestuur, voor het
bijhouden van het bevolkingsreglster. Overigens
mag de ambtenaar (daaruit geen inlichtingen
verstrekken, dan .overeenkomstig de daarvoor gel-
dende wettelijke bepalingen, d.i. door het afgeven
van extracten uit die registers.
Wat de bevolkingsregisters betreft, de zorg
daarvoor is volgens koninklijk besluit van 1887
(Stbl. no. 140) opgedragen aan burgemeester en
wethouders. Dat college heeft daarover te be-
schikken, en alleen met hunne toestemming kun
nen daaruit inlichtingen worden verstrekt. De
raad kan besluiten dat voor het verstrekken
van die inlichtingen eene retributie zal geheven
worden, en ondanks dat raadsbesluit zijn burge
meester en wethouders niet verplieht, aan ver-
zoeken om inlichtingen gevolg te geven. Mocht
de raad dus de retributie intrekken, dan zou
daarvan allicht het gevolg kunnen zijn, dat bur
gemeester en wethouders geen inlichtingen uit de
bevolkingsregisters meer geven.
Waar op het oogenblik uit de getroffen rege-
ling niet gebleken is, dat deze aanleiding geeft
tot moeilijklieden, moet spreker aanneming van
het voorstel der heeren Moggre c.s. ontraden.
De heer D. Scheele hoopt, dat de raad er wel
op in zal gaan. Hij ziet niet in, dat het opplak-
ken van die opgaven zoo'n groot bezwaar met
zich zou brengen, want dat het op meerdere
plaatsen zou moeten geschieden, is niet noodig.
Dat zal z.i. geen buitengewOne kosten mee-
brengen.
De voorzitter blijft dit ontraden. Hij noemt
die oplossing een halve oplossing, dat lijkter
naar of men niet lieelemaal neen, maar ook
geen ja zou durven zeggen. Hij zou de bepaling
nu maar eens een jaar laten werken, te meer,
waar, zooals hij reeds opmerkte, de opgaven
nu toch worden geplubiceerd.
eersten avond, dat ik op eene partij kwam. an-
avond eindigt mijn een en twintigste jaar; is het
niet verschrikkelijk? Ik moet zorgen, dat ik voor
het eind van het jaar een passende partij ge-
vonden heb. O ja, ik heb nog een toilet van
granaatkleurige zijde; het paste mij niet goed
bij mijn teint, daarom heb ik het slechts een
maal gedragen. Dat zal je prachtig kleeden en
de kamenier kan er wel aan veranderen, wat je
Maar Bertha, je bent toch niet boos?" vroeg
zij, toen zij bemerkte hoe hare niclit kleurde.
„Je vergist je in mij, Beatrice! Ik geloof wel
dat je bedoeling goed is, maar als mijn mousse-
linen kleed mij past, dan draag ik het en zoo
niet, dan blijf ik op rnijne kamer maar nooit
neem ik eene aalmoes aan."
„Hemelsche goedheid!" riep Beatrice uit, „een
aalmoes? Ik denk er niet aan, ik bedoelde het
werkelijk goed. Als ik tegenover graaf Norton
ook maar niet eene fout bega, die al mijne
schoone droomen vernietigt."
De dag verliep nog al vlug. Na eenige inkoo-
pen te hebben gedaan, keerde men naar huis
terug en gingen Bertha met mevrouw Stuart en
Beatrice aan tafel. Na afloop daarvan gingen zij
naar haar kamers om zich te kleeden voor de
soir6e.
„Verwacht mij niet bij de ontvangst uwer
gasten", zeide Bertha. „Ik zal onbemerkt bin-
nensluipen, als alle zalen gevuld zijn."
Zij wees alle aangeboden hulp af en kleedde
zich geheel alleen. Hare mousselinen japon was
werkelijk uiterst eenvoudig, maar toch de
gouden halsketting met kruis van haar mama,
die oorbellen en armringen van echt koraal in
goud gevat en haar rijk, bijna zwart haar, dat
in een wrong aan het achterhoofd bevestigd was
dit alles deed hare schoonheid op het voor-
deeligst uitkomen. Weldra kwam Beatrice bij
haar! Zij had eene japon van roosldeurige zijde
met een sleep van anderhalven meter lengte en
een prachtig kapsel met witte camila's er in, een
waar kunslstuk naar den laatsten smaak.
„Wel, zie ik er goed uit? Die schakeering tus
schen perzikbloesem en aardbezien glace is
mooi, nietwaar? Maar wat zie je er lief uit!
Ik herken je bijna niet! Daar kan een blondine
als ik niet tegen op."
Even vroolijk als zij gekomen was, ging ze
weer heen.
Bertha was alleen. Zij ging aan het venster
zitten en keek naar buiten naar de drukte, van
de wereldstad, die New-York heet. Het eene rij-
tuig volgende op het andere en allengs maakte
een gevoel van kleinheid zich meester van haar.
De oude ontevredenheid kwam weer boven en
het alleen zijn verdroot haar. Daar werd plotse-
ling aan de deur geklopt en Theresia, de kame
nier, kwam binnen met een fraaien ruiker van
witte en roode rozen. K e
De heer Lensen is, na de verkregen toelich-
lingen, wel eenigszins van meening veranderd.
Indien dat privilege aan de bladen wordt ver-
leend, komt men in een verkeerde verhouding
tegenover anderen, die ook eenigermate in liet
algemeen behmg inlichlingen noodig hebben, b.v.
een notaris. Hij zal zich neerleggen bij het
voorstel van burgemeester en wethouders, om
het te laten zooals het is.
De heer De Jager zou er veel voor gevoelen
om het artikel er uit te lichlen, maar, dan
komen de bevolkingsregisters onder het gezag
van burgemeester en wethouders, die dan, vol
gens de verklaring van den voorzitter, inlich
tingen zullen weigeren te geven. Hij vindt het
evenwel sneu, dat het artikel door den raad
is goedgekeurd.
De voorzitter wijst er op, dat het toch niet
iets nieuws is, het heffen van rechten op
leges bestond reeds en is alleen uitgebreid.
liet voorstel der heeren Moggre c.s., in stem
ming gebracht, wordt verworpen met 7 tegen
5 stemmen. Voor stemmen de heeren De Feijter,
Waalkes, D. Scheele, Moggrd en De Jager; tegen
stemmen de heeren Lensen, De Bruijne, Donze,
Eijke, Visser, Dees en R. Scheele.
22. Ontslagaanvrage van W. J. Noordhoek
als leeraar aan de hoogere burgersehool.
De voorzitter deelt mede, dat is ingekomen
een adres van den heer W. J. Noordhoek, om
hem, in verband met zijne benoeming tot leer-
aar aan de rijks H. B. S. te Goes, met ingang
van 1 September aanstaande eervol ontslag te
verleenen als leeraar in de Duitsche taal en
letterkunde aan de gemeente H. B. S. alhier.
Burgemeester en wethouders stellen, over
eenkomstig het advies van den inspecteur voor
het middelbaar onderwijs voor, het gevraagde
ontslag eervol te verleenen.
Aldus wordt met algemeene stemmen besloten.
23. Reclames hoofdelijken omslag.
Ter behandeling hiervan en van de daarvoor
aangehouden punten, schorst de voorzitter de
openbare vergedering, die overgaat in eene zit-
ting met gesloten deuren.
Na het wedcr openbaar jworden der vergadering
deelt de voorzitter mede, dat in de vergadering
met igeslolen deuren afwijzend is beschiktop eene
reclame tegen den hoofdelijken omslag van J.
van Silfhoud, welke is gehandhaafd in de derde
klasse.
Naar aanleiding van eene reclame van A. C.
M. Poppe te Hulst, tegen zijnen aanslag wegens
schoolgeld voor het meer uitgebreid lager onder
wijs, over het tijdperk September—December
1913 werd deze eene klasse verlaagd en geplaatst
in die wegens een inkomen van meer dan 2300
tot en met 3100, aanslag 18 in plaats van f 22.
Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde de
stemming over het voorstel van burgemeester en
wethouders om de beslissing op het adres van den
gemeente-ontvanger in verband met zijne sala-
risregeling, aan te houden.
De heer Visser vraagt, of het toch in de be
doeling ligt, daarop nog dit jaar terug te komen.
De voorzitter merkt op, dat het voorstel luidt,
om er nader over te beslissen, jzoodra de gegevens
der gemeenterekening over 1913 bekend zul
len zijn.
Het voorstel van burgemeester en wethouders
wordt aangenomen met algemeene stemmen.
Alsnu brengt de voorzitter in stemming een
voorstel van burgemeester en wethouders om
hun college te machtigen tot het oproepen van
een ambtenaar ter secretarie met diploma als
candidaat gemeente-secretaris, op een salaris van
600.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen
verworpen.
Daarop worden burgemeester en wethouders
met algemeene stemmen gemachtigd tot het op
roepen van een tijdelijk ambtenaar ter secretarie,
op eene jaarwedde van 450 en verder goedge-
vonden bij de behandeling der begrooting liierop
nader terug te komen, teneinde na te gaan wat in
deze de meest gewenschte weg zal zijn.
24. Omvraag.
a. De heer De Jager vraagt of de aan de graf-
delver Haak toegekende gratificatie ad 25 reeds
is uitgekeerd.
De voorzitter antwoordt ontkennend. Deze
„De vriendelijke groete van mijnheer Charles
en hij waclit u beneden aan de trap bij de bal-
zaal."
Bertha kleurde.
„Dank u, Theresia", zei ze, terwijl ze de
bloemen aannam. „Zeg aan mijnheer Charles,
dat ik dadelijk kom."
Zoodra de kamenier weg was, verborg Bertha
haar gelaat in den heerlijk geurenden ruiker,
waarvan elke bloem haar iets aangenaams toe-
fluisterde.
„Hoe oplettend" lispelde zij. „Hoe zou ik'tnu
maken, als hij er niet was?"
Zij koos een paar donkerroode bloesems, stale
die in haar kapsel, nam liandschoenen en waaier
en ging met een luclitigen tred naar beneden,
waar Charles Stuart haar wachtte en haar een
compliment over haar kostuum maakte met de
woorden
„Wel Bertha, ik moet eerlijk bekennen, dat ik
van mijn leven wel leelijker dames gezienheb!".
Op zijn arm leunende, bevond Bertha zich het
volgende oogenblik te midden van een schitte-
renden drom menschen in het gedruisch der
balmuziek.
Beiden dansten goed. Toen volgden de
dansen met de heeren, aan wie zij werd voorge
steld, zoodat Charles haar aan anderen moest
overlaten.
t. Bi (Wordt vervolgd.)