I Gemengde berbhten. Nederlandsch Tooneel te Gent* Groote Schouwburg te Gent. Gent Palace. (Nieuwe Girk). De kweliingen van aambeien maar voor de gebruikers van aangrenzend land veroorzaakt liet veel chagrijn. De heer De Ruijter is er niet zoo goed van op de hoogte, inaar meent, dat het achterste pad beter kan .worden opgeruimd dan het eerste. De heer Scheele noemt (het toch ook doel- matig. Hij kan maar .niet begrijpen, dat zelfs De .Moor op het verzoek geteekend heeft. Die heeft er voor zijn werkmenschen toch zeker belang bij. Als er op het land gewerkt wordt heeft men daar geen hinder van, maar de helft van het jaar wordt er op de liofstede ge werkt, en dan moeten \ze, om daar te komen heelemaal langs aen Vuilen Vinger rond gaan dat moet je niet uitvlakken! De Voorzitter geeft, evenals de heer De Ruij ter te kennen, van den toestand niet bepaald op de hoogte te zijn. De heer Dieleman wil nog zeggen dat er van het achterste pad weinig 'gebruik wordt ge- maakt, dan bij slecht Vveer, als men niet kan fietsen, om naar de kerk te gaan. En dan des zomers bij mooi weer, om er langs te kuieren, maar met dit laatste behoeft, naar hij meent, geen rekening te worden /gehouden. De heer Faas verklaart persoonlijk geen be lang bij het pad te hebben, daar hij het zeld- zaam gebruikt. Hij is pchter tegen opheffing. Men kan daartoe hier nu wel besluiten, doch dat is toch niet bindend, daar er dan door de men- schen die er wel belang bij hebben, bij Gedep. Staten kan geprotesteerd worden. Al wordt er hier tot opruiming besloten, daarom is het nog niet opgeruimd. De heer De Ruijter meent dat het dan toch al een lieelen klap beet heeft. De heer Scheele betoogt ook, dat het raads- besluit van beslissenden invloed is. De heer Faas voert hiertegen aan, dat elk voor zijn recht mag opkomen, .en dat het pad blijft voortbestaan is geen gunst die verleend wordt, dat er gebruik van kan gemaakt wor den is een verkregen recht, dat is eigendom geworden! Ieder moet toch meewerken om dat recht te handhaven. De heer Scheele stemt dat allemaal toe, maar houdt vol dat, als de Raad een besluil neemt om het pad weg te doen, dit dan ook, ondanks eventueel nog inkomende bezwaren, weg zal gaan. De Voorzitter brengt nu (het verzoek van A. Dees Jacz. in stemming. De heer De Ruijter weet waarlijk niet hoe hij stennnen moet. De heer De Klerk uit zich in gelijken geest. De heer Scheele wil buiten stemming blijven, daar hij er geen eind aan weet hoe deze zaak in elkaar zit, omdat degenen die bij het pad betrokken zijn als gebruikers zelf de opheffing vragen. De Voorzitter toont hem aan, dat hij volgens het reglement van orde zijn stem moet uit- brengen. De heer Scheele protesteert hiertegen, omdat men toch niet kan stemmen over iets waaraan men geen eind weet, maar verklaart ten slotte tegen te stemmen, daar hij in het algemeen tegen opruiming van voetpaden is. Ten slotte wordt het verzoek met 7 tegen 6 stemmen ingewilligd. Voor stemmen deheeren De Mul, De Ruijter, De Klerk, Dieleman, A. de Feijter en de Voorzitter; tegen stemmen dehee ren Faas, De Jonge, Wisse, Scheele en de Putter. Vervolgens komt in semming het verzoek van F. J. M. de Moor en anderen, betreffende het pad van den Reuzenhoek naar de Polder- straat. Dit wordt afgewezen met 7 tegen 4 stemmen. VToor stemmen de heeren De Mul, De Ruijter, Dieleman en de Voorzitter; tegen stemmen de heeren De Klerk, Faas, De Jonge, Wisse, Scheele, De Putter en A. de Feijter. Alsnu komt in bespreking het verzoek van F. de Putter Pz. betreffende opheffing van een 2>ad te Othene. Ter toelichting deelt de Voorzitter mede, dat van dat pad weinig gebruik gemaakt wordt, doch dat de mensclien over den weg van Dees gaan, wat wordt toegelaten. Nu heeft De Put ter te kennen gegeven, ;dat Dees goed vond, dat het voetpad op zijn weg wordt overge- bracht, waardoor dat op de weide van De Put ter kan vervallen. Burg, en Weth. hebben daar- van echter officieel van Dees geenerlei verkla- ring of kennisgeving ontvangen en maken daar om bezwaar, zonder dat, tot die verlegging van het op den ligger aangegeven pad te besluiten. Zij zouden wenschen dat de Putter te voren eene verklaring van Dees (overlegde. Na nog eene uitvoerige bespreking over den plaatselijken toestand aldaar, wordt met alge- meene stemmen goedgevonden het bestaande pad op te heffen, wanneer adressant het verlegt op zijn erf langs de haag. Hij kan het pad dan af- slui ten en heeft er dan heelemaal geen last meer van. In verband met die afsluiting wordt opgemerkt dat dit pad staat aangeteekend op eene breed te van 1 M. die beslist noodig wordt geoordeeld. De Voorzitter brengt thans ter sprake het onderhoud der voetpaden. Deze moeten volgens de bepalingen onderhouden worden naar den aard waarin ze bestaan. Nu bestaan de gronden hier over het algemeen uit zware klei, wat slecht materiaal is, om de voetpaden in goeden staat te houden. Hij zou wenschen een voorschrift te maken, dat de Ivoetpaden met zand of sin- tels moeten worden onderhouden. De heer Scheele weet niet, of dusdanig voor schrift veel effect zou hebben, daar het Pro- vinciaal reglement voorschrijft dat men voldoet, als de paden overeenkomstig den aard van den weg worden onderhouden. Met het anders voor te schrijven, zou men misscliien in moeilijk- heden komen. De heer De Ruijter merkt op, dat er zooveel paden niet meer zijn, misschien was het maar 'tbest, dat de gemeente die zelf onderhield. De heer Scheele ziet de noodzakelijkheid daar- van nog niet in. Hij merkt echter op, dat er in deze gemeente weinig goed zand is te vinden. De Voorzitter erkent dat, maar wijst er op, dat van gemeentewege sintels beschikbaar wor den gesteld voor het onderhoud der paden, die hebben de mensclien dus maar weg te halen. Slechts zeer enkelen maken daarvan gebruik. Hij zou hen zoo mogelijk willen verplichten daarvan gebruik te maken, opdat de paden deugdelijk zouden worden onderhouden. Nu wordt meestal de grond met een spade wat gelijk gestoken en als de menschen er niets meer aan doen sta je machteloos. In elk geva is voldoende ge- bleken, dat de gemeente niet onwillig is, tot hel- pen, door het beschikbaar stellen der sintels. 9. Omvraag. a. De heer De Jonge vraagt of de Voorzitter kan mededeelen het resultaat van de pogingen die door hem zijn aangewend, naar aanleiding van het in de geheime raadszitting met alge- meene stemmen genomen besluit, daar de ge- meentenaren met ongeduld verlangen verlost te worden van de aanwezigheid van hem, wiens blijven in de gemeente nog steeds de gemoede- ren in beroering houdt. De Voorzitter deelt mede dat hij, zooals was afgesproken een bezoek bij den Commissaris der Koningin heeft gebracht, en dezen den toe stand heeft medegedeeld. Zijne Excellentie heeft echter te kennen gegeven, dat hij in het mede- gedeelde geen aanleiding vond om in te grijpen en den gemeente-veldwachter Van Petegem te ontslaan. De heer De Jonge vindt dat nog al vreemd. De Voorzitter kent toch de resultaten van het in verband hiermede gehouden onderzoek. Hij heeft toch zelf met de verschillende personen gesproken. De Voorzitter erkent van alles op de hoogte te zijn, hij heeft dat alles dan ook aan den Commissaris der Koningin medegedeeld, maar deze vond daarin geen reden wat te doen. Spreker heeft er ook met den gemeente-veld wachter over gesproken en hem de verschillende schaduwzijden onder het oog gebracht, de gevol- gen die er uit zouden kunnen voortvloeien, als hij niet wilde medewerken om te werken in den geest zooals de Raad dat gaarne zou zien, maar Van Petegem verklaarde niet bereid te zijn in dien zin te handelen. paar deze zelf niet wil medewerken en de Commissaris der Koningin geen termen aanwezig acht om in te grijpen, kan er niets aan gedaan worden. De heer De Jonge vindt dat zeer treurig. Ieder is toch voldoende op de hoogte van de wijze waarop het tegenwoordig gaat, de Ieden weten alien, dat Van Petegem slecht zijn zaken doet. Des avonds ziet men hem nooit buiten. De bri gadier-commandant der rijksveldwaclit moet den politiedienst des avonds alleen doen. Van Pete gem ziet men dan niet buiten, of er moeten twee marechaussees bij hem zijn. Spreker noemt het treurig dat een politieman, die voor de orde en veiligheid van het publiek moet zorgen, zelf bewaakt moet worden, dat daarvoor marechaus sees moeten komen, wat dan door de gemeente moet betaald worden. Hij meent dat daarin toch zeker wel reden gelegen zijn om den gemeente- veldwachter te ontslaan. De Voorzitter merkt in de eerste plaats op, dat, wanneer de marechaussees hier op hun dienst in de gemeente komen, dit niet is voor rekening van de gemeente. Hem is daarvan althans niets bekend. En wat nu den dienst van Van Petegem aangaat, hij weet niet beter of de veldwachter voert die uit zooals het behoort. Hij laat regelmatig zijn boekje afteekenen en dan blijkt daaruit toch waar ,hij geweest is. Juist in verband met al het voorgevallene houdt spre ker tegenwoordig meer controle dan vroeger. Dat hij des avonds niet zou buiten komen is in strijd met het feit dat hij dezer dagen te onge- veer half zeven ure iemand heeft bekeurd we- gens het rijden zonder dicht. De heer De Jonge betoogt, dat alle leden van den Raad die op het dorp wonen, toch weten dat Van Petegem des avonds geen dienst doet. De Voorzitter stelt daartegenover dat uit de gegevens waarover hij beschikt niet anders blijkt, dan dat de dienst gedaan wordt zooals het behoort. De heer De Jonge komt terug op de verkla ring door den Voorzitter in de vergadering van 13 Januari 1.1. afgelegd, dat de marechaussees hier in den nacht van 26 op 27 December zou den gekomen zijn op last van Dr. Assies. Hij deelt mede dat Dr. Assies dan voor onjuist ver klaart, ergo blijkt daaruit dat de marechaussees hier zijn gekomen op verzoek van Van Petegem. De Voorzitter verklaart dat dit in strijd is met hetgeen Dr. Assies hem zelf heeft gezegd. Volgens eigene verklaring oordeelde Dr. Assies het noodig, dat terstond politie uit Ter Neuzen moest komen. Het is een moeilijke kwestie. De Commissaris der Koningin heeft in'deze alleen zeggenschap en als deze tusschenkomst weigert, kan er niets aan gedaan worden. De heer De Jonge meent, dat, als de Commis saris goed was ingelicht, hij wel andere maatre- regelen zou nemen. De Voorzitter geeft te kennen dat hij den Commissaris volledig heeft ingelicht en geheel op de hoogte der zaak heeft gesteld. Maar, wan neer men daaraan twijfelt, wil hij er op wijz'en dat de raadsleden den Commissaris toch ook we ten wonen en dat zij ook zelf naar hem toe mogen gaan. Misschien dat zij dan meer geloof zullen vinden dan spreker. Ze moeten dat dan maar eens beproeven. De veldwachter Van Pe tegem is ;ook naar 'den Commissaris der Koningin geweest, voor de raadsleden is de weg ook vrij. De heer Faas noemt hetgeen nu ter sprake is gebracht, een moeilijke zaak. Hij zou in verband met den algemeenen toestand ook gaarne zien, dat de gemeente-veldwachter hier vandaan was, maar toch zou spreker de laatste zijn om er aan mee te werken dat deze hier tegen zijn wil weg zou gaan. Er wordt veel tegen den veld wachter ingebracht, maar spreker zou wenschen dat er feiten genoemd werden. Daar kan pas op ingegaan worden. Hij ziet in alles heel wat anders. Er zit iets achter. Er is iets gaande in Zaamslag, dat spreekt van vijandschap en wrake Het zit niet alleen tegen Van Petegem, er zit wat anders achter. Onlangs sprak hij er met iemand over, hij zal geen namen noemen, die braakte zich allerakeligst er ,over uit en ver- weet den veldwachter een moordenaar te zijn. Spreker maakten er hem op attent dat't jammer was, dat er iemand is doodgeschoten, maar dat z.i. dit toch geen aanleiding mocht zijn om den veldwachter een moordenaar te noemen. Hij stelde de vraag of er misschien geen anderen zijn die er meer aan schuldig waren, personen die den doogeschotene hebben opgestookt om hem te brengen tot hetgeen hij heeft gedaan. De zegsman van spreker gaf verder te ken- ken, dat het nog maar een begin van de ellende was, dat er nog'veel meer zou gebeuren. En toen spr. hem vroeg of hij dat zoo goed vond, of hij meende dat zulks behoorlijk was, zeide be- doelde zegsman verder, dat, wanneer ze in de gemeente bleven, die en die, ook nog kapot moesten. Spreker vindt dit nog al kras uitge- drukt, dat getuigt niet van een bestaanden goe den geest. En wat nu de commandant aangaat, dat die goed zijn best doet, spreker wil daar niets op afdingen, maar moet er toch op wijzen dat het wonderlijk is, dat deze op dien bewusten avon<j niet te zien was, voordat het vuur goed aan den gang was. Dat hij toen heeft geholpen om de menschen te sussen, is prijzenswaard, maar voorj komen is, naar het hem voorkomt, toch nog beter. Heel de schuld van alles wordt op Van Pete gem geworpen. Spreker blijft er bij, dat men dan feiten moet noemen. Hij kan aannemen dat de veldwachter dingen gedaan heeft, waardoor in- woners van Zaamslag zich gekrenkt hebben ge- voeld, maar het is toch nog de vraag of hij daarmede onrecht deed. Doet hij zijn dienst niet naar behooren, dan wordt het wat anders. Er zijn hier strenge jmaatregelen noodig. Er zit een streven bij izekere personen om het gezag omlaag te halen, die zouden zelf het gezag in handen willen hebben. Flink optreden is noodig, er moet gestraft worden waar dit noodig is en geschiedt zulks niet, dan zal men ten laatste hoe langer hoe meer in de ellende komen. Men mag verder de ooren niet leenen aan degenen die maar steeds met kwesties afko- men, zonder dat ze die kunnen bewijzen. De discussie hierover wordt gesloten. b. De heer Wisse deelt mede dat de vloer van den toren bij de Ned. Herv. kerk, welke bij de gemeente in onderhoud is, herstelling be hoeft. Hij heeft op zich genomen, met den heer De Klerk dit hier ter sprake te brengen. Hij vraagt of daar niet in zou kunnen worden voor- zien en of dan, als dat werk wordt uitgevoerd, de vloer tegelijkertijd niet wat zou kunnen wor den verhoogd. Men moet nu, uit de kerk komen- de, twee treden naar beneden, wat aanleiding heeft dat er wel |eens menschen struikelen en vallen. De Voorzitter zegt toe dat hierover met den architect zal worden gesproken. De post die voor onderhoud van den toren op de begrooting staat, zal misschien wel [voldoende zijn om er de kosten voor die herstelling en verandering yap den vloer uit te bestrijden. c. De heer Scheele bespreekt de bepalingen op de beerruiming. Volgens de verordening mag er eerst des avonds na tien uur geruimd wor den. Hij acht dat, vooral in de wintermaanden, veel te laat en daarover wordt ook door de menschen die het doen 'moeten, geklaagd. Hij hoort echter, dat het, met vergunning van den burgemeester, ook wel vroeger gebeurd. Liever zou hij zien, dat dan de verordening gewij- zigd werd, dan waren alien zonder onderscheid vrij het vroeger te doen. x De Voorzitter verklaart dat hij, aan menschen die het komen vragen, \vel eens vergunning geeft om te 10 ure te beginnen. Hij ziet daarin geen bezwaar en hij wil die vergunning aan elk geven. De heer Scheele zou het liefst in de veror dening zien opgenomen, dan behoeven ze het niet te komen vragen. Voor des zomers zou hij het op 10 ure Vvillen behouden. Eenige bespreking heeft plaats, waarbij de Voorzitter opmerkt, dat het misschien niet noodig is om nu terstond de verordening te wijzigen. De ingezetenen kunnen nu uit het ver- slag lezen dat ze het in de wintermaanden, November, December, Januari en Februari, van- af des avonds 9 ure mogen doen. Bij eene alge- meene herziening kan dan de verordening wor den gewijzigd. De heer Scheele neemt daarmede genoegen, maar meent dat de maand Maart er ook nog bij zou moeten. Hierna wordt de openbare zitting gesloten en over gegaan tot het houden eener besloten vergadering, voor de vaststelling van het kohier van den hoofdelijken omslag. Een tweetal visschers, dat jl. Zondag in een roeiboot op het Zwartewater aan liet visschen was, had op de houtvlotten der firma Eindhoven een goed plaatsje uitgezocht en de roeiboot daaraan bevestigd, Vermoedelijk door den hevigen wind, geraakte de boot los en dreef weg, zoodat de visschers gevangen zaten op een paar balken. Om den vasten wal te bereiken, moesten zij het Zwartewater dwars oversteken. Door den nood gedwoDgen werd hiertoe een vlot gemaakt, door een drietal balken met touwtjes aan elkaar te bevestigen, en met een flinken duw werd afgestooten, in de hoop zoo wel aan de overzijde te zullen komen. En ze kwamen er dan ook, doch eerst na zeven uren lang tusschen hoop en vreeze op het water gezwalkt te hebben. Of zij blij geweest zullen zijn, toen ze eindelijk het djjkje weer onder de voeten hadden (Zw. Crt.) De geit en de tabak Korten tijd geleden waren wij op bezoek bij een arbeider in den omtrek, d-ie zijn geit een geopende gevulde tabaksdous voorliield, welke het beest in enkele oogenblikken geledigd had. Blijkbaar was het een lievelingsgerecht. Van deze zunderlinge begeerte dezer dieren meer wiliende weten, kwamen wij tot de ont- dekking, dat in het zuiden van Duitschland onder de boeren de gewoonte heerscht, de geiten gesausde tabak te geven. Vooral de melkgevende geit schijnt voor deze pruimerij een bijzonder voorliefde te hebben. Van een groote geitenfokkerij lazen we, dat de eigenaar voor 20 geiten 4 K.G. Hollandsche pruimtabak noodig had per maand. De dieren sehijnen er zoo op gesteld te zijn dat ze er hun voeder voor laten staan en naar de meening der eigenaars zou het niet nadeelig zijn voor de gezondheid, iutegendeel, het zou hen vrijhouden van krampen, catarr, enz. enz. Dit nu is, naar der zake kundigen daarover meedeelen, volkomen onjuist. Het voortdurend toedienen van gesausde tabak zal de werking van maag en darmkanaal ernstig storen en om die reden is het dus verwerpelijk. Jonge geiten, die voor het eerst gemolken worden, moge men wel eens een kleine hoe- veelheid tabak geven om de melkklieren eenigs- zins te p'ikkelen en de geit kaimer te doen zijn bij het eerste melken, blijkbaar is het beter er geen gewoonte van te maken. (D. Ct.) Bestuurder: ARTHUR HENDRIKX. Zondag 15 Maart a. s., om 2V4 ure, dag- voorstelling aan verminderde prijzen laatste op- voering van het overgroot lachsucces „De Spaansehe Vlieg", nieuwe klucht in drie bedrijven van Franz Arnold en Ernst Bach. Vooraf „De Andere,..", nieuw tooneel- spel in een bedrijf door Desire Claeys. Directeur J. DE RYCKE. Zondag 15 Maart a. s., om 21/4 ure, dag- voorstelling aan gewone prijzen opvoering van „Don Quichotte", comedie Heroique in vijf bedrijven. Muziek vaa Massenet. Cirk SCHUMANN. Zondag 15 Maart a. s. om 3 are, dagvoor- stelling. Zeer gezellig programma, 30 aan- trekkelijkheden Adam en Eva de wonderbaarste gedresseerde groote apen. in het begin niet zoo hevig, zijn ten slotte onuitstaanbaar. De verschrikkelijke jeuk en stekende pijn zijn niet tot bedaren te brengen, of men zit, staat of loopt. Zij komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen en worden vaak veroorzaakt door verstopping, een zittende levenswijze enz. Bloedende zoowel als droge, in- zoowel als uitwendige aambeien kunnen volkomen genezen worden door Foster's Zalf. Menigrnaal werd de patient door aanwending van een doos van zijn lijden verlost. Foster's Zalf (let op den juisten naam) is te Ter Neuzen verkrijgb. bij A, v. Overbeeke Leunis, Westkolkstraat. Toezending geschiedt franco na ontv. v. postwissel a 1,75 per doos.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1914 | | pagina 6