3. Voorstel inzake het adres van P. C. Standaert
e. a. omtrent waterafvoer in de Lange Kerkstraat.
3. Vaststelling verordening regelende het aantal
en de jaarwedden der leeraren aan de gemeente hoogere
burgerschool.
f-
4. 1 oorstel tot schenking aan het rijk van eenig
teiiein, ten behoeve van het sdchten daarop van een
kantongereehtsgebouw.
no
/no
ft 0
I I
L
I L L I I I I
z
of gepasteuriseerd en daarna, hetzij tot de consumptie
toegelaten, hetzij op zuivel -verwerkt.
7. Zoowel de deugdelijk bevonden als degepasteuriseerde
melk worden slechts in consumptie gebraeht in door de
centrale te verstrekken vaatwerk dat verzegeld wordt
afgeleverd en met ongeschonden zegel aan de centrale
moet worden teruggeleverd, opdat er niets aan de melk
kan worden toegevoegd of onttrokken.
8. De niet verkochte melk wordt in het vaatwerk,
waann zij door den slijter is ontvangen, door hem aan
de centrale teruggebracht.
9. De centrale verzamelt deze resten en verwerkt ze
of laat ze Verwerken.
Hierbij dient nog opgemerkt, dat hij, die melk aan de
centrale ter onderzoek en ter behandeling aanbiedt. de
zelfde melk desverlangd kan terugkrijgen na aftrek van
1 of 2 procent voor verlies tijdens de bewerking en dat
hij voor die behandeling eene retribute zal hebben te
betalen die waarschijnlijk niet meer dan ongeveer 0.6
cent per liter zal behoeven te bedragen.
1 oor hem die geen prijs stelt op het terugontvangen
van de aangevoerde melk, maar tevreden is met het
ontvangen van mengmelk, zou die retributie iets lager
kunnen worden gesteld, b.v. op 0,5 cent per liter.
Een leverancier, die bij herhaling vervalschte melk aan
de centrale aanbiedt, moet het recht kunnen worden
ontzegd, melk in de centrale te doen onderzoeken en
behandelen.
Meik van zieke dieren en melk van boerderijen, waar
den door melk op den mensch over te brengen besmet-
telijke ziekte heerscht, zullen niet aan de centrale mogen
worden aangeboden.
Er behooren zoodanige maatregelen te worden getroffen,
dat deskundig toezicht op het bedrijf der melkveehouders
mogelijk zij.
De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders
voor dit adres voor kennisgeving aan te nemen en er in
de toekomst bij het vaststellen der nieuwe politieverorde-
ning rekening mede te houden. Er kunnen dan, in het
belang van de melkverbruikers enkele bepalingen in den
geest als door adressanten bedoeld. worden opgenomen.
Overigens stellen burgemeester en wethouders zich voor
het melkonderzoek, dat tot hiertoe gemiddeld tweemaal
s jaars plaats had, op denzelfden voet voort te zetten.
Burgemeester en wethouders vragen daarop de goedkeurinsr
van den raad. 8
Deze wordt met algemeene stemmen verleend.
g. Een kennisgeving van D. Tolhoek, waarbij deze
wegens voortdurende ongesteldheid bericht dat hij voor
de benoeming tot lid van het derde stemdistrict bedankt.
De voorzitter stelt, naar aanleiding van dit schrijven,
voor over te gaan tot het benoemen van een lid voor dat
stembureau, voor de stemming voor leden van de provin-
ciale staten en die der tweede kamer.
Daartoe wordt besloten.
Met 10 stemmen wordt benoemd de heer A. H. Donze
4 briefje is bianco.
De heer Donze neemt de benoeming aan.
De heeren De Jager en Scheele vormden op verzoek van
den voorzitter het stembureau.
Ingekomen is een adres van P. C. Standaert c. s., te
Ter Neuzen, waarin adressanten te kennen geven dat
bet heme]- en spoelwater van hunne perceelen gelegen
aan de Noordstraat in deze gemeente, wordt afgeleid door
middel van riolen, door de Lange Kerkstraat, naar het
_gemeenteriool gelegen in den achterweg.
dat deze -riolen in verband met den grooten afstand
tusschen hunne perceelen en het gemeenteriool, meermalen
verstoppen, en zeer rnoeilijk zijn schoon te maken, omreden
de riolen te klein zijn zij dwars door de Lange Kerk
straat en bovendien onder de woningen van L. Allaart en
anderen zijn gelegen.
Redenen waarom zij den raad verzoeken, in het gedeelte
Lange Kerkstraat gelegen achter hunne perceelen een
hoofdriool te maken, en dit in verbinding te brengen
met het riool in den Achterweg.
De gemeentebouwmeester adviseert in zijn rapport om
trent dit adres voorloopig nog niet tot het leggen van
een hoofdriool in de Lange Kerkstraat over te gaan, om
dat de meeste woningen aan die straat voorzien zijn van
zinkputten, welke op de bestaande riolen afwateren.
I let afvoerriool bij de woning van den eersten onder-
teekenaar P. C. Standaert is onlangs ingezakt en de
afvoer is thans verstopt. Wanneer hij evenwel een riool
ter lengte van ongeveer 30 M. legt, naar een zinkput
achter de Ned. Herv. kerk, dan is de zaak voorloopig
opgelost en kan nog worden overwogen om in de Lange
Kerkstraat een goed hoofdriool te leggen. De algemeene
toestand der woningen aan de westzijde der Noordstraat
is evenwel op den duur onvoldoende en daarin dient
door bet leggen van een hoofdriool in de Lange Kerkstraat
en een gedeelte van de Korte Kerkstraat te worden
voorzien. Lengte van dat riool is 445 M.
De Commissie van bijstand adviseert de verdere be
handeling van het adres aan te houden tot de behande
ling van de gemeentebegrooting voor 1914.
Burgemeester en wethouders stellen voor op het adres
afwijzend te beschikken en adressanten te berichten dat
naar de meening van den raad in den slechten afvoer
van water in de J.ange Kerkstraat voorloopig kan worden
voorzien, indien de heer P. C. Standaert ten aanzien van
ile hem toebehoorende woning een riool legt ter lengte
van pi. m. 30 meter, welk riool zal moeten uitwateren op
den zinkput achter de Ned. Herv. kerk.
De heer De Jager verklaart geen bezwaar te hebben
tegen aanneming van dit voorstel maar vraagt of er ten
noorden van dit punt aan de rioleering niet wat ontbreekt
en of het niet het voornemen is geweest dit te maken.
De \oorzitter geeft te kennen dat burgemeester en wet
houders oorspronkelijk voornemens zijn geweest reeds nu
in het vooruitzieht te stellen, dat zij bij de behandeling
der a. s. begrooting met een voorstel betreffende deze zaak
zouden komen, maar daar het niet zeker is dat dit zal
kunnen geschieden zijn zij, om geen bepaalde verwachtingen
te wekken, daarvan teruggekomen. Er is eohter een plan
om aldaar eene rioleering aan te brengen, die zou moeten
loopen tot voorbij het huis van den klornpenmakerMillenaar.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
ten geschenke te geven aan den staat der Nederlanden,
o. m. onder voorwaarde dat op dit terrejn een gebouw
voor kantongereehtsgebouw worde gesticht
De heer De Jager vraagt of ook nagegaan is of de
grond die de gemeente daarvoor van het rijk terugkrijgt,
ongeveer dezelfde waarde zal hebben als die welke de
gemeente aan den staat geeft.
De voorzitter deelt mede dat dit den laatsten tijd niet
bepaald is besproken, doch dat zulks vroeger wel is over
wogen. Er was door het rijk van het terrein dat onder
de dading met de gemeente begrepen was, een opper-
vlakte van 1400 MX gere^erveerd, met het doel daarop
een kantongereclit te bouwen. Het terrein dat nu in ruil
gegeven wordt is slechts 836 MX groot. Wanneer men
dus aanneemt dat het terrein van de voormalige werf,
door zijne ligging bij verkoop als bouwgrond wat meer
zou opbrengen dan dat achter de hoogere burgerschool
staat daartegenover dat dit maar 836 MX oppervlakte
De niindere prijs van den grond zal dus voor die
o0() M-. meer wel goed worden gemaakt.
Dan komt er nog bij dat die 1400 MX een vierkant
stuk vormen en de 836 MX eigenlijk een zeshoek is, wat
voor den verkoop niet altijd zoo voordeelig uitkomt.
Ook is het rijk met het in erfpacht geven van het
terrein voor de hoogere burgerschool zeer consiliant ge
weest door dit voor 1 cent per MX in erfpacht te geven,
wat per jaar een paar duizend gulden voordeel geeft.
Men moet dus tegenover het rijk ook niet het onderste
uit de kan willen hebben.
De heer Moggre merkt op dat dit terrein voor het
kantongereehtsgebouw en voor de omgeving ook beter
gelegen is, waarom de raad het daar gaarne gebouwd zag.
De heer De Jager verklaarde tegen de zaak op zichzelf
ook geen bezwaar te hebben, doch wenschte eenigb in-
lichtingen. Hij is nu bevredigd.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt met
algemeene stemmen aangenomen.
De voorzitter brengt namens burgemeester en wethouders
in behandeling de volgende verordening, houdende regeling
van het getal en het bedrag van de jaarwedden der leeraren
aan de gemeente hoogere burgerschool.
Artikel 1. Het onderwijs aan de gemeente hoogere
burgerschool zal worden gegeven door
een leeraar, tevens directeur
een leeraar in de wis-, natuur- en werktuigkunde
en de cosmographie
een leeraar in de scheikunde, plant- endierkunde;
een leeraar in de staathuishoudkunde, statistiek en
staatsinrichting
een leeraar in het boekhouden
een leeraar in de frunsehe taal en letterkunde
een leeraar in de Engelsche taal en letterkunde
een leeraar in de Hoogduitsche taal en letterkunde;
i. een leeraar in het hand- en rechtlijnig teekenen
j. een leeraar in de gymnastiek
k. een leeraar in het schoonschrijven.
Artikel 2. Buiten eene tijdelijke vervulling van lessen
mgeval van afwezigheid, ziekte of ontstentenis van een
der leeraren, worden aan een leeraar in den regel niet
meer dan 26 en aan den directeur in den regel niet meer
dan 44 lesuren per week opgedragen.
Artikel 3. De jaarwedden der leeraren worden vastgesteld
naar de hieronder vermelde bepalingen en den hier achter
opgenomen staat
Voor de berekening worden medegeteld de wekelijksche
lesuren, gedurende welke de leeraren zullen gehouden zijn
onderwijs te geven aan de in de gemeente gevestigde school
voor meer uitgebreid lager onderwijs.
In den hierna opgenomen staat van de jaarwedde-rege-
wordt verstaan onder gewone leeraren. zij, aan \tfie
gezamenlijk berekend met inachtneming van het hiervorBn
bepaalde 16 of meer lesuren per week en on<Jer buiten
gewone leeraren zij, aan wie gezamenlijk 15 of mimter
lesuren per week zijn opgedragen.
Artikel 4. De periodieke verhoogingen der jaarwedden
geschieden door den raad, op voorstel van burgemeester en
wethouders en na raadpleging vap/de commissie van toe
zicht en den betrokken inspecteur van het middelbaar
onderwijs.
1 Voor de rekening der jaarwedden en voor de toekenning
der periodieke verhoogingen komen als dienstjaren in
aanmerking de jaren door de betrokkenen, zoowel in dqze
gemeente als elders als vast leeraar doorgebracht aan
gymnasia en hoogere burgerscholen of aan daarmede,
zoowel wat aard van de inrichting als van het door den
leeraar daaraan gegeven onderwijs betreft. door burge
meester en wethouders gelijk te stellen inrichtingen van
onderwijs. De verhoogingen gaan in op den lsten Jannari,
volgende op den dag. waarop het vereischte aantal dienst
jaren is bereikt.
Artikel 5. Aan leeraren. aan wie overeenkomstig het
advies van hunnen geneesheer een verlof wegens ziekte
wordt toegestaan, wordt dit verlof met behoud der jaar-
wedde niet Ianger verleend dan gedurende zesachtereen-
volgende maanden.
Artikel 6. BJijbt na het verstrijken van de zes maanden.
in artikel 9 genoemd, uit een rapport van een geneesheer,
dat de leeraar nog niet in staat is zijne werkzaamheden
te hervatten, dan kan hem wederom voor ten hoogste
maanden een verlof worden verleend, met dien ver-
a.
b.
c.
d.
e.
ti
ll.
ling
zes
De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders
voor het volgende besluit te nemen
De gemeenteraad van Ter Neuzen, overwegende de
rnededeeling van den voorzitter, in de vergadt-ring van
Augustus 1912, dat het rijk voor de overgave aan de
an
h
voor het oprichten
gemeente van de aanhangige dading omtrent railing va
gronden van den staat en de gemeente Ter Neuzen, zir
een terrein wenscht te reserveeren
van een kantongereehtsgebouw
overwegende, dat hij in dezelfde vergadering met al
gemeene stemmen burgemeester en wethouders machti-
gmg heeft verleend bij de ministers van waterstaat, oorlog
en justitie pogingen aan te vvenden om het te stichten
kantongereehtsgebouw niet te plaatsen naast maar tegen-
ver de in aanbouw zijnde hoogere burgerschool en wel op
het perceel bij het kadaster bekend als gemeente Ter Neuzen
sectie L no. 50
overwegende dat de regeering thans heeft te kennen
gegeven het aangehaald perceel voor boven omschreven
doelemden te willen ontvangen van de gemeente
besluit
burgemeester en wethouders te machtigen het gedeelte
van het perceel bij het kadaster bekend als gemeente
Ter Neuzen in sectie L no. 50 ter oppervlakte van onge
veer 8 aren 40 centiaren, zooals op' eene bijbehoorende
op het terrein zelven is aangeduid
situatieteekening en
stande echter, dat van de jaarwedde van den leeraar, aan
wie verlof wordt toegestaan, tot een bedrag gelijk aan
de helft van zijne jaarwedde wordt ingehouden, hetgeen
ten behoeve van zijne plaatsvervanging als salaris door
de gemeente moet worden uitbetaald.
Artikel 7. Aan leeraren, die ingevolge de artt. 80 en 81
der Militiewet of krachtens de artt. 11, llbis en ter djer
Landweerwet onder de wapens of in werkelijken dieiist
zijn, wordt verlof verleend met behoud van jaarwedde,
ten ware in een der gevallen. vermeld in genoemd artikel
31, de afwezigheid langer rnocht duren dan een jaar, in
welk geval de jaarwedde slechts gedurende een jaar wordt
uitgekeerd.
Artikel 8. Burgemeester en wethouders stellen voor elk tu
eursus en voor een nieuw benoemden leeraar vodr den
loopenden eursus op voorstel van den directeur, de
commissie van toezicht gehoord, vast het aan el ken leeralr
op te dragen aantal wekelijksche lesuren.
Artikel 9. Zoo noodig kunnen burgemeester en wethouders
bij afwezigheid, ziekte of ontstentenis van een der leeraren,
de waarneming van zijn lessen tijdelijk opdragen aan een
bevoegd leeraar tegen eene belooning, berekend naar bet
bedrag, hiervoren voor een buitengewoon leeraar In
dezelfde vakken als minimum per wekelijksch lesuur
bepaald.
Artikel 40. Naar gelang der behoefte kunnen, met inacht
neming van bet voorschrift van art. 24 der wet op het
middelbaar onderwijs, voor de sub 4o. genoemde vakken
meer vaste of voorloopig tijdelijke leeraren door den raad
worden benoemd op eene door hem afzonderlijk nader
vast te stellen jaarwedde.
Artikel 44. Deze verordening is niet van toepassing voor
zooveel betreft de jaarwedde van directeur, tevens leeraar.
Artikel 42. Deze verordening treedt in werking den 4
September 1943.
De voorzitter herinnert, dat onlangs een directeur is
benoemd op eene later vast te stellen instruetie en zoo is
het ook de bedoeling de leeraren te benoemen op eene
nader vast te stellen instruetie, zoodat daarin later wijziging
kan worden aangebracht. De verordening is ontworpen
door burgemeester en wethouders in overleg met de
schoolcommissie, overeenkomstig de adviezen van de heeren
van het schooltoezicht, de inspecteur van het middelbaar
onderwijs, de heer Ten Bruggen Cate en de districts-
schoolopziener de heer Heeringa.
Het is tevens de bedoeling in deze vergadering vast te
stellen de lijst van jaarwedden, eveneens overeenkomstig
''ct advies dier heeren ontworpen, als volgt
Lesuren
per week.
JAARWEDDE
mini
mum.
bij 4
dienst
jaren.
A.
bij 8
dienst
jaren.
bij 43
dienst
jaren.
bij 18
dienst
jaren.
2100
2250
2400
2600
2000
2150
2300
2450
1800
1950
2100
2250
1700
1800
1900
2050
/100
120
125
130
1800
1950
2100
2250
f 2400
1700
1850
2000
2450
2300
1500
1650
1800
1950
2100
1300
1450
1600
1750
1900
f 80
90
400
105
C. 4o. Voor de gewone leeraren in de gymnastiek
24—26
21—23
48—20
16—17
2o.
1401)
4300
1100
1000
1500
1400
1200
1100
f 1600
1500
1300
1200
1700
16"0
i 1400
1300
1800
1700
1500
1400
"Voor de buitengewone leeraren in de gymnastiek
elk wekelijksch lesuur
80
90
f 95
/100
Zoolang de vijfde klasse van de H. B. S. niet is ge-
opend, en het aantal lesuren van een gewone leeraar het
getal van niet 20 heeft bereikt, worden voor de toe-
passing Van dit besluit 20 lesuren in rekening gebraclit.
In afwijking van het vorenstaand tarief worden de
aauvangsjaarwedden van de leeraren
in de wis-, natuur- en werktuigkunde en de cosmo
graphie bepaald op 2000
in de scheikunde, plant- en dierkunde op /'1800;
in (het D) de Duitsche taal en letterkunde op 1700
in de Engelsche taal en letterkunde op f 1700
in de gymnastiek op J 4000;
in het teekenen op f 800.
De voorzitter deelt mede dat de heer Ten Bruggen
Cate eijfers heeft genoemd en daarna tiebben burge
meester en wethouders met de commissie van toezicht
op het middelbaar onderwijs gewikt en gewogen hoe men
die zou kunnen vaststellen. Het resultant is ten slotte
flat men met de hier voorgestelde eijfers blijft binnen
het bedrag dat er oorspronkelijk voor geraamd is. Eener-
zijds word overwogen dat de eijfers te hoog waren voor
de uitgaven, anderzijds werd betwijfeld of men voor lagere
bedragen leeraren krijgen zou. Burgemeester en wet
houders zijn tusschen die uitersten in gebleven. Er mag
aangenomen worden dat we hiervoor inderdaad wel
leeraren krijgen zullen, het zijn bedragen waarmede men,
in verband van de salarissen welke aan de rijks hoogere
burgerscholen betaald worden, wel voor den dag kan
komen.
De heer Eijke vraagt of de bepaling noodig is, dat brj
het bezit van den doctorstitel de dienstjaren met 4 worden
yerhoogd.
De voorzitter geeft te kennen dat zulks geschiedt als
vergoeding voor het bezit van meerdere gradueele weten-
schap, om het maxinium-salaris vlugger te bereiken, maar
men is van meening dat het van weinig invloed zal zijn,
daar het niet te verwaehten is, dat personen met dien
titel zullen solliciteeren.
De heer Dees geeft te kennen dat hij wel eenigszins
huiverig is van het thans aan de orde zijnde punt. Het
is voistrekt niet zijne bedoeling om eenige grief te richten
tot eenig raadslid, maar hij is van meening het als raads-
lid aan zichzelf verplieht te zijn, de gevolgen eens te
overzien die dit besluit voor de gemeente hebben zal.
Zelfs bij de ontvangen rijkssubsidie zal er een belangrijk
deel voor de gemeente te betalen blijven en spreker zou
gaarne vernemen, welke maatregelen zullen worden ge-
nomen om die uitgaven te dekken. De opcenten op het
personeel zijn reeds hoog, de boofdelijke omslag is ook
gekomen op het maximum.
Spreker is persoonlijk ook voor middelbaar onderwijs
en hij bejammert het, dat bet rijk niet tot de stichting
van eene rijks hoogere burgerschool heeft willen overgaan.
Dit is niet het geval geweest. Er wordt f 40,000 subsidie
gegeven. maar er blijft ook voor de gemeente nog wel
10.000 te betalen. Wanneer men aanneemt dat de
kosten voor het bouwen gevonden worden door het ver-
schikken van andere leeningen, dat daarmede een 3500
gevonden wordt, dan moet voor het tekort dat er dan
nog zal zijn, vooral als de school volledig in werking is,
de hoofdelijke omslag wel met 20 procent worden ver-
hoogd. Want het bedrag dient toch gevonden te worden,
Men mag het dit jaar loopende kunnen houden, in verband
met de zaken die onderhanden zijn, maar wanneer men
aan alles wat in de gemeente noodig is de hand wil
houden zal men toch het volgend jaar naar middelen
moeten uitzien, om het noodige bedrag te vinden. Hij
rekent het zich een plicht, dat die weg gevonden wordt.
De voorzitter vraagt of de heer Dees zich misschien
een bron denkt waaruit dat zou kunnen geschieden.
De heer Dees geeft te kennen dit punt onder de aan-
dacht te hebben gebraeht, om te vernemen hoe men chit
denkt te doen, hij houdt zich voor een middel aanbevolen.
De heer Moggre merkt op dat men met de kosten blijft
binnen de raming die gemaakt is bij het besluit tot
tot stichting der school. Zijn die kosten dan nu zooveel
bezwarender geworden dan vroeger
De heer Dees voert aan, dat, toen het besluit genomen
werd, de gevolgen nog niet zoo waren te overzien als
thans. Toen was het bedrag dat de gemeente als subsidie
zou krijgen nog niet bekend. De behoefte aan middelbaar
onderwijs is niet te ontkennen, maar de grootste grief
van spreker is, dat niet bepaald is aangewezen hoe men aan
de noodige fondsen zal komen. Nu er een school voor
middelbaar onderwijs is, moet ook gezorgd worden dat die
goed in orde is. Met het oog op de kosten en de vraag
hoe die te bestrijden was het, dat hij vroeger besprak
het vragen van subsidie aan andere gemeenten.
De heeren Moggre herinnert, dat toen berekend is, dat
het voordeeliger zou zijn een hooger schoolgeld te heffen,
dan van andere gemeenten subsidie te krijgen.
De heer Dees wijst er op welke bezwaren dat heffen
van een hooger schoolgeld van kinderen uit andere ge
meenten ondervindtgedeputeerde staten zijn daarin de
gemeente ook niet ter wille geweest. Men moet thans
nog afwachten of de door den raad gemaakte regeling
nu zal worden goedgekeurd, maar anders zal zich de
omstandigheid voordoen,dat kinderen uit andere gemeenten
hier zullen schoolgaan tegen een lager tarief dan de
kinderen uit de eigen gemeente. Dat is bedroevend, en
maakt het bezwaar om de noodige fondsen te vinden nog
grooter.
De voorzitter bespreekt de bezwaren van den heer Dees.
Deze weet toch ook, dat de raming der uitgaven blijft
beneden die welke indertijd is gemaakt. Wat verscinl
4o. Voor de gewone leeraren (niet vallende onder
sub B of C.)
24—26
21—23
18—20
16—17
2o. Voor de buitengewone leeraren (niet
onder sub B. of C.)
elk wekelijksch lesuur
2800
2600
2400
2200
vallende
Voor leeraren in het bezit van den doctorstitel wordt
voor de toepassing dezer verordening het aantal dienst
jaren met 4 verhoogd.
B. lo. Voor de gewone leeraren in het teekenen
24—26
21—23
18—20
16—17
Voor de buitengewone leeraren in het teekenen
elk wekelijksch lesuur
kan opleveren in het eerste jaar is, dat het schoolgeld
minder zal opleveren, omdat de school nog niet voldoende
bezet, maar dat wordt in de toekomst beter.
Dat we een rijks hoogere burgerschool zouden moeten
hebben is iets wat natuurlijk alien gaarne hadden gezien,
maar toen bleek dat daarvan geen sprake was, is besloten
om er eene te stichten voor rekening van de gemeente.
Het is den heer Dees zelve evengoed als aan spreker bekend,
welke pogingen zijn aangewend om de subsidie van '10,000
van den Minister te krijgen. Wanneer daarvoor moeite
was gedaan, zou de Minister naar spreker gelooft ook
wel f 42000 hebben gegeven. Er was echter maar op
f 8000 gerekend. Wanneer nu mocht blijken dat de
exploitatie zoodanig uitvalt dat het voor de gemeente te
bezwarend is, kan nog altijd verhooging der subsidie
worden aangevraagd.
Spreker verklaart voorts dat het hem aangenaam is,
dat de heer Dees de linancieele zaak heeft ter sprake
gebraeht omdat het nu voor hem eene welkome gelegen-
heid is op te komen tegen de stelling die door meerderen
al is uitgesproken, dat de gemeente door het gevoerde
beleid tot linancieelen ondergang zou zijn gedoemd, en
onder vergelijking met andere gemeenten te doen uit-
komen, dat deze gemeente er integendeel nog niet zoo
slecht voor staat. Spreker heeft daarvoor inliehtingen
ingewonnen bij gemeenten van gelijken omvang in ons
land. Dan blijkt daaruit dat de schulden, hoofdelijke
omslag en andere belastingen zich verhouden als volgt
•HauqajsuS
ap tin }su;a\.
O I
Q*~
CT3 O
cT co
CM CM
•auaSufsaSiuur;
aad Su;tse[ag
25,36
92,01
43,-
50,—
53,—
42,-
'—'0005
uaxoq uaSejs
-ucu [utuuy
t—i iO CM O —i CO 05 O
CM O CD O OO CC CO
T-t CM CM T-t t—I CM
•uaSuismnj
ona;)
1622
1114
2088
1808
4045
1272
1599
1419
•jauoMui aad
Suisuey
PS I o O 1
co" of cb~ xo to
•Sigsuio
94f!laPJOOH
/35,500
102,500
78,630
53,000
67,000
68,000
36,000
•§ui}SB[0g[
apauosaaj ap
do ua^uaodQ
85
60
60
50
30
35
65
40
•jauoMuj
aad pinqag
MO CO OO CD CD CD
T-» QO T—t CO TH CM CD
•uapp\qa§
4 34,475
932,000
174,650
454,500
181,600
313,000
759,000
126,000
i
9156
11266
9540
12299
11020
11455
11287
9044
-I—
Z
c
O
O
Ter Neuzen
Winscboten
Epe
Gorinchrm
Hoogezand
Tiel
Meppel
Borger
De voorzitter merkt op dat de opcenten op het personeel
hier wel hooger zijn dan in de andere gemeenten, n.l.
loopen tot 85. doch dit is eigenlijk eene tegemoetkoming
aan de boeren. welke in de personeele belasting lager
worden aangeslagen. Ware het niet dat in de gemeente
eene 3000 mengchen buiten de kom woonden dan zou
het bedrag van de opcenten op het personeel over den
hoofdelijken omslag kunnen worden oingeslagen, daar dit
nu een belasting is die het zwaarst drukt op den midden-
stand uit de kom.
Spreker doet dit betoog dat de gemeente gunstig afsteekt,
niet om te zeggen dat men er nu met de ruwe bijl maar
moet op inhakken, maar dat men toch ook niet te huiverig
moet zijn, wanneer voorstellen worden gedaan waaraan
linancieele maatregelen verbonden zijn. En wanneer hij
wellicht in de toekomst verdedigt het stichten eener
gasfabriek of het overnemen van de electrische centrale,
dan doet hij dit naar zijn meening in het ware belang
der gemeente. Er blijkt nu echter uit het aangevoerde,
dat het er nog niet zoo slecht voor staat, dat misschien
de eerste j^ren tot eenige verhooging van den hoofdelijken
omslag zal moeten worden besloten, maar dat dit toch
zeker geen 20 pet. zal zijn, zooals de heer Dees zeide.
Er moet ook niet uit het oog worden verloren dat in
de laatste jaren uit de gewone middelen groote bedragen
voor verschillende onderhoudswerken zijn besteed dat
zal in de eerstvolgende jaren wat verminderd kunnen
worden zoodat daarvan ook weer sommen vrijkomen.
De heer De Jager merkt op dat het geld toch gevonden
moet worden, hetzij door verhooging van den hoofdelijken
omslag hetzij door verhooging van de opcenten op het
personeel van 85 tot 400.
ile voorzitter wijst er nog op dat b.v. Tiel, waar de
verhouding van schulden en belastingen al zooveel on-
gunstiger is dan hier, nog 20,000 uit de gasfabriek trekt,
was dit niet het geval, dan zou het dus nog een veel
ongunstiger verhouding geven. Dat men hier geen ge-
meentebedrijven heeft die wat opleveren is voor de ge
meente niet voordeelig, maar uit de vergelijking rneent
spreker dat men toch hier, in tegenstelling met wat de
tegenstanders betoogen, de zaken kahn kan afwachten.
De heer De Jager merkt op dat men een zaak van
verschillende kanten kan bekijken en ieder zijn eigen
inzicht heeft.
De heer Lensen vraagt of de voorstellen van burge
meester en wethouders die nu aan de orde zijn aanleiding
geven dat men boven bet bedrag komt dat bij bet nemen
van het besluit tot stichting der school voor exploitatie-
kosten geraamd is.
De voorzitter antwoordt dat men daar beneden blijft.
De heer Lensen geeft te kennen dan heelemaal de
woorden van den heer Dees niet te begrijpen.
De heer Drost wil even die woorden bespreken, waar
de heer Dees te kennen geeft dat de hoofdelijke omslag
wel met 20 procent zal moeten worden verhoogd. Spreker
herinnert dan dat, toen besloten werd den hoofdelijken
omslag te verhoogen tot f 35,000, een bedrag van J 3500
daarvan bestemd werd voor de hoogere burgerschool. Nu
de hoofdelijke omslag is vastgesteld blijkt dat deze reeds
procent meer opbrengt en dat dan nog de aansiagen
met 4 procent zijn moeten verlaagd worden, zoodat dit
reeds ongeveer 40 procent is, die van de 20 door den
heer Dees genoemd afgaan. Deze heeft nu wel gezegd
dat de hoofdelijke omslag tot het uiterste is opgeschroefd,
maar het blijft toch een feit dat deze, al is het langzaam,
steeds vooruitgaat, zoodat het de vraag is, of er ten slotte
wel iets bij zou moeten. Blijft de toestand zooals die is,
dan zou het toch in elk geval maar 40 procent worden.
Dit is dan toch niet zoo bezwarend, en dit zullen ook
de tegenstanders wel niet vinden, want die beweerden,
toen over eene verhooging van 20 procent gesproken
werd. dat liet niets zou zijn, als het daarbij maar bleef,
maar dat de hoofdeiijke omslag wel met 50 procent zou
verhoogd inoeten worden. Als het nu maar 40 proceut
is, zal men dat niet zoo'n doodend bezwaar vinden.
De heer De Jager meent dat dife 5 procent met ge-