Tqt JleuzenschQ GO'Urant Dinsdag 18 November 1913. No. 5995. T'W:BIH3:QIEO i3Xj-A-TD. Gemeenteraad van Ter Neuzen. 7. Voorstel omtrent het in gebruik geven van het vergader lokaal bij school G awn J. Adriaanse ic Lamswaarde. 8. Wijziging verordening herhalingsonderwijs. Yanwege het hoofd van school D, den heer J. Risseeuw, is bij burgemeester en wethouders een schrijven ingekomen waarin hij, in verband met zijne benoeming tot onder- wijzer aan de rijksnormaallessen te Axel o. m. verzoekt de uren voor het herhalingsonderwijs voor meisjes niet te geven des Zaterdags van 912 maar op denzelfden dag van 811 uur. 11. Voorstel in sake adres D. van Aken. 11. Voorstel inzake verbouw der schoollokalen. IS. Benoeming voorzitter Niemqjaarscommissie. VAN Vergadering van Donderdag 12 November 1913. Voorzitter de heer J. Huizinga, burgemeester. Aanwezig de heeren Visser, Dees, Moggre, R. Scheele, Lensen, De Feijter, De Bruijne, Donze, Eijke,en D. Scheele, later ook de heer Van llorssum Waalkes. Afwezig de heeren Wieland en De Jager. (V E R V 0 L G). Infekomen is een adres van J. Adriaanse te Lamswaarde waarin hij zich veroorlooft te verzoeken evenals het vorige jaar in de aanstaande wintermaanden (1 Nov.—1 April) elken Zaterdag gebruik te mogcn maken van het vergader lokaal bij school G of van eon ander aan te wijzen lokaal teneinde daarin cursuslessen te geven in de beginselen der handelswetenschappen aan leerlingen van 12 tot 16 jaar van 2 tot 4J en aan oudere leerlingen van 5 tot 7|-uur. Hoogelijk zou hij het waardeeren, indien hem daarbij verleend werd vrij gebruik van vuur en licht, evenals dit den vorigen winter werd toegestaan. Hij zou gaarne de eerste les geven op 8 Nov. 1913. Burgemeester en wethouders stellen voor dit verzoek in te willigen. Zij zijn van oordeel, dat de gelegenheid aan verscheidene jongelui van nijveren en neringdoenden in deze gemeente om een cursus bij te wonen in uitgebreid enkelvoudig boekhouden, handelsrekenen en de meest elementaire beginselen van handelsrecht, van gemeente- wege dient te worden gesteund. Aan de door hen voorgestelde vergunning wenschen burgemeester en wethouders als voorwaarde te verbinden dat het lokaal voor geen ander doeleinde dan het gevraagde mag worden gebruikt; b. het onderwijs zal gegeven worden des Zaterdags- avonds van 5 tot half acht uur, gedurende de maanden November en December 1913 .en Januari, Februari en Maart van 1914 d. van de vergulming zal geen gebruik kunnen worden gemaakt in geval de gemeente op tijdstippen onder sub b vermeld, van de lokaliteit wenscht gebruik te maken d. de gemeente neemt alleen voor hare rekening de kosten van verwarming en verlichting der lokaliteitalle verdere kosten voor het gebruik van bet lokaal (zoo noodig) kornen voor rekening van den verzoeker. De voorzitter geeft te kennen dat burgemeester en wethodders bij het doen van dit voorstel zich op het standpunt hebben gesteld, dat het een tak van onderwijs betreft voor den handel, voornamelijk voor den midden- stand en waar ook voor den landbouwcursus gratis een lokaal wordt gegegeven, ook het handelsonderwijs op gelijke wijze dient te worden gesteund. Hij meent dat er ook wel eenig verschil is in het geven van Zondagsschool- onderwijs aan jonge kinderen en het geven van onderwijs aan jongelieden in een tak van bedrijf. Bovendien is het ook de laatste maal dat op deze wijze die lessen zullen gegeven worden. Als het volgend jaar de leeraar voor boekhouden zich hier vestigt, zal in het geven van de cursussen een verandering komen. De heer Lensen wil niet beweren dat het geven van handelsonderwijs van minder beteekenis is, dan het geven van landbouwonderwijs. Hij wijst er echter op, dat het landbouwonderwijs wordt gegeven door gedipiomeerden en dat is niet het geval met den hier gehouden tiandel- cursus. Men kan natuurlijk verschillend oordeelen over de vruchten van dat onderwijs maar een feit blijft het, dat het door een onbevoegde wordt gegeven. Hij zou niet willen afwijken van de voorwaarden voor de Zondags- sehoolvereeniging gesteld en hetzelfde bedrag als vergoeding vragen. Nog wijst hij er op, dat het ook niet een onder wijs belang is, dat den heer Adriaanse naar hier doet komen om les te geven, maar dat hij daarbij zijn persoonlijk belang op het oog heeft om tot eigen voordeel werkzaam te zijn. De heer Waalkes merkt op, dat het eigenlijk ook con- currentie is tegen een onderwijsinrichting der gemeente,' de hoogere burgerschool. Er is het vorig jaar vergunning verleend, en toen is er bij gezegd, dat de vergunning slechts zoolang zou verleend worden, als er van gemeente- wege in die vakken geen onderwijs werd gegeven. De voorzitter betoogt dat men hierin geen concurrentie met de gemeente H. B. S. moet zien, want de cursus wordt gevolgd door leerlingen die niet naar de H. B. S. kunnen komen. Als de leeraar in boekhouden hier woont, zou deze te hunnen behoeve ook een cursus moeten inriehten. Dat zal echter eerst het volgend jaar het geval kunnen zijn. Wordt voor dit onderwijs vergoeding gevraagd wegens gebruik der lokaliteit, dan meet de raad met 2 maten, daar het voor landbouwonderwijs gratis wordt verleend. De heer Moggre vraagt nog of de thans gegeven handels- cursus niet een vervolg-cursus is van die welke het vorig jaar is gehouden. Als er lluur gevraagd wordt, vreest hij dat de cursus niet zal doorgaan. De voorzitter kan daaromtrent geen inlichtingen geven. Het voorstel van den heer Lensen, om aan den heer Adriaanse. voor het gebruik van het gevraagde lokaal de- zelfde voorwaarden te stellen welke aan het bestuur der Zondagsschool zijn gesteld, wordt aangenomen met alge- meene stemmen. De schoolopziener in het district Middelburg heeft geen bezwaar tegen deze wijziging, mits het vroege aanvangsuur der lessen te Sluiskil geen bezwaar oplevert voor ouders of leerlingen. De oommissie van toezicht heeft ook geen bedenkingen. I Burgemeester en wethouders stellen daarom voor de ver- ordening tot regeling van het herhalingsonderwijs in deze gemeente, vastgesteld 22 Mei -1902', te wijzigen door in art. 6 in afwijking met de bestaande regeling te bepalen dat het herhalingsonderwijs aan meisjes op school zal worden gegeven des Zaterdags, van 811 uur des voor- middags. Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. .9. Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de nooning op het perceel sectie L no. 96. Door burgemeester en wethouders wordt overgelegd een schrijven der gezondheidscommissie wier zetel isgevestigd te Ter Neuzen, dd. 4 November 1913, waarin die commissie naar aanleiding van een schrijven van burgemeester en wethouders dd. 13 October 11., waaruit blijkt dat de bij besluit van burgemeester en wethouders van 7 Juli 11. aan de woning Noordstraat no. 51 voorgeschreven verbeteringen binnen den gestelden termijn niet zijn aangebracht, terwijl deze woning zonder die verbeteringen niet ter bewoning geschikt moet worden geacht, in overweging geeft aan den raad voor te stellen die woning ingevolge art. 18, 2e lid der Woningwet, onbewoonbaar te verklaren. Gezien dit advies der gezondheidscommissie en over- wegende dat burgemeester en wethouders op den 7den Juli 1913, Jacobus Andries Klaassen, Francois van de Ree Janszoon, Jan Jacobus de Jager en Pieter Jacobus Scheele, alien te T6r Neuzen, als eigenaars bevoegd tot het aan- brengen der noodzakelijk geachte verbeteringen, hebben aangeschreveri om binnen den termijn van drie maanden de bij dat besluit omschreven verbeteringen aan het perceel Noordstraat 51 aan te brengen, voorts overvvegende dat deze termijn is verstreken zonder da.t de geeischte ver beteringen zijn aangebracht, stellen burgemeester en wet houders voor, de woning gelegen aan de Noordstraat te Ter Neuzen, kadastraal bekend sectie L no. 96, onbewoon baar te verklaren en te gelasten dat deze woning moet zijn ontruimd binnen den termijn van 6 maanden, te rekenen van den dag, waarop de tijd tot voorziening tegen dit besluit is verstreken of dit besluit is gehandhaafd. De heer D. Scheele erkent dat burgemeester en wethouders bij het doen van dit voorstel de gezondheidscommissie en de woningwet achter zich hebben. Tocli vraagt hij staan burgemeester en wethouders wel op een zuiver standpunt Er is aan de eigenaren aangeschreven dat binnen zekeren termijn herstellingen behoorden te worden aangebracht. Dit is niet geschied, maar was het nu niet beter geweest de eigenaren eerst nog eens aan te manen dat de termijn verloopen was, dan nu zoo ineens te komen met een voorstel tot onbewoonbaarverklaring, waardoor hetgebouw bij de burgerij in discrediet komt. Hij stemt volkomen toe, dat de eigenaars voldoende vermogend zijn om de voorgeschreven herstellingen aan het gebouw te laten verrichten, maar naar hij gehoord heeft zit het eigenlijk in een nalatigheid van den huurder die volgens contract tot het onderhoud verplicht is, maar dit heeft nagelaten, Terecht kan men hiertegen aanvoeren, dat de eigenaars dan geen goede controle hebben gehouden, maar spreker acht de voorgestelde maatregel toch nogai ingrijpend. De heer R. Scheele meent, dat ze toch nog altijd de verbeteringen kunnen aanbrengen. De voorzitter stemt dit toe. Wanneer tot onbewoon baarverklaring besloten wordt, kan binnen den termijn van ontruiming herstelling worden uitgevoerd en dan ophefflng van de onbewoonbaarverklaring worden verzocht. De heer Dees kan niet inzien dat burgemeester en wet houders in dit opzicht tegenover de eigenaren verkeerd zouden hebben gehandeld. Ze doen wat de wet hun voor- schrijft; voordat de termijn verstreken was, konden bur gemeester en wethouders aan de eigenaars geen aanmaning sturen, zonder gevaar te loopen dat ze ten antwoord kregen dat het nog tijd was om het noodige te doen en men de aanmaning dus wel thuis-kon houden. Daaraan mogen burgemeester en wethouders zich toch niet bloot stellen. Dat de huurder de verbeteringen zou moeten doen, daarvan is .aan burgemeester en wethouders niets bekend.^ Is zulks zoo, was het dan voor de aangeschreven eigenaars' zoo lastig om burgemeester en wethouders daarvan eens in te lichten De heer Lensen vraagt of de voorzitter kan mcdedeelen welke stappen in deze zaak zijn gedaan. De heer Waalkes vraagt wie aansprakelijk is voor de wet. De voorzitter antvvoordt, dat de eigenaars de verant- woordelijke personen zijn. En wat de stappen betreft die in deze zaak gedaan zijn, daaromtrent kan hij mededeelen dat de zaak reeds eene lange geschiedeuis heeft. Reeds voor anderhalf.jaar werd de aandacht van burge meester en wethouders door de gezondheidscommissie op dat perceel gevestigd. Het betrof toen de afwatering. Er werd last gegeven tot het maken eener rioleering en dat is geschied. Later kwam de commissie weer de aandacht voor dat pand vragen en deelde mede dat £r verschillende gebreken waren, die noodzakelijk behoorden te worden hersteld. Spreker vertrouwt, dat het door de commissie uitgebrachte rapport juist is en dat zij geen rapporten uitbrengen zal, zonder zich te hebben overtuigd dat de toestand werkelijk is zooals die daarin wordt beschreven, en dat het onderzoek geschiedt overeenkomstig de wettelijke voorschriften. Toen is de zaak geloopen zooals het loopen ntoest. De tusschenkomst van burgemeester en wethouders werd ge vraagd en die hebben de eigenaars aangeschreven, daar de bewoner niet de eigenaar is, om de door de gezond heidscommissie noodig geachte voorzieningen aan te brengen. Daarvoor is drie maanden gelegenheid gegeven, doch het werk is niet verricht. Wat nu het verwijt betreft, dat burgemeester en wethou ders de vormen niet in acht hebben genomen of de billijkheid niet hebben betracht, dat moet spreker afwijzen. De eigenaren zijn geheel in gebreke gebleven. Voor het uitvoeren der noodige voorzieningen moeten zij volgens de bouwverordening vergunning vragen aan burgemeester en wethouders. Spreker had vermoed dat een dag of veertien na de aanschrijving hunnerzijds wel een verzoek zou ingekomen zijn. Er is echter niets van hen vernomen en ze hebben den termijn laten verstrijken zonder iets te laten hooren, waaruit bleek dat ze het klaar wilden maken. En burgemeester en wethouders moesten in deze een standpunt innemen. Men zal voor meer zulke besluiten komen te staan en dan moeten burgemeester en wethou ders tegenover den een gelijk staan als tegenover den ander. Toen de termijn verstreken was zonder dat iets geschied was, stonden volgens de wet twee wegen open het pand onbewoonbaar te verklaren of wel de voorzieningen zelf aanpakken, voor rekening der eigenaren. Burgemeester en wethouders hebben gemeend den eersten weg te moeten kiezen. Vandaar hun voorstel, over eenkomstig art. 14 der woningwet. Willen de eigenaren alsnog de voorzieningen aanbrengen, dan kunnen ze daar voor maatregelen nemen, en als het werk voltooid is, overeenkomstig art. 25 der woningwet ophefflng van het besluit tot onbewoonbaarverklaring vragen. De heer D. Scheele merkt op, dat de voorzitter er van spreekt dat men voor nog meer zulke gevallen zal komen te staan. Maar als dan een perceel onbewoonbaar moet verklaard worden van iemand die onmachtig is, die de kosten van herstelling niet kan dragen, zal men die dan maar zoo direct zonder vorm van proces, op straat zetten Dat zou toch moeten volgen, als men consequent doorging. De voorzitter meent dat, bij voorkomende gevallen, elk geval zal beoordeeld worden zooals dit in overeenstemming met de omstandigheden moet geschieden. De heer Scheele heeft zooeven zelf gezegd dat het vier gefortu- neerde eigenaren betreft, voor wie geen compassie noodig is. Daarin ligt opgesloten, dat er misschien een anderen gedachten gang zou zijn, wanneer dat wel het geval was. In stemming gebracht, wordt het voorstel tot onbewoon baarverklaring aangenomen met 9 tegen 2 stemmen. Voor stemmen de heeren Visser, Dees, Moggre, Lensen, De Feijter, De Bruijne, Donze, Eijke en Waalkestegen stemmen de heeren R. Scheele en D. Scheele. 10. Voorstel tot wijziginc/ der begrooting 1913. De voorzitter deeit mede dat hij dit punt wenscht aan te houden tot aan het eind der vergadering. Naar aanleiding van het de vorige vergadering in hunne handen om bericht en raad gestelde adres van D. van Aken, boekbinder, boekhandeJaar en drukkerte Ter Neuzen, die daarin te kennen geeft dat door de besprekingen in de raadsvergadering van 9 October 11. bij het publiek de meening is ontstaan, dat zijn verzoek is afgewezen, omdat de raad van meening was, dat het drukwerk niet door hem zelf wordt vervaardigd, en die zich daarom ten tweeden male tot den raad wendde met beleefd verzoek het daarheen te leiden dat in de naaste toekomst ook eens aan hem wordt gedabht, wat betreft gemeeute- leveranties, geven burgemeester en wethouders te kennen dat zij geen vrijheid kunnen vinden in te gaan op dit tweede verzoekschrift van"adressant om terug te komen op de door den raad in de vergadering van 9 October 1913 genomen beslissing, ter zake van de leverantie van voor de gemeente benoodigd drukwerk. enz. Zij geven verder te kennen dat, waar de benoodigde kantoorbehoeften, schoolboeken en leermiddelen worden aanbesteed, het aan adressant, evenals andere boekhande- laren, vrij staat, naar de levering dier benoodigdheden te dingen. Met de zorg voor de opname van advertentien uit- gaande van de gemeente, zou bij beurte ook de heer Van Aken kunnen worden belast. In verband daarmede stellen burgemeester en wet houders voor het adres van den heer Van Aken voor kennisgeving aan te nernen en met de zorg voor de opname in verschillende bladen van advertentien, uit- gaande van de gemeente, bij beurte voor een jaar te belasten (te beginnen met 1 Januari 1914) naar onder- staande alfabetische volgorde 1. D. van Aken, 2. M. de Jonge, 3. D. II. Littooij, 4. Firma P. J. van de Sande, alien te Ter Neuzen. De voorzitter dit voorstel nader toelichtende, verklaart, dat burgemeester en wethouders van meening zijn dat hetgeen adressant vraagt, niet voor iriwilliging vatbaar is De heer De Bruijne zou toch gaarne zien dat, als het kon, Van Aken ook van gemeentewege met levering werd begunstigd. llet is een man die zijn best doet om door de wereld te komen en hij belooft toch, dat hij het werk op tijd zal Ieveren, De voorzitter gelooft dat, als mensch, wel alle leden van den raad adressant zouden willen tegemoetkomen, maar als gemeente moet men een ander standpunt innemen. Door het tweede adres wordt de raad volkomen in het gelijk gesteld voor zijn genomen besluit. Dat besluit be- rust op de overweging dat adressant niet gei'nstalleerd was, om het werk voor de gemeente uit te voeren en nu in zijn adres schrijft hij, dat hij zich zou installeeren, als hij het werk kreeg. Dat is nhar spreker meent niet de juiste weg. Het zou evenzoo zijn als wanneer b. v. iemand zich hier als schilder kwam vestigen. en het werk der gemeente kwam vragen, opdat hij dan zijne zaak wat zou kunnen uitbreiden. Eerst behoort adressant aan te toonen dat hij ingericht is en het werk kan uitvoeren. De heer De Bruijne wijst er <y>, dat adressant in zijn adres toch belooft het werk naar den eisch en op tijd uit te voeren. De voorzitter stemt dat toe, maar merkt op dat men met den werkelijken toestand rekening moet houden. Het adres zelf weerspreekt zich op dat punt, daar adres sant er ook in erkent, dat hij niet voldoende is ingericht. Als gemeentebestuur moet in deze voorzichtigheid worden betracht en men moet ook rechtvaardig zijn tegenover anderen. Er moet gewaakt worden voor stappen op een verkeerden weg. De heer Waalkes vraagt hoe het werk was, dat van gemeentewege aan den heer Van Aken ter uitvoering is toevertrouwd. De voorzitter antwoordt daarop voor het ooganblik geen voldoende inlichting te kunnen geven. De heer D. Scheele vraagt of er, buiten hetgeen bij de aannemers van kantoor- en schoolbehoeften wordt aan- geschaft, ook nog wel eens wat bij andere leveranciers wordt gekocht. Is dat zoo, dan zou misschien ook wel tens aan adressant kunnen worden gedacht. De voorzitter kan ook op deze vraag thans geen inlich tingen geven. Mbgelijk is het, en als het kan, is ergeen I ezwaar tegen om adressant te begunstigen, want voorop gesteld moet worden, dat bij burgemeester en wethouders in deze een rechtvaardig optreden tegenover een ieder, cp den voorgrond staat. De heer Lensen kan zich wel bij het voorstel van 1 urgemeester en wethouders neerleggen, maar merkt op men op dezen weg misschien tot in het oneindige kan doorgaan. Wie weet of er in de toekomst niet meerdere advertentiebureaux zich opdoen, en om klandizie der ge meente aankloppen, of misschien anderen ook een persje aanschaffen en zich als drukker presenteeren. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt aangenomen met algemeene stemmen. 12. Voorloopige regeling pensioengrondslag voor Sommige ambtenaren. De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders voor den pensioengrondslag voor den adjunct-commies ter secretarie, den heer Vroegop, te bepalen op 650, dien voor den benoemden ambtenaar ter secretarie, den .heer J. J. Huijssen op_ 500 en dien van den commies, den heer De Vos, op 780. Voor eerstgenoemde is dit noodig in verband met zijne veranderde positie, voor de tweede wegens zijne aanstelling bij de gemeente en voor laatst- genoemde in verband met de periodieke verhooging van zijn salaris met ingang van J Jannari a.s. Het voorstel wordt aangenomen met algemeene stemmen. 13. Voorstel tot vaststelling eener nieuwe verorde ning op het heffen en invorderen van leges. Burgemeester en wethouders achten het gewenscht eene nieuwe verordening op het heffen en invorderen van leges vast te stellen en stellen daarom voor vast te stellen de navolgende verordening op de heffing van rechten ter geineente-secretarie onder den naam van leges. Artikel 1. Onder den naam leges worden ten behoeve der gemeentekas rechten geheven behalve in de gevallen waarin de heffing krachtens wettelijk voorschrift niet mocht zijn toegelaten in de navolgende gevallen en overeenkomstig het daarbij vermelde tarief: a. voor elke gunstige beschikking op verzoekschriften, voor eene akte van aanstelling of van beeediging, een en ander voor zoover zij aan het recht van zegel zijn onderworpen0,20 b. voor het legaliseeren van eene handteekening 0,25 c. voor een certilicaat van gegoedheid, bewijs van goed gedrag, verklaring van inwoning 0,15 d. voor elke andere verklaring tot welker afgifte het gemeentebestuur op verzoek van particulieren bevoegd is, voor elke geheel' of gedeeltelijk beschreven bladzijde 0,20 e. voor een binnenlandsch paspoort 0,25 f. voor afgifte van een gezondheidspas 0,20 g. voor een afdruk van de kiezerslijst 2,50 h. voor afschriften van zoodanige stukken als volgens de bepalingen der gemeentewet voor de ingezetenen verkrijgbaar moeten worden gesteld, j cent voor elken regel schrift. i. voor de afgifte van stukken onder h bedoeld, wanneer dezen in druk worden uitgegeven 40 cent per vel druks op groot octavo of mediaan papier (16 bladz.) 30 cent per vel druks op folio schrijfformaat (4 bladz.) 25 cent per vel druks op postpapier in 4e formaat (3 bladz.) 25 cent per vel druks op octavo schrijfformaat (16 bladz.) Gedeelten van een vel naar evenredigheid, met dien verstande, dat gedeelten van bladzijden voor vol worden gerekend en dat voor elk stuk ten minste 5 cent worde betaald. j. Voor gedeeltelijk bedrukte stukken onder i bedoeld 10 cent boven het daarin vermelde tarief voor elke bladzijde waarin bijvulling plaats heeft. k. Voor het verstrekken van afschriften van in het gemeente-archief berustende stukken, dagteekenende van voor 1848, wordt een recht geheven van 2 cent voor elken regel van minstens 12 lettergrepen. I. voor inlichtingen uit de bevolkingsregisters of de registers van den burgerlijken stand a. voor eene inlichting f 0,10 b. voor geregelde opgaven bij abonnement tot een maximum van 1000 opgaven (bere- kend tegen 2J cent per inlichting) per jaar 25, c. voor elke opgave boven 1000, voor iedere inlichting 0,02£ m. voor het voltrekken van een huwelijk, op een anderen tijd of wijze, als ingevolge artikel 4 der wet van den 23 April 1879 (Staatsblad no. 72) voor kostelooze huwelijks-voltrekkingen is bepaald a. wanneer die voltrekking op denzelfden dag als hierboven bedoeld is plaats heeft 5, b. als die voltrekking op een anderen dag verlangd wordt20, c. indien belanghebbenden wenschen dat er een looper gelegd worde, is boven dien verschuldigd5 d. buiten het gemeentehuis van personen, die niet onvermogend zijn 25,— Artikel 2. Boven de in het vorig artikel bedoelde gelden moeten de belanghebbenden betalen de even- tueel verschuldigde rechten van zegel en registrable. Artikel 3. Kosteloos worden afgegeven 1°. alle stukken door onvermogenden in hun persoonlijk belang, mits hiervan voldoende blijkt, benoodigd 2". attestation de vita tot ontvangst van lijfrenten en pensioenen ten laste van den Staat en de Kolonien. 3". familieboekjes, uit te reiken bij gelegenheid van huwelijksvoltrekkingen. Artikel 4. Deze verordening treedt in werking zoodra daarop de Koninklijke goedkeuring is verkregen. Op dat tijdstip vervalt de verordening vastgesteld den 14 Februari 1900. De voorzitter deelt mede dat het bedrag voor een be wijs van goed gedrag is verminderd van 20 op 15 cent; dit werd noodig geoordeeld, daar velen herhaaldelijk dus- danig getuigschrift noodig hebben voor sollicitaties. Naar aanleiding eener vraag van den heer D. Scheele deelt de voorzitter mede dat het bedrag voor afgifte van een gezondheidspas is verhoogd van 10 op 20 cent. Bur gemeester en wethouders zijn van meening dat het bezit van dergelijk bewijs voor den belanghebbenden zeker over het algemeen wel de waarde van 20 cent zal hebben. De heer Moggre acht het tarief genoemd onder letter m van art. 1 nogal hoog, in verband met schippers. Die kunnen hier niet altijd juist op den gewonen voor het sluiten van huwelijken bestemden dag zijn en dan zullen zij f 5 moeten betalen dat acht hij bezwarend. Met het onder sub b bedoeld bedhag voor het trouwen op een anderen dag, kan hij zich wel vereenigen, maar de 5 onder c genoemd, voor het leggen van een looper, zou hij willen schrappen. Hij maakt bezwaar om daarvoor van gemeentewege te zorgen. Eveneens zou hij willen schrappen de gelegenheid om aan huis een huwelijk te voltrekken; hij voorziet dat daarvan zeer veel gebruik zal worden gemaaktbinnen de stad is het nog niet zoo bezwarend, maar minder gemakkelijk zou het voor den ambtenaar zijn, wanneer hij daarvoor b.v. ook naar Sluiskil werd ontboden en dat zou evengoed kunnen voorkomen. Hij zou de bedragen onder a, c en d genoemd, willen schrappen. De voorzitter meent dat er omtrent het voorgestelde een onjuiste meening bestaat. In werkelijkheid bestaan de geopperde bezwaren niet, wat betreft de schippers. Volgens art. 79 der wet moet er minstens eenmaal 's weeks gelegenheid worden gegeven tot het voltrekken van huwelijken. Dat geschied op een dag en uur, te bepalen door den ambtenaar van den burgerlijken stand. Wanneer er dus een schipper is, die wegens zijne omstandigheden niet aanwezig kan zijn op den voor het sluiten van huwelijken aangenomen dag of het uur, dan kan de ambtenaar gebruik maken van zijne bevegdheid, om dag en uur ten behoeve van belanghebbendeanders te bepalen. Hij zal daarvoor ook al aanstonds eene ver andering moeten maken ten behoeve der Katholieken, die in plaats van des namiddags, des morgens moeten huwen, in verband met de kerkelijke inzegening. Die categorie van menschen zal er dus geen nadeel van ondervinden. Spreker ontraadt, om de voorgestelde bepaling betreffende het leggen van een looper te schrappen, men beloopt dan de kans, dat ze zelf met allerlei loopers komen aandragen of wel ze laten een looper leggen door den bode, en dan loopt dat weer uit op het geven van fooieh, zoodat men door de achterdeur binnenhaalt, wat men zelf heeft willen afschaffen. En wat het trouwen aan huis betreft, dit kan slechts geschieden in zeer bijzondere gevallen, wanneer een van de aanstaande echtgenooten door ziekte niet in staat is naar het stadhuis te komen. Men behoeft dus geen vrees te koesteren dat daarvan druk gebruik gemaakt zal wordenbovendien is die gelegeqheid voor onvermogen den gratis opengesteld. De heer Lensen had ook tegen het voorgestelde debe- zwaren die door den heer MoggrS zijn te berde gebracht, doch die voor een deel door de toetichting van den voor zitter zijn opgeheven. Hij dacht ook omtrent het trouwen buiten de raadzaal, dat daarvan druk gebruik zou gemaakt worden, want dat kost dan wel 25, doch daartegenover spaart men de rijtuigen uit.' Waar het nu echter blijkt te betreffen een gelegenheid om ook het sluiten van een huwelijk mogelijk te maken ingeval van ziekte van een der betrokken aanstaande echtgenooten, zou hij daarvoor geen recht willen heffen. Hij zou er geen gebruik van willen maken om /25 in de kas der gemeente te brengen door de ziekte van een vermogende. Hij zou in dit geval arme en rijke zieken gelijk willen behandelen. Spreker blijft er ook tegen om de gelegenheid open te stellen het leggen van een looper te vragen. Daarvan is het gevolg dat men ook in dit opzicht tegen elkaar gaat opbieden. Het voorstel van den heer Moggre, gesteund door den heer Lensen, om het bepaalde onder letter c (betreffende het leggen van een looper) te schrappen, wordt aange- nomen met 8 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de heeren Visser, Moggre, R. Scheele, Lensen, De Feijter, De Bruijne, Donze en Eijke, tegen stemmen de heeren Dees, Waalkes en D. Scheele. Het voorstel van den heer Lensen om het bepaalde onder letter d (betaling van 25 voor het sluiten van een huwelijk buiten het gemeentehuis) te schrappen, wordt verworpen met 7 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren R. Scheele, Lensen, De Feijter, Donze; tegen stemmen de heeren Visser, Dees, Moggre, De Bruijne, Eijke, Waalkes en D. Scheele. De geheele verordening wordt alsnu aangenomen met algemeene stemmen. Eveneens wordt met algemeene stemmen aangenomen de door burgemeester en wethouders voorgestelde ver ordening op de invordering van rechten ter gemeente- secretarie geheven onder den naam van leges. In artikel 1 is bepaald dat de rechten moeten voldaan worden bij de aanvraag der stukken. De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders voor hun college te machtigen over te gaan tot het aan brengen van de ingevolge het Koninklijk besluit van 25 Juni 1912, Staatsblad no. 192, noodige veranderingen aandeloka- len der openbare lagere scholen in deze gemeente, voor zoo ver daarvoor geen dispensatie kan worden verkregen Wordt dat voor een of meer lokalen of voor sommige zaken verkregen, dan kan dat worden uitgeschakeld. De kosten worden geraamd op 1572,70, waarvan een vierde gedeelte door het rijk wordt gedragen. Dit voorstel wordt aangenomen met algemeene stemmen. De voorzitter stelt voor de kosten te dekken door eene geldleening, tegen eene rente van hoogstens 5 procent en de leening af te lossen in 10 jaren. Dit voorstel wordt aangenomen met algemeene stemmen. De voorzitter verzoekt de leden over te gaan tot het benoemen van een voorzitter voor de te vormen commissie voor het houden van nieuwjaarsbedeelingen. De heer Donze stelt voor die commissie af te schaffen. De voorzitter doet een bemiddelingsvoorstel aan de hand. H\j heeft dit punt overeenkomstig de gewoonte op de agenda gebracht; er is op het oogenblik veel voor te zeggen, om tot het vormen eener commissie over te gaan, 1 maar was het misschien niet beter de zaak eens aan te

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1913 | | pagina 5