Ter Neuzenschs Goarant
Donderdag 31 Juli 1913, No. 5948.
TWBBDB ETjA-IP.
Gemeenieraad van Axel.
VAN
Vergadering van Dinsdag 29 Juli 1913.
Voorzitter de heer L. J. den Hollander, burgemeester.
Aanwezig de heeren Kruijsse, Van Driel, Oggel, Dreg-
mans. F. Dekker, Dieleman, P. Dekker, Smies, DeFeijter
en Wolfert.
Afwezig de heer Lamaitre wegens ongesteldheid.
Na opening der vergadering worden gelezen de notulen
der voorgaande, die onveranderd worden vastgesteld.
Daarna stelt de Voorzitter aan de orde
1Ingekomen stukken.
Een schrijven van I. J. Brakman waarin deze be-
richt de benoeming tot lid van het Algemeen Burgerlijk
Armbestuur aan te nemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Een schrijven van het Bestuur van den polder
Beoostenblij Benoorden waarin wordt bericht dat met
genoegen de kennisgeving is ontvangen omtrent het ver-
leenen eener bijdrage in de kosten van verharding van
een voetpad. Dankende voor het genomen besluit verklaart
het bestuur de voorwaarde waaronder die bijdrage is
verleend aan te nemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
•c. Een schrijven van het Bestuur der schietvereeniging
»Prins Maurits" waarin dank wordt betuigd voor de
medaille haar toegekend voor haren te houden schiet-
wedstrijd.
Aangenomen voor kennisgeving.
8. Onderzoek geloofsbrieven verkozen raadsleden.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen de ge
loofsbrieven van de herkozen raadsleden, de heeren J. M.
Oggel, W. Dieleman Pz. en A. E. C. Kruijsse.
Hij stelt deze in handen eener commissie om daarover
rapport uit te brengen, waarvoor hij benoemt de heeren
Wolfert, P. Dekker en F. Dekker.
Gedurende het onderzoek door de commissie wordt de
vergadering geschorstx.
Bij de voortzetting der vergadering deelt de heer
Wolfert namens de commissie mede dat de stukken in
orde zijn bevonden en de commissie mitsdien tot toelating
adviseert.
Dienovereenkomstig wordt met •algemeene stemmen
besloten.
De heeren Oggel, Dieleman en Kruijsse onthouden zich
van stemmen.
S. Overleggen gemeente-rekening.
Door den Voorzitter wordt namens Burg, en Weth.
overgelegd de gemeenterekening over 1912.
De ontvangsten hebben bedragen 73.613,83 en de
uitgaven f 71.836,63$. Het nadeelig slot is dus/ 1222,80|.
Deze rekening wordt gesteld in handen eener commissie
om daarover rapport uit te brengen. De Voorzitter be-
noemd in deze commissie de heeren Dieleman, F. Dekker
en Wolfert.
Rekening Algemeen Burgerlijk Armbestuur.
De Voorzitter stelt aan de orde de vaststelling van de
rekening van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur over
1912 en verzoekt de commissie die belast was hierom-
trent te rapporteeren haar advies uit te brengen.
Namens de commissie, die bestond uit de heeren Smies,
Dieleman en Van Driel, brengt eerstgenoemde rapport uit,
geeft te kennen dat de rekening in orde is bevonden en
dat de commissie mitsdien adviseert deze goed ts keuren
in ontvangsten op 4595,19$, in uitgaven op 7" 4391,36$,
en alzoo met een goed slot van f 203,82.
Aldus wordt met algemeene stemmen besloten.
Do heeren F. Dekker en De Feijter onthouden zich, als
zijnde lid van voornoemd armbestuur, van stemmen.
5. Verzoekschrift om verhooging van de jaarwedde
van den ontvanger van het Algemeen Burgerlijk Arm
bestuur.
De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen een adres
van den heer P. van A'essem, ontvanger van het Algemeen
Burgerlijk Armbestuur, waarin deze te kennen geeft dat
naar zijn oordeel het jaarloon aan die betrekking ver-
bonden 60) in verhouding tot de daarvoor te verrichten
werkzaamheden niet hoog is en daarom den Raad ver
zoekt deze een weinig te willen verhoogen.
Verder deelt de Voorzitter mede dat het Algemeen
Burgerlijk Armbestuur in wiens handen dit verzoek is
gesteld adviseert de gevraagde verhooging toe te staaii,
met het oog op de uitbreiding der werkzaamheden van
den ontvanger.
Namens Burg, en Weth. wordt voorgesteld eene ver
hooging van 7*15 toe te kennen.
De heer Oggel vraagt of de werkvaamheden van den
ontvanger sedert zijne benoeming bepaald zijn toegenomen.
De Voorzitter antwoordt bevestigend. De ontvanger is
in 1905 benoemd en vooral wat de statistiek betreft, is
zijn werk sedert zeer toegenomen doch ook op ander
gebied is dit, met het oog op nieuwe voorschriften, uit-
gebreid.
Het voorstel van Burg, en Weth. wordt aangenomen
met algemeene stemmen.
ti Benoemen commissie van onderzoek voor reclames
hoofdelijken omslag.
De Voorzitter stelt aan de orde de benoeming van eene
commissie voor het onderzoeken van ingekomen reclames
tegen den hoofdelijken omslag. Hij wijst daarvoor aan
de heeren Smies, Dieleman en F. Dekker.
De heer Dieleman verklaart de benoeming niet te'
aanvaarden.
De Voorzitter benoemt nu den heer De Feijter.
De heer De Feijter bedankt voor de benoeming, aan-
voerende dat hij het in het vorig jaar ook al gedaan heeft.
De Voorzitter noodigt alsnu den heer Van Driel uit in
die commissie zitting te nemen, waaraan de heer Van
Driel, evenals de heeren Smies en F. Dekker, voldoet.
3. Voorstel tot vernieuwing en rioleeren van straten.
De Voorzitter brengt ter tafel een voorstel van burge
meester en wethouders tot het vernieuwen en rioleeren
van enkele straten. Hij meent dat het niet noodig is een
breed betoog op te zetten omtrent de noodzakelijkheid
tot het vernieuwen der straten in de gemeente. Zoowel
de inwoners van de kom der gemeente als die daar buiten
zullen daarvan alleen overtuigd^zijn, daar ieder weet dat
de straten in een treurigen toestand verkeeren.
Het plan luidt als volgt
a. De bestrating van de Noordstraat uitbreken van af
de Weststraat tot voorbij Esselbrugge. den hoek om en
alzoo door de Nieuwstraat tot Maring over de gelieele
breedte en lengte, daarna aan weerszijden der uitgebroken
straten goten en klinkerpaden aanleggen van straat-
klinkers, ter breedte van 1 M., de goten inbegrepen;
Daarna tusschen de klinkerpaden de keibestrating her-
leggen van de uitgebroken keien en de overschietende
wegvoeren naar den Buitenweg. De raming van dit werk
bedraagt 2557,96.
b. De Kerkstraat van af Blankert tot aan de Markt
gelijk met de straatscheiding geheel uitbreken (doch geen
bijvakken). De uitkomende keien weg te voeren naar
aan te wijzen plaats. Daarna beide straatjes rioleeren
tot aan den ontvangput op de Markt, met de noodige
ijzeren syphons en gresbuizen. Deze rioleering in de
Kerkdreef aan te sluiten aan de rioleering aan de open-
bare school tot aan de genoemde gresbuizen in de Kerk
straat. Ilet is de bedoeling in de Kerkdreef de aanslui-
ting aan de rioleering te maken met cementbetonbuizen
die de gemeente nog in voorraad heeft staan.
Na het maken der rioleering de geheele breedte der
straat van af Blankert tot de Markt te bestraten met
klinkers.
De raming van dit werk bedraagt f 1940,40.
c. De Buitenweg van af Maring tot onder aan den
Armendijk
4. De bestrating geheel uitbreken.
2. Gedeeltelijk rioleeren, van af de Polderssloot welke
niet wordt gerioleerd, tot aan de reeds gelegde buizen
daar ter plaatse en verder aansluitende tot aan de sloot
aan de gasfabriek, zijnde aldaar de uitloozing.
3. Te metselen de noodige ontvangputten met roosters.
4. Geheel den weg onder profiel brengen, met dlen
verstande dat de weg nergens mag worden verlaagd, doch
de lage verhoogd worden, en verder het noodige werk
voor uitgravingen enz.
5. De sloot te dempen voor zoover deze reeds op
plaatsen gerioleerd is en ook waar die gerioleerd zal
worden.
6. Het leggen van een verhoogd trottoir van straat-
klinkers tusschen twee reien Doorniksche kantsteenen,
samen breed 1 M. van af het begin tot onder den Armen
dijk (met uitzondering voor het graanpakhuis van den
heer De Vleeschouwer).
7. Tegen genoemd trottoir de bestrating aanleggen
van straatkeien, tusschen een rei kantsteenen, ter breedte
van 4,50 M., waardoor de verharding van den weg alzoo
eene totale breedte verkrijgt van 5,50 M. Voor de kant
steenen wordt bedoeld de aanwezige weer te verwerken
en de tekortkomende aan te schaflen. Ook is het de
bedoeling de uitkomende keien te sorteeren en de goede
opnieuw te verwerken, terwijl de tekortkomende zullen
worden genomen van die welke uit de onder letter A
genoemde bestratingen der Noordstraat en Nieuwstraat
zullen komen.
8. De opril aan den Armendijk te verharden met
straatkeien, komende uit de Kerkstraat, tusschen kant
steenen.
De raming van dit werk bedraagt f 3320,75.
d. De Schoolstraat en het tegenover gelegen straatje
beide rioleeren en van een nieuwe k linkerbestrating voorzien.
De raming van dit werk is f 1199,09$.
Voor alle werken te samen bedraagt de raming
9072.20$.
Ter verdere toelichting wijst de Voorzitter er op dat
reeds uit voorgaande raadszittingen gebleken is dat alle
leden overtuigd zijn van de hoogst noodige verbetering
van den Buitenweg.
De rijweg, die nu maar 3 M. breed is, zal dan eene
breedte verkrijgen van 4,50 M. Het kwam Burg, en Weth.
gewenscht voor om, nu dit werk staat te worden uitge-
voerd, ook tegelijk andere straten te verbeteren. Alleen
door dit werk tegelijk uit te voeren, kon de verbetering
van de Buitenweg tot een raming van 3320,75 worden
teruggebracht, daar dan de uit de Noord- eri Nieuwstraat
overschietende keien voor die verbetering worden gebruikt.
Wordt echter de verbetering van den Buitenweg op
zichzelf uitgevoerd, dan is de raming daarvoor f 6240,75
dus veel duurder.
Een geheel herleggen van de andere in het plan be-
grepen straten is ook noodig en zal op den duur voordeeliger
uitkomen, daar het voortdurend herstellen, dat nu noodig is,
ook veel uitgaven vordert en geen afdoend werk is. Als de
straten geheel herlegd worden is men er voor geruimen tijd
van af en met zich tot voortdurende herstellingen te bepalen
bedriegt ten slotte de zuinigheid de wijsheid.
Het zal in de toekomst ook noodig zijn andere straten
op dezelfde wijze te behandelen. Binnen enkele jaren zijn
echter enkele leeningen afgelost en het daarvan vrij
komende geld zal dan daarvoor ook weer gebruikt kunnen
worden.
De heer Wolfert vraagt of het de bedoeling is die be-
stratingswerken nog dit jaar uit te voeren.
De Voorzitter: Zoo spoedig mogelijk.
De heer Wolfert acht het jammer dat het al zoo ver
in het jaar is, beter ware het geweest als dat werk wat
vroeger was aangepakt.
De Voorzitter deelt mede dat de gemeenteopzichter
voorloopig in onderhandeling is getreden met de menschen
die de bestratingen zullen moeten maken en daarbij is
hem gebleken dat het werk nog zeer goed dit jaar kan
worden uitgevoerd. Er had toch niet vroeger aan kunnen
begonnen worden, daar die menschen reeds elders veel
werk hadden aangenomen, dat zij natuurlijk eerst moeten
afmaken.
De heer Dieleman vraagt of er geen gevaar bestaat dat
de straat daar rond Esselbrugge weer zal worden stuk
gemaakt als ze aan het werk gaan voor het leggen der
rails voor den tram.
De Voorzitter meent dat daarvoor geen vrees behoeft
te bestaan, want dan moet de straat toch weer geheel in
denzelfden toestand worden teruggebracht.
De heer Dieleman vraagt nog of het maken van klinker-
bestratingen wel gewenscht is. Zijn klinkers tegen het
vervoer .bestand.
De Voorzitter meent, met het oog op elders ingewon-
nen information, dit bevestigend te kunnen beantwoor-
den. Een voorwaarde is het echter dat men goede klinkers
neemt. Deze zijn dan "voor de straatjes die voor bestrating
met klinkers worden voorgesteld, zeker voldoende.
De heer Oggel vreest dat klinkers niet voldoende be
stand zijn, maar anders zou hij het wel gewenscht vinden
om evenals te Hoek overal klinkerbestratingen te maken.
De heer F. Dekker ziet er volstrekt geen bezwaar in,
dat de zijstraatjes met klinkers worden verhard, daar zijn
ze stevig genoeg voor.
De heer Oggel meent dat het toch gelijk is of
een zware wagen door een hoofdweg of door een zij-
straatje rijdt, de wagen van spreker b.v. komt altijd langs
het straatje van Gast om bij het pakhuis te komen.
De Voorzitter stemt dit toe, maar wijst er op dat er
door die zijstraatjes maar eens een enkele wagen komt,
die aan de bestrating niet zooveel schade zal toebrengen,
terwijl er langs de hoofdwegen voortdurend zwaar ver-
keer plaats heeft. Dat is dus een groot verschil.
De heer Oggel meent dat men over die straatjes toch
een vracht van een 5000 kilogram moet kunnen vervoeren.
De heer Dieleman meent dat dit over goede klinker-
wegen best geschieden kan, al valt het niet tegen te
spreken dat keiwegen sterker zijn.
De Voorzitter is ook van gevoelen dat men voor hoofd
wegen keibestrating moet houden.
De heer Wolfert kan met het voorstel meegaan, als
maar niet uit het oog verloren wordt dat men beste
klinkers moet aanschaffen.
De Voorzitter beaamt dat dit een eerste vereischte is,
minderwaardige klinkers kunnen niet dienen.
De heer Oggel vraagt of de berekening der verschillende
posten wel juist is. Hij meent dat er niet veel verschil
kan zijn in het maken van het Iverkstraatje en de School
straat. Voor het eerste is echter geraamd f 1994,40 en
voor het andere maar f 1199.09$.
De Voorzitter wijst er op dat het -laatstgenoemde niet
moet gerioleerd worden, maar bij het eerste is daar
rioleering van de Markt inbegrepen. Zonder die riolee
ring zouden de kosten maar 899 beloopen.
De heer Dieleman meent dat het straatje ook breeder
en grooter is dan het andere.
De Voorzitter kan bovendien niets anders zeggen dan
dat de opzichter hem heeft te kennen gegeven dat alles
nauwkeuri'g berekend is.
De heer Wolfert zou het gewenscht vinden dat in het
plan ook nog werd opgenomen het maken van een eindje
riool van Blankert tot aan Platteeuw. Daar is vroeger
ook reeds over gesproken en Kees Smies heeft veel last
van het water.
De heer Smies voelt daarvoor ook wel wat.
De heer Dieleman meent dat men, als de toestand ver-
anderd wordt, van het water ook zooveel last niet meer
zal hebben.
De heer Van Driel meent dat men het bij Van Krui-
ningen ook wel zou mogen maken, dat is ook een smid
en die heeft hij wel eens hooren klagen.
De Voorzitter acht het gewenscht de vergadering even
te schorsen om den gemeenteopzichter in de commissoriale
vergadering gelegenheid te geven inlichtingen te ver-
strekken en eene berekening van kosten te maken omtrent
het door den heer Wolfert bedoelde werk.
Na de weder voortzetting der openbare vergadering
deelt de Voorzitter mede dat het maken van het door
den heer Wolfert voorgestelde eind riool van Blankert tot aan
Platteeuw volgens opgaaf van den opzichter 275 zal
kosten.
De heeren Smies en Oggel steunen het voorstel om dat
ook te maken.
De heer Oggel vraagt of het de bedoeling is het werk
aan te besteden.
De Voorzitter geeft te kennen dat dit niet het voornemen
van Burg, en Weth. is. Zij hebben zich op het standpunt
geplaatst dat de ondervinding heeft geleerd dat men voor
de uitvoering van zoodanig werk vaklieden noodig heeft
en dat het gewenscht is dat men die zelf opzoekt, omdat
men dan verzekerd is menschen te hebben die volkomen
bekwaam zijn het werk uit te voeren. Wordt het werk
publiek aanbesteed, dan weet men niet wie men als uit-
voerders zal krijgen. Mogelijk zal aanbesteden iets goed-
kooper uitkomen, maar men is niet zoo verzekerd van
goed werk.
De heer Dieleman zou toch prijs willen vragen bij ver
schillende leveranciers van klinkers, straatkeien enz.
De Voorzitter zegt dat het ook in de bedoeling ligt
verschillende leveranciers aan te schrijven. Keien zullen
echter niet noodig zijn, daar voor den Buitenweg gebruikt
worden de keien die elders uit de bestrating komen.
De heer Smies vraagt naar aanleiding van de vroeger
gehouden besprekingen over den hinder die men in de
bijzondere school in de Nieuwstraat ondervindt door het
geraas van de voorbijrijdende wagens, of het de bedoeling
is om de straat voor de school over de geheele breedte
met klinkers te bestraten.
De Voorzitter antwoordt ontkennend. Aan de kanten
komt een klinkerpad van een meter, maar in het midden
straatkeien.
De heer Smies wilde daar niet bepaald op aandringen,
maar gaf het alleen ter overweging.
De heer F. Dekker wijst er op, dat er in den Buitenweg
twee korte krommingen zijn, die moeilijk met voertuigen
zijn te passeeren, zonder van de straat te geraken.
De Voorzitter deelt mede dat hij daar gisteren met den
Wethouder juist nog een kijkje heeft genomen en dat
het in de bedoeling ligt die bocht zoo llauw mogelijk te
maken.
De heer Oggel vindt dat uitstekend, want bij die scherpe
bochten wordt anders de weg licht stuk gereden, daar men
met de wagens buiten den keiweg komt.
De heer Oggel komt nu terug op het voornemen van
Burg, en Weth. om het werk in eigen beheer uit te
voeren. Hij wijst er op dat men toch een opzichter
heeft om toe te zien dat het werk goed wordt uigevoerd.
Aanbesteding zou toch allicht voordeeliger uitkomen.
De Voorzitter meent dat het de vraag is op welk
standpunt men zich stelt. Mogelijk dat bij aanbesteding
het totaal cijfer van het bedrag waarvoor het werk wordt
uitgevoerd wat lager blijft, maar het is de vraag of het
oolT in de toekomst blijken zal voordeeliger* te zijn
geweest. Als men de straatmakers uitzoekt en hen in
daggeld laat werken heeft men meer waarborg van goed
werk.
De heer Dieleman is het daarmede eens. Hij wijst op
de Oosterstraat die in eigen beheer is gelegd en welk
werk goed is uitgevoerd, terwijl het werk vroeger, toen
het besteed was misschien vlugger was gebeurd, maar er
veel aan bleek te haperen.
De heer Oggel meent er op te moeten wijzen dat het
in -at Oosterstraat toen deee do eerste maal werd gelegd
ook wel eenig verschil maakte dat het rioleeringswerk met
de daarvoor noodige ontgravingen waren uitgevoerd.
Overigens wil hij er niets op afdingen dat de menschen
die het daar de laatste maal gedaan hebben, betere vak-
lui waren. Toch blijft hij er bij dat men ook bij be-
steding van goed werk moet kunnen verzekerd zijn, daar
toch de opzichter het werk kan nagaan.
De heer Kruijsse meent dat er hier minder aanleiding
voor aanbesteden is, omdat het niet zoozeer als nieuw
werk is te beschouwen, het is feitelijk eene reparatie.
Wanneer er veel levering te doen was, zou het nog een
verschil maken, doch er zijn alleen klinkers noodig voor
de voetpaden en de kleine straatjesoverigens worden
verwerkt de uitkomende straatkeien.
Aan de Oosterstraat is, zooals de heer Dieleman terecht
opmerkte, gebleken dat men met uitvoering van bestrating
in eigen beheer goede resultaten verkrijgt. Hierbij komt
nog, dat het ook nog zeer de vraag is of besteden wel
goedkooper zou uitkomen. Dan krijgt men bestedings-
kosten, kosten van toezicht enz., terwijl het voor een
aannemer ook nog zeer moeilijk zou te berekenen zijn,
met het oog op de risico betrekkelijk de uitkomende
keien, daar hij niet weet welke goed- en welke afgekeurd
zullen worden.
De heer Smies is het daarmede eens. Bij aanbesteding
zou men wel eens zeer uiteenloopende inschrijvingen
kunnen hebben. De eene zal er op rekenen dat er veel
een ander dat er weinig afgekeurd zullen worden. De
eerste zal zeer hoog, en de andere heel laag inschrijven.
Ook hij is van meening dat het beter is in dit geval
niet aan te besteden.
De Voorzitter geeft te kennen dat hij nu eerst in
stemming zal brengen het plan zelf, met de uitbreiding
volgens het voorstel van den heer Wolfert.
De heer De Feijter zou toch nog eene verandering
wenschen te zien aangebracht en nl. He Nieuwstraat voor
de bijzondere school geheel met klinkers bestraten.
De heer Oggel meent dat dit maar moeilijk werken
zal tusschen de straatkeien. Hij vraagt of het geraas ook
niet veel zou verminderen als keien met vlakke koppen
worden gebruikt. Er is door de Nieuwstraat nogal zwaar
vervoer, de wagens van den heer De Vleeschouwer komen
er ook veelvuldig door en de klinkers zouden gauw stuk
gereden Jiunnen zijn.
De heer Dieleman betwijfelt of door het voorstel van
den heer De Feijter het geraas veel zal verminderen. In
de eerste plaats maakt ook het rijden over klinkers
geraas, maar als het maar alleen voor de school met
klinkers bestraat wordt, maken de wagens volop geraas
tot ze bij de school komen en ook weer als ze voorbij
zijn, de hinder zal er niet veel door verminderen.
De heer De Feijter meerit dat het geluid van de wagens
dan toch op het oogenblik dat ze de school passeeren
veel minder hinderlijk zal zijn.
De heer Kruijsse is het daarmede eens, schelen doet het.
De heer Smies meent dat het rijden over keien met
gladde koppen ook minder geraas zou veroorzaken en zou
met het oog op de sterkte van de straat daaraan de
voorkeur geven.
De heer De Feijter meent dat het door hem voorge
stelde de beste oplossing is en stelt voor de Nieuwstraat
voor de bijz. school over de geheele breedte met klinkers
te bestraten.
De heer Kruijsse steunt dit voorstel. Hij heeft ook in
Middelburg gezien dat men bij eene school, waar even als
hier bordjes waren geplaatst met »stapvoets rijden" thans
eene klinkerbestrating heeft gemaakt.
Hij meent daaruit te mogen alleiden dat bestrating
met klinkers afdoende werkt.
De heer Wolfert vraagt of die bordjes met »stapvoets
rijden" nu weg zijn.
De heer Kruijsse zegt dat die er ook nog zijn.
De heer Oggel vraagt of men hier in de school sedert
die bordjes zijn aangebracht nog veel hinder van het
leven heeft, veroorzaakt door hard rijdende wagens.
De heer De Feijter geeft te kennen dat dit weinig
verschil maakt met vroegerer wordt weinig voldaan
aan de bp de aangebrachte bordjes gegeven wenk om
stapvoets te rijden. Het onderwijs ondervindt daardoor
werkelijk zeer grooten hinder.
De heer Kruijsse doet nog het denkbeeld aan de hand
om, wanneer bezwaar zou bestaan tot verhooging van het
bedrag dat voor het werk noodig is voor de school juist
anders te handelen dan men elders voornemens is te doen
en daar de klinkers in het midden te leggen met keien
aan de beide zijden. Dan komen de klinkers daar in den
rijweg.
Verschillende leden kunnen zich daarmede niet vereenigen.
De heer Oggel meent dat, als men voor de bijzondere
school een* klinkerbestrating aanbrengt, men dit ook wel
zou moeten doen voor de bewaarschool.
De Voorzitter en enkele leden achten dat niet noodig
daar in die inrichting niet bepaald sprake is van onder-
wijzen der leerlingen, doch de kinderen worden bezig
gehouden. Ook is die inrichting meer van de straat af-
gelegen.
De heer Oggel geeft te kennen dat het misschien nog
het beste zou zijn als men de geheele Nieuwstraat kon
beklinkeren.
De heer de Feijter wijst er nog op dat de bijz. school
twee verdiepingen heeft en juist op de bovenste ver-
dieping heeft men van het rijden den meesten hinder.
Ilet voorstel van den heer De Feijter wordt alsnu in
stemming gebracht en aangenomen met 7 tegen 3 stem-
men. Voor stemmen de heeren Dregmans, P. Dekker,
F. Dekker, Dieleman, Kruijsse, Oggel en De Feijtertegen
stemmen de heeren Wolfert, Smies en Van Driel.
Het voorstel van Burg, en Weth., aangevuld met dat
van den heer Wolfert om ook rioleering aan te brengen
van Vlaander tot Platteeuw, wordt daarna met algemeene
stemmen aangenomen.
De raming verhoogt daardoor met 275 voor die
rioleering en met f 275 voor de klinkerbestrating voor de
bijzondere school in de Nieuwstraat.
Aangaan Geldleening.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor tot
dekking der kosten van de uit te voeren bestratings-
werken hun college te machtigen eene geldleening aan
te gaan van ten hoogste 10.000 tegen eene rente van
ten hoogste 5 procent.
De heer Oggel, opmerkende dat zooeven door den wet
houder te kennen is gegeven dat het hier geen nieuw
werk, rnaar eigenlijk reparatie van straten geldt, vraagt
of voor de uitvoering van dit werk mag geleend worden
en of dit niet uit de gewone middelen zou moeten worden
bestreden.
De Voorzitter voert hier tegen aan dat in elk geval de
gewone middelen niet toelaten de kosten van dit werk
te bestrijden en dat dit niet anders kan geschieden dan
door een geldleening aan te gaan. Hij ziet er geen be
zwaar in dat deze niet goedgekeurd zal worden. Hij acht
het overbodig een discussie over het principieele van de
door den heer Oggel opgeworpen kwestie uit te lokken
doch wil er alleen nog op wijzen dat het werk ook als
vernieuwing is te beschouwen.
Het voorstel van Burg, en Weth. wordt aangenomen
met algemeene stemmen.
9. Wijziging begrooting voor. 1913.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor de
gemeentebegrooting voor 1913 te wijzigen door verhoo
ging der inkomsten met 10.000, het bedrag der te
sluiten geldleening, en verschillende posten der uitgaven
te verhoogen met 10.465 doch daartegenover eenige
posten te verlagen met een totaal bedrag van f 465,
zoodat het eindcijfer der begrooting met 10,000 ver
hoogt.
De heer F. Dekker, in aanmerking nemende dat deze
wijziging der begrooting wordt voorgesteld om de be-
stratingswerken waartoe besloten is nog dit jaar uit te
voeren, wijst er op dat, met het oog op den naderenden
beetentijd, het zeer gewenscht zou zijn dat de Buitenweg
eerst gemaakt werd.
De heer Oggel brengt hem onder het oog dat dit niet
kan, daar voor dien weg de keien uit de andere straten
moeten worden gebruikt.
De Voorzitter stemt toe, dat, als zulks mogelijk was,
het aanbeveling zou verdienen eerst met den Buitenweg
te beginnen. Er zal echter beproefd worden met het
geheele werk klaar te komen voor de bietencampagne
begint.
De heer Oggel geeft in overweging het werk met een
grooter aantal menschen aan te pakken.
De heer Dieleman meent dat het niet zoo gemakkelijk
gaan zal om veel werkmenschei) tegelijk te krijgen, daar
dan juist de drukte van het aardappelen steken en het
bieten steken begint. Dat is wel niet van invloed op de
straatmakers, maar toch op de menschen die het graafwerk
moeten doen.
De heer Oggel meent dat, als men meent niet tijdig
klaar te kunnen zijn, het wellicht beter was te wachten
tot na de campagne, want als men nog aan den Buiten
weg bezig is als het vervoer begint dan hebben zoowel
de straatmakers als de aanvoerders van suikerbieten er
hinder van.
De Voorzitter geeft te kennen, dat van de opmerkingen
nota zal genomen worden, maar hij meent, op grond van
de toezeggingen van den gemeente-opzichter, dat het
geheele werk wel tijdig gereed zal zijn.
Het voorstel van Burg, en Weth. tot wijziging der
begrooting wordt hierna aangenomen met algemeene
stemmen.
10. Verkoop oude materialen gasfabriek.
De Voorzitter vraagt of de leden Burg, en Weth. willen
machtigen om de aan de gasfabriek liggende oude mate
rialen te verkoopen. De direct.eur heeft ook al meermalen
gevraagd die op te ruimen. Er is nu aan Burg, en Weth.
uit hen gedane aanbiedingen gebleken, dat ze die oude
mijnen voordeeliger hier kunnen verkoopen dan ze terug
te sturen naar Vlissingen, daar d3.11 de vervoerkosten voor
rekening van de gemeente komen.
De heer Oggel vraagt of er nog gecorrespondeerd is
met den heer Van Niftrik.
De Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer Van
Niftrik heeft te kennen gegeven, dat hij geen bezwaar
had de oude mijnen terug te nemen, doch de gemeente
Axel moest ze dan franco toezenden.
Nu is gebleken dat bij verkoop alhier er een paar
honderd gulden, misschien nog iets meer van gemaakt
zal worden. Verkoop is dus maar het beste.
Nadat de Voorzitter nog op eene vraag van den heer
De Feijter heeft medegedeeld dat de heer A an Niftrik de
oude materialen terug wil nemen maar heeft te kennen
gegeven dat hij er ook geen bezwaar tegen lieeft als de
gemeente zich daarvan op een andere wijze ontdoet, wordt
de door den Voorzitter gevraagde machtiging met alge
meene stemmen verleend.
II. Begrooting Algemeen Burgerlijk Armbestuur
voor 1914.
De Voorzitter deelt mede dat van het Algemeen Burger
lijk Armbestuur is ontvangen de begrooting voor het jaar
1914. op een eindcijfer van 4783,82. Hij stelt voor deze
te stellen in handen eener commissie om daarover rapport
uit te brengen, waarvoor hij aanwijst de heeren Smies,
Wolfert en P. Dekker.
Deze heeren nemen de benoeming aan.
18. Omvraag.
De heer Oggel heeft de straatmakers in de gemeente
weer aan liet werk gezien. Hij vraagt welke straten
gemaakt moeten worden.
De. Voorzitter deelt mede dat enkele straten, die daarvoor
het meest in aanmerking komen, worden gerepareerd.
Er is daarvoor op de begrooting een bedrag beschikbaa.r.
Aan de straten die vernieuwd worden zal nu natuurlijk
niets worden gedaan.
De A'oorzitter sluit de vergadering.