l yi Nieuws- en Advertentiehlad leenwsch-Vlaaideren. Paar&ea- en Veemarkt. No. 5990 Donderdag 6 November 1913 53e JaargangJ OBBERWUZBRBS Paarden- en Veemarkt D R ANKW E T. Yoorzorgen tegen brand of brandgemr. Binnenland. BBRSTS BLAD. FKUILLKTON. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,—. Franco per postYoor Nederland f 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,65 en voor bet overige Buitenland 2,—. Men abonneert zich bp alie Boekhande-. laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders. ADYEBTENTIENi Yan 1 tot 4 regels 0,40. Yoor elken regel meer 0,10. Bp directe opgaaf van driemaal plaatsing derselfde advertentie wordt de prgs slechts tveemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend Telefoon No. 2 5. Inzending van advertentien v6or 1 uur op den dag der uitgave. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN noodigen hen, die in aanmerking wenschen te komen voor de be- trekking van in de nut-tige en fraaie handwerken aan de school voor meer uitgebreid lager onderwijs uit, hunne sollicicatien in te zenden voor i December 1913. De jaarwedde bedraagt /20Q, Ter Neuzen, 4 November 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZ1NGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Verder ging het nu de puinhoopen in. Weldra stonden zij op de plek waar de half ingestorte kelder moest zijn. Lang zocht de oude naar den ingang en Hubert eveneens. Doch beider moeite was vergeefs, de ingang was niet meer te vinden. Er moest een nieuwe instorting hebben plaats gehad, diep in de aarde, de bovenste steenlagen waren nagerold en van hieruit was dan een binnendringen in bet kelder- gewelf onmogelijk geworden. Maar Hubert gaf het nog niet op. Op de plek, waar Yon Beuren bet ijverigst bad gezocht, begon hij met het houweel in de steenen te werken en de losgewerkte steenen uit den weg te ruimen. Veimoeid zette de oude heer zich op een steenblok neer en moedigde Hubert aan bij dien arbeid. Na een poos ijverig werken hoorde hij een gedruisch als van neerstortende steenen. //Zijt ge wel zeker, dat we op de goede plaats zijn vroeg Hubert. ,/Ja heel zeker klonk het antwoord. //Is er geen andere toegang tot den kelder //Neen roeger was er wel een aan de zijde naar Riszbach, maar die is gebeel ingestort. Deze ingang is de eenige" en de oude heer sprong op want op de plaats waar Hubert ge- werkt had vormde zich een opening. Het gedruisch van afrollende steenen duurde nog voort en daar gaapte aan hun voeten een donkere ruimte. „Jk wist het wel I" riep de oude verheugd. //Hier moest de ingang zijn Nu moeten we TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Aan de orde is het wetsontwerp betreffende uitvoering van de artt. 369 en 370 van de Iuvaliditeits- en Ouderdomswet (toekenning met December a. s. van ouderdomspensioen aan 70jarigen). Bij het algemeen debat hierover wenschte de heer Patijn, blijkens het verslag in deHaagsche Crt., inlichtingen te ontvangen van Minister Treub over de misrekening van de schatting van het aantal personen dat recht op uitkeering krijgt, zoodat, waar de uitgaven aanvankelijk °P 2x/j a 3 millioen getaxeerd waren, thans blijkt dat wel 7 a 8 millioen gulden noodig zal zijn. Spreker kan niet aannemen dat de schuld daarvoor gelijk in ,/de Nederlander" was beweerd alleen zou rusteu op een boofd ambtenaar en niet bij den Minister, die de wet ontwierp. Verder vraagt spreker inlichtingen over de onbillijkheid, dat volgens art. 369 verschillende personen rente zullen trekken, die bet niet noodig hebben en omgekeerd velen, die haar behoeven niet zullen krijgen. Ten slotte vraagt hij hoe 't staat met Staatspensionneering. Is deze spoedig tegemoet te zien Heeft althans de Minister reeds de band aan den ploeg geslagen De heer Duys, eveneens het artikel in f/de Nederlander" besprekende, constateert dat trots den aanval in dat blad op den boofdambtenaar, die met de uitvoering van de wet is belast, in dat artikel tocb wordt beaamd dat de boofd ambtenaar in zijn ramiug is gebleven gebeel binnen de perken van de wet. In dit verband betoogt spreker dat die ambtenaar voor zijn milde uitvoering van de wet en zijne goede naar beneden Ik zal de lantaarn aansteken z/Het is een gevaarlijke onderneming" zeide Hubert bezorgd. De geheele steenmassa kan achter ons instorten en ons den terugweg ver- sperren. Zie eens hoe zwak alles is Bedenk wel of het begraven geld zulk een waagstuk waard is. „Wij zetten ons leven op het spel z/Dat hindert niemendal riep de heer Von Beuren woest. //Ik wil hebben wat daar beneden ligtVooruit I" z/In Gods naam dan", zei Hubert en hij volgde den oude die zich reeds half door de nauwe opening had gewrongen. Het houweel werd meegenomen. De tocht naar beneden ging vrij geraakkelijk, daar de neergestorte steenbrokken een schuin afloopend vlak vormden. Nu en dau gleed het puin wel onder de voeten weg, 00k moest het oog gewend raken aan het zwakke lantaarnlicht in deze donkere diepte, maar eindelijk bereikten zij toch den bodem. Toen was de kracbt van den ouden uitgeput, bij liet zieh op den grond neervallen en uitte een rauwe akelig klinkende kreet van vreugde. Hubert wenschte het zonderlinge verblijf wel wat nader te leeren kennen. Hij nam de lantaarn en hield deze flink in de boogte terwijl bij rondkeek. Hij bevond zich in een hoog gewelf, waarvan bij wel de breedte, maar niet de lengte kon schatten, daar de beide einden zich in het duister verloren. De wanden bestonden voor een ge- deelte uit behouwen rotsgesteente. De bodem bestond grootendeels 00k uit rotsgesteente, een gedeelte was vrij van puin. Met de lantaarn in de band liep de jonge man de duisternis bedoeling om er zooveel mogelijk ouden van dagen van te laten profiteeren, eerder dank en hulde verdient en verzoekt hij den Minister 00k in de Kamer te herhalen dat de aanval op den boofdambtenaar even onbillijk en onjuist is en hoopt hij van den Minister 00k de verzekering te krijgen dat hij zal zorgen dat de ambtenaren, belast met de uitvoering der Invaliditeitswet, zich niet zullen laten bang maken door reaction- nair geschrijf en dat bij de wet zal laten uitvoeren niet in Christelijk-Historischen, maar in Christe- lijken zin, dat is met naastenliefde. Spreker vraagt 00k of er nu geen reden is om bet wiskundig werk van prof. Kluyver nog eens te laten herzien. De heer Rutgers betoogt dat de loop van zaken met deze artikelen 869 en 370 hem niet te zeer verontrust, waar men hier immers slechts te doen heeft met een overgangsbepaling, en niet met een blijvend iets, dat bet begin van de uitvoering der wet zou beteekenen. Spreker verdedigt de werkwijze van prof. Kluyver, en vraagt of, indien de plannen der Regeering tot herziening der Invaliditeitswet niet slagen, zij de wet zonder vertraging zal uitvoeren. Na de pauze werd besloten Dinsdag a.s. aan te vangen met de bebandeling der Indische be- grooting. Mocht heden de behandeling van de aan de orde gestelde ontwerpen niet afloopen, dan zal de discussie Maandag worden voortgezet. Minister Treub beantwoordt na deze regeling van werkzaamheden de sprekers over het wets ontwerp betreffende de Invaliditeitswet. Hij deelt o.m. mee dat meer dan 100,000 aan- vragen zijn ingekomen en dat de Rijksverzeke- ringsbank hem hedenochtend had geschreven dat men er met 70,000 pensioentrekkenden, waarop het departement van Landbouw enz. bad gerekend, bij lange na nog niet zal komen. (Sensatie.) De Minister betoogt voorts dat de kritiek van den heer Duys op prof. Kluyver onbillijk is. In de onjuiste raming van dien beer ligt voor den Minister niet de minste aanleiding om de berekeningen van den heer Kluyver te wantrouwen. In elk geval wil de Minister toezeggen, als het noodig blijkt 00k een tweeden deskundige nog eens te raadplegen. Wat nu de oorzaken betreft van de gekriti- ceerde misrekeningen, betoogt de Minister dat z. i. de hoofdoorzaak daarvan in de wet zelve ligt, die niet zegt dat uitkeeringen zullen krjjgen tegemoet en ontdekte weldra, dat de lengte- eioden van den kelder waren ingestort. De vernielers van de vesting, de boeren van het jaar 1698, hadden goed werk geleverdSlechts puinhoopen verhieven zich aan weerszijden van het keldergewelf, dat zij steilig niet hadden kunnen vernietigen De buitenlucht moest zeker ergens toegang hebben, want de atmosfeer in deze ruimte was wel vocbtig en bedompt, vnaar niet verstikkend. Yan zijn onderzoekingstocbt teruggekeerd, vond Hubert den heer Von Beuren reeds aan het werk. //Hier moet bet liggen", sprak de oude, ter wijl bij de steenen wegruimde, juist op de plaats waar zij den bodem van bet gewelf bereikt hadden. Hij scbeen vreeselijk opgewonden en bij was zoo koortsachtig gejaagd dat Hubert hem verbaasd aankeek. Peinzend sloeg dejonk- man eenige oogenblikken dat woelen gade en zeide toen ,/Als het goud hier ligt kunnen wij bet onmogelijk te voorschijn halen. Als we het puin wegnemen, dat het gewelf onder- steunt, zal alles instorten en dan worden we begraven. Ik bezweer u, iaat af van uw plan, het kan tot niets goeds leiden." z/Neen, neen wegriep de beer Von Beuren. //Het werk is nu spoedig afgeloopen Hier is al een stuk riem bet overige moet ik 00k hebben 1" De verbazing van Hubert werd steeds grooter. De oude heer scheen wel krankzinnig te zijn. Hij zocht naar goud, naar een groote schat en nu noemde hij een vergaan stuk riem een deel van hetgeen hij zocht. In verwarring nam Hubert het weggeworpen stuk riem op en bekeek het aan alle kanten. Het leder was half vergaan, degenen, die gedurende zeker aantal weken arbeiders zijn geweest, maar wel degenen, die gedurende 156 weken in de termen van ver- zekeringsplicht zouden zijn gevallen. Als men dan een dag in de week arbeid heeft verricht is men voor die geheele week verzekerings- plicbtig. Prof. Kluyver rekende er dus niet op, dat men voor een dag arbeid een geheele week zou rekenen. Een tweede hoofdoorzaak is de spoed. die met de voorbereiding moest worden gemaakt, wegens 't reeds in werking treden op 9 December e.k. van bet onderhavige wetsontwerp. Ook dit is dus een fout van de wet zelve. Overigens gevoelt spreker veel voor een ruime opvatting omtrent de uitvoering van de wet, maar men moet niet buiten de perken van de wet gaan, gelijk de heer Duys schijnt te wenschen. De Minister verklaart nadrukbelijk, dat den hoofdambtenaar, bedoeld in het artikel van „de Nederlander", niet de geringste blaam treft, aangezien hij volkomen in overeenstemming met zijn ontvaDgen instructies en bandleiding, de wet naar beste weten heeft toegepast. Dat de heer Rutgers de stijging van het aantal pensioentrekkenden niet zoo verontrustend vindt, acht de Minister een kwestie van smaak, maar voor den Minister is die stijging reeds een reden om de Invaliditeitswet te gaan wijzi- gen. Met bet oog bierop kan bij dan ook spoedige uitvoering van die wet toezeggen. Ten slotte deelt de Minister mede, dat al de arbeid, die verricht moest worden tot voorbe reiding van het ontwerp-Ouderdomsrente, dat in de Troonrede is aangekondigd, door zijn departement reeds is geschied dat bet ontwerp nog deze week naar den Ministerraad gaat en dat hij hoopt, dat het nog in den loop dezer maand naar den Raad van State kan worden verzonden. (Bravo's). Na eenige replieken vraagt de beer Van Yeen, cf het 's Ministers meening is, dat alleen rente- trekkend is bij, die 156 weken arbeid heeft verricht in zijn beroep. Immers is het zoo, dan zal bet aantal rentetrekkenden belangrijk verminderen. De Minister antwoordt, dat bij in dien geest geen aanschrijving tot de Rijksverzekeringsbank zou kunnen richten, wilde hij zijn boekje niet te buiten gaan. Immers bij de wet is bet recht van toekenning van rente gegeven aan de Rijks- maar er zaten nog eenige metalen sieraden en een sterke gesp aan. Het moest een stuk van een paardetuig zijn. Steeds werd zijn verbazing grooter, terwijl andere gedacbten bij hem op- kwamen. De moord op den Mont Royal kwatn hem voor den geest hier kon de moordenaar de kleeren van zijn slachtoffer bebbeD verborgen Opeens uitte de oude hijgemfc man een schrillen vreugdekreet. Tusscben de steenen en bet puin was een rood voorwerp zichtbaar gewordeu. z/Ik beb betIk heb hetschreeuwde hti met woeste vreugde. Hij sloeg geen acht op Hubert, maar trok uit alle macht aan de vreemde vondst om deze uit bet puin los te krijgen. Steen na steen viel omlaag, totdat zich plotse- ling een vreeselijk gekraak liet hooren. De oude had een pak kleedingstukken met beide banden aangevat en de voeten tegen de steen- blokken schrap zettende, scbeurde en trok hij met zooveel inspanning, dat bet zweet hem op zijn voorhoofd parelde. Het ontzetteude gekraak deed Hubert gillen van schrik. Met de kracbt der wanboop greep hij den oude beet om naar den anderen kant van den kelder te trekken. Als een razende stelde de oude zich te weer, doch Hubert was sterker en sleurde hem weg nog juist bijtijds, want met donderend geraas plofte in het volgende oogenblik het gewelf neer op de plek, waar de oude bad gewroet. \er- doofd van schrik, bijna verstikt door het op- dwarrelende stot, verloren beiden het bewustzijn en vielen op deri grond. Ondanks het levens- gevaar bad de oude waanzinnige man echter zijn buit niet losgelaten. Zijn handen hielden een vaalroode uniform omklemd, die in den buidel kleeren was geweest. (Wordt vervolgd.) 1S,< b'g"1 Ye"eb^'Bt neaartKR. eja W>ijdMK»vond, HUgentndt'Til op aPeettidaffen de »'<rniit V. <S AW SSM B.&JTX&jG. ie Hfmr Xcaieo. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend dat in die gemeente zal worden gehouden op lVoenndai; 19 November 1918, zooals breeder bij aanplakbiljetten is omschreven. Ter Neuzen, den 4 November 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ingevolge artikel 12, le lid der Drankwet' ter openbare kenrns dat bij hen is ingekomen een ver- zoekschrift om vergunning voor den verkoop van sterken drank in bet klein van ELIZABETH ADRlANA BAN- NIER, weduwe van Bernardin Augustin Koevoets, voor het rechterlokaal van bet perceel plaatselijk gemerkt 1 en geiegen aan de De Feijterstraat. Binnen twee weken, nadat deze bekendmaking is geschied, kan leder tegen het verleenen van de vergunning scbriftelijk bij Burgemeester en Wethouders bezwaren lEOrengen. Ter Neuzen, 4 Novemiwr 1913. Burgemeester en Wethouders voornoeozd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter kennis van de ingezetenen, dat door het Bestuur der Brandweer het jaarlijks onderzoek zal plaats hebben naar het schoonhouden der sclioorsteegien en andere rookgeleidingen en stookplaatsen in cfe week aanvangende met Maandag 10 November 1913. Ter Neuzen, 4 November 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. .11—uiJ...JJ-."J u r-——HBg—

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1913 | | pagina 1