Tqt JleuzenschQ GO'Urant
Dinsdag 18 November 1913. No. 5995.
T'W:BIH3:QIEO i3Xj-A-TD.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
7. Voorstel omtrent het in gebruik geven van het
vergader lokaal bij school G awn J. Adriaanse ic
Lamswaarde.
8. Wijziging verordening herhalingsonderwijs.
Yanwege het hoofd van school D, den heer J. Risseeuw,
is bij burgemeester en wethouders een schrijven ingekomen
waarin hij, in verband met zijne benoeming tot onder-
wijzer aan de rijksnormaallessen te Axel o. m. verzoekt de
uren voor het herhalingsonderwijs voor meisjes niet te
geven des Zaterdags van 912 maar op denzelfden dag
van 811 uur.
11. Voorstel in sake adres D. van Aken.
11. Voorstel inzake verbouw der schoollokalen.
IS. Benoeming voorzitter Niemqjaarscommissie.
VAN
Vergadering van Donderdag 12 November 1913.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burgemeester.
Aanwezig de heeren Visser, Dees, Moggre, R. Scheele,
Lensen, De Feijter, De Bruijne, Donze, Eijke,en D. Scheele,
later ook de heer Van llorssum Waalkes.
Afwezig de heeren Wieland en De Jager.
(V E R V 0 L G).
Infekomen is een adres van J. Adriaanse te Lamswaarde
waarin hij zich veroorlooft te verzoeken evenals het vorige
jaar in de aanstaande wintermaanden (1 Nov.—1 April)
elken Zaterdag gebruik te mogcn maken van het vergader
lokaal bij school G of van eon ander aan te wijzen lokaal
teneinde daarin cursuslessen te geven in de beginselen
der handelswetenschappen aan leerlingen van 12 tot 16
jaar van 2 tot 4J en aan oudere leerlingen van 5 tot 7|-uur.
Hoogelijk zou hij het waardeeren, indien hem daarbij
verleend werd vrij gebruik van vuur en licht, evenals
dit den vorigen winter werd toegestaan.
Hij zou gaarne de eerste les geven op 8 Nov. 1913.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit verzoek in
te willigen. Zij zijn van oordeel, dat de gelegenheid aan
verscheidene jongelui van nijveren en neringdoenden in
deze gemeente om een cursus bij te wonen in uitgebreid
enkelvoudig boekhouden, handelsrekenen en de meest
elementaire beginselen van handelsrecht, van gemeente-
wege dient te worden gesteund.
Aan de door hen voorgestelde vergunning wenschen
burgemeester en wethouders als voorwaarde te verbinden
dat het lokaal voor geen ander doeleinde dan het
gevraagde mag worden gebruikt;
b. het onderwijs zal gegeven worden des Zaterdags-
avonds van 5 tot half acht uur, gedurende de maanden
November en December 1913 .en Januari, Februari en
Maart van 1914
d. van de vergulming zal geen gebruik kunnen worden
gemaakt in geval de gemeente op tijdstippen onder sub
b vermeld, van de lokaliteit wenscht gebruik te maken
d. de gemeente neemt alleen voor hare rekening de
kosten van verwarming en verlichting der lokaliteitalle
verdere kosten voor het gebruik van bet lokaal (zoo
noodig) kornen voor rekening van den verzoeker.
De voorzitter geeft te kennen dat burgemeester en
wethodders bij het doen van dit voorstel zich op het
standpunt hebben gesteld, dat het een tak van onderwijs
betreft voor den handel, voornamelijk voor den midden-
stand en waar ook voor den landbouwcursus gratis een
lokaal wordt gegegeven, ook het handelsonderwijs op gelijke
wijze dient te worden gesteund. Hij meent dat er ook
wel eenig verschil is in het geven van Zondagsschool-
onderwijs aan jonge kinderen en het geven van onderwijs
aan jongelieden in een tak van bedrijf.
Bovendien is het ook de laatste maal dat op deze wijze
die lessen zullen gegeven worden. Als het volgend jaar
de leeraar voor boekhouden zich hier vestigt, zal in het
geven van de cursussen een verandering komen.
De heer Lensen wil niet beweren dat het geven van
handelsonderwijs van minder beteekenis is, dan het geven
van landbouwonderwijs. Hij wijst er echter op, dat het
landbouwonderwijs wordt gegeven door gedipiomeerden
en dat is niet het geval met den hier gehouden tiandel-
cursus. Men kan natuurlijk verschillend oordeelen over
de vruchten van dat onderwijs maar een feit blijft het,
dat het door een onbevoegde wordt gegeven. Hij zou niet
willen afwijken van de voorwaarden voor de Zondags-
sehoolvereeniging gesteld en hetzelfde bedrag als vergoeding
vragen. Nog wijst hij er op, dat het ook niet een onder
wijs belang is, dat den heer Adriaanse naar hier doet
komen om les te geven, maar dat hij daarbij zijn persoonlijk
belang op het oog heeft om tot eigen voordeel werkzaam
te zijn.
De heer Waalkes merkt op, dat het eigenlijk ook con-
currentie is tegen een onderwijsinrichting der gemeente,'
de hoogere burgerschool. Er is het vorig jaar vergunning
verleend, en toen is er bij gezegd, dat de vergunning
slechts zoolang zou verleend worden, als er van gemeente-
wege in die vakken geen onderwijs werd gegeven.
De voorzitter betoogt dat men hierin geen concurrentie
met de gemeente H. B. S. moet zien, want de cursus
wordt gevolgd door leerlingen die niet naar de H. B. S.
kunnen komen. Als de leeraar in boekhouden hier woont,
zou deze te hunnen behoeve ook een cursus moeten inriehten.
Dat zal echter eerst het volgend jaar het geval kunnen
zijn. Wordt voor dit onderwijs vergoeding gevraagd wegens
gebruik der lokaliteit, dan meet de raad met 2 maten,
daar het voor landbouwonderwijs gratis wordt verleend.
De heer Moggre vraagt nog of de thans gegeven handels-
cursus niet een vervolg-cursus is van die welke het vorig
jaar is gehouden. Als er lluur gevraagd wordt, vreest hij
dat de cursus niet zal doorgaan.
De voorzitter kan daaromtrent geen inlichtingen geven.
Het voorstel van den heer Lensen, om aan den heer
Adriaanse. voor het gebruik van het gevraagde lokaal de-
zelfde voorwaarden te stellen welke aan het bestuur der
Zondagsschool zijn gesteld, wordt aangenomen met alge-
meene stemmen.
De schoolopziener in het district Middelburg heeft geen
bezwaar tegen deze wijziging, mits het vroege aanvangsuur
der lessen te Sluiskil geen bezwaar oplevert voor ouders
of leerlingen.
De oommissie van toezicht heeft ook geen bedenkingen. I
Burgemeester en wethouders stellen daarom voor de ver-
ordening tot regeling van het herhalingsonderwijs in deze
gemeente, vastgesteld 22 Mei -1902', te wijzigen door in
art. 6 in afwijking met de bestaande regeling te bepalen
dat het herhalingsonderwijs aan meisjes op school zal
worden gegeven des Zaterdags, van 811 uur des voor-
middags.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen.
.9. Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de
nooning op het perceel sectie L no. 96.
Door burgemeester en wethouders wordt overgelegd een
schrijven der gezondheidscommissie wier zetel isgevestigd
te Ter Neuzen, dd. 4 November 1913, waarin die commissie
naar aanleiding van een schrijven van burgemeester en
wethouders dd. 13 October 11., waaruit blijkt dat de bij
besluit van burgemeester en wethouders van 7 Juli 11. aan
de woning Noordstraat no. 51 voorgeschreven verbeteringen
binnen den gestelden termijn niet zijn aangebracht, terwijl
deze woning zonder die verbeteringen niet ter bewoning
geschikt moet worden geacht, in overweging geeft aan den
raad voor te stellen die woning ingevolge art. 18, 2e lid
der Woningwet, onbewoonbaar te verklaren.
Gezien dit advies der gezondheidscommissie en over-
wegende dat burgemeester en wethouders op den 7den Juli
1913, Jacobus Andries Klaassen, Francois van de Ree
Janszoon, Jan Jacobus de Jager en Pieter Jacobus Scheele,
alien te T6r Neuzen, als eigenaars bevoegd tot het aan-
brengen der noodzakelijk geachte verbeteringen, hebben
aangeschreveri om binnen den termijn van drie maanden
de bij dat besluit omschreven verbeteringen aan het perceel
Noordstraat 51 aan te brengen, voorts overvvegende dat
deze termijn is verstreken zonder da.t de geeischte ver
beteringen zijn aangebracht, stellen burgemeester en wet
houders voor, de woning gelegen aan de Noordstraat te
Ter Neuzen, kadastraal bekend sectie L no. 96, onbewoon
baar te verklaren en te gelasten dat deze woning moet
zijn ontruimd binnen den termijn van 6 maanden, te
rekenen van den dag, waarop de tijd tot voorziening tegen
dit besluit is verstreken of dit besluit is gehandhaafd.
De heer D. Scheele erkent dat burgemeester en wethouders
bij het doen van dit voorstel de gezondheidscommissie en
de woningwet achter zich hebben. Tocli vraagt hij staan
burgemeester en wethouders wel op een zuiver standpunt
Er is aan de eigenaren aangeschreven dat binnen zekeren
termijn herstellingen behoorden te worden aangebracht.
Dit is niet geschied, maar was het nu niet beter geweest
de eigenaren eerst nog eens aan te manen dat de termijn
verloopen was, dan nu zoo ineens te komen met een
voorstel tot onbewoonbaarverklaring, waardoor hetgebouw
bij de burgerij in discrediet komt.
Hij stemt volkomen toe, dat de eigenaars voldoende
vermogend zijn om de voorgeschreven herstellingen aan
het gebouw te laten verrichten, maar naar hij gehoord
heeft zit het eigenlijk in een nalatigheid van den huurder
die volgens contract tot het onderhoud verplicht is, maar
dit heeft nagelaten, Terecht kan men hiertegen aanvoeren,
dat de eigenaars dan geen goede controle hebben gehouden,
maar spreker acht de voorgestelde maatregel toch nogai
ingrijpend.
De heer R. Scheele meent, dat ze toch nog altijd de
verbeteringen kunnen aanbrengen.
De voorzitter stemt dit toe. Wanneer tot onbewoon
baarverklaring besloten wordt, kan binnen den termijn
van ontruiming herstelling worden uitgevoerd en dan
ophefflng van de onbewoonbaarverklaring worden verzocht.
De heer Dees kan niet inzien dat burgemeester en wet
houders in dit opzicht tegenover de eigenaren verkeerd
zouden hebben gehandeld. Ze doen wat de wet hun voor-
schrijft; voordat de termijn verstreken was, konden bur
gemeester en wethouders aan de eigenaars geen aanmaning
sturen, zonder gevaar te loopen dat ze ten antwoord kregen
dat het nog tijd was om het noodige te doen en men de
aanmaning dus wel thuis-kon houden. Daaraan mogen
burgemeester en wethouders zich toch niet bloot stellen.
Dat de huurder de verbeteringen zou moeten doen,
daarvan is .aan burgemeester en wethouders niets bekend.^
Is zulks zoo, was het dan voor de aangeschreven eigenaars'
zoo lastig om burgemeester en wethouders daarvan eens
in te lichten
De heer Lensen vraagt of de voorzitter kan mcdedeelen
welke stappen in deze zaak zijn gedaan.
De heer Waalkes vraagt wie aansprakelijk is voor de wet.
De voorzitter antvvoordt, dat de eigenaars de verant-
woordelijke personen zijn. En wat de stappen betreft die
in deze zaak gedaan zijn, daaromtrent kan hij mededeelen
dat de zaak reeds eene lange geschiedeuis heeft.
Reeds voor anderhalf.jaar werd de aandacht van burge
meester en wethouders door de gezondheidscommissie op
dat perceel gevestigd. Het betrof toen de afwatering.
Er werd last gegeven tot het maken eener rioleering en
dat is geschied.
Later kwam de commissie weer de aandacht voor dat
pand vragen en deelde mede dat £r verschillende gebreken
waren, die noodzakelijk behoorden te worden hersteld.
Spreker vertrouwt, dat het door de commissie uitgebrachte
rapport juist is en dat zij geen rapporten uitbrengen zal,
zonder zich te hebben overtuigd dat de toestand werkelijk
is zooals die daarin wordt beschreven, en dat het onderzoek
geschiedt overeenkomstig de wettelijke voorschriften.
Toen is de zaak geloopen zooals het loopen ntoest. De
tusschenkomst van burgemeester en wethouders werd ge
vraagd en die hebben de eigenaars aangeschreven, daar
de bewoner niet de eigenaar is, om de door de gezond
heidscommissie noodig geachte voorzieningen aan te brengen.
Daarvoor is drie maanden gelegenheid gegeven, doch het
werk is niet verricht.
Wat nu het verwijt betreft, dat burgemeester en wethou
ders de vormen niet in acht hebben genomen of de
billijkheid niet hebben betracht, dat moet spreker afwijzen.
De eigenaren zijn geheel in gebreke gebleven. Voor het
uitvoeren der noodige voorzieningen moeten zij volgens
de bouwverordening vergunning vragen aan burgemeester
en wethouders. Spreker had vermoed dat een dag of
veertien na de aanschrijving hunnerzijds wel een verzoek
zou ingekomen zijn. Er is echter niets van hen vernomen
en ze hebben den termijn laten verstrijken zonder iets te
laten hooren, waaruit bleek dat ze het klaar wilden
maken.
En burgemeester en wethouders moesten in deze een
standpunt innemen. Men zal voor meer zulke besluiten
komen te staan en dan moeten burgemeester en wethou
ders tegenover den een gelijk staan als tegenover den ander.
Toen de termijn verstreken was zonder dat iets geschied
was, stonden volgens de wet twee wegen open het pand
onbewoonbaar te verklaren of wel de voorzieningen zelf
aanpakken, voor rekening der eigenaren.
Burgemeester en wethouders hebben gemeend den
eersten weg te moeten kiezen. Vandaar hun voorstel, over
eenkomstig art. 14 der woningwet. Willen de eigenaren
alsnog de voorzieningen aanbrengen, dan kunnen ze daar
voor maatregelen nemen, en als het werk voltooid is,
overeenkomstig art. 25 der woningwet ophefflng van het
besluit tot onbewoonbaarverklaring vragen.
De heer D. Scheele merkt op, dat de voorzitter er van spreekt
dat men voor nog meer zulke gevallen zal komen te staan.
Maar als dan een perceel onbewoonbaar moet verklaard
worden van iemand die onmachtig is, die de kosten van
herstelling niet kan dragen, zal men die dan maar zoo direct
zonder vorm van proces, op straat zetten Dat zou toch
moeten volgen, als men consequent doorging.
De voorzitter meent dat, bij voorkomende gevallen, elk
geval zal beoordeeld worden zooals dit in overeenstemming
met de omstandigheden moet geschieden. De heer
Scheele heeft zooeven zelf gezegd dat het vier gefortu-
neerde eigenaren betreft, voor wie geen compassie noodig
is. Daarin ligt opgesloten, dat er misschien een anderen
gedachten gang zou zijn, wanneer dat wel het geval was.
In stemming gebracht, wordt het voorstel tot onbewoon
baarverklaring aangenomen met 9 tegen 2 stemmen.
Voor stemmen de heeren Visser, Dees, Moggre, Lensen,
De Feijter, De Bruijne, Donze, Eijke en Waalkestegen
stemmen de heeren R. Scheele en D. Scheele.
10. Voorstel tot wijziginc/ der begrooting 1913.
De voorzitter deeit mede dat hij dit punt wenscht aan
te houden tot aan het eind der vergadering.
Naar aanleiding van het de vorige vergadering in hunne
handen om bericht en raad gestelde adres van D. van
Aken, boekbinder, boekhandeJaar en drukkerte Ter Neuzen,
die daarin te kennen geeft dat door de besprekingen in
de raadsvergadering van 9 October 11. bij het publiek de
meening is ontstaan, dat zijn verzoek is afgewezen, omdat
de raad van meening was, dat het drukwerk niet door
hem zelf wordt vervaardigd, en die zich daarom ten
tweeden male tot den raad wendde met beleefd verzoek
het daarheen te leiden dat in de naaste toekomst ook
eens aan hem wordt gedabht, wat betreft gemeeute-
leveranties, geven burgemeester en wethouders te kennen
dat zij geen vrijheid kunnen vinden in te gaan op dit
tweede verzoekschrift van"adressant om terug te komen
op de door den raad in de vergadering van 9 October
1913 genomen beslissing, ter zake van de leverantie van
voor de gemeente benoodigd drukwerk. enz.
Zij geven verder te kennen dat, waar de benoodigde
kantoorbehoeften, schoolboeken en leermiddelen worden
aanbesteed, het aan adressant, evenals andere boekhande-
laren, vrij staat, naar de levering dier benoodigdheden
te dingen.
Met de zorg voor de opname van advertentien uit-
gaande van de gemeente, zou bij beurte ook de heer
Van Aken kunnen worden belast.
In verband daarmede stellen burgemeester en wet
houders voor het adres van den heer Van Aken voor
kennisgeving aan te nernen en met de zorg voor de
opname in verschillende bladen van advertentien, uit-
gaande van de gemeente, bij beurte voor een jaar te
belasten (te beginnen met 1 Januari 1914) naar onder-
staande alfabetische volgorde 1. D. van Aken, 2. M. de
Jonge, 3. D. II. Littooij, 4. Firma P. J. van de Sande,
alien te Ter Neuzen.
De voorzitter dit voorstel nader toelichtende, verklaart,
dat burgemeester en wethouders van meening zijn dat
hetgeen adressant vraagt, niet voor iriwilliging vatbaar is
De heer De Bruijne zou toch gaarne zien dat, als het
kon, Van Aken ook van gemeentewege met levering
werd begunstigd. llet is een man die zijn best doet om
door de wereld te komen en hij belooft toch, dat hij het
werk op tijd zal Ieveren,
De voorzitter gelooft dat, als mensch, wel alle leden van
den raad adressant zouden willen tegemoetkomen, maar
als gemeente moet men een ander standpunt innemen.
Door het tweede adres wordt de raad volkomen in het
gelijk gesteld voor zijn genomen besluit. Dat besluit be-
rust op de overweging dat adressant niet gei'nstalleerd
was, om het werk voor de gemeente uit te voeren en nu
in zijn adres schrijft hij, dat hij zich zou installeeren, als
hij het werk kreeg. Dat is nhar spreker meent niet de
juiste weg.
Het zou evenzoo zijn als wanneer b. v. iemand zich hier
als schilder kwam vestigen. en het werk der gemeente
kwam vragen, opdat hij dan zijne zaak wat zou kunnen
uitbreiden.
Eerst behoort adressant aan te toonen dat hij ingericht
is en het werk kan uitvoeren.
De heer De Bruijne wijst er <y>, dat adressant in zijn
adres toch belooft het werk naar den eisch en op tijd
uit te voeren.
De voorzitter stemt dat toe, maar merkt op dat men
met den werkelijken toestand rekening moet houden.
Het adres zelf weerspreekt zich op dat punt, daar adres
sant er ook in erkent, dat hij niet voldoende is ingericht.
Als gemeentebestuur moet in deze voorzichtigheid worden
betracht en men moet ook rechtvaardig zijn tegenover
anderen. Er moet gewaakt worden voor stappen op een
verkeerden weg.
De heer Waalkes vraagt hoe het werk was, dat van
gemeentewege aan den heer Van Aken ter uitvoering is
toevertrouwd.
De voorzitter antwoordt daarop voor het ooganblik geen
voldoende inlichting te kunnen geven.
De heer D. Scheele vraagt of er, buiten hetgeen bij de
aannemers van kantoor- en schoolbehoeften wordt aan-
geschaft, ook nog wel eens wat bij andere leveranciers
wordt gekocht. Is dat zoo, dan zou misschien ook wel
tens aan adressant kunnen worden gedacht.
De voorzitter kan ook op deze vraag thans geen inlich
tingen geven. Mbgelijk is het, en als het kan, is ergeen
I ezwaar tegen om adressant te begunstigen, want voorop
gesteld moet worden, dat bij burgemeester en wethouders
in deze een rechtvaardig optreden tegenover een ieder,
cp den voorgrond staat.
De heer Lensen kan zich wel bij het voorstel van
1 urgemeester en wethouders neerleggen, maar merkt op
men op dezen weg misschien tot in het oneindige kan
doorgaan. Wie weet of er in de toekomst niet meerdere
advertentiebureaux zich opdoen, en om klandizie der ge
meente aankloppen, of misschien anderen ook een persje
aanschaffen en zich als drukker presenteeren.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
aangenomen met algemeene stemmen.
12. Voorloopige regeling pensioengrondslag voor
Sommige ambtenaren.
De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders
voor den pensioengrondslag voor den adjunct-commies ter
secretarie, den heer Vroegop, te bepalen op 650, dien
voor den benoemden ambtenaar ter secretarie, den .heer
J. J. Huijssen op_ 500 en dien van den commies, den
heer De Vos, op 780. Voor eerstgenoemde is dit noodig
in verband met zijne veranderde positie, voor de tweede
wegens zijne aanstelling bij de gemeente en voor laatst-
genoemde in verband met de periodieke verhooging van
zijn salaris met ingang van J Jannari a.s.
Het voorstel wordt aangenomen met algemeene stemmen.
13. Voorstel tot vaststelling eener nieuwe verorde
ning op het heffen en invorderen van leges.
Burgemeester en wethouders achten het gewenscht
eene nieuwe verordening op het heffen en invorderen
van leges vast te stellen en stellen daarom voor vast te
stellen de navolgende verordening op de heffing van
rechten ter geineente-secretarie onder den naam van leges.
Artikel 1. Onder den naam leges worden ten behoeve
der gemeentekas rechten geheven behalve in de gevallen
waarin de heffing krachtens wettelijk voorschrift niet
mocht zijn toegelaten in de navolgende gevallen en
overeenkomstig het daarbij vermelde tarief:
a. voor elke gunstige beschikking op verzoekschriften,
voor eene akte van aanstelling of van beeediging,
een en ander voor zoover zij aan het recht van zegel
zijn onderworpen0,20
b. voor het legaliseeren van eene handteekening 0,25
c. voor een certilicaat van gegoedheid, bewijs
van goed gedrag, verklaring van inwoning 0,15
d. voor elke andere verklaring tot welker
afgifte het gemeentebestuur op verzoek van
particulieren bevoegd is, voor elke geheel'
of gedeeltelijk beschreven bladzijde 0,20
e. voor een binnenlandsch paspoort 0,25
f. voor afgifte van een gezondheidspas 0,20
g. voor een afdruk van de kiezerslijst 2,50
h. voor afschriften van zoodanige stukken als volgens
de bepalingen der gemeentewet voor de ingezetenen
verkrijgbaar moeten worden gesteld, j cent voor elken
regel schrift.
i. voor de afgifte van stukken onder h bedoeld, wanneer
dezen in druk worden uitgegeven
40 cent per vel druks op groot octavo of mediaan
papier (16 bladz.)
30 cent per vel druks op folio schrijfformaat (4 bladz.)
25 cent per vel druks op postpapier in 4e formaat
(3 bladz.)
25 cent per vel druks op octavo schrijfformaat
(16 bladz.)
Gedeelten van een vel naar evenredigheid, met dien
verstande, dat gedeelten van bladzijden voor vol
worden gerekend en dat voor elk stuk ten minste 5
cent worde betaald.
j. Voor gedeeltelijk bedrukte stukken onder i bedoeld
10 cent boven het daarin vermelde tarief voor elke
bladzijde waarin bijvulling plaats heeft.
k. Voor het verstrekken van afschriften van in het
gemeente-archief berustende stukken, dagteekenende
van voor 1848, wordt een recht geheven van 2 cent
voor elken regel van minstens 12 lettergrepen.
I. voor inlichtingen uit de bevolkingsregisters of de
registers van den burgerlijken stand
a. voor eene inlichting f 0,10
b. voor geregelde opgaven bij abonnement
tot een maximum van 1000 opgaven (bere-
kend tegen 2J cent per inlichting) per jaar 25,
c. voor elke opgave boven 1000, voor iedere
inlichting 0,02£
m. voor het voltrekken van een huwelijk, op een anderen
tijd of wijze, als ingevolge artikel 4 der wet van den
23 April 1879 (Staatsblad no. 72) voor kostelooze
huwelijks-voltrekkingen is bepaald
a. wanneer die voltrekking op denzelfden dag als
hierboven bedoeld is plaats heeft 5,
b. als die voltrekking op een anderen dag
verlangd wordt20,
c. indien belanghebbenden wenschen dat
er een looper gelegd worde, is boven
dien verschuldigd5
d. buiten het gemeentehuis van personen,
die niet onvermogend zijn 25,—
Artikel 2. Boven de in het vorig artikel bedoelde
gelden moeten de belanghebbenden betalen de even-
tueel verschuldigde rechten van zegel en registrable.
Artikel 3. Kosteloos worden afgegeven
1°. alle stukken door onvermogenden in hun persoonlijk
belang, mits hiervan voldoende blijkt, benoodigd
2". attestation de vita tot ontvangst van lijfrenten en
pensioenen ten laste van den Staat en de Kolonien.
3". familieboekjes, uit te reiken bij gelegenheid van
huwelijksvoltrekkingen.
Artikel 4. Deze verordening treedt in werking zoodra
daarop de Koninklijke goedkeuring is verkregen.
Op dat tijdstip vervalt de verordening vastgesteld den
14 Februari 1900.
De voorzitter deelt mede dat het bedrag voor een be
wijs van goed gedrag is verminderd van 20 op 15 cent;
dit werd noodig geoordeeld, daar velen herhaaldelijk dus-
danig getuigschrift noodig hebben voor sollicitaties.
Naar aanleiding eener vraag van den heer D. Scheele
deelt de voorzitter mede dat het bedrag voor afgifte van
een gezondheidspas is verhoogd van 10 op 20 cent. Bur
gemeester en wethouders zijn van meening dat het bezit
van dergelijk bewijs voor den belanghebbenden zeker over
het algemeen wel de waarde van 20 cent zal hebben.
De heer Moggre acht het tarief genoemd onder letter
m van art. 1 nogal hoog, in verband met schippers. Die
kunnen hier niet altijd juist op den gewonen voor het
sluiten van huwelijken bestemden dag zijn en dan zullen
zij f 5 moeten betalen dat acht hij bezwarend. Met het
onder sub b bedoeld bedhag voor het trouwen op een
anderen dag, kan hij zich wel vereenigen, maar de 5
onder c genoemd, voor het leggen van een looper, zou hij
willen schrappen. Hij maakt bezwaar om daarvoor van
gemeentewege te zorgen.
Eveneens zou hij willen schrappen de gelegenheid om
aan huis een huwelijk te voltrekken; hij voorziet dat
daarvan zeer veel gebruik zal worden gemaaktbinnen
de stad is het nog niet zoo bezwarend, maar minder
gemakkelijk zou het voor den ambtenaar zijn, wanneer
hij daarvoor b.v. ook naar Sluiskil werd ontboden en dat
zou evengoed kunnen voorkomen. Hij zou de bedragen
onder a, c en d genoemd, willen schrappen.
De voorzitter meent dat er omtrent het voorgestelde
een onjuiste meening bestaat. In werkelijkheid bestaan
de geopperde bezwaren niet, wat betreft de schippers.
Volgens art. 79 der wet moet er minstens
eenmaal 's weeks gelegenheid worden gegeven tot het
voltrekken van huwelijken. Dat geschied op een dag en
uur, te bepalen door den ambtenaar van den burgerlijken
stand. Wanneer er dus een schipper is, die wegens zijne
omstandigheden niet aanwezig kan zijn op den voor het
sluiten van huwelijken aangenomen dag of het uur, dan
kan de ambtenaar gebruik maken van zijne bevegdheid,
om dag en uur ten behoeve van belanghebbendeanders
te bepalen. Hij zal daarvoor ook al aanstonds eene ver
andering moeten maken ten behoeve der Katholieken,
die in plaats van des namiddags, des morgens moeten
huwen, in verband met de kerkelijke inzegening. Die
categorie van menschen zal er dus geen nadeel van
ondervinden.
Spreker ontraadt, om de voorgestelde bepaling betreffende
het leggen van een looper te schrappen, men beloopt dan
de kans, dat ze zelf met allerlei loopers komen aandragen
of wel ze laten een looper leggen door den bode, en dan
loopt dat weer uit op het geven van fooieh, zoodat men
door de achterdeur binnenhaalt, wat men zelf heeft willen
afschaffen.
En wat het trouwen aan huis betreft, dit kan slechts
geschieden in zeer bijzondere gevallen, wanneer een van
de aanstaande echtgenooten door ziekte niet in staat is
naar het stadhuis te komen. Men behoeft dus geen vrees
te koesteren dat daarvan druk gebruik gemaakt zal
wordenbovendien is die gelegeqheid voor onvermogen
den gratis opengesteld.
De heer Lensen had ook tegen het voorgestelde debe-
zwaren die door den heer MoggrS zijn te berde gebracht,
doch die voor een deel door de toetichting van den voor
zitter zijn opgeheven. Hij dacht ook omtrent het trouwen
buiten de raadzaal, dat daarvan druk gebruik zou gemaakt
worden, want dat kost dan wel 25, doch daartegenover
spaart men de rijtuigen uit.'
Waar het nu echter blijkt te betreffen een gelegenheid
om ook het sluiten van een huwelijk mogelijk te maken
ingeval van ziekte van een der betrokken aanstaande
echtgenooten, zou hij daarvoor geen recht willen heffen.
Hij zou er geen gebruik van willen maken om /25 in
de kas der gemeente te brengen door de ziekte van een
vermogende. Hij zou in dit geval arme en rijke zieken
gelijk willen behandelen.
Spreker blijft er ook tegen om de gelegenheid open te
stellen het leggen van een looper te vragen. Daarvan is
het gevolg dat men ook in dit opzicht tegen elkaar gaat
opbieden.
Het voorstel van den heer Moggre, gesteund door den
heer Lensen, om het bepaalde onder letter c (betreffende
het leggen van een looper) te schrappen, wordt aange-
nomen met 8 tegen 3 stemmen.
Voor stemmen de heeren Visser, Moggre, R. Scheele,
Lensen, De Feijter, De Bruijne, Donze en Eijke, tegen
stemmen de heeren Dees, Waalkes en D. Scheele.
Het voorstel van den heer Lensen om het bepaalde
onder letter d (betaling van 25 voor het sluiten van
een huwelijk buiten het gemeentehuis) te schrappen,
wordt verworpen met 7 tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heeren R. Scheele, Lensen, De Feijter,
Donze; tegen stemmen de heeren Visser, Dees, Moggre,
De Bruijne, Eijke, Waalkes en D. Scheele.
De geheele verordening wordt alsnu aangenomen met
algemeene stemmen.
Eveneens wordt met algemeene stemmen aangenomen
de door burgemeester en wethouders voorgestelde ver
ordening op de invordering van rechten ter gemeente-
secretarie geheven onder den naam van leges.
In artikel 1 is bepaald dat de rechten moeten voldaan
worden bij de aanvraag der stukken.
De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders
voor hun college te machtigen over te gaan tot het aan
brengen van de ingevolge het Koninklijk besluit van 25 Juni
1912, Staatsblad no. 192, noodige veranderingen aandeloka-
len der openbare lagere scholen in deze gemeente, voor zoo
ver daarvoor geen dispensatie kan worden verkregen
Wordt dat voor een of meer lokalen of voor sommige
zaken verkregen, dan kan dat worden uitgeschakeld. De
kosten worden geraamd op 1572,70, waarvan een vierde
gedeelte door het rijk wordt gedragen.
Dit voorstel wordt aangenomen met algemeene stemmen.
De voorzitter stelt voor de kosten te dekken door eene
geldleening, tegen eene rente van hoogstens 5 procent en
de leening af te lossen in 10 jaren.
Dit voorstel wordt aangenomen met algemeene stemmen.
De voorzitter verzoekt de leden over te gaan tot het
benoemen van een voorzitter voor de te vormen commissie
voor het houden van nieuwjaarsbedeelingen.
De heer Donze stelt voor die commissie af te schaffen.
De voorzitter doet een bemiddelingsvoorstel aan de hand.
H\j heeft dit punt overeenkomstig de gewoonte op de
agenda gebracht; er is op het oogenblik veel voor te
zeggen, om tot het vormen eener commissie over te gaan, 1
maar was het misschien niet beter de zaak eens aan te