BURGER LIJKEN STAND.
13. Omvraag.
25)
De voorzitter betoogt, dat de bezwaren zijn gericht tegen
de uitgaaf als zoodanig. Uij herinnert, dat deinzameling
van gelden voor het feest heeft plaats gebad onder daarvoor
niet gunstige orastandigheden. Er was juist te voren een
omhaling gedaan voor de muziektent, er was reeds steun
gevraagd voor eene tentoonstelling en verschillende menschen
meenden dat het nu welletjes werd, of hadden andere
redenen om zich te onthouden of kleinere bijdrage te geven.
In elk geval is er door de commissie minder ontvangen
dan redelijker wijze mocht worden verwacht. Wat het
schoolfeest aangaat, kan spreker mededeelen, dat reeds
van den aanvang bij de commissie de meening heeft
voorgezeten, dat de gemeente dat wel zou betalen, en dat
men niet had kunnen vermoeden dat bij den raad bezwaar
zou bestaan tegen het voteeren van een bedrag daarvoor.
Het is de bedoeling dat de kinderen op de Markt een
lied zullen zingen en dat ze daarna onthaald zullen worden,
een kinderhand is gauw gevuld.
Het zou bard zijn, wanneer ze niets ontvingen en het
zal zeker tegenovei- het publiek een goeden indruk maken,
als ze wat krijgen.
Nu is het gemakkelijk om te zeggen dat deopgehaalde
gelden dan daarvoor maar besteed moeten worden. Dat
zou wel gaan, als men nog aan het begin van de zaak
stond, maar er zijn nu voor andere zaken reeds ver-
bindtenissen aangegaan waaraan men vast zit en waarvoor
de bijeengebrachte golden dus moeten worden gebruikt.
De heer Eijke geeft te kennen dat hij ook gaarne zou
zien dat een kinderfeest gegeven kon worden. Na de door
den Raad gehouden besprekingen heeft het bestuur der
feestcommissie met de commissie voor het schoolfeest nog
onderhandeld en hebben de heeren te kennen gegeven
dat het desnoods ook voor 25 cent per kind zou te doen zijn.
De heer Drost verklaart dat het hem heeft verwonderd
en teleurgesteld, dat er door het comite zoo'n gering be
drag is opgehaald. Naar hij heeft gehoord is dat een
gevolg van de omstandigheid dat een gedeelte van de
bevolking dezer gemeente zich meer en meer uit het
algemeen leven in een hoek terugtrekt. Wanneer dat zoo
is, blijkt dat bij een deel van de ingezetenen geen geneigd-
heid tot feestvieren bestaat, maar dan vertegenwoordigt
het comite ook niet de geheele burgerij en meent spreker
dat er bezwaar bestaat om aan haar van gemeentewege
subsidie toe te kennen.
Wil de raad dat er een schoolfeest gegeven wordt dan
behoort hij dat onder zulke omstandigheden van gemeente
wege te laten geschieden, maar met aan de vertegen-
woordigers van een bepaalde partij geld daarvoor toekennen.
De 'heer Dees meent dat op die wijze de lijn zuiver
gesteld wordt. Hij wijst er echter bij vernieuwing op, dat
aan de commissie geld is gegeven in de meening dat dit
ook in de eerste plaats zou gelden voor een schoolfeest,
terwijl zij daaraan op deze wijze niets uitgeeft.
De heer Eijke voert hiertegen aan, dat, zooals ook reeds
door den voorzitter is gezegd, het van meet af in de
bedoeling der commissie lag, dat de gemeente het school
feest voor de kinderen van alle scholen zou bekostigen.
De heer Moggre zou het niet nobel vinden om dat werk
uit de handen der commissie te nemen.
De voorzitter moet toestemmen, dat er feiten zijn open-
baar geworden die wijzen op een onthouden van inede-
werking van financieelen steun door een deel der inge
zetenen. Er zijn jammer genoegteekenen van een lijdelijk
verzet. Nu zou spreker het echter van den raad een ge-
heel verkeerd standpunt achten om aan zoo'n verkeerde
houding nog voet te geven, en die bovendien nog de kroon
op het hoofd te zetten door ook aan de commissie mede-
werking te onthouden.
Het verzoek der commissie om haar voor het inrichten
van een schoolfeest subsidie te verleenen wordt in stemming
gebracht en afgewezen met 8 tegen 3 stemmen.
Voor stemmen de heeren Donze, Eijke en Visser; tegen
de heeren De Jager, Scheele, Lensen, Drost, De Feijter,
Waalkes, Dees en Moggre.
De heer Waalkes stelt nu voor aan de schoolkinderen
van gemeentewege een blijvend aandenken, boek-of plaat-
werk uit te reiken en burgemeester en wethouders uit te
noodigen naaromtrent met de hoofden van scholen over-
leg te plegen.
De heer De Jager merkt op dat uit de mededeelingen
van den heer Dees is gebleken, dat de commissie te
Sluiskil zelf een schoolfeest inricht. Hij meent echter dat,
als van gemeentewege aan de schoolkinderen wat gegeven
wordt, die van Sluiskil dan daarvoor ook in aanmerking
behooren te komen.
De heer Drost meent dat het van zelf spreekt dat de
kinderen van de scholen te Sluiskil er ook onder begrepen
worden.
De heer Dees is ook van meening dat die dan niet
uitgeschakeld kunnen worden.
Na nog enkele opmerkingen voegt de heer Waalkes aan
zijn voorstel toe, dat voor de uitvoering aan burgemeester
en wethouders een crediet wordt toegestaan van hoogstens
25 cent per kind.
Dit voorstel wordt aangenomen met 6 tegen 5 stemmen.
Voor stemmen de heeren Lensen, Drost, De Feijter, Waalkes,
Visser en Moggretegen stemmen de heeren De Jager,
Scheele, Donze, Eijke en Dees.
De heer Eijke betuigt zijn spijt dat men dit werk der
commissie uit handen genomen heeft.
6. Voorstel tot afwijzende beschikking op het adres
van F. G. den Hartigh, om teruggaaf van kosten.
Naar aanleiding van het adres van F. C. den Hartigh,
van 13 April 1913, waarin deze restitutie vraagt van door
hem gemaakte kosten, in verband met zijne reclame tegen
zijn aanslag in den hoofdelijken omslag, ten bedrage van
f 9,20, geven burgemeester en wethouders te kennen dat
zij zich in opdracht van den raad hebben gewend tot den
minister van waterstaat om daarover inlichtingen in te
winnen.
De minister was zoo welwillend daarover van anttvoord
te dienen en geeft in dat schrijven te kennen dat de door
adressant opgegeven 5 gulden wegens tijdverlies in geen
geval zouden behoeven te worden vergoed. Waar de heer
De Hartigh indertijd verlof heeft bekomen om zich ten
behoeve van de mondelinge toelichting van zijn reclame
bij gedeputeerde staten van zijn standplaats te verwijderen,
is volgens den minister het tijdverlies door het rijk en
en niet door adressant geleden.
Ten aanzien van het resteerende bedrag van f 4,20
vinden burgemeester en wethouders geen vrijheid voor te
stellen aan het verzoek te voldoen, omdat teruggaaf van
dit bedrag, nech door de wet aan de gemeente is opgelegd,
noch strekt in het belang van de huishouding der gemeente.
Naar de bescheiden meening van burgemeester en wet
houders mag het derhalve niet gebracht worden op de
begrooting van uitgaven der gemeente.
Het college sfelt dus voor het verzoek af te wijzen.
Dit voorstel wordt aangenomen met algemeene stemmen.
7. Voorstel tot verkoop van rioolbuizen.
Burgemeester en wethouders deelen mede dat tenge-
volge van de niet algeheele demping van de gemeentehaven
van de aar.gekochte rioolbuizen een deel niet verwerkt is.
Op het oogenblik kan aan deze buizen geen bestemming
gegeven worden en het laat zich niet aanzien dat zij
binnen afzienbaren tijd voor de rioleering van wege de
gemeente zullen kunnen worden aangewend. Spoedig zullen
ze van het terrein, waarop zij zich thans bevinden, moeten
worden verwijderd.
Met het oog op de daaraan verbonden kosten geven
burgemeester en wethouders de voorkeur er aan de buizen
te verkoopen. Worden zij voor korter of langer tijd op-
geborgen en aan weer en wind blootgesteld, dan is het
niet onwaarschijnlijk dat zij bij vorst worden vernietigd.
7^ stellen daarom voor hun college tot verkoop te
en.
oeene stemmen wordt deze machtiging verleend.
ele verlaat de vergadering.
IC V Cl 1XVZUJJCI
geborgen en
(niet onwaari
7«k stellei
8. Voorstel tot vaststelling van
a. een reglement voor het Burgerlijk Armbestuur.
De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders
aan de orde de vaststelling van een nieuw reglement voor
het burgerlijk armbestuur, wat geschieden moetingevolge
de bepalingen der nieuwe armenwet.
De 38 artikelen bevattende concept-verordening wordt
zonder discussie met algemeene stemmen onveranderd
vastgesteld.
De heer De Jager vraagt inlichtingen omtrent artikel
10a., waarin staat dat de leden van het burgelijk arm
bestuur de armen zullen aansporen en desnoods door ont-
houding van bedeeling trachten te noodzaken zich zedelijk
te gedragen, hunne kinderen naar school te zenden en
reinheid in acht te nemen. Naar hij meent is het over-
bodig bedeelden met kinderen te noodzaken die naar
school te zenden, aangezien de leerplichtwet hen dit toch
al gebied.
De voorzitter erkent dat dit het geval is, maar meent
dat het gewenscht is om de menschen nietalleen te wijzen
op hunne wettelijke, maar ook op hunne moreele of zede-
lijke verplichting en met het oog daarop is het artikel
omschreven als wordt voorgesteld.
In afwijking met de vroegere regeling wordt in art. 7
bepaald dat aan het burgerlijk armbestuur een of meer
armenbezoekers worden toegevoegd. Deze worden door
den gemeenteraad benoemd, geschorst en ontslagen. De
benoeming geschiedt uit een aanbeveling van twee personen
voor elke vacature, door het armbestuur opgemaakt en
aan burgemeester en wethouders toegezonden. Zij genieten
eene, door den gemeenteraad te bepalen, jaarwedde, die
ten laste van de begrooting van het burgerlijk armbestuur
wordt gebracht.
De armenbezoekers kunnen geen lid van het burgerlijk
armbestuur zijn en mogen noch middellijk, noch onmiddel-
lijk, eenige levering doen ten behoeve van het burgerlijk
armbestuur. Zij mogen geen nering drijven.
Artikel 11. Over de toekenning van ondersteuning be-
slist het burgerlijk armbestuur.
Artikel 12. Indien het verstrekken van ondersteuning
niet zonder gevaar vooj het leven of de gezondheid van
den arme kan worden uitgestdld tot de beslissing op het
verzoek om ondersteuning is genomen, kan de voorzitter
van het burgerlijk armbestuur bepalen, dat voorloopig
ondersteuning wordt uitgereikt om in de dringendste be-
hoefte te voorzien.
Van dezen onderstand wordt in de eerstvolgende ver
gadering van het burgerlijk armbestuur kennis gegeven.
Artikel 13r Geen onderstand wordt door of vanwege het
burgerlijk armbestuur toegekend, tenzij gebleken is
lo. dat de persoon, voor wien hulp is gevraagd, zich
zelf het noodzakelijk levensonderhoud niet kan verschaifen
2o. of andereh ingevolge de wet (Burgerlijk Wetboek
Wet op het Arbeidscontract) tot het verstrekken van het
noodzakelijk levensonderhoud gehouden zijn, en zoo ja, dat
het vergeefs aan dezen is gevraagd
3o. of de arme recht heeft op eenige uitkeering van
verzekerings- of ander fonds t
4o. of bij gebreke van hulp, als bedoeld onder 2o.. en
aan recht op uitkeering, als bedoeld onder 3o., hulp kan
worden gevraagd aan eene kerkelijke, bijzondere ofgeinengde
instelling van weldadigheid, en zoo ja, of zij vergeefs aan
zoodanige instelling is gevraagd
5o. onder welke omstandigheden de persoon verkeert,
door welke oorzaken hij in arinoede is geraakt, en welke
de eigenschappen en gedragingen van hem en de leden
van zijn gezin zijn, voor zoover deze bij de beoordeeling
van zijn toestand in aanmerking behooren te komen;
6o. welke inkomsten de arme en de leden van zijn ge
zin hebben of kunnen hebben
7o. of er kans op herwinnen van de zelfstandigheid
bestaat en welke vorm en welke mate van onderstand het
meest geschikt is om daartoe zoo spoedig mogelijk te
geraken.
Artikel 14. Indien ondersteuning wordt verleend, wordt
zij verstrekt in zoodanigen vorm en in zoodanige mate,
als met het oog op de behoeften en de persoonlijke eigen
schappen, in verband met de omstandigheden van den
arme, het meest gewenscht is om hern wederom in staat
te stellen in het onderhoud van zich en zijn gezin
te voorzien.
Indien evenwel de kans om den arme wederom tot
zelfstandigheid te brengen uitgesloten moet worden ge-
acht, mag de ondersteuning niet meer bedragen dan voor
het levensonderhoud noodzakelijk is.
Artikel 15. Indien de gelegenheid daartoe kan worden
gevonden, wordt aan een valieden arme ondersteuning
zooveel mogelijk gegeven in den vorm van loon voor hem
passenden arbeid.
Artikel 16. Ondersteuning in den vorm van bedeeling in
geld of natura wordt telkens voor ten hoogste drie maanden
toegekend. Tot voortzetting van die ondersteuning wordt
niet beslist, dan nadat het burgerlijk armbestuur een
rapport van den armenbezoeker heeft ontvangen, waaruit
de toestand van den arme en de onvermijdelijkheid van
voortzetting der ondersteuning blijken.
Artikel 17. Op de ondersteunden wordt onder leiding
van het burgerlijk armbestuur, toegezien door den armen
bezoeker of de armenbezoekers. Deze staat (staan) de
ondersteunden zooveel mogelijk met raad bij. Zij zien toe,
dat de ondersteuning goed wordt besteed en dat de onder
steunden geen middel onbeproefd laten om wederom zelf
in hun onderhoud te kunnen voorzien.
Artikel 18. Indien een ondersteunde nalaat binnen zijn
bereik liggende middelen tot herwinning van zelfstandig
heid aan te wenden, rapporteert de armbezoeker dit aan
het burgerlijk armbestuur.
De voorzitter van het burgerlijk armbestuur kan in
ernstige gevallen onverwijld de ondersteuning staken.
In andere gevallen zal het burgerlijk armbestuur naar
bevind van zaken handelen.
Artikel 19. Het burgerlijk armbestuur en de armbe-
zoekers zijn steeds bereid tot oVerleg en samenwerking
met andere instellingen van weldadigheid. Indien onder
steuning is gevraagd voor iemand, die reeds van eene
andere instelling van weldadigheid ondersteuning geniet,
pleegt de armbezoeker bij zijn onderzoek zooveel mogelijk
overleg met die andere instelling.
Indien ondersteuning wordt toegekend aan iemand, die
reeds van eene andere instelling van weldadigheid onder
steuning geniet, kan het burgerlijk armbestuur het uit-
reiken van de ondersteuning en het toezicht op den
ondersteunde naar gelang van de omstandigheid, hetzij
overlaten aan de andere instelling, hetzij mede namens
die andere instelling doen geschieden.
Artikel 20. Ondersteuning in geld wordt bij voorkeur
door de armbezoekers bij de ondersteunden thuis gebracht,
evenwel zoo weinig mogelijk op vaste tijden, opdat de
armbezoekers zooveel mogelijk op de hoogte blijven van
den toestand van de ondersteunden.
Artikel 21. Uitbesteding van een persoon in een gezin
heeft niet plaats, dan nadat omtrent dat gezin betrouw-
bare inlichtingen zijn verkregen, waaruit blijkt dat de
uit te besteden persoon daar eene goede verzorging zal
genieten. Uitbesteding geschiedt niet bij bedeelden noch
bij personen, die misbruik maken van sterken drank of
bij wie voor aanwennen van dat misbruik gereede aan
leiding zou bestaan, noch in het algemeen bij personen
wier zedelijk gedrag aan bedenking onderhevig is.
Artikel 22. Op personen, die in gezinnen in de gemeente
zijn uitbesteed en op die gezinnen, wordt door de arm
bezoekers toezicht gehouden. Zij stellen zich in het bij-
zonder op de hoogte van de behandeling, die deze personen
ondervinden en, voor zooveel het kinderen betreft, van de
behartiging van hunne zedelijke en lichamelijke belangen.
Zij brengen tenminste eens in de drie maanden rapport
uit van hunne bevindingen aan het burgerlijk armbestuur.
Uitbesteding van personen buiten de gemeente geschiedt
niet, dan nadat het burgerlijk armbestuur, zich de mede-
werking van ter plaatse gevestigde geschikte personen
heeft verzekerd om, overeenkomstig het bepaalde in het
eerste lid, toezicht te houden en rapport uit te brengen.
Deze personen genieten, ten laste van debegrooting van
het burgerlijk armbestuur, vergoeding van gemaakte kosten.
Dit reglement treedt in werking op 1 September 1913.
b. de jaarwedden van de door de gemeente aan-
gestelde geneeskundigen en vroedvrouwen.
De voorzitter stelt namens' burgemeester en wethouders
voor, met, intrekking van de vroeger genomen desbetreffende
raadsbesluiten, de jaarwedde van de door de gemeente
aangestelde geneeskundigen vast te stellen op /600, de
jaarwedde van de door de gemeente aangestelde vroedvrouw
voor Sluiskil vast te stellen op f 400, en de jaarwedde
van de door de gemeente aangestelde vroedvrouw voor de
kom der gemeente vast te stellen op /225, met twee
driejaarlijksche verhoogingen van f 25, ingaande respec-
tievelijk 1 Januari 1914 en 1 Januari 1917.
Dit voorstel wordt aangenomen met algemeene stemmen.
c. eene verordening regelende den genees-, heel- en
verloskundigen dienst.
De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders
voor, onder bepaling dat alle vroegere regelingen hierop
van betrekking worden ingetrokken, wast te stellen eene
nieuwe verordening regelende den genees-, heel- en ver
loskundigen dienst in de gemeente Ter Neuzen.
In deze verordening wordt o. m. bepaald
Artikel 1. De genees-, heel- en verloskundige dienst
omvat het verleenen van kostelooze genees-, heel- en ver
loskundige holp
a. aan behoeftige personen binnen de gemeente, die
van een bewijs voor kostelooze hulp, door of vanwege het
burgerlijk armbestuur afgegeven voorzien zijn;
b. aan personen, die door de politie zijn opgenomen,
voor zoover die hulp door of vanwege het hoofd der politie
wordt ingeroepen.
Artikel 2. De genees-, heel- en verloskundige behandeling
der behoeftigen in deze gemeente wordt opgedragen aan
twee geneeskundigen en ten hoogste drie vroedvrouwen.
Artikel 3. De gemeente wordt voor den dienst der ge
neeskundigen verdeeld in de wijken A en B.
Wijk A omvat de westzijde van het kanaal en het ge-
gedeelte van de kom der gemeente, bestaande uit de
Dijkstraat, de westzijde van het Nieuwediep, de noordzijde
van het deel der Vlooswijkstraat vanaf het Nieuwediep tot
aan de Dijkstraat en al hetgeen binnen den voorgesehreven
kring is ingesloten.
Wijk B omvat het overige deel der gemeente.
Voor ieder aangestelde vroedvrouwen zal door burgemeester
en wethouders een gedeelte der gemeente worden aange-
wezen, waarbinnen zij de praktijk zal uitoefenen.
Artikel 5. In spoedeischende gevallen, ter beoordeeling
van burgemeester en wethouders, kan genees-, heel- en
verloskundige hulp, bedoeld onder letter a van artikel 1,
worden ingeroepen, zonder dat het bewijs, waarvan in dat
artikel sprake is, wordt vertoond.
Artikel 6. Zij, die geneeskundige hulp behoeven, ver-
voegen zich op daarvoor vastgestelde uren ten huize der
geneeskundigen, indien zij daartoe in staat zijn.
Degenen, die daartoe niet in staat zijn, worden in hun
woningen of in het ziekenhuis bezocht.
Artikel 7. Klachten tegen de zieken worden ingebracht
bij het burgerlijk armbestuur.
Artikel 8. De geneesmiddelen worden door of vanwege
de gemeente verstrekt en zooveel mogelijk verkrijgbaar
gesteld bij de in de gemeente gevestigde apothekers.
Benoodigde verbandstoffen kunnen vanwege de gemeente
worden verstrekt in bijzondere gevallen.
De geneesmiddelen en de verbandstoffen worden ter
plaatse van verstrekking afgehaald.
Deze verordening wordt aangenomen met algemeene
stemmen.
d. eene instructie voor de geneeskundigen en vroed
vrouwen belast met de armenpraktijk.
De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders
voor vast te stellen eene instructie voor de geneeskundigen
en de vroedvrouwen belast met de armenpraktijk te
Ter Neuzen.
Deze instructie wordt, onder intrekking van de bestaande,
met algemeene stemmen aangenomen.
O. m. is er in bepaald dat de dienst der geneeskundigen
omvat
a. het verleenen van kostelooze genees- en heelkundige
hulp en van kostelooze verloskundige hulp, voor zoover
de vroedvrouwen daartoe niet bevoegd zijn, een en ander
aan behoeftige personen binnen de gemeente, die van een
bewijs voor kostelooze hulp, door of vanwege het burgerlijk
armbestuur afgegeven, voorzien zijn
b. het verleenen van de onder a bedoelde hulp aan
personen, die door de politie zijn opgenomen, voor zoover
die hulp door of vanwege het hoofd der politie wordt
ingeroepen.
Van het verleenen van hulp ingevolge artikel 5 van de
verordening, regelende den genees-, heel- en verloskundigen
dienst in de gemeente Ter Neuzen, geven zij kennis aan
het burgerlijk armbestuur en zetten de hulp niet voort,
indien dat bestuur bericht zendt, dat er voor het verleenen
van kostelooze hulp geene termen zijn.
De geneeskundigen houden dagelijks spreekuur, waarvan
door hen opgaaf gedaan wordt aan burgemeester en wet
houders. Zieken, die niet op het spreekuur kunnen komen,
bezoeken zij aan huis of in het ziekenhuis, zoo dikwijls
dat voor een goede behandeling noodig is.
Bij ongesteldheid, afwezigheid, ontstentenis of verhindering,
dit laatste ter beoordeeling van burgemeester en wethouders,
moet de een den dienst van den ander waarnemen, terwijl
wijders in het algemeen onderlingen bijstand wordt
verleend.
De taak van ieder der vroedvrouwen is bet verleenen
van kosteloozen verloskundigen bijstand, overeenkomstig
artikel 15 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad no. 60),
regelende de uitoefening der geneeskunst en overeenkomstig
de regelen, die voor een goede uitoefening van haar
praktijk gelden, in het haar toegewezen deel der gemeente.
Zij verleenen die hulp slechts aan haar, die a. van een
bewijs voor kostelooze hulp, afgegeven door of vanwege
het burgerlijk armbestuur zijn voorzien b. door de politie
zijn opgenomen, voor zoover die hulp door of vanwege
het hoofd der politie wordt ingeroepen.
Hetgeen in het laatste lid van artikel 7 is bepaald ten
aanzieri van de geneeskundigen, geldt mede ten aanzien
van de vroedvrouwen.
Ten aanzien van verlof en voor bet geval van onge
steldheid, afwezigheid, ontstentenis of verhindering geldt
hetgeen ook voor de geneeskundigen is bepaald.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of verhindering van de
vroedvrouwen geven deze daarvan kennis aan 'de genees-
heeren.
e. eene regeling van de beschikbaarstelling van ge
nees- en verbandsmiddelm ten behoeve der armen.
De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders
voor om de regeling van de levering van wege de gemeente
Ter Neuzen van genees- en verband middelen ten behoeve
van armen (art. 34, sub. 5 der armenwet) goed te keuren
overeenkomstig de met de apothekers de heeren A. J.
Klaassen en E. H. T. van Borssum Waalkes den 28 Dec.
1911 gesloten overeenkomst.
Met algemeene stemmen wordt aldus besloten.
9. Voorstel tot wijziging van de gemeentebegrootinq
1913.
De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders
voor de begrooting voor 1913 te wijzigen.
Aldus wordt met algemeene stemmen besloten.
10. Voorstel tot gedeeltelijke beschikking over den
post voor onvoorziene uitgaven der gemeentebeqrootina
voor 1913. J
De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders
voor over den post voor onvoorziene uitgaven in de be
grooting voor 1913, waarop nog beschikbaar is 9434 31
te beschikken voor een bedrag van 176,65}, ter vol-
dotying van uitgaven voor den dienst 1912, waarvan de
notas wel tijdig waren ingekomen, doch die voor 1 Juli
met meer konden worden voldaan. Het betreft eene nota
voor het maken van een voetpad te Sluiskil, nabij het
station m den Coegorspolder, ad 138,85-}, van een bij
voorschot betaald boek werk voor school B ad 1,70 en
van Mr. J. J. Heijse voor het verstrekken van een advies
in zake voorwaarden concessie voor op te richten centrale
voor verlichting door middel van electriciteit, ad /3610.
et voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen.
11' 1 °°rstel in gcbruikgeving van een school-
tokaal te Sluiskil aan de feestcommissie Plan 1913 te
Sluiskil.
nl l)e voorzitter deelt mede dat van de feestcommissie voor
Nan 1913 te Sluiskil een verzoek is ingekomen, om, voor
de meisjes die voorwerpen maken voor het versieren een
lokaal der openbare school te willen beschikbaar stellen.
Burgemeester en wethouders stellen voor dat verzoek
toe te staan.
Met algemeene stemmen wordt aldus besloten.
12. I oorstel tot het verleenen van ontheffinqen
wegens plaatselijke belastingen.
De voorzitter stelt voor in te trekken een besluit van
12 Juni waar bij wegens schoolgeld ontheffmg werd ver-
leend aan R. Leunis, daar dit besluit wegens gemi& aan
goede gegevens niet juist was, en te besluiten aan dezen
ontheffing te verleenen over het eerste kwartaal ad 0,90.
Met algemeene stemmen wordt aldus besloten.
Daarna wordt eveneens met algemeene stemmen af-
schrijving verleend:
wegens hoofdelijken omslag aan P. van Colomb /6.43,
D. C. de Smidt 2,86, J. L. van Dam /9,28, D. du Free
J 5,47}, A. Beun /4,40, C. Rijnberg 7,60}, C.L.Jacobs
J L J- J- verlinde 1,61}, wed. J. G. Verhelst 2,27},
1'. I. H. Speetjens 73,12}, G. M. A. Standaert 9,50}.
wegens hondenbelasting aan: P. van Cadsand 0,50,
J. W. Struijlaard 2, D. du Pree 2. H.J. Verhulst f 2.
C. van de Velde 2 en P. P. Geers 2.
a. De heer De Jager wijst er op. dat er iets hapert
aan een syphon op de rioleering aan de Heerengraeht.
Bij grooten regenval ontstaat daar terstond een groote
waterplas op de straat.
De voorzitter deelt mede dat dit reeds zou hersteld zijn,
doch dat de rijkswaterstaat de bestrating aldaar in onder
houd heeft en er iets aan veranderen moet. Als dat ge
schiedt zal ook de syphon worden nagezien. Het werk
is door den waterstaat nog niet ter hand genomen, doch
er zal nogmaals de aandacht op gevestigd worden.
to. De heer De Jager vraagt hoe .het staat met den
verkoop der oude straatkeien.
De voorzitter antwoordt dat daarvoor nog geen naar
het oordeel van burgemeester en wethouders voldoend bod
is ingekomen. Ze zullen voorloopig worden opgeslagen.
c. De heer Drost heeft bemerkt dat men bezig is met
het uitvoeren van bestratingswerken en dat geklaagd wordt
over het ontbreken van verlichting, wat reeds een ongeval
zou hebben tengevolge gebad. Hij kan ook mededeelen
dat aan den ingang van de Lange lterkstraat bij de Korte
Kerkstraat een paal met een bordje voor afsluiting van
den rijweg staat dat eveneens niet verlicht is, en dat ten
gevolge het ontbreken van verlichting een wielrijder daar
Donderdagavond in voile vaart bijna is tegenop gereden.
Hij acht dat geen behoorlijke toestand.
De voorzitter wist van dat bord aan de Lange Kerkstraat
hog niets af, maar hoopt er voor te zorgen, dat verlichting
wordt aangebracht. Hij deelt mede dat de bestratingswerken
wat overvallen zijn. Er moest aan begonnen worden,
maar men kon eerst geen straatmakers krijgen. Toen
kwamen er plotseling eenige en moest lials over kop met
het werk worden aangevarrgen.
De lieer Drost meent ook dat het afsluiten vail de
Noordstraat is geschied zonder dat daarvoor de van gedepu
teerde staten noodige vergunning is gevraagd of verkregen.
Was dit gebeurd dan zouden deze wel veiligheidsvoorschriften
hebben gegeven.
De voorzitter deelt mede dat door het onverwachte begin,
verzuimd is tijdig de vergunning aan te vragen en hij
heeft naar aanleiding daarvan het bezoek van een ambtenaar
van den provincialen waterstaat gebad.
De zaak komt echter wel in orde, daar de aanvraag om
vergunning reeds verzonden is.
d. De heer Drost vestigt de aandacht op het deze
week in de courant opgenomen bericht, dat het Belgisch
loodswezen zou verplaatst worden naar Zee-Brugge. Daar
op is zijne bijzondere aandacht gevallen, omdat hij in een
Belgisch blad had gelezen dat een deel van dat loodswezen
zou worden verplaatst naar Ter Neuzen, omdat het afhalen
en aan boord brengen van loodsen op de reede te Vlissingen
bij wind met veel moeite gepaard gaat en op de reede
van Ter Neuzen veiliger kan geschieden.
Hij weet niet wat er van aan is, misschien kan er ook
een bedreiging in verscholen liggen en wordt het gerucht
verspreid omdat de Nederlandsche regeering misschien
bij uitzondering eens minder genegen is om aan een ver
zoek van Belgische zijde te voldoen, maar in het door hem
gelezen bericht wordt althans eene reden voor de verplaatsing
opgegeven. En als die reden geldt voor Vlissingen, zal zij dat
zeker ook doen voor Zee-Brugge, daar zal de reede niet ge-
makkelijker en veiliger zijn. Hij zou in overweging willen
geven om te trachten langs officieelen weg te weten te
komen wat er van is. Het zou van veel belang voor de
gemeente zijn, wanneer al die tot dat loodswezen be-
hoorende gezinnen naar hier zouden moeten verhuizen.
Dan zouden er geen lOtal woningen maar wel een paar
honderd moeten worden bijgebouwd en het zou een riem
onder het hart zijn van diegenen welke meenen dat het
er voor de gemeente minder goed bijstaat.
Wanneer de gemeente zelf begint met een onderzoek
in te stellen komt zij toch niets te weten, maar misschien
zou het mogelijk zijn het departement van marine tever-
zoeken eens officieel te informeeren.
De voorzitter wil volgaarne pogingen aanwenden om
inlichtingen te verkrijgen. In dit licht bezien acht hij de
zaak ook van gewicht voor Ter Neuzen. Daarvan viel
echter uit het bericht omtrent de verplaatsing naar Zee-
Brugge niets af te leiden.
De voorzitter sluit de vergadering.
Ter Keuzen. Huwelijks-voltrekking. 17 Juli«
Jan Albert Eerdmans, oud 24 j., jm. en Catharina van
Wijck, oud 25 j., jd. Francois Pieter Schutz, oud 31 j.,
jm. en Dina Guequierre, oud 34 j., jd.
Geboorten. 17 Juli. Wilhelmina Kommerina, d. van
Willem Oostdijk en van Adriana Francina Faas. Johanna
Jantina, d. van Simon Smidt en van Aafke Lommert.
18 Juli. Antonie Johannes, z. van Johannes de Krijger
en van Snzanna Hendrika Wisse. 19 Juli. Gerard Pieter,
z. van Bastiaan de Jager en van Maria Koster.
Overlijden. 14 Juli. Johan Paumees, oud 21 j.
SCuiddorpe. Huwelijks-aangiften. 11 Juli. Fran-
ciscus de Moor, oud 46 j., jm. en Clotilde Marie Poppe
(van Wachtebeke), oud 35 j., jd.
Geboorten. 8 Juli. Cyriel Emiel, z. van Alois de
Puijsseleire en van Emelie Marie Michiels.