Laatste Berichten.
10. V oorstel tot verkoop van eenig oud roest, enz.
De voorzitter deelt mede dat verschilleode oude voor-
werpen in het bezit der gemeente zijn die niet kunnen
worden geborgen en die burgemeester en wethouders
daarom van de hand zouden willen doen. Zij vragen
machtiging dat te verkoopen. Het betreft gesmeed ijzer,
gegoten ijzer, oude stoelen, ledige carbonileurnvatpn, bout
van afbraak en 60,000 Kg. puin.
13. Omvraag.
Fleden werd alhier door den ontvanger der
Registratie en Domeinen te Hulst, in het ..Botel
Centraal aanbesteed het slechten van een ge
deelte der bastions IV en V alsmede een deel
van ravelijn IV en V en het maken van een
verbindingsweg Ter Neuzen—Axel, met de
rioleeringswerken, aangrenzende zijwegen en
daarbij hoorende werken.
Hiervoor werd ingeschreven door de heeren
F. H. Zwets Pz. te Hardinxveld voor 31,680,
W. M. Ferdinandusse te Biezelinge voor 31,000,
P. Dekker te Veere voor 30,300, M. van den'
Hoek en D. Tholens te Ter Neuzen voor
30,200, M. A. erschelling te Ter Neuzen
voor 29,900, A. Kaan te Ter Neuzen voor
J 29,500, P. J. Rijnberg te Ter Neuzen voor
f 27,905, J. A. Meertens te Ter Neuzen voor
26,000, J. A. Meertens te Hoek voor 26,510,
J. Wolfert te Hoek voor 26,400, I. P. Caste-
leijn te Ter Neuzen en J. C. Kaijser te Zaam-
slag voor 25,222 J. P. de Vos te Ter Neuzen
voor f 24,489,50, G. J. Balkenstein te Ter
Neuzen voor f 23,475, G. A. van der Straaten te
Ter Neuzen voor 23,475, J. de Bree Fz. te
Ter Neuzen voor f 22,945, L. J. P. van de Ven
te Koudekerke voor 20,840 en J. H. van de
Ven en F. Duijnhouwer te Middelburg voor
20,829.
Behoudens goedkeuring van den Minister is
het werk aan de laagste inschrij vers gegund.
Gisteren meerde alhier aan de Heerengracht
een vaartuig dat veler aandacht trok. Het bleek
te ziiu een Fransch missie-schip, dat geheel is
overdekt en op eenvoudige wijze ingericht als
kerk, onder leiding van een R. K. priester rond-
vaart op de kanalen en binnenrivieren om de
schippers en hunne kinderen in de gelegenheid
te stellen hunne godsdienstplichten te vervullen
en, geestelijk en ook maatschappelijk onderwijs
te geven.
gezet.
Het schip heeft heden de reis voort-
Snel recht.
In den afgeloopen nacht hebben een 5tal
schepelingen van het alhier liggende Noorsche
stoomschip Galveston, na het verlaten van een
cafe in' de omgeving, ergerlijk huisgehouden in
den boomgaard van A. M., nabij de begraaf-
plaats alhier. Het is de agenten van politie
die van een en ander kennis kregen gelukt
een der daders in handen te krijgen en te arres-
teeren. Deze is van morgen met zijne kame-
raden geconfronteerd en nadat zij de aange-
richte schade den eigenaar behoorlijk hebben
vergoed, weer vrijgelaten.
Oostburg. Bij den gisteren alhier gehouden
veekoopdag werden zeldzaam hooge prijzen be-
steed. Voor 14 paarden werd in het geheel de
kapitale som van bijna 10,000 betaald. 1 paard
bracht zelfs 1110 op. De koeien werden ver
kocht van af f 200 tot f 300 en tweejarige
vaarzen van 225 tot 260. Ook voor de
varkens werden hooge prijzen betaald.
Zij stellen mitsdien voor op het adres afwijzend te
beschikken.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
aangenomen met algemeene stemmen.
S. Voorstel tot afwijzende beschikking op een ver-
zoek van F. C. den Hartigh om restitutio van ge-
maakte kosten.
Ingekomen is een adres van F. C. den Hartigh te Ter
Neuzen, welke daarin te kennen geeft, dat tnj naar aan-
leiding van de beschikking van gedeputeerde staten van
15 Maart no. 65, le afdeeling, waarbij zijn aanslag in den
hoofdelijken omslag voor het jaar 1912 vverd teruggebracht,
en zich op grond daarvan tot den raad wendt met verzoek
hem de voor het uitlokken van deze beschikking gemaakte
onkosten, alsmode den daaraan besteedden tijd te willen
vergoeden. Die kosten laten zich berekenen als volgt
reisgeld 1,70, verblijfkosten f 2.25, tijdverhes 5, zegel
f 0,25. samen 9,20.
Waar deze uitgaven onnoodig zouden zijn geweest als
de Raad zijn aanslag naar aanieiding van zijn adres dd.
1 Sept. jl. had teruggebracht, vleit hij zich met de hoop,
dat de raad in deze op billijkheidsgronden aan zijn ver
zoek vvil voldoen.
De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders
voor op dit adres afwijzend te beschikken.
De heer Waalkes vraagt of er vroeger al eens meer
dergelijke verzoeken zijn ingekomen.
De voorzitter verklaart zich dat niet te kunnen herinneren.
De heer Waalkes bespreekt de declaratie van kosten
door adressant gemaakt, hij meent dat de raad daarover
maar moeilijk kail oordeelen en zou het gewenschtachten
dat de beslissing nog eens werd aangehouden, om inmiddels
bij het departement van den rijkswaterstaat inlichtingen
in te winnen omtrent de juistheid daarvan, meer bepaal-
delijk omtrent het bedrag door adressant opgegeven
voor tijdverlies.
De heer Lensen is het er ook mede eens, dat bedoeld
departement er het best over kan oordeelen wat adressant
presteert als ambtenaar en in verband daarmede over de
waarde van zijn tijd.
De heer Drost merkt op dat het ook de vraag is of
adressant wegens zijn tijd dien hij voor zijne reclame
besteedde, in zijn salaris is gekort. Hij gelooft niet dat
zulks het geval is. Was dat echter wel zoo, dan zou het
iets anders zijn.
De heer Waalkes vraagt of deze adressant niet denzelfden
persoon is, die tot den burgemeester het verzoek heeft
gericht om in optochj zijn hoofdelijken omslag te mogen
betalen
De voorzitter antwoordt dat adressant hem wel eens
heeft gevraagd of hij een optocht mocht houden met een
olifant en transparanten. Hij heeft hem toen geantwoord
dat hij eeif schriftelijk verzoek zou inwachten en dan
eene beschikking neinen. Hij heeft tot nu toe echter
niets vernomen.
De heer Donze is van meening dat den adressant als
opzichter van 's rijkswaterstaat voor zijn afwezigheid, in
verband niet zijne reclame, wel niet op zijn salaris zal
zijn gekort; hij zou dus alleen nadeel wegens tijdverlies
kunnen hebben als hij nog andere bezigheaen had buiten
zijne gewone betrekking. Is dit echter zoo, dan zou daar-
uit ook blijken dat hij nog andere inkomsten geniet en
dat hij dan ook niet te laag in den hoofdelijken omslag
zou zijn aangeslagen.
De heer Dees is van meening dat de raad zich aan die
kleinigheden niet moet gelegen laten liggende raad
moet tocli over het verzoek van adressant beslissen en
niet het departement van waterstaat. Waarvoor is het
noodig om nog aan het departement van waterstaat te
schrijven Deze kwestie komt nu toch publiek en het
bedoelde departement kan er nu toch ook kennis van
nemen. Hij zou het verzoek maar direct willen afwijzen
en vindt dat de raad van zulke kleinigheden niet te veel
notitie moet nement
De heer Visser is het hiermede eens. Hij wil ook maar
terstond beslissen. Verondersteld dat adressant eens werke-
lijk het door hem opgegeven nadeel wegens tijdverlies
heeft geleden, zou de raad hem dat dan willen vergoeden
De heer Eijke kan ook niet aannemen dat adressant
salaris zou hebben moeten derven wegens zijn afwezig
heid, hij heeft dat als opzichter ook nimmer ondervonden
hij is er ook voor om op het verzoek afwijzend te be
schikken.
De voorzitter beaamt wat de laatste sprekers gezegd
hebben, maar wijst er op, dat er hier toch iets bijzonders
achter zit. Het is geen gewoon geval. Adressant beweert
schade te hebben geleden wegens zijn aanslag in den hoofde
lijken omslag, die door den raad op zijne reclame is ge-
j handhaafd. Door een hooger college is hem recht gedaan.
Hij acht zich echter nog verongelijkt en zal niets nalaten
om de zaak zoover mogelijk door te zetten. Het adres is
niet zoo onsehuldig als het er uit ziet. Wanneer de raad
het wenscht, zijn burgemeester en wethouders bereid om
de in het voorstel van den heer Waalkes bedoelde in
lichtingen in te winnen.
Het voorstel van den heer Waalkes om het request te
verzenden aan het departement van 's rijkswaterstaat,
met verzoek daarop inlichtingen te verstrekken, wordt
aangenornen met 8 tegen 3 stemmenvoor stemmen de
heeren Lensen, Drost, De Feijter, Donze, Waalkes, Moggie,
De Jager en Scheeletegen stemmen de heeren Eijke,
Visser en Dees.
9. Voorstel tot vaststelling eener rooilijn.
Ingekomen is een adres van C. le Nobel welke daarin
te kennen geeft
dat hij voornemens is om te verbouwen het hem in
eigendom behoorend gebouw staande aan den Schoolweg
(Schelpenpad) te Ter Neuzen, kadastraal bekend in sectie
L no. 674, plaatselijk gemerkt nummer 17
dat de voorgevel van het tegenwoordige gebouw, staande
op gemeld sectienummer met geen enkel nabijgelegen pand
in eene richting staat;
dat hij den voorgevel van het nieuw te bouwen perceel
wilde brengen in het verlengde van den voorgevel van het
ten oosten staand perceel, plaatselijk gemerkt nummer
15 en wel van het vooruitspringend westelijk gedeelte,
waarom hij beleefd verzoekt de rooilijn zoo te willen
voorstellen.
De gemeentebouwmeester en de Commissie van bijstand
hebben blijkens hun advies geen bezwaar om aan het
verzoek van adressant tegemoet te komen.
Burgemeester en wethouders stellen voor als rooilijn
voor het perceel bij het kadaster bekend als sectie L no.
674 aan te wijzen de lijn liggende in het verlengde van
het meest Zuidelijk gelegen gevelgedeelte van het gebouw
staande op het perceel gemeente Ter Neuzen sectie L no. 673.
Het voorstel nader toelichtende, zegt de Voorzitter dat
de Schoolweg wel door de gemeente is verhard, maar dat
het nog steeds een rijksweg is, waaraan door het gemeente-
bestuur geen rooilijn kan worden vastgesteld. In den
eigenlijken zin kon dus geen rooilijn worden aangewezen,
doch wel twee punten die, in verband met de naastliggende
woningen, bij het bouwen behooren te worden in acht
genomen.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
De heer De Jager bespreekt in verband met den voor-
gestelden verkoop van puin de voorziening die men aan
de haven wil maken om een betere ligplaats aan de
scheepjes te verschalfen. Hij vraagt of het misschien
geen overweging zou verdienen daarvoor te bezigen palen,
waartegen de scheepjes kunnen meeren, met een loop-
plank naar den wal en dan de glooiirig beleggen met
puin. De opgegraven basaltsteen zou dan misschien kunnen
worden verkocht en dan zou het voor de gemeente voor-
deehger uitkomen.
De voorzitter deelt mede datburgemeester en wethouders
naar aanieiding van het door den heer De Jager aange-
voerde het puin uit hun voorstel terugnemen. Tegelegenertijd
kan dan beslist worden op welke wijze de voorziening van
ligplaats voor de scheepjes zal worden uitgevoerd.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
alsnu.met algemeene stemmen aangenomen.
11. Voorstel tot wijziging van de vjsrordening op
de heffing en invordering van schoolgeld voor het
middelbaar onderwijs.
Ingekomen is eene missive van gedeputeerde staten
staten van Zeeland, wa.arbij dit college opnieuw terug
zendt de verordeningen betreifende de heffing en invor
dering van schoolgeld voor het middelbaar onderwijs.
Tegen de thans opgenomen bepaling, dat alle leer-
lingen, die elders wonen, het maximum schoolgeld moeten
betalen, bestaat bij gedeputeerde staten bezwaar. Zij zou
tengevolge kunnen hebben, dat velen, wierinkomen maar
nauwelijks toelaat om hunne kinderen de H. B. S. te doen
bezoeken- tegen een aan dat inkomen evenredig school
geld, daarvan nu geheel zou moeten afzien, hetgeen niet
geacht dan worden in overeenstemming te zijn met de
bedoeling, waarmede de regeering voor de bedoelde H. B. S.
een niet onbelangrijke subsidie verleende.
Terugkeer tot de oorspronkelijke regeling, waarbij zij
het dan ook met verhooging van 50 procent, het school
geld, ook voor elders wonenden naar het inkomen wordt
geregeld, achten gedeputeerde staten wenschelijk.
Verder maakt het college nog enkele opmerkingen van
administratieven aard.
In verband met dit schrijven stellen burgemeester en
wethouders voor in artikel 3 der verordening op de hef
fing van schoolgeld voor het openbaar middelbaar onder
wijs in de gemeente Ter Neuzen, van 10 April 1913,
voor de woorden »is het hoogste schoolgeld verschuldigd
als in het eerste lid van dit artikel is aangeven", te lezen
»wordt het tarief van het schoolgeld met 50 procent
verhoogd".
Verder stellen zij nog voor, in verband met een wenk
van gedeputeerde staten in artikel 4 van de verordening
op de invordering van schoolgeld voor het middelbaar
in de gemeente Ter Neuzen van 10 April 1913 tusschen
»262" en »der" te lezen »en 264 tot en met 266".
De voorzitter geeft nader te kennen dat het voorstel
van burgemeester en wethouders dus beoogt om in art.
3 de oorspronkelijke regeling weer te lierstellen en voor
de leerlingen van buiten de gemeente die de hoogere
burgerschool bezoeken een tarief te berekenen naar gelang
van het inkomen der ouders, 50 procent hooger dan dat
geldend voor de ingeZetenen.
De heer Waalkes zou dan het geheele artikel maar
willen laten vervallen en zoowel voor de kinderen van
buiten als binnen de gemeente een zelfde tarief willen
berekenen.
In de vorige vergadering is de oorspronkelijke regeling
op voorstel van den heer Dees veranderd, omdat hij die
regeling niet goed vond en de raad bleek het met hem
eens te zijn. Nu zou die regeling, die men verkeert acht,
bij aanneming van het voorstel van burgemeester en wet
houders weer worden ingevoerd.
De heer Dees geeft te kennen dat hij zich in burge
meester en wethouders met dat voorstel heeft vereenigd
om de zaak niet op te houden, maar hij heeft nader nog
een lid van gedeputeerde staten gesproken en die gaf
hem, nadat spreker het standpunt van den raad had uit-
eengezet te kennen, dat het z. i. niet onmogelijk was dat
de gemaakte regeling alsnog de goedkeuring van dat col
lege zou verwerven, wanneer ook aldaar de zaak nader
werd toegelicht. Wanneer eene regeling moet worden
gemaakt, dat ook voor de leerlingen van buiten de gemeente
inoet betaald worden overeenkomstig den aanslag hunnre
ouders in den hoofdelijken omslag in de gemeente waar
zij wonen en daarvoor niet de regeling kan worden
aangenomen die in onze gemeente geldt, dan zal men
zien gebeuren dat leerlingen van elders schoolgaan tegen
de hell't van wat de kinderen uit de gemeente zelf be
talen. Spreker acht dat niet billijk, aangezien de inge
zetenen bovendien ook nog door hun belasting moeten
bijdragen voor het onderhoud der school. Hij acht dat
niet in het belang der ingezetenen en ook niet in het
belang der school. En hoe zal het moeten gaan wanneer
men van hieruit het inkomen van menschen uit andere
gemeenten moet gaan vaststellen.
De heer Waalkes meent dat de kwestie van het bepalen
van den hoofdelijken omslag niet als motief tegen zijn
voorstel kan gelden, de moeilijkheid blijft bestaan, of die
lieden 50 procent meer schoolgeld moeten betalen of niet.
De voorzitter is het daarmede eens, dat kan als motief
niet in aanmerking komen. Hij kan zich voorstellen dat
men thans overweegt, dat de regeling die gedeputeerde
staten weuschen hersteld te zien, onbillijk is. Burgemeester
en wethouders hebben voorgesteld aan hun wensch tege
moet te komen, om de zaak niet te vertragen. De raad
kan zich echter ook op het standpunt plaatsen door den
heer Dees aangegeven, om het genomen besluit te hand-
haven en dit nader bij gedeputeerde staten te verdedigen.
De heer Drost is ook tegen de regeling volgens het
voorstel van burgemeester en wethouders. flet is genoeg-
zaarn bekend dat bij de vaststelling van den hoofdelijken
omslag in aangrenzende gemeenten een geheel anderen
maatstaf wordt genomen dan hier, dat menschen die daar
voor drie- en vierduizend gulden inkomen worden aange
slagen hier misschien wel op zeven a achtduizend gulden
worden geschat. Het gevolg der regeling zou zijn dat hunne
kinderen minder schoolgeld zouden betalen dan die der
ingezetenen en dat is niet billijk. En nu staat er wel
dat het schoolgeld wordt berekend naar het zuiver in
komen en is de hoofdelijke omslag er van losgemaakt,
maar het is toch de vraag of men hier hoogere aanslagen
zou kunnen handhaven, in afwijking van den aanslag in
de eigen gemeente.
De Voorzitter merkt op dat het anders juist een voor-
deel is, dat de aanslag is losgemaakt van dien wegens
hoofdelijken omslag.
De heer Lensen wijst er op dat het dikwijls al zoo
moeilijk blijkt den aanslag voor de ingezetenen zelf vast
te stellen. Voor menschen van buiten de gemeente zal
dat nog lastiger zijn.
De voorzitter erkent dat, ofschoon hij wel gelooft dat
burgemeester en wethouders als eenmaal dergelijke rege
ling werd ingevoerd, alle mogelijke moeite zullen aan-
wenden, om zooveel mogelijk tot juiste aanslagen te komen.
Hij vraagt of de heer Dees zijn voorstel handhaaft, om
ten opzichte van art. 3 niet toe te geven aan den wench
van gedeputeerde staten.
De heer Dees antwoordt bevestigend.
Verschillende leden steunen dit voorstel.
De heer Waalkes kan zich ook met behoud der nu
vastgestelde regeling vereenigen en trekt zijn voorstel in.
Het voorstel van den heer Dees komt, als van de verste
strekking het eerst in stemming en wordt aangenomen
met 10 stemmen tegen 1. Tegen sternt de heer Visser
voor stemmen de overige leden.
12. Voorstel tot wijziging van de verordening op de
invordering van schoolgeld voor het meer uitgebreid lager
onderwijs.
Naar aanieiding eener missive van gedeputeerde staten
van Zeeland, dd. 26 April 1913, waarbij eene aanmerking
gemaakt wordt op en verzocht wordt verbetering van de
verordening op de invordering van schoolgeld voor het
meer uitgebreid lager onderwijs in de gemeente Ter
Neuzen van 10 April 1913, stelien burgemeester en wet
houders voor in artikel 4 dier verordening tusschen »262"
en »der" nog te lezen »en 264 tot en met 266".
Dit voorstel wordt aangenomen met algemeene stemmen.
c.
van
De heer De Jager vraagt of er al verbetering is
gekomen in den toestand van den weg naar de begraaf-
plaats te Sluiskil.
De voorzitter antwoordt dat daarover aan den minister
van waterstaat is geschreven. Deze heeft geantwoord
dat op dien weg een voetpad van klinkers zou worden
aangelegd. Dezerzijds is daarop onder de aandacht van
den minister gebracht dat dit wel wat weinig was. Daarop
is een schrijven ontvangen waarin de minister te kennen
gaf dat hij op het genomen besluit niet kon terugkomen,
maar hij wees er op dat het voetpad eene breedte zou
hebben van 2 meters. Dat is dus eene breedte waarop
een begrafenisstoet wel kan passeeren. Er zal dus in
elk geval eene verbetering worden tot stand gebracht.
Op eene nadere vraag van den heer De Jager antwoordt
de voorzitter dat het pad nog dit jaar zal worden aan
gelegd.
Ji. De heer De Jager wijst op den onooglijken toestand
van de telefooncel te Sluiskil.
De heer Dees geeft te kennen dat dit al veranderd is.
De voorzitter deelt mede dat zich daar een eigenaardige
toestand voordoet. Het betreftschilderwerk. De telefoon-
houder moet daarvan wat laten doen, het rijk wat en de
gemeente de rest. Nu moeten burgemeester en wethouders
eerst bericlit krijgen dat de anderen met hun werk klaar
waren, eer ze iemand van wege de gemeente konden
sturen.
De heer Drost vestigt er de aandacht op, dat onlangs
wege de gemeente langs den zeedijk, leidende naar
de loodsenwachten een voetpad van schelpen is aangelegd.
Dat pad is echter weer al in onbegaanbaren toestand,
veroorzaakt door de viervoeters, die daar grazen. Zij
brengen het pad in een staat dat tweevoeters er niet over
kunnen passeeren.
Deze zaak heeft spreker ook nog op een ander denk-
beeld gebracht. Overal in de naaste omgeving worden
de terreinen, die uitmuntend geschikt zouden zijn voor
speelplaatsen voor de jeugd en wandelplaatsen voor het
publiek, de wallen en omgeving, verpacht voor weiden
van paarden en vee afgesloten met prikkeldraad.
llij wil vragen of er geen aanieiding zou zijn om daarin
verandering te brengen, of burgemeester en wethouders
niet eens zouden kunnen onderzoeken wat die terreinen
aan pacht opleveren, of het niet mogelijk zou zijn dat
de gemeente die zelf pachtte, om ze dan voor speel- en
wandelplaatsen ten algemeenen nutte en genoegen open
te stellen. Dan had de geheele bevolking daar wat aan
en hij meent dat de opbrengst der pacht niet zoo groot is.
De heer Dees merkt op dat dit laatste lang niet zal
meevallen.
De Voorzitter meent dat dit thans buiten bespreking
kan blijven en dat er voor burgemeester en wethouders
volstrekt geen reden is om die vraag van den heer Drost,
het mstellen van een informatie, te aanvaarden. Spreker
is bereid, dat verzoek bij burgemeester en wethouders over
te brengen.
il. De voorzitter deelt mede dat het voornemen bestaat
om tegen 22 Mei a. s. eene raadsvergadering uit te schrijven
waarin aan de orde zal gesteld worden de benoeming
van een hoofd voor de M. U. L. O. school en voor
H13S
Tolhoek, terwijl de hulpbode nu
nomen.
in vasten dienst is ge-
v°o™tter moet nog een treurige rpededeeling
doen, n.l. dat ook de onderwijzer aan school A, de heer
Boossen, wegens ziekte verlof heeft aangevraagd. In overlei
met de schoolcommissie en het hoofd, benevens deb
arrondissements-schoolopziener zal voor dien
tijdelijke leerkracht worden benoemd.
De voorzitter doet deze laatste mededeelingen, opdat
e raad er op voorbereid is, wanneer hem later voor
stellen bereiken over eene flnancieele
bezoldiging der tijdelijke hulp.
tijd
regeling voor de
de
e De heer Drost vraagt hoe het staat met de aanvraag
tot verkrijging in erfpacht der in de a. s. dading met
het rijk begrepen gronden.
De voorzitter antwoordt dat het verzoek aan den minister
reeds was uitgegaan toen hem in een gesprek bleek, dat
wanneer het verzoek was gezonden geworden aan den ont-
vanger te Hulst, dit spoediger had kunnen worden be-
handeld. Er is nu nog geen antwoord ontvangen.
De heer Dees wenscht bij deze gelegenheid den heer
Drost eens officieel te vragen wat hij er zich van voor-
stelt, als de gemeente werkelijk die terreinen voor
geringen prijs van het rijk in erfpacht krijgt.
De heer Drost geeft te kennen dat het zijne bedoeling
is, om zoo spoedig mogelijk over die gronden beschikking
te kunnen krijgen. Hij wit ze dan ook weer in erfpacht
uitgeven alsof het eigen grond van de gemeente was.
De heer Dees meent dat dit niet zoo gemakkelijk gaan
zal en aanieiding geven tot moeilijkheden. Wie zal die
grond pachten
De heer Drost kan dat zoo niet terstond uitmaken,
maar vraagt wie de andere gemeentegronden voor 30 jaar
en langer heeft gepacht.
De heer Dees meent, dat het groote moeite zal kosten
om grond in erfpacht uit te geven die men zelf maar
in erfpacht bezit, en hoe zal men van zoodanige uitgifte
een akte opmaken
De heer Drost is van gevoelen dat, wanneer het rijk
wat medewerkt, de gemeente geen moeilijkheden zal
ondervinden, om den grond in erfpacht uit te geven,
De heer Dees is daar zoo gerust niet op en hij vreest
dat het ten slotte voor de gemeente nog op nadeel zal
uitloopen, omdat zij terstond het geheele terrein in erf
pacht moet aanvaarden en er misschien zelf maar een
klein gedeelte van zal kunnen uitgeven, als dit althans
mogelijk is om dat te doen.
De voorzitter heeft deze samenspreking niet willen
storen, maar meent dat de zaak op zoodanige wijze be-
sproken, thans niet aan de orde is. Voorzeker moet het
bezwaar van den heer Dees niet worden onderschat, maar
wanneer men er eenmaal voor komt te staan, zullen
burgemeester en wethouders wel bij den raad komen met
een voorstel om op de beste wijze de zaak op te losser
f. De voorzitter deelt mede dat de inschrijvingen voor
het bouwen der rnuziektent, bij de j.l. Maandag gehouden
besteding, riogal zijn tegengevallen.
Burgemeester en wethouders vragen thans den raad of
deze het goed vindt, dat het bestek eenigermate wordt ge-
wijzigd. De verandering zal noch aan de tent, noch aan
de versiering nadeel doen. De bedoeling is om de beton-
vloer voor de bergplaats onder de tent niet te leggen en
daarvoor te leggen klinkers op den kant in zand. Dan
kan daarop later door eigen werklieden beton worden
aangebracht en het is te vermoeden dat daar wel niet
terstond water op den vloer zal komen.
De raad heeft tegen deze wijziging geen bezwaar.
Evenmin wordt geen bezwaar ingebracht tegen de vraag
van den voorzitter of burgemeester en wethouders ge-
machtigd worden om, wanneer de inschrijvingen nog
eenigermate boven het beschikbare bedrag gaan, het
werk toch te gunnen.
Ten slotte deelt de voorzitter nog mede dat door een
bewoned der Markt bezwaar is gemaakt tegen de voor
de rnuziektent aangewezen plaats, daar dit het uitzicht
zijner woning in de Noordstraat door het Bakkerijstraatje
zou verliezen. Hij vroeg daarom of de rnuziektent niet
wat kon worden opgeschoven, zoodanig dat deze dat uit
zicht niet zou beletten.
Information zijn daarop ingewonnen bij belanghebbenden
van het comite voor de rnuziektent, waaruit bleek, dat
van die zijde tegen opschuiving geen bezwaar bestond,
Burgemeester en wethouders wilden ook gaarne den
verzoeker ter wille zijn maar zijn ten slotte tot de over-
tuiging gekomen dat de plaats die nu voor de tent is
aangewezen de beste is, in verband met het lichtpunt.
Werd de tent uit het midden van de tegenwoordige elec-
trische paal verplaatst, dan zou die paal naast de tent
moeten blijven staan en dit zou niet leiden tot verfraaiing.
De vraag of de raad goed vindt dat de rnuziektent op
de eerst aangegeven plaats zal worden gebouwd. wordt
met algemeene stemmen bevestigend beantwoord.
gr. De voorzitter heeft nog een treurige mededeeling
te doen. De ambtenaar ter secretarie Tolhoek is thans
door een ernstige ziekte aangetast en heeft zich genood-
zaakt gezien een verlof van drie maanden aan te vragen.
Dit verlof is door burgemeester en wethouders verleend.
Natuurlijk is het noodig dat in den dienst wordt voorzien.
De bode doet nu zooveel mogelijk het werk van den heer
£5* Vaststelling suppletoir kohier van dm hoof
delijken omslag.
De voorzitter stelt aan de orde de vaststelling van het
eerste suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag. Hij
schorst hiervoor de openbare zitting, die overgaat in eene
met gesloten deuren.
Na het weder openbaar worden der vergadering wordt
it *ohier vastgesteld zooals het in de vergadering met
gesloten deuren is besproken op een bedrag van t 1050,93h
met dU aangeslagenen.
Daarna sluit de voorzitter de vergaderino-.
s Uravenlmgc, Tweede Kamer. Heden werd
voortgezet de behandeling van het wetsontwerp betref-
fende de pensioenregeling voor gemeenteambtenaren en
hunne weduwen en weezen.
Nadat deze door den Minister onaannemelijk waren
verklaard, werden met 50 tegen 11 stemmen verworpen
de door den heer Vliegen ondersteunde amendementen
van den heer Treub, ten le. dat om den wachttijd voor
invaliditeitspensioen te verkorten van 10 tot 3 jaren,
en ten 2e. om het recht op uitgesteld pensioen niet te
beperken tot ambtenaren die niet oneervol, doch niet
op eigen verzoek zijn ontslagen.
Na uitvoerige discussie bracht de Regeering in den
geest van een door den heer Vliegen verdedigd amen-
dement wijzigiDg in het ontwerp, waardoor de mogelijk-
heid geopend wordt om wegens wangedrag ontslagen
gemeente-ambtenaren, wegens gemis aan pensioen, alsnog
een toelage uit het penstoenfonds le verleenen. Deze
wijziging werd goedgekeurd.
Voorts werden de amendementen van den heer Treub
en van den heer Vliegen, beoogende respectievelijk ge-
deeltelijke en geheele vrijstelling van gemeente-ambte
naren om voor h un pensioen premies te betalen verworpen
Na de pauze staakten met 34 tegen 34 stemmen over
de door den heer Slarchant in de zitting van Woens-
dagavond ingediende motie om aan het concertgebouw
te Amsterdam eene jaarlijksche subsidie toe te kennen.
Morgen zal opnieuw worden gestemd.
Het Woensdagavond behandelde wetsontwerp, houden-
de nadere bepalingen op den suikeraccijns, is aange
nomen met 44 tegen 25 stemmen.