u J Binnenland. Ge i 1 I I F wil daarmede niet zeggen, of er misschien nim- mer een gelegenheid zal zijn, om de vereeniging schadeloos te stellen. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt aangenomen met algemeene stemmen. 7. Voorstel in zake het vaststellen van een rooilijn. a. De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders, en in overeenstemming met het advies der Gezondheidscommissie, voor, in ver- band met het voornemen van het Domein, om bouwterrein te verkoopen aan den nieuwen ver- bindingsweg van deze gemeente naar den pro- vincialen weg, de rooilijn te bepalen op 11 M. uit de as van den nieuwen weg. Hij voegt hieraan toe de mededeeling, dat volgens de voorwaarden waarop de bouwgrond zal worden verkocht, op minstens 2 M. afstand achter de rooilijn moet gebouwd worden, zoo- dat de straat 26 M. breed wordt. De heer Waalkes vraagt, of ook verder achter- uit mag gebouwd worden. De voorzitter antwoord bevestigend. De heer Waalkes vraagt of de eventueele koopers dan hun terrein ook met een hek mogen afsluiten. De voorzitter antwoordt dat voor die gevallen de bepalingen der bouwverordening zullen toe- gepast worden. Het voorstel wordt aangenomen met algemeene stemmen. b. In verband met de oprichting van een kan- tongerechtsgebouw op het voor dit doel afge- stane terrein naast de hoogere burgerschool, stelt de voorzitter namens burgemeester en wet houders voor rooilijnen vast te stellen als volgt: aan de zijde van de Smidswal op 8 M. uit aan de westzijde dier straat staande huizen, aan de zijde der hoogere burgerschool op 12,50 M. uit de uiterste gevelpunten van dat gebouw en voor den voorgevel aan de zijde der Markt eene lijn die, doorgetrokken zou loopen op een afstand van 6,50 M. uit den voorgevel van den linker- vleugel der hoogere burgerschool. Dit voorstel wordt aangenomen met algemeene stemmen. 8. Voorstellen tot verleenen van dispensatie van art. 10 der bouwverordening. a. Ingekomen is een adres van D. F. Daelman, te TerNeuzen, die daarin te kennen geef t dat hij zijn woon- en winkelhuis, staande op het perceel kadastraal in deze gemeente bekend sectie L no. 1414, gelegen aan de Dijkstraat no. 8, wenscht te vergrooten dat hierdoor het open erf achter zijn ge bouw, in verband met art. 10 der bouwveror dening, ongeveer 9 M2. te klein wordt; dat evenwel achter zijn erf is gelegen een rioolgang van de gemeente, ter oppervlakte van ongeveer 19 M2., welke nimmer kan worden bebouwd; redenen waarom hij den raad beleefd ver- zoekt, aan hem afwijking van art. 10 der bouw verordening toe te staan en aan hem vergunning te verleenen tot het verbouwen van zijn per ceel, overeenkomstig het nevens het adres in- gezonden grondplan. D.d. 27 Februari 1.1. is door adressant een adres ingezonden, waarin hij verzoekt het eerst ingezonden grondplan te willen ter zijde leg- gen, en dat te vervangen door het bij dat adres ingezonden nieuwe grondplan. Uit het rapport van den gemeente-bouwmeester hieromtrent blijkt, dat het te bebouwen gedeelte eene-oppervlakte zal hebben van 83,18 M2.,zoo- dat er voor open erf moet zijn een derde of 27,73 M2. Van het open erf achter de woning (het privaat afgetrokken) blijft echter maar over 18 M2. en de oppervlakte van den brandgang achter het erf 8,50 M2., zoodat de oppervlakte van het open erf achter de woning in totaal zou zijn 26,50 M2., dus nog ruim 1 M. te klein. Tlians is de oppervlakte van het open erf achter het gebouw pl.m. 34 M2. en wordt dus door de verbouwing van den winkel 14 M2. kleiner. De Gezondheidscommissie bericht naar aan- leiding van dit in hare handen gesteld verzoek dat tegen het verleenen van de door adressant gevraagde vergunning harerzijds geen bezwaar bestaat. De plaatselijke toestand in aanmerking genomen (het achter zijn erf zijn gelegen van een rioolgang der gemeente) komt het te klein zijn der onbebouwd blijvende ruimte weinig be- zwaarlijk voor. In verband hiermede stellen burgemeester en wethouders voor op het verzoek gunstig te be- schikken De heer Lensen vraagt, of het niet waarschijn- lijk is dat die gang ooit zal worden bebouwd. De voorzitter antwoordt dat dit nimmer zal geschieden, daar deze moet dienen voor brand- gang. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. b. Een adres van de weduwe P. J. van de Sande, te Ter Neuzerr, die daarin te kennen geeft, dat zij haar woonhuis gelegen in deze gemeente aan de Brouwerijstraat no. 10, wenscht te herbouwen, ter zelfder grootte als de thans bestaande wo ning; dat het erf achter de womng evenwel met voldoet aan art. 10 der bouwverordening; dat, wanneer het open erf wordt vergroot, de woning daardoor voor het gebruik minder doelmatig zou worden redenen waarom zij den raad beleefd ver zoekt, aan haar, in verband met art. 10 a der bouwverordening, afwijking toe te staan, en haar vergunning te verleenen tot het herbouwen van de woning overeenkomstig de aan burgemeester en wethouders ingezonden teekening. Het perceel is groot 50 M., het bebouwde ge deelte ongeveer 41,50, de oppervlakte van het erf dus pl.m. 8,50 M2., terwijl dat moet zijn 13,84 M2. De Gezondheidscommissie, gezeteld te Ter Neuzen, in wier handen dit verzoekschrift is gesteld, bericht dat het haar ongewenscht voorkomt de vergunning, zooals die gevraagd wordt, te verleenen. De open ruimte achter de woning zou zoo klein worden, dat, de plaatse lijke omstandigheden in aanmerking genomen, een minder goede toestand zou ontstaan. Zij geven mitsdien in overweging dat de ver gunning slechts zal worden verleend onder voorwaarde, dat het oude waschhuis worde af- gebroken, waardoor voldoende open ruimte zou ontstaan. De voorzitter deelt mede dat burgemeester en wethouders in afwijking met dit advies voor stellen de gevraagde vergunning wel te verleenen, onder voorwaarde echter dat de open ruimte op 10 M2. zal worden gebracht, waarvoor dan nog een stuk van de oude keuken zal inoeten worden weggenomen. Naar hij heeft gehoord, bestaat er bij adressante geen bezwaar om op die wijze eene oplossing te vinden. Daar het hier verbete- ring van een bestaanden toestand betreft, vinden burgemeester en wethouders vrijlieid tot het doen van dit voorstel. De heer D. Scheele acht het een groole ver- betering voor de straat, als dat oude gebouwtje verdwijnt en door een nieuw wordt vervangen. Verschillende leden stemmen daarmede in. De heer Waalkes vraagt of adressante niet met een kennisgeving aan burgemeester en wethouders had kunnen volstaan als zij het per ceel eenvoudig had verbouwd, in plaats van het geheel nieuw op te trekken? De voorzitter kan dat zoo niet terstond beoor- deelen, maar merkt op, dat burgemeester en wethouders juist daarom meenen, in zulke ge vallen, waar de plaatselijke toestand geen ver- andering toelaat, en men toestanden wil ver- beteren, iets toegevend te zijn, en niet te vast aan de bepalingen te houden, daar de menschen anders toch allerlei gaatjes gaan zoeken om daaraan te ontkomen. De heer Waalkes acht dit eene verbetering. De voorzitter meent dat dit ongetwijfeld het geval is. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt aangenomen. 9. Vermindcring van den omvang van het onderwijs op de M. U. L. O. school. De voorzitter merkt op, dat de leden kennis dragen van de correspondentie, die gevoerd is met den districtsschoolopziener, den heer Hee- ringa, en de Commissie van toezicht op het lager onderwijs, voor wat betreft het schrappen van het vak fraaie liandwerken op de school voor meer uitgebreid lager onderwijs. Naar aanleiding daarvan stellen burgemeester en wethouders thans voor, te besluiten als volgt: De gemeenteraad van TerNeuzen, overwegen- de, dat op de school voor meer uitgebreid lager onderwijs de vakken, vermeld onder de letters aq, s en t van art. 2 der wet tot regeling van het lager onderwijs moeten worden onderwezen; dat het aantal lesuren voor de vakken aq en s reeds bedragen in klasse een 31, in klasse twee 32 en in klasse drie 35; dat genoemde school feitelijk is gelijk te stel len met de voorbereidende en de eerste en twee- de klasse van eene hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus; dat het vak fraaie handwerken, voor zoover hem bekend, op hoogere burgerscholen niet wordt onderwezen; dat het niet gewenscht is het aantal lesuren voor de leerlingen der school uit te breiden; besluit: in artikel 1 van het Algemeen reglement voor de school voor meer uitgebreid lager onderwijs en de gemeentelijke hoogere burgerschool te Ter Neuzen, vastgesteld den 20sten Augustus 1913, en gewijzigd den 9den October 1913, te doen vervallen „en t". En om burgemeester en wethouders te mach- tigen eene nieuwe oproeping te doen van sol- licitanten, alleen voor het vak nuttige hand werken. Dit voorstel wordt aangenomen met algemeene stemmen. 10. Voorstel in zake het verzoek om verhoo- ging van jaarwedde van den gemeente-ontvanger. Ingekomen is een adres van J. A. Klaassen, gemeente-ontvanger van- en wonende te Ter Neuzen, waarin deze te kennen geeft: dat de gewone ontvangsten in het dienstjaar 1912 ongeveer het bedrag hebben bereikt, dat, naar den maatstaf, opgenomen in het Provin- ciaal blad nummer 56 van 1872, aanleiding kan geven tot het verhoogen zijner jaarwedde als gemeente-ontvanger dat bij het afsluiten der rekening over het dienstjaar 1913 blijken zal, dat de bedoelde ont vangsten een bedrag van f 100.000 nabij komen; dat adressant bovendien beleefdelijk meent, onder de aandacht van den raad te mogen bren- gen, dat de hulp, tot wier aanstelling hij, krach- tens art. 15 zijner instructie, gerechtigd is en die een gedeelte zijner jaarwedde kost, beslist noodig is, om alle werkzaamheden, die eene goede administratie vereisclien, naar behooren en op tijd te kunnen doen geschieden; dat adressant verplicht was, op eigen kosten eene hulp aan te stellen, wilde, hij zekerheid heb ben, daarover ten alien tijde, zoowel onder als buiten de kantooruren, te kunnen beschikken; dat adressant vertrouwt, dat de raad de over- tuiging zal hebben, dat de werkzaamheden, aan de betrekking verbonden, niet zonder hulp kun nen worden verricht; redenen, waarom adressant zich tot den raad wendt, met het beleefd verzoek, eene billijke ver- hooging zijner jaarwedde te willen bevorderen en de tegemoetkoming, bedoeld in de laatste alinea van artikel 12 zijner instructie, te be palen op 150 'sjaars. Naar aanleiding van dit adres geven burge meester en wethouders te kennen, dat bij besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 10 Januari 1908, no. 9, deze gemeente, wat de regeling van de jaarwedde van den gemeente- ontvanger betreft, in de 6de klasse is geplaatst, omdat de gewone inkomsten der gemeente zich bewegen tusschen 50.000 en 100.000. De jaarwedden van de onlvangers varieeren van f 700 tot 1200. Uit de vastgestelde gemeenterekeningen blijkt, dat de gewone inkomsten van Ter Neuzen heb ben bedragen: Aannemende dat voor elk veelvoud van J 10.000 aan gewone inkomsten boven de 50.000 de wedde van den ontvanger 100 boven het J 700 dient te zijn, is het tractement van dien ambtenaar in 1910 terecht op 1100 gebracht. Het laat zich voorzien, dat de gewone uit- gaven over 1913 belangrijk meer dan 90,000 zullen bedragen en verhooging van de jaarwedde billijken. Zoolang het dienstjaar 1913 niet is afgesloten, vinden burgemeester en wethouders geen vrijheid den raad te adviseeren gedepu teerde staten van Zeeland in overweging te ge ven, de jaarwedde te verhoogen. Zij stellen den raad derhalve voor het adres van den ontvanger aan te houden tot de rekening der gemeente over 1913 door den raad voorloopig is vastge steld. Aan eene gunstige beschikking op het ver zoek, zou terugwerkende kracht kunnen worden toegekend tot 1 Januari j.l. De Voorzitter vraagt of er leden zijn die thans verder op deze zaak wenschen in te gaan. In dat geval zal hij, in verband daarmede gedaan verzoek, daarvoor eene commissoriale vergadering houden. Daar verschillende leden te kennen geven het verzoek en voorstel te willen bespreken, wordt besloten deze zaak aan te houden tot aan het eind der zitting, om die in de dan te houden commissoriale vergadering, verder te bespreken. (Wordt vervolgd.) E E R S T K A M E R. Vergadering van Dinsdag. Binnenlandsche Zaken. De heer Bergsma betoogt, volgens het ver sing der H. Crt., tegenover de meening van den Minister in diens tnemorie van antwoord, dat een reorganisatie van den Centralen Gezond- heidsraad noodig is, om verdere ontwrichting van het Staalstoezicbt op de volksgezondneid te voorkomen. Vervolgen* kwarn spreker op tegen de z. i. overdreven kritiek op het Bouw- en Woning- toezicht. Verder drong hij aan op betere regeling der rechtspositie van de onderwijzers, die te veel afhankelijk zijn, veelal, van het oordeel vau het schoolhoofd over hen. Daarom moeten de schoolopzieners bij het uitbrengen hunner ad- viezen aan de gemeentebesturen meer uit eigen oogen leeren zien. Spreker behoort tot degenen, die het, optreden van den Bond van Neder- landsche Onderwijzers in hooge mate betreuren, maar hij echt een der oorzaken van dat op treden dat zij, wien men de opvoeding van de jeugd toevertrouwt, zelf te weinig opgevoed zijn. De opleiding van de onderwijzers acht spreker te zeer gericht op het vak zelf, en hij zou wenschen dat de vooropieiding gelegd werd bij de H. B. Smet 3jarigen cursus of bij het M. U. L. O., terwijl de beroepskeuze tot een later jaar dan thans moest worden uitgesteld, en dat de vakopleiding ook uiterlijke beschaving zou omvatten. De heer Haffmans betuigt instemming met het voornemen des Ministers om de artikelen 121 en 122 der Gemeentewet (betreflende samen- voeging van gemeenten) te herzien, zijnde dit een urgente zaak. De heer Polak bepleit samenvoeging van een aantal kleine gemeenten in ons land. Hij acht zulks geen ingrijpen in de autonomie der ge meenten. Ook is wenschelijk meer samenwerking tusschen gemeenten op verschilbnd gebied van openbaar belang, met name vooral ten aanzien van de keuring van levensmiddelen. Hij zou die samenwerking wettelijk geregeld willen zien en haar verplicht willen zien gesteld. Ten aanzien van de burgemeesterlijke censuur op tooneelvertooningen betoogt spreker dat het bewuste artikel 188 der Gemeentewet zoo niet geheel verwrjderd, dan toch beslist gewijzigd moet worden. Tegenover den heer Bergsma verdedigt spreker bet optreden van den Bond van Ned. Oader- wyzers. Niet alle uitingen van dien bond keurt spreker goed, en ook hij zou zelfs wenschen dat aan den strijd van den bond het te veel peisooulijke karakter werd ontnomen, maar des- niettemin kan een bond, die als pionier ter verbetering van toestanden optreedt, niet steeds fluweeien handschoenen aantrekken, en valt voorts niet te ontkennen, dat de bond in zijn strijd tegen het hoofdschap van de school, 'net recht grootendeels aan zijn zijde heeft. Dat er ingrijpende veranderingen moeten komen in de verhoudingen op school staat vast, en die ver- andering moet hoe eer hoe beter komen. Verder bepleit spreker o.m. reorganisatie van ons teekenonderwijs, bespreekt het subsidieeren van orkesten, dat hjj niet alleen wenschelijk acht voor orkesten van beteekenis in de groote steden, maar evenzeer voor provinciate orkesten. Het woningbetoog van den heer Van den Biesen bestrijdt spreker als overdreven. De heer Van der Does de VVilIebois pleit voor meer eenheid in de werking van den openbaien gezondheidsdienst. Deze spreker ver dedigt de tooneelcensuur door burgemeesters. iSa de pauze was het woord aan den heer v. d. Berg, die zich verdedigt tegen de aanvallen in en buiten de Kamer tegen hem gericht, naar aanleiding van het door hem uitgevaardigde verbod tot opvoering van de Spaausche Vlieg. Hij acht zich geroepen als burgemeester artikel 188, alinea 2 der Gemeentewet, volgens zijn ambtseed, te goeder trouw toe te passen, zooals hij zoo vele andere artikelen dier wet, ook die hij anders zoa willen geredigeerd zien, moet toepassen. Te zijner rechtvaardiging deelt spreker onder hilariteit, den inhoud van het stuk mede. 'tis een opeenstapeling van zedeloosheid en strafbare handelingen, die nog wel als klucht worden ge- presenteerd. Het stuk heeft geen enkele Iiteraire waarde, maar is niets dan hansworsterij, en spreker oordeelt, dat dergelijke stukken indirect en geheel nutteloos, zedeloosheid en het plegen van strafbare feiten aanmoedigen. Bovendien werden in dit stuk godsdienstzin en menscb- lievendheid bespot in de persoon vau de eenige fatsoenlijke vrouw, die deze deugden bezit. Spreker eindigt met te verkiaren, dat hij het verbod heeft gedaan geheel uit zich zelven en niet op verzoek van personen uit de Delftsche burgerij, en hij zal te Delft en in den schouw- burg aldaar blijven optreden zooals hij deed, overtuigd daarmee te handelen in den geest van het overgroote deel zijner burgeri). Hij is overtuigd dat zijn burgerij overigens te fatsoen- lijk is om htm opvoering te verzoeken van dergelijke zedelooze tooneelstukken. Dit in antwoord aan den heer Polnk, die vroeg hoe spreker zou handelen, als een deel der burgerij hem eens verzocht om dergeljjke stukken ten tooneele te laten komen. De heer Van Kol dringt aan op krachtige bestrijding van de tuberculose. Verder wil hij o. m. dat de Regeering met de wichel-roede naar water late zoeken. De Minister van Binnenlandsche Zaken, de sprekers beantwoordende, herhaalt dat bij hem in bewerking is, het inderdaad urgente ontwerp om het cooperatief optreden van gemeenten mogelijk te maken. lie Minister zal er spoed mee maken. Inzake de censuur op tooneelstukken ver- wijst de Minister naar zijn reeds in de Tweede Kamer uiteengezet standpunt. Dat aan de Woningwet fouten aankleven, ont- kent de Minister niet. Wanneer de Minister er toe komt om een herziening van de opleiding van onderwijzers ter hand te nemen, dan zal hij daarbij gaan in de door den heer Bergsma aangegeven richting. Want ookbij den Minister weegt een goede opleiding zwaarder dan het afleggen van een examen. De Minister verzekerde, dat al wat financieel mogelijk zal zjjn, door hem gesteund zal worden in het belang van de lichamelijke opvoeding. Door ook aan orkesten in de provincie subsidie toe te kennen al valt daarvoor theoretisch iets te zeggen, zou de spoeling te dun worden. Uit h //A. 0. I blijkt, da rekening, a f 13,5£ Hiervan 55,000 deze sche te boek aandeelhc dividend is, terwij toegevoeg Bij Zuid-Ned Neuzen, exploitatii j. 840S (39,290), s.s. Elisal schreven dividend groot I Vol is in de j het kana tusschen 13 d.M. 1 De naar aau ontstaan dijksverzw laatste 10 schap //d' tusschen Aldaar van 0.20 jrond me nat weg, >ehalve 1 noemde h ezoding Met d( kangevang voltooid z - Voo icte-exam langeweze voor Ni Middell Waandi voor r< Velle bei voor tei Watte: voor aa n J. de voor g' W. va: voor k< iotterdam e Meyer voor on iddelbur voor zi ijsen te voor v: raaf, bei voor v lej. M. J R rrondisi Bij bev i rechtsir igeti P. oren te acht van - Na rafzaken V., ou< erdacht e Hulst, racht. TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag. Interpellatie-Troelstra. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten het door den heer Troelstra gevraagd verlof, den Minister van Marine te mogen interpelleeren over diens maatregelen tor, verbetering van den geest onder het marinepersoneel te verleenen. De heer Van der Voort van Zijp wenscht aan de lijst van te behandelen ontwerpen toe te voegen het ontwerp stuwadoorswet. Op voorstel van den heer De Meester wordt met 38 tegen 28 stemmen, links tegen rechts, besloten, dienomtrent Woensdag te beslissen. De vergadering wordt verdaagd tot Woensdag 11 uur. Zaterda: en ongei iren was Hierdoc Jggeld k aeveelhei aar jaai ity of Een el van c vaard wi Heus 1 t ziende eneens Ifvoldoei J I y - ,1 over 1912 92.543.31, 1911 ,,88.831.16, 1910 89.571.77, 1909 86.383.27i/o, 1908 „82.010.44i/2,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1914 | | pagina 6