Nieows- a
I gem e e n
n Ad ve rtentieblad
sch-Vlaaidere
AANBESTEDING.
No. 5993.
Donderdag 13 November 1913.
53e Jaargang
iL°7Xr^ni d :?reert 2ichbi ,US 'B°°kl'lZ
v 0 0 r
Binnenland.
FEXJILLETOUT.
ABONNEMENT:
Per drie roaanden binnen Ter Neuzen f 1 EVa,,™tt
Soderland 1,10. Too, Belgie" /MO.' Vo„; AmS, 1 L V°°'
Telefoon No. 25.
jnzendmg- van advertentien v6or 1 uur op den dag der uitgave.
ADVSETENTIJSNi
Van 1 tot 4 regels 0,40- Voor elken regel meer /0,10.
By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzeltde advertentie wordt de
prys slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
J a*iiMi^°en8!la>g" eM 6 rer«.d»geii Mi acir—» P. M. VIM 181 1ITM. *- Wmr Weaien.
Burgemeester en Wethouders van WEST-
DORPE zullen op REaandag den 24
November a.s.f des riamiddags om 3
uur, ten Gemeentehuize in het openbaar aan-
besteden
het vervangen van steenen door
houten vloeren in zes lokalen en
het veranderen van ramen en pri-
vaten der openbare lag ere school.
Plaatselijke aanwijs op den dag der besteding
snamiddags l1/, uur.
Bestek en teekening liggen ter Secretarie
ter inzage en zijn van 14 November a. s. af
aldaar en bij architect L. DE BRUIJNE te
Ter Neuzen verkrijgbaar tegen 0,50 per stel.
Westdorpe, 8 November 1913.
Burgemeester en Wethouders,
C. VAN WAES, Yoorzitter.
R. KIEBOOM, Secretaris.
TWEEDE KAIWER.
In de Maandag gehouden vergadering werd
voortgezet de behandeling van het wetsontwerp
betreffende toevoeging van terreinen aan den
Hoek van Holland bij de gemeente Rotterdam.
Het ontwerp werd na discussie aangenomen
met 51 tegen 5 stemmen.
Vergadering van Dinsdag 21 Nov.
Indische begrooting.
Na eenig debat wordt, blijkens het verslag
-^rt'' 0p voor8tel des Voorzitters be-
sloten, bij de behandeling der Indische begroo-
ting voor 1914, niet te spreken over het
siagschip voor Indie, waar de Minister van
Kolomen in zijn antwoord op het afdeelings-
verslag, die kwestie heeft uitgeschakeld, onder
opmerking dat er later alle gelegenheid is hier
over afzonderlijk te debatteeren.
De Indische party.
De heer Bogaardt betoogt, dat het een dwaling
is e meenen dat de Indische partij zou zijn
een algemeene in breeden kring gevoelde volks-
beweging. Haar leider, de heer Douwes Dekker,
heeft zichnietgeplaatstin hetcentrum eener breede
volksbeweging, doch alleen gebruik gemaakt
van een terecht of ten onrechte dat liet
spreker in het midden bestaande ontevre-
denheid bij een kleine fractie van de kleinste
bevolkingsgroepen, zoodat bij niet dan kunst-
matig een beweging heeft opgewekt. Daarby
heeft de Indische partij verschillende ernstige
louten gemaakt, zooals de gemaakte tegenstelling
tusschen volbloed-Europeanen en lndo's en het
generaliseeren van alle lndo's. Het kabaal,
dat de heer Douwes Dekker gemaakt heeft over
vaE afdeeling B van het gymnasium
Willem III was geheel onnoodig, omdat die
afdeeling nu eenmaal toch niet geschikt was
om te worden gevolgd door de lndo's, welke
door hem beschermd worden. Volgens spreker
is de Indische partij, wier mislukking hjj schetste,
niets anders dan de politieke omarming van
den Indischen bond. Spreker wjjst verder op
het afkeurend oordeel over de Indische partij
van den heer Van Kol dien hij noode in d'e
Kamer mist, als een man die Indie een zeer
warm hart toedraagt en Indie goed kent.
Spreker oefent hierna kritiek uit op de per-
sooulijke houding en het optreden van den heer
Douwes Dekker, wiens eigenliefde al blykt uit het
feit dat hij zichzelf noemde de re'fncarnatie van
Mahomed. Hij heeft diep leedwezen met de
twee mede-gei'nterneerden, die slechts slachtoffers
van Douwes Dekker zijn. De weigering van
rechtspersoonlijkheid aan deze Indische party,
die rust en orde in Indie bedreigde, oordeelt
spreker alleszins gerechtvaardigd. Ook de ver-
banning van Douwes Dekker c. s. acht hij ge-
motiveerd, waarbij spreker zich beriep op het
opruiend vlugschrift van een der gei'nterneerden
^Als ik Nederlander was", en waaruit duidelijk
de actie, die tegen het moederland gevoerd
wordt, blijkt. Echter wenschte spreker cle-
mentie te pleiten voor de beide inlanders Dr.
Tjipto en Soewardi, vertrouwende dat dezen na
het gebeurde tot beter inzicht zullen komen.
Na de pauze zet de heer Bogaardt zijn rede
voort, en betuigt hij zijn sympathie, in b'eginsel,
voor de Sarekat-Islam-beweging, zoo lang ze
zich^ houdt buiten vreemde invloeden. Zooals
de Sarekat Islam thans optreedt heeft zij, naar
spreker gelooft, geen gevaarlijk doel. Wat er
uit worden kan in de toekomst is nog niet te
zeggen. Een bolwerk tegen den christelijken
godsdienst, gelijk men haar verweten heeft te
z jn, is de Sarekat Islam niet.
Tenslotte verdedigt spreker een goede kers-
teningspolitiek. Opvoeding en onderwijs van
den inlander moeten worden geleid in banen,
waardoor hij, als minimum van westersche be-
schaving, welke de inlander algemeen deelachtig
wenscht te worden, leert kennen de grondwaar-
heden van het Christendom. In dit verband
acht hy het van het allerhoogste belang dat
op de inlandsche scholen onderwijzers uit Neder-
land optreden, als, komende uit een land waar
de christelijke opvattingen heerschen.
Spreker verdedigt de Indische regeering tegen
het ongegronde verwjjt, dat zij een politiek
voert van opdringen van kerstening, en ontkent
dat de antithese Christendom en rationalisme
en de schoolstrijd naar Indie zijn overgebracht
door de vorige christelijke regeering. De
politiek der tegenwoordige regeering moet er
op gericht zijn de klove tusschen overheerschte
en overheerscher te overbruggen, door eenheid
en sociaal denken aan te kweeken.
De heer Van Veen meent, dat er maar keus
is tusschen twee dingen of Minister Pleyte is
overtuigd dat Gouverneur-Generaal Idenburg
een verkeerde richting inslaat en maakt zich
dan, daaraan geen paal en perk stellende, schuldig
aan hoogst ernstig en landsgevaarlijk plichts-
verzuim, of de Minister keurt het tegenwoordige
beleid in Indie goed, maar dan blijkt daaruit
dus thans overtuigend, dat de scherpe aanvallen
van links op het regime De Waal Malefijt
Idenburg alleszins ongemotiveerd en onverdienc
waren.
Spreker hoopt dat de Minister er zorg voor
zal dragen, dat de zending in Indie niet ver-
drongen zal worden door het opkomend liberaa
clerikalisme in Indie.
De heer Scheurer raadt den nieuwen Minister
aan de Evangelieverkondiging in Indie geen
struikelblokken in den weg te leggen. Verder
bespreekt hij de subsidieering van het bijzonder
onderwijs, het afkeurend dat de regeering wil,
dat de zendingsscholen 't godsdienstonderwijs
facultatief zullen stellen, om in aanmerking te
kunnen komeD voor subsidie.
Vervolgens vroeg hy van den Minister een
duidelijke verklaring omtrent diens standpunt,
ten opzichte der zending.
„Ja zei Ammi. /Hubert is by hem. Men
In w- ui STn ug6ZleC 0p weS naar -Euskirce
en Nickel volgt hun spoor."
De herder stiet een luiden kreet van schrik uit.
//Hubert by hem bij hem 0 dat is
ontzettend Ik moet hen vinden om eene nieuwe
verschnkkelijke misdaad te voorkomen".
De opwinding van den ouden man was zoo
g en, 200 angstwekkend, dat Ammi haar
eigen leed vergat en den herder nasnelde
//Om Gods wil blijf hier Grates riep
net arme meisje in grooten angst.
„lk moet weg Ammi- Ik moet. Het geldt
Hubert s leven. Hy wil hem ook vermoorden
Zoo kreet Joost buiten zichzelf. Een barcver-
scheurende kreet van zijn dochter was 't ant
woord. De krachteD van 't arme meisje waren
eneinde bewusteloos zou ze neergevallen
zyn, als Joost haar niet in de armen had opge-
klT^ aarbHk, Van Zpn bieek ^gelukkig
kind, dat als levenloos aan zijn hart rustte,
deed als by tooverslag de bijna waanzinniore
opgewondenheid van den ouden man bedaren
1 ranen kwamen hem in de oogen en met zachte
roerende stem fluisterde hij zijn bewustelooze
dochter toe ,/Ammi mjjn lief kind Ammi
ik 7 n Jezelf- Ik ben een dwaas geweest dat
is S woorden sprak, het leven van Hubert
willen 1 1 °at ka° de §0ede God
wmen Stel je gerust Ammi!"
e laatste woorden gingen in snikken verloren.
Als door een sluier meende Ammi't gelaat
te zien van den man in wiens armen zij rustte.
Zij voelde hoe zijn blik vol liefde op haar ae-
j10.^ b'ekk en die woorden die°zij
duidelyk vernam, wekte in haar hart een gevoel,
dat zij nog nooit had gekend. Dit nieuwe ge
voel scheen haar^nog reiner, heiliger en schooner
dan alles, wat zij tot dusver had leeren kennen.
Zelfs haar liefde voor Hubert scheen zich voor
dit nieuwe zoete gevoel deemoedig te buigen.
Zoo moest het hart van een vader voelen.
Daar troffen andere woorden haar oor en
wekten haar uit haar zoete verdooving. Ammi
sloeg de oogen op. Het was Barbertje die
sprak. De laatste woorden van den opgewonden
herder behelsden een vreeseljjken aanklacht tegen
haar meester. Die woorden hadden haar ge-
ergerd. Zij lette nauwelijks op bet tooneel
tusschen Joost en zijn kind, zij was geheel
vervuld met gedachten om den heer Von Beuren
te verdedigen. Zoodra Joost zweeg, nam zij
het woord en zeide „Wat je zoo pas gezegd
hebt Grates, zal je als een groote zonde worden
aangerekend. Geheel ten onrechte heb je een
een zware beschuldiging tegen mijn genadigen
heer uitgebracht. Dat durf ik te zeggen, want ik
weet beter, waar de beide vermiste mannen zyn".
Wat Weet je waar ze zijn vroegen Joost
en Ammi tegelijk, terwijl zy Barbertje verbaasd
aankeken en verontwaardigd voegde Ammi erbij
Waarom heb je ons dan zoolang in angst "en
vrees gelaten 1 Dat is niet mooi van je Bar
bertje De huishoudster werd verlegen, maar
herstelde zich spoedig en antwoorddeWaarom
ik tot nu toe gezwegen heb, heeft een byzondere
oorzaak. Ik meende geen recht te hebben tot
spreken, maar nu men myn heer een valsche
beschuldiging op den hals wil schuiven zal ik
zeggen wat ik weet. Ik moet er nu wel voor uit-
komen, dat ik een gesprek heb afgeluisterd
zonder het te willen. Reeds lang had ik gewacht
op een goede gelegenheid om het verboden kabinet
te zien. Eenige dagen geleden zag ik de kans
schoon en ging er binnen, maar ik vond er
niets dat de moeite waard was om zoo zorg-
vuldig weg te sluiten of het moest een oude
roode uniform geweest zyn Maar alles zag
ik niet want de slotheer en de jonge rechter
uit Zeltingen kwamen my storen. Vluchten
kon ik niet meer en zoo was ik gedwongen in
doodsangst hun geheele gesprek te hooren." Zij
vertelde nu alles wat wij reeds van dit onder-
houd weten en zeide ten slotte;/Ze zullen
nog wel altijd op den Mont Royal zyn en zeker
rijk met schatten beladen terugkeeren. Nu weet
ge alles en als hun werkelijk een ongeluk is
overkomen, mag mijnbeer Von Beuren nog blij
zijn dat ik dat gesprek afgeluisterd heb."
Ammi was zeer verheugd maar Joost keek
ernstig en sprak Je hebt van een oude uniform
gesproken kan je my die laten zien?"
Barbertje keek hem verwonderd aan en ant
woordde verlegen „Mijnheer heeft zijn kabinet
gesloten. Ik weet niet of
z/Komaan vooruitHaal spoedig je sleutels
gebood Joost zoo forsch en dringend, dat Bar
bertje niets durfde weigeren. Een oogenblik
later bracht zy den sleutel waarmee zij was
binnengekomen. Joost volgde haar met Ammi
aan de hand, doch by de deur zei Joost,/Ammi,
laat my daar alleen binnengaan.
„Het zou niet goed voor je zyn als je meeging".
*Maar maak je gereed om mij dadelyk te
volgen en neem niets mee uit dit huis waarop
'n vloek rust. Ik zal je naar Zeltingen brengen,
Voorts vroeg hij den Minister duidelijk de
houding kenbaar te maken, welke hij denkt
aan te nemen, ten aanzien van de verdediging
van Indie. Hy hoopt dat dit een flinke,
krachtige houding zal zijn, zonder op de kosten
te letten.
Ramerverhiezing Amsterdam 111.
Bij de gisteren gehouden herstemming in het
district Amsterdam III (vacature H. Polak,
s. d. a. p.) zijn 12,797 geldige stemmen uitge
bracht. Het aantal kiezers is 16,516.
Gekozen is de heer Otto (u.-l.) met 6715
stemmen.
Op den heer Oudegeest (s. d. a. p.) waren
6082 stemmen uitgebracht.
Bij de stemming op 4 dezer waren uitge
bracht 10,044 geldige stemmen, waarvan op
de heeren Kuiper (r-.k.) 1946, Otto (u.-l.)
3314, Oudegeest (s. d. a. p.) 4604 en Wijnkoop
(s. d. p.j 180.
Bij de algemeene verkiezingen op 17Junijl.
is in dit district Mr. P. J. Troelstra (s. d. a. p.)
gekozen met 7309 stemmen, tegen 2518 stem-
men op Mr. Asscher (u. 1.), 2781 op Mr. Reymer
(r.-k.) en 177 op den heer Wijnkoop (s. d. p.)
Bij de aanvullingsverkiezingen op 24 Juli,
noodig geworden omdat Mr. Troelstra zijn be-
noeming voor Leeuwarden had aangenomen,
warden 9254 stemmen uitgebracht.
De heer H. Polak (s. d. a. p.) werd toen
gekozen met 4831 stemmen. Voorts hadden
op zich vereenigd de heeren Otto (u.-l.) 2378,
Mr. Reymer (r.-k.) 1828 en Wijnkoop (s. d. p.)
217 stemmen.
TER NEUZEN, 12 November 1913.
Het weerbericht van het meteorologisch
instituut te De Bilt van heden luidt als volgt
Hoogste barometerstand 767.3 Horta.
Laagste barometerstand 737.1 Malinhead.
Verwachting tot den avond van 13 November.
Krachtige later afnemende zuidelijke tot zuid-
westelijke wind, betrokken met kans op regen,
later tijdelijk opklarend, zelfde temperatuuri
Tot agent der rijksverzekeringsbank alhier
is, met ingang van 1 Dec. a. s. benoemd de
heer J. C. van Ultel, opzichter van den arbeid
te Breda.
naar Marie. Blijf bij haar totdat ik van den
Mont Royal terugkeer." Barbertje opende in-
tusschen de deur van het verboden kabinet en
weldra stond Joost voor de kast, waarvan hij
den inhoud zoo gaarne wilde zien. In koorts-
achtige haast opende hij de deur. Daar hing
nog altijd de roode uniform. Met sidderende
handen greep hij het kleedingstuk en sloeg het
open, doch met een kreet van ontzetting liet
hy het weer los. Wat bij vermoedde, was nu
zekerheid geworden. De uniform was niet van
een officier maar van een gewoon soldaat. De
dienaar had zijn heer vermoord om diens plaats
in te nemen en de moordenaar was zyn
eigen broer
Nog meer, om niet in verdenking te
komen, had hij het zoo weten in te richten dat
deze op een onschuldige moest vallen op
hem, op zijn eigen broer JoostHet was ont
zettend, het was duivelsch Overweldigd door
een gevoel van afscbuw, gefolterd door een hevige
smart, die als een tweesnijdend zwaard zyn
lart doorboorde, viel hij in een leuningstoel
neer en bedekte zyn gelaat met beide handen.
Bfarbertje begreep er niets van, dat Joost zoo
ontstelde by het zien van een oude soldatenjas.
Zij stond beteuterd en wist niet, wat ze zeggen zou.
Doch Joost sprong plotseling op en riep „Ha,
ik begrijp hem De kleeren van den kapitein
leeft hij in de bouwvallen verborgen daar waar hij
als kiaap zoo dikwyls heeft gespeeld. Dat is de
schat, dien hij wil wedervinden De vrees dwingt
lem er toe, opdat die stomme getuigen zyner
misdaad hem niet te eenigertyd zullen verraden
(Wordt vervolgd.)
ER A If T