Ter Neuzenschs Goarant Donderdag 31 Juli 1913, No. 5948. TWBBDB ETjA-IP. Gemeenieraad van Axel. VAN Vergadering van Dinsdag 29 Juli 1913. Voorzitter de heer L. J. den Hollander, burgemeester. Aanwezig de heeren Kruijsse, Van Driel, Oggel, Dreg- mans. F. Dekker, Dieleman, P. Dekker, Smies, DeFeijter en Wolfert. Afwezig de heer Lamaitre wegens ongesteldheid. Na opening der vergadering worden gelezen de notulen der voorgaande, die onveranderd worden vastgesteld. Daarna stelt de Voorzitter aan de orde 1Ingekomen stukken. Een schrijven van I. J. Brakman waarin deze be- richt de benoeming tot lid van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur aan te nemen. Aangenomen voor kennisgeving. b. Een schrijven van het Bestuur van den polder Beoostenblij Benoorden waarin wordt bericht dat met genoegen de kennisgeving is ontvangen omtrent het ver- leenen eener bijdrage in de kosten van verharding van een voetpad. Dankende voor het genomen besluit verklaart het bestuur de voorwaarde waaronder die bijdrage is verleend aan te nemen. Aangenomen voor kennisgeving. •c. Een schrijven van het Bestuur der schietvereeniging »Prins Maurits" waarin dank wordt betuigd voor de medaille haar toegekend voor haren te houden schiet- wedstrijd. Aangenomen voor kennisgeving. 8. Onderzoek geloofsbrieven verkozen raadsleden. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen de ge loofsbrieven van de herkozen raadsleden, de heeren J. M. Oggel, W. Dieleman Pz. en A. E. C. Kruijsse. Hij stelt deze in handen eener commissie om daarover rapport uit te brengen, waarvoor hij benoemt de heeren Wolfert, P. Dekker en F. Dekker. Gedurende het onderzoek door de commissie wordt de vergadering geschorstx. Bij de voortzetting der vergadering deelt de heer Wolfert namens de commissie mede dat de stukken in orde zijn bevonden en de commissie mitsdien tot toelating adviseert. Dienovereenkomstig wordt met •algemeene stemmen besloten. De heeren Oggel, Dieleman en Kruijsse onthouden zich van stemmen. S. Overleggen gemeente-rekening. Door den Voorzitter wordt namens Burg, en Weth. overgelegd de gemeenterekening over 1912. De ontvangsten hebben bedragen 73.613,83 en de uitgaven f 71.836,63$. Het nadeelig slot is dus/ 1222,80|. Deze rekening wordt gesteld in handen eener commissie om daarover rapport uit te brengen. De Voorzitter be- noemd in deze commissie de heeren Dieleman, F. Dekker en Wolfert. Rekening Algemeen Burgerlijk Armbestuur. De Voorzitter stelt aan de orde de vaststelling van de rekening van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur over 1912 en verzoekt de commissie die belast was hierom- trent te rapporteeren haar advies uit te brengen. Namens de commissie, die bestond uit de heeren Smies, Dieleman en Van Driel, brengt eerstgenoemde rapport uit, geeft te kennen dat de rekening in orde is bevonden en dat de commissie mitsdien adviseert deze goed ts keuren in ontvangsten op 4595,19$, in uitgaven op 7" 4391,36$, en alzoo met een goed slot van f 203,82. Aldus wordt met algemeene stemmen besloten. Do heeren F. Dekker en De Feijter onthouden zich, als zijnde lid van voornoemd armbestuur, van stemmen. 5. Verzoekschrift om verhooging van de jaarwedde van den ontvanger van het Algemeen Burgerlijk Arm bestuur. De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen een adres van den heer P. van A'essem, ontvanger van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur, waarin deze te kennen geeft dat naar zijn oordeel het jaarloon aan die betrekking ver- bonden 60) in verhouding tot de daarvoor te verrichten werkzaamheden niet hoog is en daarom den Raad ver zoekt deze een weinig te willen verhoogen. Verder deelt de Voorzitter mede dat het Algemeen Burgerlijk Armbestuur in wiens handen dit verzoek is gesteld adviseert de gevraagde verhooging toe te staaii, met het oog op de uitbreiding der werkzaamheden van den ontvanger. Namens Burg, en Weth. wordt voorgesteld eene ver hooging van 7*15 toe te kennen. De heer Oggel vraagt of de werkvaamheden van den ontvanger sedert zijne benoeming bepaald zijn toegenomen. De Voorzitter antwoordt bevestigend. De ontvanger is in 1905 benoemd en vooral wat de statistiek betreft, is zijn werk sedert zeer toegenomen doch ook op ander gebied is dit, met het oog op nieuwe voorschriften, uit- gebreid. Het voorstel van Burg, en Weth. wordt aangenomen met algemeene stemmen. ti Benoemen commissie van onderzoek voor reclames hoofdelijken omslag. De Voorzitter stelt aan de orde de benoeming van eene commissie voor het onderzoeken van ingekomen reclames tegen den hoofdelijken omslag. Hij wijst daarvoor aan de heeren Smies, Dieleman en F. Dekker. De heer Dieleman verklaart de benoeming niet te' aanvaarden. De Voorzitter benoemt nu den heer De Feijter. De heer De Feijter bedankt voor de benoeming, aan- voerende dat hij het in het vorig jaar ook al gedaan heeft. De Voorzitter noodigt alsnu den heer Van Driel uit in die commissie zitting te nemen, waaraan de heer Van Driel, evenals de heeren Smies en F. Dekker, voldoet. 3. Voorstel tot vernieuwing en rioleeren van straten. De Voorzitter brengt ter tafel een voorstel van burge meester en wethouders tot het vernieuwen en rioleeren van enkele straten. Hij meent dat het niet noodig is een breed betoog op te zetten omtrent de noodzakelijkheid tot het vernieuwen der straten in de gemeente. Zoowel de inwoners van de kom der gemeente als die daar buiten zullen daarvan alleen overtuigd^zijn, daar ieder weet dat de straten in een treurigen toestand verkeeren. Het plan luidt als volgt a. De bestrating van de Noordstraat uitbreken van af de Weststraat tot voorbij Esselbrugge. den hoek om en alzoo door de Nieuwstraat tot Maring over de gelieele breedte en lengte, daarna aan weerszijden der uitgebroken straten goten en klinkerpaden aanleggen van straat- klinkers, ter breedte van 1 M., de goten inbegrepen; Daarna tusschen de klinkerpaden de keibestrating her- leggen van de uitgebroken keien en de overschietende wegvoeren naar den Buitenweg. De raming van dit werk bedraagt 2557,96. b. De Kerkstraat van af Blankert tot aan de Markt gelijk met de straatscheiding geheel uitbreken (doch geen bijvakken). De uitkomende keien weg te voeren naar aan te wijzen plaats. Daarna beide straatjes rioleeren tot aan den ontvangput op de Markt, met de noodige ijzeren syphons en gresbuizen. Deze rioleering in de Kerkdreef aan te sluiten aan de rioleering aan de open- bare school tot aan de genoemde gresbuizen in de Kerk straat. Ilet is de bedoeling in de Kerkdreef de aanslui- ting aan de rioleering te maken met cementbetonbuizen die de gemeente nog in voorraad heeft staan. Na het maken der rioleering de geheele breedte der straat van af Blankert tot de Markt te bestraten met klinkers. De raming van dit werk bedraagt f 1940,40. c. De Buitenweg van af Maring tot onder aan den Armendijk 4. De bestrating geheel uitbreken. 2. Gedeeltelijk rioleeren, van af de Polderssloot welke niet wordt gerioleerd, tot aan de reeds gelegde buizen daar ter plaatse en verder aansluitende tot aan de sloot aan de gasfabriek, zijnde aldaar de uitloozing. 3. Te metselen de noodige ontvangputten met roosters. 4. Geheel den weg onder profiel brengen, met dlen verstande dat de weg nergens mag worden verlaagd, doch de lage verhoogd worden, en verder het noodige werk voor uitgravingen enz. 5. De sloot te dempen voor zoover deze reeds op plaatsen gerioleerd is en ook waar die gerioleerd zal worden. 6. Het leggen van een verhoogd trottoir van straat- klinkers tusschen twee reien Doorniksche kantsteenen, samen breed 1 M. van af het begin tot onder den Armen dijk (met uitzondering voor het graanpakhuis van den heer De Vleeschouwer). 7. Tegen genoemd trottoir de bestrating aanleggen van straatkeien, tusschen een rei kantsteenen, ter breedte van 4,50 M., waardoor de verharding van den weg alzoo eene totale breedte verkrijgt van 5,50 M. Voor de kant steenen wordt bedoeld de aanwezige weer te verwerken en de tekortkomende aan te schaflen. Ook is het de bedoeling de uitkomende keien te sorteeren en de goede opnieuw te verwerken, terwijl de tekortkomende zullen worden genomen van die welke uit de onder letter A genoemde bestratingen der Noordstraat en Nieuwstraat zullen komen. 8. De opril aan den Armendijk te verharden met straatkeien, komende uit de Kerkstraat, tusschen kant steenen. De raming van dit werk bedraagt f 3320,75. d. De Schoolstraat en het tegenover gelegen straatje beide rioleeren en van een nieuwe k linkerbestrating voorzien. De raming van dit werk is f 1199,09$. Voor alle werken te samen bedraagt de raming 9072.20$. Ter verdere toelichting wijst de Voorzitter er op dat reeds uit voorgaande raadszittingen gebleken is dat alle leden overtuigd zijn van de hoogst noodige verbetering van den Buitenweg. De rijweg, die nu maar 3 M. breed is, zal dan eene breedte verkrijgen van 4,50 M. Het kwam Burg, en Weth. gewenscht voor om, nu dit werk staat te worden uitge- voerd, ook tegelijk andere straten te verbeteren. Alleen door dit werk tegelijk uit te voeren, kon de verbetering van de Buitenweg tot een raming van 3320,75 worden teruggebracht, daar dan de uit de Noord- eri Nieuwstraat overschietende keien voor die verbetering worden gebruikt. Wordt echter de verbetering van den Buitenweg op zichzelf uitgevoerd, dan is de raming daarvoor f 6240,75 dus veel duurder. Een geheel herleggen van de andere in het plan be- grepen straten is ook noodig en zal op den duur voordeeliger uitkomen, daar het voortdurend herstellen, dat nu noodig is, ook veel uitgaven vordert en geen afdoend werk is. Als de straten geheel herlegd worden is men er voor geruimen tijd van af en met zich tot voortdurende herstellingen te bepalen bedriegt ten slotte de zuinigheid de wijsheid. Het zal in de toekomst ook noodig zijn andere straten op dezelfde wijze te behandelen. Binnen enkele jaren zijn echter enkele leeningen afgelost en het daarvan vrij komende geld zal dan daarvoor ook weer gebruikt kunnen worden. De heer Wolfert vraagt of het de bedoeling is die be- stratingswerken nog dit jaar uit te voeren. De Voorzitter: Zoo spoedig mogelijk. De heer Wolfert acht het jammer dat het al zoo ver in het jaar is, beter ware het geweest als dat werk wat vroeger was aangepakt. De Voorzitter deelt mede dat de gemeenteopzichter voorloopig in onderhandeling is getreden met de menschen die de bestratingen zullen moeten maken en daarbij is hem gebleken dat het werk nog zeer goed dit jaar kan worden uitgevoerd. Er had toch niet vroeger aan kunnen begonnen worden, daar die menschen reeds elders veel werk hadden aangenomen, dat zij natuurlijk eerst moeten afmaken. De heer Dieleman vraagt of er geen gevaar bestaat dat de straat daar rond Esselbrugge weer zal worden stuk gemaakt als ze aan het werk gaan voor het leggen der rails voor den tram. De Voorzitter meent dat daarvoor geen vrees behoeft te bestaan, want dan moet de straat toch weer geheel in denzelfden toestand worden teruggebracht. De heer Dieleman vraagt nog of het maken van klinker- bestratingen wel gewenscht is. Zijn klinkers tegen het vervoer .bestand. De Voorzitter meent, met het oog op elders ingewon- nen information, dit bevestigend te kunnen beantwoor- den. Een voorwaarde is het echter dat men goede klinkers neemt. Deze zijn dan "voor de straatjes die voor bestrating met klinkers worden voorgesteld, zeker voldoende. De heer Oggel vreest dat klinkers niet voldoende be stand zijn, maar anders zou hij het wel gewenscht vinden om evenals te Hoek overal klinkerbestratingen te maken. De heer F. Dekker ziet er volstrekt geen bezwaar in, dat de zijstraatjes met klinkers worden verhard, daar zijn ze stevig genoeg voor. De heer Oggel meent dat het toch gelijk is of een zware wagen door een hoofdweg of door een zij- straatje rijdt, de wagen van spreker b.v. komt altijd langs het straatje van Gast om bij het pakhuis te komen. De Voorzitter stemt dit toe, maar wijst er op dat er door die zijstraatjes maar eens een enkele wagen komt, die aan de bestrating niet zooveel schade zal toebrengen, terwijl er langs de hoofdwegen voortdurend zwaar ver- keer plaats heeft. Dat is dus een groot verschil. De heer Oggel meent dat men over die straatjes toch een vracht van een 5000 kilogram moet kunnen vervoeren. De heer Dieleman meent dat dit over goede klinker- wegen best geschieden kan, al valt het niet tegen te spreken dat keiwegen sterker zijn. De Voorzitter is ook van gevoelen dat men voor hoofd wegen keibestrating moet houden. De heer Wolfert kan met het voorstel meegaan, als maar niet uit het oog verloren wordt dat men beste klinkers moet aanschaffen. De Voorzitter beaamt dat dit een eerste vereischte is, minderwaardige klinkers kunnen niet dienen. De heer Oggel vraagt of de berekening der verschillende posten wel juist is. Hij meent dat er niet veel verschil kan zijn in het maken van het Iverkstraatje en de School straat. Voor het eerste is echter geraamd f 1994,40 en voor het andere maar f 1199.09$. De Voorzitter wijst er op dat het -laatstgenoemde niet moet gerioleerd worden, maar bij het eerste is daar rioleering van de Markt inbegrepen. Zonder die riolee ring zouden de kosten maar 899 beloopen. De heer Dieleman meent dat het straatje ook breeder en grooter is dan het andere. De Voorzitter kan bovendien niets anders zeggen dan dat de opzichter hem heeft te kennen gegeven dat alles nauwkeuri'g berekend is. De heer Wolfert zou het gewenscht vinden dat in het plan ook nog werd opgenomen het maken van een eindje riool van Blankert tot aan Platteeuw. Daar is vroeger ook reeds over gesproken en Kees Smies heeft veel last van het water. De heer Smies voelt daarvoor ook wel wat. De heer Dieleman meent dat men, als de toestand ver- anderd wordt, van het water ook zooveel last niet meer zal hebben. De heer Van Driel meent dat men het bij Van Krui- ningen ook wel zou mogen maken, dat is ook een smid en die heeft hij wel eens hooren klagen. De Voorzitter acht het gewenscht de vergadering even te schorsen om den gemeenteopzichter in de commissoriale vergadering gelegenheid te geven inlichtingen te ver- strekken en eene berekening van kosten te maken omtrent het door den heer Wolfert bedoelde werk. Na de weder voortzetting der openbare vergadering deelt de Voorzitter mede dat het maken van het door den heer Wolfert voorgestelde eind riool van Blankert tot aan Platteeuw volgens opgaaf van den opzichter 275 zal kosten. De heeren Smies en Oggel steunen het voorstel om dat ook te maken. De heer Oggel vraagt of het de bedoeling is het werk aan te besteden. De Voorzitter geeft te kennen dat dit niet het voornemen van Burg, en Weth. is. Zij hebben zich op het standpunt geplaatst dat de ondervinding heeft geleerd dat men voor de uitvoering van zoodanig werk vaklieden noodig heeft en dat het gewenscht is dat men die zelf opzoekt, omdat men dan verzekerd is menschen te hebben die volkomen bekwaam zijn het werk uit te voeren. Wordt het werk publiek aanbesteed, dan weet men niet wie men als uit- voerders zal krijgen. Mogelijk zal aanbesteden iets goed- kooper uitkomen, maar men is niet zoo verzekerd van goed werk. De heer Dieleman zou toch prijs willen vragen bij ver schillende leveranciers van klinkers, straatkeien enz. De Voorzitter zegt dat het ook in de bedoeling ligt verschillende leveranciers aan te schrijven. Keien zullen echter niet noodig zijn, daar voor den Buitenweg gebruikt worden de keien die elders uit de bestrating komen. De heer Smies vraagt naar aanleiding van de vroeger gehouden besprekingen over den hinder die men in de bijzondere school in de Nieuwstraat ondervindt door het geraas van de voorbijrijdende wagens, of het de bedoeling is om de straat voor de school over de geheele breedte met klinkers te bestraten. De Voorzitter antwoordt ontkennend. Aan de kanten komt een klinkerpad van een meter, maar in het midden straatkeien. De heer Smies wilde daar niet bepaald op aandringen, maar gaf het alleen ter overweging. De heer F. Dekker wijst er op, dat er in den Buitenweg twee korte krommingen zijn, die moeilijk met voertuigen zijn te passeeren, zonder van de straat te geraken. De Voorzitter deelt mede dat hij daar gisteren met den Wethouder juist nog een kijkje heeft genomen en dat het in de bedoeling ligt die bocht zoo llauw mogelijk te maken. De heer Oggel vindt dat uitstekend, want bij die scherpe bochten wordt anders de weg licht stuk gereden, daar men met de wagens buiten den keiweg komt. De heer Oggel komt nu terug op het voornemen van Burg, en Weth. om het werk in eigen beheer uit te voeren. Hij wijst er op dat men toch een opzichter heeft om toe te zien dat het werk goed wordt uigevoerd. Aanbesteding zou toch allicht voordeeliger uitkomen. De Voorzitter meent dat het de vraag is op welk standpunt men zich stelt. Mogelijk dat bij aanbesteding het totaal cijfer van het bedrag waarvoor het werk wordt uitgevoerd wat lager blijft, maar het is de vraag of het oolT in de toekomst blijken zal voordeeliger* te zijn geweest. Als men de straatmakers uitzoekt en hen in daggeld laat werken heeft men meer waarborg van goed werk. De heer Dieleman is het daarmede eens. Hij wijst op de Oosterstraat die in eigen beheer is gelegd en welk werk goed is uitgevoerd, terwijl het werk vroeger, toen het besteed was misschien vlugger was gebeurd, maar er veel aan bleek te haperen. De heer Oggel meent er op te moeten wijzen dat het in -at Oosterstraat toen deee do eerste maal werd gelegd ook wel eenig verschil maakte dat het rioleeringswerk met de daarvoor noodige ontgravingen waren uitgevoerd. Overigens wil hij er niets op afdingen dat de menschen die het daar de laatste maal gedaan hebben, betere vak- lui waren. Toch blijft hij er bij dat men ook bij be- steding van goed werk moet kunnen verzekerd zijn, daar toch de opzichter het werk kan nagaan. De heer Kruijsse meent dat er hier minder aanleiding voor aanbesteden is, omdat het niet zoozeer als nieuw werk is te beschouwen, het is feitelijk eene reparatie. Wanneer er veel levering te doen was, zou het nog een verschil maken, doch er zijn alleen klinkers noodig voor de voetpaden en de kleine straatjesoverigens worden verwerkt de uitkomende straatkeien. Aan de Oosterstraat is, zooals de heer Dieleman terecht opmerkte, gebleken dat men met uitvoering van bestrating in eigen beheer goede resultaten verkrijgt. Hierbij komt nog, dat het ook nog zeer de vraag is of besteden wel goedkooper zou uitkomen. Dan krijgt men bestedings- kosten, kosten van toezicht enz., terwijl het voor een aannemer ook nog zeer moeilijk zou te berekenen zijn, met het oog op de risico betrekkelijk de uitkomende keien, daar hij niet weet welke goed- en welke afgekeurd zullen worden. De heer Smies is het daarmede eens. Bij aanbesteding zou men wel eens zeer uiteenloopende inschrijvingen kunnen hebben. De eene zal er op rekenen dat er veel een ander dat er weinig afgekeurd zullen worden. De eerste zal zeer hoog, en de andere heel laag inschrijven. Ook hij is van meening dat het beter is in dit geval niet aan te besteden. De Voorzitter geeft te kennen dat hij nu eerst in stemming zal brengen het plan zelf, met de uitbreiding volgens het voorstel van den heer Wolfert. De heer De Feijter zou toch nog eene verandering wenschen te zien aangebracht en nl. He Nieuwstraat voor de bijzondere school geheel met klinkers bestraten. De heer Oggel meent dat dit maar moeilijk werken zal tusschen de straatkeien. Hij vraagt of het geraas ook niet veel zou verminderen als keien met vlakke koppen worden gebruikt. Er is door de Nieuwstraat nogal zwaar vervoer, de wagens van den heer De Vleeschouwer komen er ook veelvuldig door en de klinkers zouden gauw stuk gereden Jiunnen zijn. De heer Dieleman betwijfelt of door het voorstel van den heer De Feijter het geraas veel zal verminderen. In de eerste plaats maakt ook het rijden over klinkers geraas, maar als het maar alleen voor de school met klinkers bestraat wordt, maken de wagens volop geraas tot ze bij de school komen en ook weer als ze voorbij zijn, de hinder zal er niet veel door verminderen. De heer De Feijter meerit dat het geluid van de wagens dan toch op het oogenblik dat ze de school passeeren veel minder hinderlijk zal zijn. De heer Kruijsse is het daarmede eens, schelen doet het. De heer Smies meent dat het rijden over keien met gladde koppen ook minder geraas zou veroorzaken en zou met het oog op de sterkte van de straat daaraan de voorkeur geven. De heer De Feijter meent dat het door hem voorge stelde de beste oplossing is en stelt voor de Nieuwstraat voor de bijz. school over de geheele breedte met klinkers te bestraten. De heer Kruijsse steunt dit voorstel. Hij heeft ook in Middelburg gezien dat men bij eene school, waar even als hier bordjes waren geplaatst met »stapvoets rijden" thans eene klinkerbestrating heeft gemaakt. Hij meent daaruit te mogen alleiden dat bestrating met klinkers afdoende werkt. De heer Wolfert vraagt of die bordjes met »stapvoets rijden" nu weg zijn. De heer Kruijsse zegt dat die er ook nog zijn. De heer Oggel vraagt of men hier in de school sedert die bordjes zijn aangebracht nog veel hinder van het leven heeft, veroorzaakt door hard rijdende wagens. De heer De Feijter geeft te kennen dat dit weinig verschil maakt met vroegerer wordt weinig voldaan aan de bp de aangebrachte bordjes gegeven wenk om stapvoets te rijden. Het onderwijs ondervindt daardoor werkelijk zeer grooten hinder. De heer Kruijsse doet nog het denkbeeld aan de hand om, wanneer bezwaar zou bestaan tot verhooging van het bedrag dat voor het werk noodig is voor de school juist anders te handelen dan men elders voornemens is te doen en daar de klinkers in het midden te leggen met keien aan de beide zijden. Dan komen de klinkers daar in den rijweg. Verschillende leden kunnen zich daarmede niet vereenigen. De heer Oggel meent dat, als men voor de bijzondere school een* klinkerbestrating aanbrengt, men dit ook wel zou moeten doen voor de bewaarschool. De Voorzitter en enkele leden achten dat niet noodig daar in die inrichting niet bepaald sprake is van onder- wijzen der leerlingen, doch de kinderen worden bezig gehouden. Ook is die inrichting meer van de straat af- gelegen. De heer Oggel geeft te kennen dat het misschien nog het beste zou zijn als men de geheele Nieuwstraat kon beklinkeren. De heer de Feijter wijst er nog op dat de bijz. school twee verdiepingen heeft en juist op de bovenste ver- dieping heeft men van het rijden den meesten hinder. Ilet voorstel van den heer De Feijter wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 7 tegen 3 stem- men. Voor stemmen de heeren Dregmans, P. Dekker, F. Dekker, Dieleman, Kruijsse, Oggel en De Feijtertegen stemmen de heeren Wolfert, Smies en Van Driel. Het voorstel van Burg, en Weth., aangevuld met dat van den heer Wolfert om ook rioleering aan te brengen van Vlaander tot Platteeuw, wordt daarna met algemeene stemmen aangenomen. De raming verhoogt daardoor met 275 voor die rioleering en met f 275 voor de klinkerbestrating voor de bijzondere school in de Nieuwstraat. Aangaan Geldleening. De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor tot dekking der kosten van de uit te voeren bestratings- werken hun college te machtigen eene geldleening aan te gaan van ten hoogste 10.000 tegen eene rente van ten hoogste 5 procent. De heer Oggel, opmerkende dat zooeven door den wet houder te kennen is gegeven dat het hier geen nieuw werk, rnaar eigenlijk reparatie van straten geldt, vraagt of voor de uitvoering van dit werk mag geleend worden en of dit niet uit de gewone middelen zou moeten worden bestreden. De Voorzitter voert hier tegen aan dat in elk geval de gewone middelen niet toelaten de kosten van dit werk te bestrijden en dat dit niet anders kan geschieden dan door een geldleening aan te gaan. Hij ziet er geen be zwaar in dat deze niet goedgekeurd zal worden. Hij acht het overbodig een discussie over het principieele van de door den heer Oggel opgeworpen kwestie uit te lokken doch wil er alleen nog op wijzen dat het werk ook als vernieuwing is te beschouwen. Het voorstel van Burg, en Weth. wordt aangenomen met algemeene stemmen. 9. Wijziging begrooting voor. 1913. De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor de gemeentebegrooting voor 1913 te wijzigen door verhoo ging der inkomsten met 10.000, het bedrag der te sluiten geldleening, en verschillende posten der uitgaven te verhoogen met 10.465 doch daartegenover eenige posten te verlagen met een totaal bedrag van f 465, zoodat het eindcijfer der begrooting met 10,000 ver hoogt. De heer F. Dekker, in aanmerking nemende dat deze wijziging der begrooting wordt voorgesteld om de be- stratingswerken waartoe besloten is nog dit jaar uit te voeren, wijst er op dat, met het oog op den naderenden beetentijd, het zeer gewenscht zou zijn dat de Buitenweg eerst gemaakt werd. De heer Oggel brengt hem onder het oog dat dit niet kan, daar voor dien weg de keien uit de andere straten moeten worden gebruikt. De Voorzitter stemt toe, dat, als zulks mogelijk was, het aanbeveling zou verdienen eerst met den Buitenweg te beginnen. Er zal echter beproefd worden met het geheele werk klaar te komen voor de bietencampagne begint. De heer Oggel geeft in overweging het werk met een grooter aantal menschen aan te pakken. De heer Dieleman meent dat het niet zoo gemakkelijk gaan zal om veel werkmenschei) tegelijk te krijgen, daar dan juist de drukte van het aardappelen steken en het bieten steken begint. Dat is wel niet van invloed op de straatmakers, maar toch op de menschen die het graafwerk moeten doen. De heer Oggel meent dat, als men meent niet tijdig klaar te kunnen zijn, het wellicht beter was te wachten tot na de campagne, want als men nog aan den Buiten weg bezig is als het vervoer begint dan hebben zoowel de straatmakers als de aanvoerders van suikerbieten er hinder van. De Voorzitter geeft te kennen, dat van de opmerkingen nota zal genomen worden, maar hij meent, op grond van de toezeggingen van den gemeente-opzichter, dat het geheele werk wel tijdig gereed zal zijn. Het voorstel van Burg, en Weth. tot wijziging der begrooting wordt hierna aangenomen met algemeene stemmen. 10. Verkoop oude materialen gasfabriek. De Voorzitter vraagt of de leden Burg, en Weth. willen machtigen om de aan de gasfabriek liggende oude mate rialen te verkoopen. De direct.eur heeft ook al meermalen gevraagd die op te ruimen. Er is nu aan Burg, en Weth. uit hen gedane aanbiedingen gebleken, dat ze die oude mijnen voordeeliger hier kunnen verkoopen dan ze terug te sturen naar Vlissingen, daar d3.11 de vervoerkosten voor rekening van de gemeente komen. De heer Oggel vraagt of er nog gecorrespondeerd is met den heer Van Niftrik. De Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer Van Niftrik heeft te kennen gegeven, dat hij geen bezwaar had de oude mijnen terug te nemen, doch de gemeente Axel moest ze dan franco toezenden. Nu is gebleken dat bij verkoop alhier er een paar honderd gulden, misschien nog iets meer van gemaakt zal worden. Verkoop is dus maar het beste. Nadat de Voorzitter nog op eene vraag van den heer De Feijter heeft medegedeeld dat de heer A an Niftrik de oude materialen terug wil nemen maar heeft te kennen gegeven dat hij er ook geen bezwaar tegen lieeft als de gemeente zich daarvan op een andere wijze ontdoet, wordt de door den Voorzitter gevraagde machtiging met alge meene stemmen verleend. II. Begrooting Algemeen Burgerlijk Armbestuur voor 1914. De Voorzitter deelt mede dat van het Algemeen Burger lijk Armbestuur is ontvangen de begrooting voor het jaar 1914. op een eindcijfer van 4783,82. Hij stelt voor deze te stellen in handen eener commissie om daarover rapport uit te brengen, waarvoor hij aanwijst de heeren Smies, Wolfert en P. Dekker. Deze heeren nemen de benoeming aan. 18. Omvraag. De heer Oggel heeft de straatmakers in de gemeente weer aan liet werk gezien. Hij vraagt welke straten gemaakt moeten worden. De. Voorzitter deelt mede dat enkele straten, die daarvoor het meest in aanmerking komen, worden gerepareerd. Er is daarvoor op de begrooting een bedrag beschikbaa.r. Aan de straten die vernieuwd worden zal nu natuurlijk niets worden gedaan. De A'oorzitter sluit de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1913 | | pagina 5