HINDERWET. Ter Keuzensche Coarant DBAKKWET. Binnenland. Gemengde beriehten. Donderdag 8 Mei 1913. No. 5913. Uit de geschiedenis der Enschedesche Schutterij. TWBHDB JBUJLJO. TWEF.DE K A ftii R. Vergadering van Dinsdag. Overlijden Verhey. Nadat mededeeling was gedaan van een in gekomen missive, meldende het overlijden van het Kamerlid voor Rotterdam 111. den heer Verhey, hield de Voorzitter, volgens het verslag der ,/H. Crt.", terwijl alle leden zich van hun zetels verbieven, een rede, waarin hij de nage- dachtenis van den heer Verhey in hoogst waar- deerende woorden huldigde. De tijding van zijn dood is door de Kamer met zeer diep leedwezen ontvangen, te tueer omdat in de laatste dagen er juist teekenen waren van beterschap. De Kamer had dan ook tijdeus de ziekte een blijk van belangstelling gegeven, waarvoor de zieke zich dankbaar had betoond. En thans reeds, eenige weken daarna, staat de Kamer voor de droevige tijding van zijn overlijden. De Voorzitter getuigde van de groote sym- pathie, welke de heer Verhey in de Kamer genoot door diens eenvoudig optreden en zijn aangename omgangsvormen, herinnerde aan de kennis van zaken, waarmee hij de onderwerpen, die hem ter harte gingen, behandelde; wees voorts op zijn eervolle militaire loopbaan, en den naam daarin, door hem verworven, als be- kwaam en rechtvaardig chefvooral ook her innerde spreker aan Verhey's onderscheidend optreden in Indie. Spreker besloot met de betuiging dat zoowel in als buiten de Kamer Verhey's naam met (Medegedeeld door J. J. van Deinse). De overgroote vermoeidheid verschafte aan eenige ontevredenen eene geschikte aanleiding om een grooter gedeelte der kompagnie tot ongehoorzaamheid aan te zetten, die echter nog voor het grootste gedeelte bestond in het verlangen om onder de bevelen van hunne eigene hoofdofficieren, waarin zij vertrouwen stelden, vereenigd te worden." Verder voerden de officieren aan, dat ze wel wisten, dat Z. M. gelast had, dat hun bataillon na de ontbinding der 4de kompagnie weder naar de grenzen zou worden teruggevoerd en vonden daar het bewijs in, dat Z. M. niet de schuld, zooals anderen deden, op het geheele bataillon wierp, maar daar van eene verplaatsing naar de grenzen nog niets was gekomen, verzochten ze bij ge- noemd adres dat zulks thans mocht geschieden. Den 4den April 1832 voldeed de Koning aan den grootsten eerbied bij iedereen zal blijven voortleven. De Minister van Kolonien, de heer de Waal Malefeit, sloot zich namens de Regeering met een kort woord hierbij aan. Na goedkeuring van eenige kleine ontwerpen komt in behandeling het wetsontwerp tot aan- koop van den spoorweg BataviaBuitenzorg, waarmee de heeren Bos, De Meester, Bogaardt en Helsdingen achtereenvolgens instemming be- tuigden, nu de koopprijs slechts 8x/2 miilioen gulden zal bedragen, tegen vroeger 11 miilioen. Zij vroegen nog enkele inlichtingen, welke de Minister van Kolonien verstrekte, waarna, na nog eenig debat, het ontwerp zonder hoofdelijke stemming werd aangenomen. Het hierna aan de orde komende ontwerp betreffende den aankoop van de ontginningen der steenkolen-maatschappij „Poeloe Laoet" werd gesteund door de heeren Bos en Van Hoogstraten door eerstgenoemde omdat hij, hoewel Poeloe Laoet geen winstgevend bedryf achtend, toch niet zou willen dat er door het buitenland een kolenstation onder vreemde vlag van zou kunnen gemaakt worden, door laatst- genoemde omdat het hebben van een kolenstation in een centraal punt van het uitgestrekte Indie, uit een oogpunt van defensie-belang aanbeveling verdient. Het wetsontwerp werd aangenomen. Na de pauze heeft de stemming over het kustverdedigingsontwerp piaats. Eerst over het amendement-Eland (om het fort te Vlissingen niet te bouwen)het wordt verworpen met 54 tegen 35 stemmen. Het wetsontwerp zelf wordt aangenomen met 54 tegen 35 stemmen. Tegen de linkerzijde, behalve de heer Van Karnebeek. Besloten is hedenavond te vergaderen. Hierna werd aangevangen metde beraadslaging over het wetsontwerp betreffende de pension- neering van gemeente-ambtenaren en van hun weduwen en weezen. De heer Rutgers opent het algemeen debat, en bestrijdt de bezwaren der gemeente Rotter dam tegen den overgaug van het omslagstelsel naar het premiestelsel. Door een andere wijze van financieren is dit bezwaar z. i. te ondervangen. Echter komt spreker minder wenschelijk voor de wyziging, door de Regeering met betrekking tot groote steden aangebracht, en in verband daarmee het stelse! van het amendement De Geer, omdat daarmee de lasten eenvoudig werden verschoven in piaats van verdeeld van den aan- vang af. Aan die laatste systeem zou spreker de voorkeur geven. Het komt spreker voor dat de klachten, niet alleen van Rotterdam, maar ook van andere gemeenten, over te grooten druk van den maat- regel in de eerste jaren behooren te worden afgewezen, eensdeels omdat die klachten een miskenning zijn van de bevoegdheid der ge meente om door leeningen de lasten over ver- schillende jaren te verdeelen, en anderdeels omdat die klachten bewijzen dat wel met het woord aauvaard wordt de overgang naar het iremiestelsel, maar in werkelijkheid die over- gang niet aanvaard wordt. De heer Eleskens betoogt zijn groote inge- nomenheid met het ontwerp, en oordeelt het verstandige politiek om niet veel tijd meer aan de behandeling zoek te brengen. Door ingrij- pende wijzigingen te willen aanbrengen, nu de iegeering toch aan vele hoofdbezwaren is tege- moet gekomen, kan men niets bereiken dan let ontwerp misschien in gevaar brengen. Alle wenschen te bevredigen acht spreker toch onmo- gelijk bij een regeling als deze. Hierna begaf de Kamer zich in de afdeelingen. Nuttige dieren. Ingediend is een wetsontwerp tot bescherming van in het wild levende dieren tegen het ge- dood of gevangen worden in die mate, dat daardoor de beiangen van den land-, tuin- of boschbouw worden bedreigd. lun verzoek en werd het bataillon verplaatst naar Breda en den 13 Juli 1832 vinden we den heer Udink ten Cate als kapitein van de 2e afdeeling, 2e Bataillon, 4de compagnie Over- ijselsche Schutterij kommandeerende den post te Rijsbergen. Hier vertoefde hij geruimen tijd. Zijn chef de Luitenant Kolonel W. Gotte ag te Prinsenhage. Te Rijsbergen bracht men den tijd door met exerceeren, schieten naar de schijf en het doen van verkepmrigen in de richting van de Bel- gische grens. Dat dit laatste door de 4e com pagnie niet onverdienstelijk geschiedde, blijkt uit eene tevredenheidsbetuiging van den Lt. Kolonel aan den kapitein dato 28 Oct. 1832 waarin het luidt ,/Voorts wordt de kapitein ten Cate ge'in- 1 ormeerd dat de Generaal Opperbevelhebber zijn genoegen betuigd heeft over de ingewonnen information ten opzigte van de stelling des vijands en verwacht dat men hiermede zal voortgaan en alle mogelijke waakzaamheid zal in acht nemen." Voor het inwinnen van inlichtingen omtrent den vijand werd ook gebruik gemaakt van spionnen, die echter niet altijd bleken betrouw- laar te zijn. Een der kommandanten van de Volgens dit wetsontwerp kunnen bij koninklijk besluit bepalingen worden gemaakt, die zulk vangen of dooden beletten, terwijl dan on- middellyk een wetsontwerp moet worden inge diend tot bekrachtiging van het kon. besluit. (Wordt het ontwerp niet aangenomen, dan moet het kon. besluit dadelijk worden ingetrokken). In de memorie van toelichting wordt gezegd, dat de wet van 1881 alleen op zoogdieren be trekking heeft en de vogels weldra door de Vogelwet afzonderlijk zullen worden beschermd, maar dat het onderhavige wetsontwerp o. a. het oog heeft op kikvorschen, spitsmuizen en mollen. (Tel.) Even nadat sneltrein no. 105, welke om 5.35 n.m. te Vlissingen arriveert, Maandag uit Bergen op Zoom was vertrokken, werden, volgens de Midd. Crt., de reizigers, ongeveer ter hoogte van de stalen brug bij B. op Zoom, opgeschrikt door het verbrijzelen van glasruiten, vermoedelijk door het werpen met steenen op den trein. Bij aaukomst te Vlake werd hiervan direct kennis gegeven en bleek dat in verschillende wa-.*ens zoowel 2e en 3e klasse de ruiten waren vernield. Een paar reizigers bekwamen schrammen in het gelaat door de glasscherven, doch ove- rigens werd van geen letsel vernomen. Naar men ons van andere zijde meldt, moet ook naar den Zuidduitschen mailtrein met steenen geworpen zijn. Van het restauratie- rijtuig werd een ruit verbrijzeld. De politie doet onderzoek naar de daders. Gevecht tusschen ooievaars De vorige week, aldus wordt uit Ridderkerk gemeld, konden wij een zeldzaam schouwspel waarnemen. Op de Herv. kerk hadden zich een paar ooievaars gehuisvest en leefden er zeer genoeglijk, doch dit leventje werd wreedelijk gestoord. Vermoedelijk zijn toen eerst de rechtmatige eigenaars komen opdagen. Er ontsp'on zich 's morgens eenj geregeld gevecht, hetwelk duurde tot 's avonds ongeveer 7 uur, toen het vrouwelijk exemplaar van de tegenwoordige bezitters op straat viel. Deer- lijk verwond aan vleugel, poot en borst werd ze door een der omwonenden opgenomen en in de schuur opgeborgen, aangezien ze niet meer in staat was om te loopen. Het overwinnende paar begon toen de eieren uit het nest te gooien en nam het nest in bezit. (N. H. W.) Marktberichteu zijn over het algemeen voor den niet belanghebbenden lezer saai, daar zij slechts een droge opsomming van verschil lende zaken en cijfers bevatten. Een bericht- gever van //De Post" te Zevenaar is er door die overweging toegekomen om zijn verslag van de veemarkt in te kleeden als volgt Simon en Monloup hebben een onderzoek ingesteld naar de lichaamslengte en het gewicht van recruten, die verschillende beroepen uit- oefenen, en gevonden, dat de zwaarste lieden zich bevonden onder de teekenaars, kantoorbe- dienden, studenten en onderwijzers. Terwijl de cijfers, die het gewicht betreffen, later zullen worden medegedeeld, vonden zij, wat de lengte aangaat, voor de hoefsmeden een gemiddelde van 165 c.M. en voor de teekenaars, studenten kleine posten dicht aan de grenzen toch meldde aan den kapitein te Rijsbergen: //De schurk had mij gisteren kunnen verraden. Hij rappor- teerde mij geen troepen aan deze zijde van Antwerpen te vinden en vier uur gisteren middag stonden er vier duizend man aan onze grenzen aan de Limiten. Ik heb alle ver trouwen in Burgmans verloren en zal zien heden een ander te krijgen, ik stuur genoemden Burgmans niet meer uit." De Parolen en Contresignes voor de ver schillende posten werden uitgegeven door den Generaal-Majoor plaatselijke Kommandant te Breda. Ik vond er verscheidene en laat er een volgen den Heer Kommandeerenden Officier van den Post te Rijsbergen. 5 Parolen en Contresignes van 26 tot en met 30 November 1832. Parolen Contresignes Reggio Rijssen Reineck Rijssel Rendsburg Rekkum Rheims Rees Reval Rossum Niet altijd waren de posten aan de grens voldoende onder dak gebracht. De komman- en bankbedienden een van 170 c.M., en daar- tusschen, langzaam stijgende, bevinden zich achtereenvolgens de sehoenmakers, daglooners, slagers, karvoerders, schrijnwerkers, schilders, instrumentmakers, landbouwers, tuinlieden, huis- bedienden, boerenknechts, slotenmakers, metse- laars, kruideniers, koetsiers, kantoor- en handels- bedienden. (N. T. v. G.) Op het landgoed van den lord Cottenham te Govin-on-Thames, heeft, volgens de Telegr., Vrijdag een treurig ongeluk piaats gehad. De echtgenoote van den lord werd op een plek in het bosch dood gevonden met een kogelwond in de borst. Naast haar lag het geweer, dat zij had gedragen. De coroner van Oxfordshire, die onmiddellijk een onderzoek instelde teekende daarna een verklaring van //dood wegens een ongelukkig toeval." Bij het onderzoek bleek dat niet aan zelf- moord of misdaad kon gedacht worden. Lady Cottenham was een liefhebster van de jacht, en zeer zeker van haar schot. Hare gezend- heidstoestand was uitstekend en lord Cotten ham had met zijn echtgenoote des morgens hunne kinderen, die na eenige vacantiedagen weer naar school vertrokken, naar de trein gebracht. Het gezelschap was in uitstekende stemming. Men veronderstelt, dat lady Cotten ham haar buks op te zorgelooze wijze heeft gedragen en dat door een toeval het noodlottige schot is afgegaan. De kogel drong den linker- kant van de borst binnen en is aan den rug uitgegaan. Hoewel de kogelwonde zeer klein was, werd aan de kleederen geen verschroeiing waargenomen. Op het lijk zijner vrouw vond de lord alle voorwerpen van waarde, die zij gedragen had, terug. Lady Cottenham was een tweelingdochter van den acht en zeventigjarigen markies van Abergavenny en zeer populair in den omtrek van het landgoed. Te Annulles, een gehuchf by Anderlues, vond het kind van het echtpaar Blairon in den kelder eenige beschuitjes, waarvan het er eenige opat. Ongelukkigerwijze waren deze beschuitjes vergiftigd en daar voor de ratten neergelegd. Spoedig werd een dokter gehaald, doch deze kon niet voorkomen, dat het kind 's nachts onder hevjge pijnen bezweek. Charles G. Dawes, de president van de Central Trust Cy. of Illinois, heeft een bedrag van 250,000 gulden bestemd voor de stichfing van een hotel, dat den naam en de nagedachtenis zal levendig houden van ziin verleden jaar ver- dronken zoon Rufus Fearing Dawes. Het wordt een hotel in de armenwijk van Chicago, waar mannen logies zullen kunnen krijgen voor een bedrag van niet meer dan 121/, cent (Ned.) De deuren van dit hotel zullen steeds moeten openstaan voor lieden die buiten werk zijnen aan dezulken zal indien noodig crediet worden verleend. Aan dit hotel zal een kosteloos bureau voor werkzoekenden een soort arbeids- beurs worden verbonden. De jonge Dawes was student te Princeton doch in September van het vorige jaar verdronk rij in Lake Geneva (Wisconsin). (N. R. Crt.) Te Frankfort a/d M. staat op het oogen- rlik zekere Schafer, een handelaar in loten, terecht, die in de laatste jaren verschillende loterijen voor een goed doel geleid en telkens zelf de hoogste prijzen getrokken had. Bij de trekking gebruikte hij weesjongens, van wie lij de briefjes met de nummers en de prijzen overnam, om ze daarna voor te lezen. De Driefjes waarop de hooge prijzen stonden, moffelde hij echter zoo lang weg, tot er een nummer, dat in zijn eigen bezit was, voor den dag kwam. Schafer, die als beambte van de post be- gonnen is, bezit volgens zijn boeken, thans een vermogen van 462,588 mk. Schafer heeft o. a. de loterijen geleid van de T-ankfortsche vereeniging voor luchtvaart waar- bij 100,000 loten van 3 mk. uitgegeven en dant van de wacht aan het Kasteeltje, een ondergeschikte van den heer U. t. C., meldde hem 7 Januari 1833 in een extra rapport z/ln de kamer voor de wacht bestemd ontbreekt let aan alles wat er zich in moet bevinden, ook is de zolder niet meer met al de daartoe behoorende planken voorzien. De schoorsteen half afgebroken, de twee glasramen defect, ook is er geen deur voorvoor het overige is het geheele huis bijna verwoest. De Kommandant G. de Wilde, Korporaal." Men zal moeten toegeven dat dit verblijf niet scbitterend was Wanneer de rustende schutters van Lonneker naar hunne haardsteden zijn teruggekeerd en dus in werkelijkheid weer rustend zijn geworden, is mij niet gebleken, wel blijkt uit het boven- staande dat er velen in den strijd zijn ce- bleven. Ongetwyfeld hebben zij, die behouden zijn teruggekomen, nog jaren na dien tijd hunne familie en kennissen des avonds bij het haard- vuur vergast op de verhalen hunner helden- daden en wederwaardigheden die men thans nog van hunne kinderen kan hooren. E I N D E. VAN Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, gezien de artt. 6 en 7 der Hinderwet (Staatsblad no. 222 van 1896) maken bekend: dat op heden ter gemeente-secretarie ter visie is gelegd een verzoek van JAN en JACOB DONZE AHz., winkeliers, wonende te Ter Neuzen, om vergunning tot bet oprichten eener bewaarplaats van petroleum, in een gedeelte van het perceel plaatseKjk gemerkt 9 en gelegen aan het Brugpad, kadastraal bekend sectie L No. 248, en dat op Maandag 19 Mei 1913, des namiddags 3 uren, ten raadhuize dezer gemeente, gelegenheid zal worden gegeven om tegen het maken dier inrichting bezwaren in te brengen en deze mondeling of schriftelijk toe te lichten. Ter Neuzen, 5 Mei 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEK.E, Secretaris. N.B. Wij vestigen er de aandaeht op, dat volgcns de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het gemecntebestuur zijn verschenenteneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen ingevolge artikel 12 le lid der Drankwet ter openbare kennis dat bij hen is ingekomen een verzoek- sehrift om vergunning voor den verkoop van sterken drank in het ltlein voor gebruik ter plaatse van verkoop van AMATU8 ALOIJS1US EUGENIUS VERMaST, bierhuishouder, wonende te Ter Neuzen, voor het beneden- voorlokaal voor het perceel plaatselijk gemerkt 69 en gelegen aan de Dijkstraat. Binnen twee weken nadat deze bekendmaking is ge- schied, kan ieder tegen het verleenen van de vergunning schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders bezwaren inbrengen. Ter Neuzen, 5 Mei 1913, Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Onze tweede markt was droef te aanschouwen Maar ruim honderd stuks vee stonden aan de touwen. Dat deed de concurrentie van Doesburg en Elst, Van laatstgenoemde piaats zeker wel het feist. Veel vreemde kooplui zag men ernstig loeren Naar 'tschoone vee, maar slim zijn de boeren, Zij hielden hun koeien en pinken duchtig op geld, Daarvoor moesten heel wat guldens worden geteld, Toch werd menig beestje van de touwen ontbonden, Het had dan een anderen meester gevonden. Veel schade deed de geringe aanvoer dus niet Zooals men uit dit verslagje wel ziet. En waarom van biggen en zwijnen gezwegen P En is er geen een bij zijn krulataart gekregen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1913 | | pagina 5