Ter Heuzensche Courant
Dopderdag 12 Maart 1914, No. 6043.
bxjA.x)7
Binnenland.
LandFou w b ericht bii 7
fbuillkton,
B L A H C_A'S_ S EI
Priisviaag Tariefwet
De vereeniging //Het V rye Ruilveikeei
heeft de volgende prijsvraag uitgeschreven
Welke materieele en teebnische wyzigingen
moeten in ons tarief van invoerrechten worden
aangebracht, daarbij op den voorgrond stellende
de wenscbelijkbeid om te komen tot afschaffing
van alle protectie langs geleidehjken weg f
Deze prijsvraag is aau de volgende regeleu
Anhvoo'rden worden verwaebt voor 1 Maart
1915 aan bet adres van den secretaris.
Aan den schrijver die daarvoor volgens rie
beslissing van het bestuur in aanmerkmg kornt
wordt een vergoeding van /\1000 toegekend
terwijl bij gelijke aanspraken van meer dan een
schryver deze s'om onder hen zal worden verdeeld
De antwoorden moeten ongeteekend zyn, doch
voorzien van een motto en vergezelda van
een correspondentie-adres, b. van een gesloten
convert, hetzelfde motto dragende, naam en
werkelijk adres van-den'schryver vertneldende^.
Door toekenning der vergoeding verkujgtde
vereeniging bet recht tot pubiicatie met ver-
melding van denjnaam van den schryver, tenzy
deze tegen die vermelding bezwaar mocht maken.
De afdeeling Sneek van den Bond van
Ned Onderwijzers waarscliuwt de ouders hun
kinderen niet blindelings voor bet onderwys te
bestemmen. v
De markt is schromelyk overvoerd. Veel
jongelui, gelukkig met hun behaalde akte, slagen
ei gzelfs na een' jaar solliciteeren met in een
betrekking te krijgen. Het begint weei
seliiken op eenjj vroegere penode, teen vele
geslaagden, door den nood gedwongen, kellner
spoorwegambtenaar, schippers- of boerenknecbt
werden. En 't valt te voorzien, dat er 111 de
eerstvolgende jaren >g geen kentenng in den
toestand zal komen, aldus heet bet.
XJit het verslag van de centrale commissie
van //plan 1913", dat dezer dagen is verschenen
bliikt dat er een batig saldo is van 6000
De commissie spreekt de hoop mt, dat zoovre
l1e regeering a's de Staten" Generaal het nu met
bii deze eene poging zullen laten, maar gedachtig
aan ^het gezegde Reclame helpt slecbts hem,
die volhoudt, ook in de toekomst in ruime mate
voor dit doePgelden zullen beschikbaar stellen
GEMEENTERAAD VAN ZAAMSLAG.
Vergadering van Dinsdag 10 Maart 1914.
Voorzitter de heer Joh. de I* eijter, burge-
meester-raadslid.
Aanwezig de heeren De Ruijter, De Mul, De
Jonge, De Putter, Scheele, De Klerk, A. de
Feijter, Faas, Wisse en Dieleman.
Na opening der vergadering stelt de Voor
zitter aan de orde:
1. Nptulen.
De notulen der voorgaande vergadering wor
den gelezen en goedgekeurd.
Naar aanleiding der notulen deelt de Voor
zitter aan den heer Faas mede, in verband met
een door dezen in de vorige vergadering ge-
stelde vraag, dat de sloot bij den heer A. de
Mul door Burg, en Weth. is opgenomen, dat
deze is gebleken in orde te zijn.
Aan den heer De Putter geeft liij te kennen,
in verband met diens opmerking betreffende
een waterput aan het Veer, dat de architect
nog niet gereed is met het opnemen van al
hetgeen aan onderhoudswerk moet worden uit-
gevoerd, maar dat bij die Opname van zijne
opmerking notitie zal worden genomen.
2. Mededeelingen.
De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth.
hedenmorgen bij den geineente-ontvanger op-
name der boeken en kas hebben gehouden.
Daarbij is gebleken dat was ontvangen f 31.235.79
en uitgegeven 30.523.32, zoodat meer ontvangen
dan uitgegeven is een bedrag van 712,32. Al-
les werd in orde bevonden.
Coiirieratievc lieeUv^t^f^rfabviek
te Puttershosk.
Men meldt aan ,/De_Zoom"
lu de op 11 Februari j.l. gehouden algemeene
vereadering der Cooperative Beetwortelsuiker-
fabriek //Puttershoek" is vastgesteld dat voor de
Cooperatiebjeten zal betaald worden 9,70
Pein10dezeBde vergadering is verder ^degedeeld
dat de bouwkosten der fabnek .,435,UUU
hebben bedragen en dat ten einde over de noo lige
a IdmiddelenMe beschikken, - men behalve de
eerste leening ad 1,800,000 - zal moeten
overgaau tot het sluiten eener tweede leening
"inking genomsn den
de verplichte minimum aflossing van t2,UUU
o'p STSi— leening, en he, b.d,.gd«t daar„e
jaarlyks voor de ^tweede leening zal moeten
worden bestemd is het te vreezen, dat deze
factoren, bij minder guustige suikerjaren zwaa
zullen drukken op den prijs, welke den cooperai -
L„ ,oor h»nn« bietcn zal kuan.n -ode- betaajd.
Twee dagen later zaten lady Carley en de
To" de\atlTusschen hen lag een wissel van
vijfduizend pond «enBe^af eSezfeke
vrouvf en STP
waren zeker aanlokkelijk. Zy maakien
!oe 35#* nie.s b, en g,
wenden om u in Londen 1 1
king ,c bezorgen. eens
gee» docb-
'^j:SVh°angedeh0h°aPnd ,oe en zeide -
ten: „Ik zal het doen, mevrouw! Fr moge van
komen, wat wil!" rhesholrner
Vier dagen later las men in de „Chesnoi
C°IlSi iSrSanrJlor'on ni. de ge-
3. Ingekomen stukken.
Een adres van C. 'tGilde Jr., II. P. Len-
sen, C. P. de Regt, Edm. Frederiks, A. van
Fraaijenhove en J. 'tGilde, alien herbergiers
te Zaamslag, die daarin te kennen geven nog
steeds met leedwezen te moeten constateeren,
dat de verordening op het sluiten hunner loka-
liteiten op Zondagen en Christelijke feestda-
gen, van kracht blijft;
dat voor het sluiten hunner localiteiten al-
leen dan reden kon zijn, indien het open blij-
ven storend werkte op de rust of aandaclit der
kerkbezoekers, maar dat hiervan in deze ge-
meente geen sprake is;
dat van dit laatste ook de Edel .kchtbare Heer
Burgemeester blijkbaar overtuigd is, aangezien
me 1°den ijsgang in Januari 1.1. door hem aan
de herbergiers te Othene en aan De Kraag
vergunning is gegeven gedurende de kerkiijd
hun lokalen voor het publiek open tehouden;
dat, nieltegenstaande het drukke bezoek ook
toen geen enkele wanklank is vernomen;
dat des zomers, bij warm weer, velen een
bad in de Schelde gaan nemen, en dezen gaarne
in de gelegenlieid zouden zijn eene verfrissching
te kunnen nemen in de buurt Griete;
dat, door de wisselende weersgesteldheid van
ons klimaat de daar wonende herbergiers niet
te voren zich bij den Ed. Achtb. Heer Bui-
gemeester kunnen vervoegen om hunne lokaliteit
daarvoor open te houden;
dat adressanten vermeenen dat hierdoor eene
groote onbillijkheid is geschapen.
dat adressanten nogmaals den Raad eerbiedig
verzoeken de verdeeldheid tusschen de gemeente-
naren niet grooter te maken dan noodig is, en
de verordening op t sluiten hunner lokaliteiten
op Zon- en Christelijke feestdagen te willen in-
trekken.
De Voorzitter geeft te kennen dat het een
groote leugen is, wat adressanten schrijven, dat
hij aan Goethals en Penne vergunning zou heb
ben gegeven om hunne cafe's onder lcerktijd op
Zondag open te houden. Deze zijn wel bij hem
geweest om dat te vragen, maar hij geeft hen
te kennen gegeven dat hij niet bevoegd was
daarvoor vergunning te geven, aangezien het
bij gemeenteverordening verboden is.
Overigens is er omlrent die zaak uog een,
adres aanhangig, om daarmede tergelijkertijd re-
kening te houden, waarom hij, namens Burg,
en Weth. voorstelt, dit adres voor kennisgevmg
aan te nemen.
De heer Scheele merkt op, dat het toch schijnt
dat er te Othene en aan de Kraag in de her-
bergen getapt is onder kerktijd.
De Voorzitter antwoordt dat dit hem niet
bekend is. Hebben ze het gedaan, dan hebben
ze dat op hun eigen verantwoording gedaan
en op gevaar van proces-verbaal te beloopen.
De heer Scheele herinnert, dat hij bij de vast-
stelling dezer bepalingen er reeds op gewezen
heeft, dat de toepassing wel eens tot moeilijk-
heden aanleiding zou kunnen geven. En in
het licht der in het adres medegedeelde om-
standigheid, meent hij, dat er niet volkomen
gelijk tegenover alle ingezetenen gehandeld
wordt, daar men nu ter gelegenheid van het
ijs te Othene en aan de Kraag schijnt te heb
ben getapt, zonder dat daarnaar is omgekeken,
terwijl er op het dorp iemand zou bekeurd zijn,
omdat hij in den tijd dat de cafe's gesloten moe
ten zijn iemand bij zich toeliet, die van elders
kwam om zaken met hem te doen, n.l. de her-
bergier Lensen bij wie iemand van Lamswaarde
kwam. Indien dat juist is, vindt hij dat niet
billijk.
De Voorzitter deelt mede dat door den veld-
wachter Van Petegem juist werd opgemerkt dat
Lensen iemand in zijn herberg toeliet. Hij kon
nu niet anders dan proces-verbaal daarvan op-
maken. Hij is daartoe uithoofde zijn ambt ver-
plicht. Als hij het niet had gedaan, zou hij
gevaar geloopen hebben, dat men hem an
plichtsverzuim bescliuldigde. Er is geen sprake
van, dat niet tegenover alle ingezetenen gelijk
zou' wordep opgetreden. Als er zijn die perso-
nen toelaten, dan loopen ze alien gevaar proces-
verbaal te krijgen wanneer het maar wordt op
gemerkt. Nog onlangs zeide een herbergier hem
in Axel dat er des Zondags een auto bij hem
zou komen en dat hij dan in elk geval voor de
inzittenden zou open doen. Toen heeft spreker
hem ook terstond gezegd dat hij dit zelf maar
moest weten, maar dat hij, als het gezien werd,
proces-verbaal zou krijgen.
Hij herhaalt in geen geval daarvoor vergun
ning te hebben gegeven en dat hij dit ook nim-
mer zou doen.
Het adres wordt alsnu met algemeene stem-
men aangenomen voor kennisgeving.
b. Het verslag omtrenl de het vorig jaar to
Middelburg gehouden lentoonstelling van Zeeuw-
sche kleederdrachten enz.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Een adres van den Raad van Velzen, hou-
dende kennisgeving van het door hem aan de
Tweede Kamer gezonden adres met betrekking
tot het ingediende wetsontwerp omtrent de
ouderdomsrente, waarin wordtg gevraagd nocli
de kosten, noch de administratieve werkzaam-
heden ten laste der gemeenten te brengen, en
waarin wordt verzocht aan dit adres adhaesie te
b etui gen.
De heer Scheele meent dat het wel goed zou
zijn dat de administratie door de gemeente-
besturen wordt gevoerd. Wie is er beler dan
de gemeentebesturen op de hoogte van de om-
standigheid of de betrokken personen de rente
al of niet noodig hebben. Hij meent dat, wan
neer dit ook thans reeds aan de gemeente
besturen was opgedragen geweest, velen die de
rente thans krijgen, niet zou zijn toegewezen.
De Voorziiter deelt mede dat Burg, en Weth.
voorstellen om aan het adres van Velzen alleen
adhaesie te betuigen voor wat het eerste deel
belreft, zij zijn ook van meening dat voor deze
rijkswet de kosten door het rijk moeten worden
betaald, maar zij achten het ook wel goed, dat
de gemeente de administratie zouden doen, ook
op grond daarvan, dat dit dan veel voordee-
liger zal uitkomen.
De heer Scheele ziet daarin eenige tegenstrij-
digheid. Als men het geld van een ander krijgt,
is°het gemakkelijk administratecren. Het geld
moet toch van de gemeenten (d. w. z. van de
gemeentenaren) komen. Waarom moet dat dan
eerst naar het Rijk, om later toch weer bij de
gemeentebesturen terug te komen? Hij ziet er
ook in eene ontlasting der gemeente, daar het
burgerlijk armbestuur dan zooveel ondersteu-
ning niet zal behoeven te geven.
De Voorzitter merkt op, dat het ontwerp juist
bedeelden van de pensionneering uitsluit,wat
hij een verkeert standpunt van den Minister
aclit. Maar dit is hier nu de zaak niet. Hij
meent dat het gemeentebestuur het best in staat
is, om te beoordeelen wie al dan niet in aan-
merking moeten komen. Nu is dat eigenlijkook
wel zoo, daar de Secretaris, als tusschenpei-
soon, toch advies moet geven. Maar waarvoor
is er dan nog eene commissie noodig, om over-
eenkomstig die adviezen te beslissen. Zoo'n com
missie vordert toch ook weer uitgaven. W an-
neer de zaak geregeld werd zooals Burg, cn
Weth. het voorstellen, zouden we er nooit schade
maar zeker voordeel van kunnen hebben, zegt
spreker.
De heer Scheele vindt het, wat de kosten be-
treft, gelijk, of de gemeenten het rechtstreeks
zelf betalen, dan wel of ze het geld er voor
van het Rijk krijgen, want indirect betalen de
ingezetenen het dan toch ook zelf.
De heer De Ruijter is daarom voor de Tarief-
wet. Dan zou daar het geld uitgehaald worden.
Waarom moet de groothandel worden vrijge-
laten.
De Voorzitter merkt op, dat dit hier niet aan
d6 orde is.
De heer De Ruijter stemt dat toe, maarmaakt
ide opmerking naar aanleiding van het ge-
zegde van den heer Scheele dat nu de ingeze
tenen het geld bij elkaar zullen moeten brengen.
De heer Scheele betoogt dat de noodige mil-
lioenen er toch moeten komen. Die zullen wij
zegt spreker betalen. Werd de Tariefwet
ingevoerd dan zou de mindere man het in hoofd-
zaak betalen en nu zal het van het kapitaal
komen, vermogensbelasting enz.
Hij acht het betuigen van adhaesie ook wel
wat voorbarig, daar men thans nog niet weet
hoe de wet er zal uitzien.
De Voorzitter acht het juist gewenscht om
nu reeds blijk te g^ven van hetgeen menwensclit
want als er geen bezwaren worden ingebracht
zou de Minister daarin een aanwijzing kunnen
zien, dat de gemeentebesturen er genoegen mede
nemen, dat de kosten en het werk ten hunnen
laste komt. Als er bezwaren komen zal hij
daaruit zien, dat het gewenscht is, dat hij zelf
de middelen voor bestrijding der kosten aan-
wijst, als de wet moet uitgevoerd worden.
De heer Scheele merkt op, dat, als een wet
eenmaal staat om uitgevoerd te worden, de Mi
nister die de wet indiende gewoonlijk al lang
van de baan is, en dus van de gevolgen weinig
last heeft.
Ten slotte wordt overeenkomstig het voorstel
van Burg, en Weth. met algemeene stemmen
besloten aan het adres van den Raad van Vel
zen adhaesie te betuigen voor wat het eerste
deel, de kosten Detreft.
d. Met eene administratieve bemerking is van
Gedep. Staten terug ontvangen het raadsbesluit
tot wijziging in de begrooling voor 1913.
Overeenkomstig het voorstel van Burg, en
Weth. wordt de wijziging in de begrooting voor
1913, nadat daarin de noodige veranderingen
zijn aangebracht, opnieuw vastgesteld, met ecif
lotale vermeerdering van verschillende uitgaaf-
posten met 357.36, een vermindering van ver
schillende posten van uitgaaf met f 267.36 en
eene vermeerdering der ontvangsten van 90,
met algemeene stemmen vastgesteld.
e. Bericht van Gedep. Staten dat de gemeen-
terekening over I jaar 1912 definitief is goedge
keurd op een bedrag in ontvangsten van
37.173.99, in uitgaven van 31.581.811/2 en alzoo
met een goed slot van f 2589,171/2.
Aangenomen voor kennisgeving.
f. Het door Burg, en Weill, opgemaakt ver
slag van hetgeen door hen in het afgeloopen
jaar in verband met de volkshuisvesling is ver-
richt.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. Het verslag der Gezondhcidscommissie, ge-
zeteld te Ter Neuzen, over het jaar 1913.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. De gemeentebegrooting voor 1914, op een
eindcijfer van 30.187.01, voorzien van het be-
wijs der goedkeuring van Gedep. Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
i. Een Prov. blad, waarbij mededeeling wordt
gedaan eener circulaire van den Minister van
Binnenlandsche Zaken, inzake pensionneering
van beambten van instellingen van weldadigheid,
uitgaande van de gemeenten.
De Voorzitter stelt in verband daarmede na
mens Burg, en Weth voor aan het raadsbesluit
lot toekenning der subsidie aan het Burgerlijk
Armbestuur voor 1914 nog toe te voegen de be-
paling, dat van die subsidie f 50 moet worden
uitbetaald als salaris aan den secretaris-ont-
vangenis te Chesholm! Vermoeden van om-
koopingl Algemeene verontwaardiging tegen
den cipier!"
Er volgde nu eene korte beschrijving van de
vlucht.
De ijzeren staven van het venster waren door-
gevijld. Een touwladder en de behulpzame hand
van een vriend moesten het overige gedaan heb
ben. Den volgenden morgen vond men de eel
ledi". Er werd alarm gemaakt. De cipier
scheen niet minder verrast, dan het andere
personeel, maar daar hij vroeger bij de famihe
Powsys op het slot gediend had, bescliuldigde.
men hem van betrokken te zijn bij de onG
vluchling. Hij werd dadelijk ontslagen.
Die ontvluchting wekte bijna nog meer opzien,
dan de moord zelf. Tevergeefs! De ontvuehting
was nu eenmaal een feit en kon niet meer vei-
hinderd worden. Er verliepen weer drie weken.
Ondanks de ijverigste nasporingen was de
vluchtelinge niet ontdekt. In het begin an
November verliet graaf Victor het vaderland
met zijn kind, en in gezelschap van lady Carley
en den ouden lord Godfried. Hij wilde in zatli
ter klimaat onder een zuidelijken hemel, vol
komen lierstel van zijn gezondheid zoeken.
Het slot Northminster verzonk weder in slille
eenzaamheid. Hooper en Martha bleven met
twee vrouwelijke dienstboden op het kasteel
achter als liuisbewaarders. Er viel een diclite
sluier over het treurspel in de familie Norton.
De broeder en de zuster waren, met schuld
beladen, aan de gerechtigheid ontvloden,
Margaretha Norton rustte in den dompigen grat-
kelder, maar, al bedekt het lijkkleed de baar
de zonde schreit ten hemel tot aan de vergelding,
die het slachtoffer door een rechtvaardige boete
moet verzoenen.
HOOFDSTUK XII.
Een regen, die weken lang duurde, had de
aarde doorweekt. Het was Maart. De grauwe
wolken deden weer een langdurigen regen ver-
wachten. Wie de kust van Maine tot Florida
volgt, kan in geen naargeestiger stadje zijnvoet
zelten, dan in Sandj point in Massachusetts. Len
half dozijn magazijnen, een schoolgebouw, een
raadhuis, twee kerken en drie hotels vormen
de openbare gebouwen. Aan de landzijde vindt
men diclite bosschen, aan de andere zijde ligt
de groote zee als schoonste en eenigst sieraad.
Het sloeg zes uur op den toren van het raad
huis. De bewoners van Sandypoint hadden eyen-
goed dood en begraven kunnen zijn, zoo weinig
leven en beweging heerschte er in de straten.
Daardoor viel de aandacht te meer op een
slank meisje, dat nu uit een huis buiten de
stad kwam, om zonder parapluie in den regen n
tocht te ondernemen. Naast haar liep een groote
zwartharige hond, haar trouwc gezel.
Het meisje kon omstreeks achttien jarcn tel-
len; haar gelaat stond treurig. Een merino
japon, daarover een Scholsche doek en vilten
hoed met dikwijls gewasschen banden, waaraan
niets meer te bederven viel, ziedaar haar klce-
ding.
Toch was zij mooi te noemen. Zij was slaiiK,
zij bewoog zich met jeugdige bevalligheid; haar
vanger.
Dit voorstel wordt aangenomen met algemeene
stemmen.
(Wordt vervolgd.)
handen en voeten waren fraai gevormd. Zon
der haar laclien te kennen, ried men dat haar
roode lippen twee rijen witte randen verborgen,
al deed de uitdrukking van haar gelaat geen
lacli verwacliten. Met vaste schreden ging zij
op haar doel af; zij ging naar het postkantoor.
i Waren er brieven voor haar? Ja! De post-
beambte reikte haar door het loket een brief
toe. Het adres luidde: „Miss Bertha Barrel,
Sandypoint Massachusetts" en het poshnerk
New-York. Een oogenblik later kregen hare
wangen een roode kleur, die echter even spoe-
dig verdween. Zij liet den brief in haar zak
glijden en mompelde: „van Beatrice", terwijl
haar gelaat weer de gewone sombere uitdruk
king hernam.
„Hij is ook niet beter dan alle anderen. Uit
het oog, uit liet hart", dacht zij bitter. „Helt
verwondert me, dat Beatrice nog de moeite
neemt aan zoo'n vergeten plekje als Sandypoint
te denken. Maar dat zal ook niet zoo lang meer
duren".
In vijf rninuten gaans was zij weer in het
gezicht van het alleen staande gebouw dat op
de vlakte van een rots gebouwd was. Een
enkel voetpad leidde naar boven, een ander
voerde omlaag naar de zee. Bij het kruispunt
bleef zij staan en keek verdrietig naar het hum.
(Wordt vervolgd.)
VAN