Ter Neuzensche Courant - Zaterdag 21 Februari 1914. 54' Jaargang. Binnenland. No. 6035. Predikbeurten. ]BXj-A.3D. EERSTE KAMER. Vergadering van Donderdag. De Minister van Landbouw, de heer Treub, verklaart, blykens bet verslag der H. Crt., dat bij zicb ter zake van hetgeen over de sociale verzekering Woensdag door den Minister Cort van der Linden gezegd, en wel speciaal over art. 369 der Invaliditeitswet, volkomen aansluit, zoodat hij te dien opzichte den heer Regout niet meer zal beantwoorden, evenmin als ten opzichte der beschuldiging van den heer Regout dat spreker misbruiken, bij de uitvoering van art. 369 aan bet licht gekomen, in de hand zou hebben gewerkt. W ant ook te dien aan zien heeft Minister Cort van der Linden het juiste antwoord gegeven. Maar wel kwam de Minister tegenover den heer Regout er met klem tegen op, dat hij met bepaalde doeleinden op zoo spoedig moge- lijke behandeling van de aanvragen om inva- liditeitsrente zou hebben aangedrongen. Niets is minder juist dan dit, en de Minister verklaart nadrukkelijk dat hij noch rechtstreeks, noch onmiddellijk, bij de Rijksverzekering op spoed- bebandeling dier aanvragen heeft aangedrongen. Niet omdat spreker geen spoed noodzakelijk achtie,- maar omdat spreker allerminst aanleiding had om op spoed aan te dringen, aangezien Minister Talma dit reeds gedaan had, gelijk spreker aantoont aan de hand van verschillende van Minister Talma naar de Rijksverzekeving- bank uitgegane schrifturen. Het verwijt is dan ook klaarblijkelijk gebaseerd of gedestilleerd uit een redevoering, welke de Minister in November van het vorige jaar in de Eerste Earner heeft gehouden. Maar spreker zet breed- voerig uiteen, dat ook aan die rede geen grond voor de grief van den heer Regout mocht ont- leend worden. De Minister doet daarna voorlezing van ver schillende schrifturen, daarna van hem zelf uitgegaan, ten betooge dat hij ter zake der uitvoering van art. 369 volkomen correct ge- handeld heeft, en deed wat hij doen moest, zoodat voor de beschuldiging van den heer Regout niet de minste grond bestaat. De Minister heeft zich overigens steeds gesteld op het standpunt dat de Rijksverzekeringsbank de souvereine beslissing heeft ten aanzien der rente- uitkeeringen, maar niets behoeft een Minister te weerhouden om zijn invloed te gebruiken om daar, waar hij meent dat een wetsartikel verkeerd wordt toegepast, daarop de aandacht te vestigen. Op dezen grond verdedigt de Minister zijn bekende circulaire van December jl., gericht tot de tusschenpersonen. De Rijksverzekering behoefde zich aan die circulaire niet te storen, maar de Minister acht zich ook te dezen aanzien volkomen gerechtigd te handelen gelijk hij deed, waar Daar zijn overtuiging de door Minister Talma aan de tusschenpersonen verstrekte handieiding te ruim was. En daarom heeft de Minister getracht, door zijn circulaire, het dien tusschenpersonen duidelijk te maken dat alleen zij, die arbeiders waren van beroep, onder de Invaliditeitswet r vielen. En in de tweede plaats heeft de Minister te kennen gegeven dat hiernaar beoordeeld moet worden of bedoelde menschen, indien ze jonger waren, verplieht zouden geweest zijn premie te betalen. Verder verdedigde de Minister zich tegen een verwyt, alsof hij feitelijk in de hand zou hebben gewerkt misbruiken om renteuitkeering te verkrijgen, door valsche verklariDgen van personen, die ten onrechte getuigen dat A of B vroeger gedurende eenigen tijd loondienst zou hebben verricht. Nooit heeft de Minister zich uitgelaten in een zin, die dat in de hand zou kunnen werken, en de Minister hoopt van harte dat zjj, die zich aan dergelijke praktijken schuldig maken, streng gestraft zullen worden. Maar een feit is het nu eenmaal, dat de wet geen beroep kent tegen een uitkeering, op zulk een grond toegekend. En daarom moet men den Minister niet kwalijk nemen als bij van oordeel is dat de wet tegenover dat misbruik machteloos staat. Ten slotte betoogde de Minister, dat er niets waar is van de beschuldiging, dat het't Kabinet alleen te doen is alle Verzekeringswetten-Talma te vermoorden, te vernietigen, van de baan te schuiven of hoe men't dan noemen wil. Alleen de Radenwet zal door een andere wet vervangen worden. Maar ongewijzigd kunnen enkele wetten niet blijven, wegens vele fouten, welke ze aankleven, en wegens den bureaukratischen rompslomp, dien ze medebrengen. En de Minister wil ruiterlijk verklaren, dat, moest hij die wetten ongewijzigd invoeren, hij geen dag langer Minister zou willen blijven. De Minister verzekerde, in verband hiermede dat zijn wijzigingsplannen lang niet zoo inge- wikkeld zullen wezen. Hjj heeft al overleg gepleegd met de Werk gevers-Risicobank en met de Maatschappij t. b. v. d. Geneeskunst. Het eerstgenoemde lichaam heeft reeds te verstaan gegeven dat het met hem accoord ging, en in 't algemeen geen aanmerkingen had op de plannen, terwijl van de zijde van de Maatschappij der Genees kunst verzekerd was dat hij de medewerking der geneeskundigen zou krijgen bij de wjjze, waarop spreker de Ziektewet wil veranderen. Daarom herhaalde de Minister, dat van alge- heele intrekking der wetten-Talma geen sprake behoeft te zijn, waar deze inderdaad veel goeds bevatten, maar dat het niet in strijd is met de goede parlementaire gebruiken, dat een nieuw opgetreden Kabinet, met behoud van dat goede, het slechte er in wil verbeteren, en dus in dat opzicht rekening houdt met den bij de jongste verkiezingen op den voorgrond gebrachte wenschen. De Minister voorziet, dat bet stel nieuwe ontwerpen in het voorjaar van 1915 bij de Tweede Earner in openbare behandeling kan komen. Mocht voor dien tijd's Minister's Ministerieel leven worden afgesueden, dan troost hij zicb met de gedachte steeds te hebben gehandeld naar het voorschriftFais ce que doit, advienne que pourra. Hierna vingen de replieken aan. Na de pauze repliceerde de heer Regout, die constateerde dat, behoudens enkele uitzonderingen de redevoeringen der beide Ministers weinig nieuwe gezichtspunten hebben geopend, zoodat de meeste vau de bezwaren, die door spreker in zijn eerste rede zijn aangevoerd, volkomen overeiud zijn gebleven. Ook heeft hij geen woord terug te nemen z. i. van zijn hoofdgrief, dat de Minister, zij 't dan ook natuurlijk te goeder trouw, gelijk spreker van den aanvang af nadrukkelijk op den voorgrond heeft gesteld de misbruiken, door artikel 369 geschapen, in de hand heeft gewerkt. Het moge bijvoorbeeld inderdaad juist zijn dat de Invaliditeitswet geen beroep kent van toegekende uitkeeringen, maar spreker meende dat, als 't den Minister ernst was om mis bruiken te keeren, 't voor den Minister kinder- spel geweest ware een noodwetje in te dienen waarin bv. bepaald werd dat een rente slechts voorloopig werd toegekend, en eerst defiuitief wordt na een gehouden onderzoek of de uit keering het gevolg was van verkeerde of val sche aangifte. De verklaring van Minister Treub, dat er in de Verzekeringswetten-Talma veel goeds schuilt, heeft spreker geen ongenoegen gedaan, maar veel waarde kan hij aan deze verzekering niet hechten, waar het eiude van het lied toch is en blijft, dat Talma's verzekeringskindje in de liefdesomhelzing van Minister Treub des- niettemin zal worden doodgedrukt. Spreker bleef het een niet te verdedigen bouding achten, dat een nieuw uitgebreider Kabinet regelmatig tot stand gekomen wetten zoo maar zou afsnijden. Spreker was 't ook aangenaam geweest te hebben mogen hooren de hulde die door de Ministers Cort en Treub hunnerzijds aan bet beleid van oud-Minister Talma gebracht hebben, en ook zijnerzijds wenscbte spreker, al was hij het niet geheel eens in alle opzichten met dien oud-Minister, hulde te brengen aan de door vriend en vijand erkende werkkracht van den heer Talma, met wien spreker over deze geheele aangelegenheid geen enkel woord gewisseld heeft, hem zelfs onkundig latende van zijn voornemen om over zijn verzekeringswetten by dat debat in de Eerste Kamer te spreken. Spreker wees tenslotte op de tegenstelling welke er ligt in de verzoenende hpuding van Minister Cort van der Linden, die bv. op onder- wysgebied passificatie wenscht te brengen en, de houding van Minister Treub, die naar spreker onomwonden wenscht te zeggen, zich als het ware heeft uitgesloofd om ten aanzien der ver- zekeringswetgeving te zoeken naar de beste wijze waarop hij de rechterzijde wel zou kunnen krenken en beleedigen. Daarom roept hij den Minister een hartelyk gemeend //Herzie u zelf" toe. Spreker hoopt dat zijn wensch tot verwerping van Treub's verzekeringswetsontwerpen zal worden verwezenlijkt. Verder repliceeren de heeren Van der heltz, Reekers en Polak. Na een korte dupliek wordt het algemeen begrootingsdebat gesloten. Hierna werden verschillende ontwerpen goed- gekeurd, o. a. de begrooting der Landsdrukkery. TER NEUZEN, 20 Februari 1914. Het weerbericht van het meteorologisch Instituut te De Bilt van heden luidt als volgt Hoogste barometerstand 761.8 Horta. Laagste barometerstand 741.9 Malinhead. Verwachting tot den avond van 21 Februari: Toenemende tot matige of krachtige zuidelijke tot westelijke wind, zwaar bewolkt tot betrokken met kans op regen, later opklarend, zelfde tem peratuur. Naar ons uit vertrouwbare bron wordt mede- gedeeld zal binnenkort een deel van den bouwgrond, beschikbaar gekomen op het ge- sloopte deel der vesting aan den Axelsehen weg, door het Domeinbestuur in openbare veiling worden gebracht. In de week van 11 tot en met 17 Februari zijn ter kennis van den centralen gezondheids- raad gekomen uit Zeeland 1 geval van roodvonk te Clinge, Kruiningen en Vlissingen en I geval van diphteritis te Meliskerke, Vlissingen en Zierikzee. Bij Kon. besluit is het 'oesluit van Gedep. Sfaten van Zeeland vernietigd, waarbij goed- k tiring werd onthouden aan het besluit van den gemeenteraad van Oostburg van 26 Juli 1913 om met de gemeente Zuidzande en met de maatschappij tot bouw- en exploitatie van gcmeentebedrijven, gevestigd te Utrecht, een overeenkomst aan te gaan voor de levering van gas in de gemeenten Oostburg en Zuidzande. Uit overweging, dat op het bedoelde raadsbe- siuit, noch ingevolge art. 194 der Gemeentewet noch krachtens eenige andere wetsbepaling de goedkeuring van Gedep. Staten gevorderd wordt, is beslist, dat dit besluit de goedkeuring van Gedep. Staten niet behoeft. Aan het door den gemeenteraad van Zuid zande 9 Aug. 1913 genomen besluit en de daarin bedoelde overeenkomst met de maat schappij tot bouw- en exploitatie van gemeente- bedrijven te Utrecht voor de levering van gas, is, met vernietiging van het betrekkelijk besluit van Gedep. Staten van Zeeland, alsnog goed keuring verleend, uit overweging, dat de door de gemeente Zuidzande met de gemeente Oost burg gesloten overeenkomst in het belang der gemeente Zuidzande is en de bedenkingen tegen die overeenkomst bij Gedep. Staten gerezen niet van zoodanigen aard zijn, dat zij tot het onthouden van goedkeuring moeten leiden. Axel. Woensdagavond gaf de rederijkers- kamer #De Herleving" alhier haar tweede uit voering in dit seizoen, waarbij het bezoek niet zoo groot was als bij de eerste uitvoering. Een tweetal blijspelen en 3 voordracbten waren op het programma geplaatst, die ondauks de absentie van een der hoofdpersonen goed werden weergegeven. Het muzikale gedeelte was in handen van de heeren L. Goudstikker (viool) en Jules Ver- eedken (piano) vau Gent. Op meesterlyke wijze werden stukken als Faust," //Si j'etais roi," //De Lustige Boer" en dergelijke ten gehoore gebracht, zoodat liefhebbers van goede muziek, die thuis ge bleven waren, veel hebben gemist. Die present waren hebben zich uitstekend geamnseerd, wat de werkende leden sterkt in het voornemen om op den ingeslagen weg voort te gaan, en te trachten haren donateurs nog meer zulke avonden te bezorgen. Axel, 19 Febr. Heden werd alhier eene alge- meene vergaderinggehouden van de Vereeniging van Zeeuwsche Fokkers van hetzwaretrekpaard". Uit het verslag van den secretaris-Penning- meester bleek, dat er een nadeelig saldo was, de voorzitter, de heer Ph. J. v. Dixhoorn, noemde dezen toestand alhoewel niet gunstig, dan toch niet hopeloos, zelfs wanneer de noodige zuinigheid in acht wordt geaomen en voor stichting geen uitgaven meer worden toegestaan, zal met medewerking van de leden een lijd- perk van bloei niet uitblijven. Vooral de aanneming der aanhangige wet op de paardenfokkery kan daardoor z. i. een grooten stoot geven. De aftredende bestuursleden, de heeren W. Dieleman, P. Vael en J. de Putter werden herkozen. Besloten werd om in 1914 tweemaal concours-hippique te geven en wel de eerste maal op den 2den Pmksterdag. Bij een te kort in kas zag men geen vrijbeid om subsidie te geven voor de landbouwtentoonstelling te Middelburg. De begrooting voor 1914 werd vastgesteld op 3040. Voor voetballen zal geen terrein meer worden afgestaan. Op voorstel van dhr. J. de Feijter Lz. zullen in 't vervolg aan de leden aandeelhouders ook vrijkaarten voor de tribune worden gegeven. De voorz. stelde bij de omvraag voor, om den dag na de te houden tentoonstelling ook ge- legenheid te geven om fokmateriaal te koopen en verkoopen. Op voorstel van dhr. S. van Hoeve Fz. werd echter na stemming besloten dit op den tentoonstellingsdag te doen en de te koop gestelde paarden op eene afzonderlijke plaats te brengen. Als bezuinigingsmiddel werd ook nog ge- wezen op een beperking van vrijkaarten en ge- vraagd of er soms te veel perskaarten werden uitgegeven. Hulst. Tot secretaris der gezondheids- commissie welke haar zetel alhier heeft is door den commissaris der Koningin benoemd de heer J. M. L. Maertens alhier. Henggtdyk. Op 59 jarigen leeftijd is in het Sanatorium *Overdonk" te Dongen overleden de Zeereerw. Heer Th. G. Verbaten, vroeger pastoor alhier. Zondag 22 Februari 1914. Lokaal Bethel" (Kandeelstraat). RECHTSZAKEN. Staande de zitting der rechtbank te Middel burg, werden heden veroordeeld J. v. d. L. en J. H. v. O. wegens landloopery, gepleegd te Middelburg, ieder tot 2 dagen hechtenis en drie jaar opzending. De 32jarige J. d. B., werd wegens bedelarij en landloopery veroordeeld tot tweemaal een dag hechtenis. Vervolgens stond terecht P. P. G. uit Ter Neuzen, die volgens het proces-verbaal van den onbezoldigden rijksveldwachter Th. J. Cordvriendt uit Axel, wilde beletten, dat deze op 19 Januari onderzoeken wilde of hij wild- strikken by zich hadgetuige moest hem los laten, omdat beklaagde eer. mes in zijn hand had. Beklaagde ontkende dat hij in zoekende houding over het land liep, dat getuige eerst zijn kwaliteit heeft bekend gemaakt en dat hij zijn mes nog in zijn hand had, toen getuige bjj hem kwam. Hij sueed geen stokken voor wildstrikken, doch voor breinaalden. De eisch luidde wegens wederspannigheid 25 of 25 dagen. De verdediger, Mr. J. Adriaanse, meende, dat het hier gepleegde feit er een is, dat veel vraagt van de appreciatie der rechtbank. Wederspannigheid is volgens het Wetboek van Strafrecht opzettelijke verhindering van de handelingen door een ambtenaar volgens pleiter is daarvan hier geen sprake. Er is geen enkel bewijs, dat beklaagde zich aan jachtwetover- treding schuldig maakte, en er kan dus geen sprake van zijn op heeterdaad betrappen. Als iemand in het land loopt en niet precies in de lucht kijkt, is dit voor een onbezoldigd ryksveldwacht reeds voldoende om aan jacht- wetovertreding te denken. Ieder heeft de fouten van zijn eigen ambt, wat gebeurd is, is zeer begrijpelyk, beklaagde voelde zich onschuldig en toen de weldwachter in zijn zakken wilde kijken, zeide hij blijf van me af en rukte toen. Met stokjes alleen kan men trouwens geen wild vangen, wel met strikken. Pleiter betwijfelt ook of de veldwachter in de rechtmatige uitoefening zijner bediening was. De jachtwet schrijft wel voor wat mag worden gevisiteerd maar daaronder is niet het visiteeren aan den lijve begrepen. De verdediger vroeg vrijspraak subsidiair een zoo licht mogelijke straf. Het O. M. wees er nog op dat de dagvaarding zoo is gesteld, dat de rechtbank kan aannemen wederspannigheid of het beletten van een bande- ling door een ambtenaar in de rechtmatige uit oefening zijner bediening. De verdediger meende dat bieruit blijkt dat hij niet ten onrechte meent, dat deze dagvaarding eenigszins eigenaardig is samengesteld. Wegens diefstal stond terecht L. J. B., uit Nieuw Namen (Clinge) verdacht van diefstal van een horloge met ketting. De eerste getuige P. J. de Potter verliet op 16 Januari zijn woning om negen uur, toen hij terug kwam om elf uur, stond het raam open en was horloge en ketting verdwenen. De brigadier der marechaussee A. J. van Bortel nam het horloge op bekl. in beslag. Bekl. bekende volledig. Eisch 10 of 10 dagen. Hervormde Kerk. Ter Neuzen. 9J u. Ds. A. Timmerinan en 2 u., dhr. L. Dek. Sluiskil. 9£ u., dhr. L. Dek en 2 u., Ds. A. Timrner- man, Doopsbediening. Axel. 9J u. en 2 u., Ds. J. B. T. Hugenholtz. Zaainslag. 9 n. en 2 u., Ds. G. van Dis. Hoek. 9 u. en 2 u., Ds. E. Raams Jr. Hulst. 10 u., Ds. De Boer. Hontenisse. 91 u., Ds. Akersloot van Houten Roos. Gereformeerde Kerken. Ter Neuzen. 9 u. en 2 u., Ds. J. F. v. Hulsteijn Jr. Axel, Kerkdreef. 9 u., Ds. J H. Lammertsma en 2 u., Ds. Chr. Bruins. Axel, Stationstraat. 9 u., Ds. Chr. Bruins en 2 u., Ds. J. H. Lammertsma Hoek. 9 u. en 2 u., Ds. H. v. d. Wal. Gereformeerde Gemeente (Vlooswijkstraat). Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 51 u., leeskerk. Oud-Gereformeerde. Gemeente (Vlooswijkstrsat). Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 51 u., leeskerk. Chr. Gereformeerde Kerk. Zaamslag. 9 u. en 2 u., Ds. De Bruin, van Broek op Langendijk. Ter Neuzen. Maandagavond 23 Febr. en Dinsdag 24 Febr., telkens 6 uur, Ds. Boone van St. Philipsland. Lokaal „Eben-Haezer(Kerkhoflaan). Ter Neuzen. 51 u., Evangelisatie.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1914 | | pagina 5