Tgr KsuEonsche Courant
Zaterdag 5 April 1913. No. 5899.
LandSwuwherichtfin.
IDEIR/DIEl BXj-AJD.
Spoorweg Gent—Ter Neuzen.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-Kechtbank te Middelburg.
VAN
TEH NEUZEN, 4 April 1913.
Gisterenavond werd in het Hotel de
Commerce" alhier de aangekondigde vergadering
gehouden vanwege de afdeeling „Ter Neuzen"
der vereeniging „Volksonderwijs".
De vergadering was niet druk bezocht. De
voorzitter, de beer De Groot, de vergadering
openende, deelde mede dat de afdeeling, waai
Volksonderwijs in het algemeen weer sterk in
ledental toeneemt, meende ook niet te moeten
achterblijven met propaganda, en dat het
vooral met het oog op den komenden strijd,
noodig geacht w«rd bij vernieuwiug de begin-
selen der vereeniging en haren strijd voor de
openbare school uiteen te zetten. Het deed het
bestuur daarom genoegen dat de heer K. de
Vries, uit Amsterdam bereid was bevonden,
hier en in de omgeving spreekbeurten te ver-
vullen. Aan deze toch is het behandelen van
het onderwerp goed toevertrouwd.
De heer De Vries, hierna het woord ver-
krijgende, gat te kennen te willen spreken over
„de school voor onze kinderen en de dreigende
grondwetsherziening".
Er is reeds een dreigende schaduw geworpen
op de komende grondwetsherziening, voor wat
betrett de commissie voorgestelde wijziging van
artikel 192, dat ten doel heeft het bijzonder
onderwijs regel en het openbaar onderwijs alleen
aanvullend te makeu.
Hoe het, bij aanneming van dnsdanige redactie
gaan zou, heeft men reeds kunnen nagaan uit
het voorstel van Burg, en VVeth. van Oost-
dongeradeel, waar de burgemeester juist op grond
van die nu nog maar voorgestelde wijziging
der grondwet. de opheffing van eene openbare
school in die gemeente verdedigde, omdat er
twee bloeiende bijzondere scholen waren en hij
die openbare school niet in het belang der ge
meente en van het onderwijs achtte.
Uit hetgeen daar gezegd is blijkt de toeleg
van de voorstanders van het sectarisch onderwijs,
om de openbare school zoo mogelijk geheel te
doen verdwijnen.
Toch mag niet uit het oog worden verloren
dat nog 60 procent van het aantal schoolgaande
kinderen de openbare school bezoeken en dus
eene minderheid van 40 procent de bijzondere
bezoekt.
Spreker acbt het voortbestaan van scholen,
ingericht door en vanwege de openbare besturen
noodig voor een voldoeude geestelijke, zedelijke
en lichamelijke opvoeding van het volk. Men
mag die opvoeding niet overlaten aan het par-
ticulier initiatief. Er moet onderwijs gegeven
worden dat deugdelijk is en waarop van staats-
wege controle kan worden uitgeoefend.
Hij wijst er op dat de voorstanders van het
kerkelijk onderwijs steeds verder zijn gegaan in
hun eischen. In 1889 werd voor het eerst
aan het bijzonder onderwijs subsidie verleend,
bij de wet Mackay. Zoowel van, de zijde der
voorstellende regeering als van verschillende
sprekers van rechts werd toen te kennen gegeven
dat de voorstanders van het bijzonder onderwijs
daarmede voldaan waren, dat de aanneming zou
strekken tot beeindigen van den schoolstrijd,
die vooral op het platteland tot zooveel onaan-
gename ver'houdingen aanleiding gaf.
Door verschillende vrijzinnige kamerleden is
er toen aan meegewerkt om die oplossing te
verkrijgen, daar men ook gaarne een einde aan
den strijd wilde gemaakt zien.
Maar hoe is het gegaan Steeds is men
verder gegaan, steeds zijn de eischen hooger
geworden en blijkens het Unie-rapport wil men
de zaak thans omkeeren, en de bijzondere school
regel maken, de openbare slechts aanvullen.
Uitvoerig becritiseert spreker de regeliug die
men zich van de dan in te richteu openbare
scholen denkt, wanneer gebrek aan particulier
initiatief de oprichting van zoodanige school
noodig maakt.
Hij meent dat deze dan niet kan voldoen
aan de eischen die men aan een goede school
moet stellen.
Voor het kind kan toch niets te goed zijn.
De stelling die spreker uit voile overtuiging
reeds jaren verdedigd heeft is, dat alleen de
openbare school in zijn tegenwoordigen vorm
aan de ware ontwikkeling van het kind kan ten
goede komen. Wei voldoet de inrichting van
het onderwijs nog niet geheel aan het ideaal
dat hij en zijne medestanders zich daarvan
denken, maar er is toch al veel verbeterd, en
er kaD nog meer verbeterd worden.
Hij meent dat alleen de openbare school de
kinderen kan opvoeden in alle christelyke en
maatschappelijke deugden, zonder iemands gods-
dienstig gevoelen te kwetsen, de kerkelijke
richting van elk vrjjlateDde.
De openbare school kweekt aan waardeering
voor andere menschen, liefde voor de waarheid,
voor al het goede en schoone en men onder-
wijst dat op een wijze dat de kinderen het kunnen
begrijpen, op een wijze dat er de kiem gelegd
wordt voor godsdienstig onderwijs in de kerk
waartoe men behoort.
Spreker betoogt dat sectarisch onderwijs juist
moet verdeelen ea geen waardeering voor den
evenmensch en liefde tot den naaste kan aan-
kweeken.
Hij verklaarde den strijd tegen de openbare
school eigenlijk nooit te hebben kunnen begrijpen.
Er zal natuurlijk wel eens iets voorvallen op
die scholen, dat verkeerd is, maar daarvoor
mag geen geheele inrichting worden aange-
vatlen. Het zal ook op de bijzondere scholen
wel voorkomen dat er dingen gebeuren die
niet in den haak zijn. Dat mag geen reden
zijn voor den strijd tegen de bijzondere school.
Aan de hand van leerboeken op de openbare
school in gebruik, in tegenstelling met die van
bijzondere, zoowel van Gereformeerde als van
Katholieke scholen, meende hij te kunnen aan-
toonen, dat eerstgenoemde zooveel beter geschikt
waren voor de kinderziel, om in deze het goede
aan te kweeken, daar zij op dien leeftijd het
dogmatisch onderwijs nog niet kunnen bevatten.
Ten slotte wekte de spreker alien op, om
te strijden voor het behoud der openbare school,
de eenige die hij voor het kind geschikt acht.
Na de pauze, waarin niemand zich voor debat
opgaf, verkreeg spreker nogmaals het woord.
Na het schrijven der redactie van #Luctor et
Emergo" had spreker niet verwacht dat men
met hem van gedachten zou komen wisselen.
Dit speet hem, daar hij gaarne met open vizier
voor anderen komt en zoo mogelijk ook gaarne
van tegenstanders wil leeren.
Hij meende echter nader te moeten wijzen
op de uitdrukking dier redactie, dat niemand
de openbare school leed wil doen. Die1 uit
drukking komt ook overeen met eene van Dr.
Kuijper in het jaar 1905 //dat. zijn bedenkens
geen onbehoorlijke woorden ten opzichte van
de openbare school door de tegenstanders waren
geuit." Hij noemde die uitlating naief, wan
neer men nagaat de verschillende uitdrukkingeti
in woord en geschrit't, waarmede de openbare
school is gelasterd. Hij gaf te kennen in den
loop der jaren te hebben bemerkt, dat men
van de voorstanders der sectarische school voor
zaken die zij tot elken prijs willen bestrijden,
gaarne dikke woorden gebruikt, die indruk
maken op de menigte. Hij protesteert daar-
tegen ten sterkste. Wanneer men verkeerde
toestanden kent en deze met naam en tijdstip
weet aan te wijzen, zal hij zich een der eersten
beijveren om tegen herhaling te waken.
Meest bepaalt men zich echter tot algemeen-
hedeu, een laster die niet te achterhalen is.
Daaruit blijkt z. i. geen waardeering van auders-
^oidoendei?Er wordt ook wel eens beweerd
dat de openbare school socialisten kweekt maar
in verband daarmede noemde spreker het op-
merkelijk dat voor eenigen tijd de meerdertieid
van het partijbestuur der sociaal democratische
partij in Nederland juist bestond uit leerlingeu
van chr. scholen. Ook de afgevaardigde Duijs
is een leerling dier scholen. Zijn er fouten
dat men medewerke tot verbetering, maar, het
is in den laatsten tijd overtuigend gebleken,
dit wil men niet.
Tegen het streven der tegenstanders moeten
alle voorstanders der openbare school opkomen,
om te waken voor hare bedreigde belangen, dit
moet geschieden ter wille van het kind, want, zoo
eindigde spreker, deze is alleenjj in staat het
kind te geven wat des kinds is.
Na de rede van spreker, die met applaus werd
begroet, bracht de voorzitter hem dank voor
zijne gloedvolle woorden, en hoopte, dat deze
niet zonder vrucht zouden bli]ven. Ook hij
noodigde alien die het met den spreker en de ver
eeniging eens zijn uit, in Juni a. s. te helpen
bevorderen dat het /openbaar" onderwijs zal
blijven een voorwerp van aanhoudende zorg der
regeering.
obli'gaties bedraagt 12.124, een waarde van
6.062.000 frank vertegenwoordigend. Den eersten
October 1912 was er voor 978.470 frank aan
schuldvorderingen van leveranciers. Het passief
bedraagt in totaal 7.282.470 frank.
Naar men weet vluchtte Wilmart, de gede-
legeerd commissaris, in October en barstte het
schandaal los. Voor meer dan 14 millioen
frank waren onregelmatige obligaties in omloop
gebracht. Het bestuur der maatschappij wilde
in die omstandigheden voor alles een faillisse-
ment vermijden. Reeds gaven de maanden
Januari en Februari van dit jaar een vermeer-
dering met 34,000 frank op het voorgaande
jaar.
Mr. de Jonghe meende dat binuen enkele
jaren de ptaat den spoorweg op voorwaarden,
uiterst voordeelig voor den laatsten, zou kunnen
overnemen. Toen is een akkoord voorgesteld.
Omtrent de door de bestuurders genomen maat-
regelen ontspon zich eenig debat. Toen over
de bekrachtigiug daarvan zou worden gestemd,
werd deze met 259 tegen 52 stemmen en een
onthouding verworpen.
Uit dit resultaat volgt, dat de beslissingen
tijdens de vergadering, waar over het akkoord
beraadslaagd werd, genomen, vernietigd worden,
te weten de benoeming der toen aangeduide
liquidateurs.
Daarna werden 7 bestuursleden en 5 com-
missarissen benoemd, ter vervanging van de
overledenen of van hen, die ontslag namen.
Tot bestuurder werd o. a. de heer VanRompu
benoemd.
Het akkoord is dus verworpen. Een advo-
eaat uit Brussel betwistte de geldigheid der
stemming echter.
De Belgische staat die zelf voor 300,000
frank van de maatschappij te vorderen had
heeft de failliet-verklaring geeischt, voor het
geval dat de aandeelhouders zouden weigeren,
het akkoord te bekrachtigen.
Koewacht. Woensdag had alhier de gewone
jaarlijksche markt plaats van paarden, koeien'
en auder vee, Aangevoerd waren 32 paarden,
95 koeien, 44 varkens en 9 geiten. Naafloop
der markt werden onder het spelen der fanfaren
de volgende premien uitgereiktVoor het
meest in waarde zijnde werkpaard Aug. Herman
te Moerbeke, voor het schoonste veulen nog
zijne melktanden hebber.de E. van Goethem te
Stekenevoor het schoonste veulen geboren in
1912 Ph. v. d. Vijver alhiervoor de schoonste
baatgevende of kalfdragende koe le en 2e prijs,
H. Kips alhiervoor de schoonste zes- of vol-
tandsche kalfdragende vaars Th. de Block te
St. Jansteen, voor de schoonste vier- of twee-
.aiidsohe vaars FraDS D'Hooge te Uuist; vqov
den vetsten os le prijs E. Dierick, 2e pr. wed.
V. de Blieck, beiden alhiervoor de vetste
vaars te pr. E. Dierick, 2e pr. wed. V. de
Blieckvoor den schoonsten stier Th. v. d.
Vijver alhier voor het grootste getal paarden
ter markt gebracht Henri Suij alhier; voor
het grootste getal hoornvee P. van Dorsselaer
te St. Jansteen voor het grootste getal varkens
Gh. Jansens te Moerbeke; voor het grootste
getal hoornvee ter markt gekocht Jos. de Guch-
tenaire alhiervoor de schoonste geit le pr.
Pr. v. d. Walle, 2e pr. Fr. de Gucbtenaire,
3e pr. A. lnghels, alien alhier. Bij loting ver-
wierven nog een prijs; Alph. Bernaert, Aug.
Suy, H. Plass'chaert alhier, Th. Verketen Frans
Duym beiden te Moerbeke. Er waren zeer
vele schoone runderen aangevoerd. De handel
was tamelijk levendig en de prijzen hoog.
Dinsdag had te Gent weder een vevgadering
plaats van de spoorwegmaatschappij GentTer
Neuzen. Bij het openeD der zitting werd naar
de //Gazette van Gent" meldt, medegedeeld, dat
407 bevoorrechte aandeelen en 1414 gewone
aandeelen vertegenwoordigd waren, d. w. z.
tezamen 1821 aandeelen, recht gevende op 312
stemmen.
Doordat beslag werd gelegd op de boeken
enz. der maatschappij in verband met de zaak
Wilmart, was het niet mogelijk, aan de ver-
gaderden een balans over te leggen. Vervolgens
bleek uit het uitgebracht verslag, dat de exploi-
tatie van den spoorweg niet den minsten sr.il-
stand ondervond.
De advocaat de Jonghe, raadgever der maat
schappij, heriunerde daarna aan de tweevoudige
vergunning, aan de maatschappij door de Bel
gische en Nederlandsche regeeringen toegestaan
vergunningen, die voor Belgie nog over 44
jaar, voor Nederland over 53 jaar loopen.
De concessie schrijft voor, dat de maatschappij
van alle rechten vervallen zal worden verklaard,
als de exploitatie onderbroken wordt. In 1911
beliep het cijfer der ontvangsten 710.000 frank.
In October 1.1. bevatte het kapitaal 5000 gewone
aandeelen. Bovendien zijn er 3171 bevoorrechte
aandeelen. Het maatschappelijk kapitaal be-
loopt 485.500 frank. Het aantal uitgegeven
De Rechtbank heeft in hare zittiug van 4 April
de volgende vonnissen uitgesproken
C. V., oud 29 j., zonder beroep te St, Jansteen,
is wegens mishandeling veroordeeld tot 3
boete of 3 dagen hecht. (eisch 5 boete of 5
dagen hecht.)
M. C. V., oud 27 j., zonder beroep te St.
Jansteen, is wegens mishandeling begaan tegen
hare moeder veroordeeld tot 14 dagen gevang.
(eisch idem.) v
A. B. D., oud 39 j., slager te IJzendijke is
wegens eenvoudige beleediging van eenambtenaar
veroordeeld tot 10 boete of 10 dagen hecht.
(eisch idem.)
J. P., oud 42 j., commissionnair te Hoek,
thans gedetineerd te Middelburg, is wegens
poging tot oplichting veroordeeld tot 4 maanden
gevang. met mindering der prev. hecht. (eisch
idem.)
Door het O.M. bij het gerechtshof te
'sGravenhage werd Woensdag zes weken ge-
vangenisstraf geescht tegen S. G. P. V., kan-
tonnierC. S. E. V., schippersknechtG. V.,
werkman, alien te Sluiskil en L. S., stoker te
Puttershoek, beklaagd van mishandeling van
zekeren Tollenaar in December 1.1. te Ter Neuzen,
terwijl bekl. zich bij die gelegenheid ook zouden
hebben schuldig gemaakt aan verzet tegen
marechaussees. De rechtbank te Middelburg
bad aan ieder der beklaagden 1 maand ge-
vangenisstraf opgelegd.
De verdediger Mr. J. Weyl voor twee der
beklaagden optredende pleitte vrijspraak.
Woensdag werd alhier in het //Hotel Gentraal"
onder voorzitterschap van den heer Ph. J. van
Dixhoorn eene vergadering gehouden van de
afdeeling Axel der Zeeuwsche Landbouwmaat-
scliappij, die door vele leden werd bijgewoond.
Na opening dm vergadering, leziug en goed-
keuriug der notuleu, werd mededeeling gedaan
van de ingekomeu stukken.
Daaronder was een verzoek van de vereeniging
tot veredeling van het geitenras om subsidie.
Het bestuur der afdeeling is voornemens aan
het hoofdbestuur voor te stellen daaraau vanwege
het hoofdbestuur subsidie te verleeuen. Dan
dragen alle afdeelingen aan die subsidie bij.
Vervolgens werd door den Voorzitter mede
gedeeld dat door het bestuur advies is uitgebracht
aan het hoofdbestuur over het voorontwerp
Landbouw-arbeidswet, daar dit voor begin Maart
moest worden ingezonden.
Op verzoek van de vergadering wordt van
dat advies lezing gegeven. Er blijkt uit dat
bestuur, dat twee vergaderingen aanhetsamen-
stellen van zijn advies wijdde de bepalingen
der wet over het algemeen te< ingrijpend vond,
terwijl meerdere bepalingen met het oog opde
eischen van het bedrijf veel te bezwarend zijn.
Daar op sommige tijdstippen veel handen te
kort komen voor werk dat in een bepaald
seizoen moet gebeuren, en men nu reeds met
gebrek aan werkkrachten heeft te kampen, is
een verbod van arbeid voor kinderen beneden
de 13 jaren te ingrijpend de medewerking dier
kinderen kan voor het bedrijf niet ontbeerd
worden. Voor zoover het nog zou worden
toegelaten hangt het af #van het inzicht van
een inspecteur. Het bestuur acht het noodig
dat de gevallen waarin uitzondering wordt toe
gestaan in de wet zelve geregeld worden, daar
men dan weet waaraan zich te houden, maar
niet van een steeds voor wijziging vatbaar
inzicht van een ambtenaar moet afhangen.
Dat maatregelen voor de veiligheid moeten
worden genomen is iets dat vanzelf spreekt,
maar de yoorzitter meent dat het te ver gaat
om nog van de werkgevers te eischen dat zij
zullen instaan voor de gezoudheid van hunne
werklieden.
Een voorschrift tot het verschaffen van goed
drinkwater is onnoodig, daar dit op elke hofstede
in ruime mate te krijgen is.
Ten slotte wordt geprotesteerd tegen het be-
dreigen met zware gevangenisstraf van over-
treding van de bepalingen. Eene boete laat
men nog daar, maar ongewenscht wordt het
geacht de landbouwers met gevangenisstraf te
bedreigen. Daartegen kan, meent de voorzitter, j
niet ernstig gt)<ioeg geprotesteerd worden.
Verschillende leden geven te kennen mee te
kunnen gaan met het door het bestuur uitge
bracht advies. 4
De Voorzitter deelt mede dat van uit den
boezem van het bestuur het ^denkbeeld wordt
geopperd om alsnog aan den Minister te kennen
te geven dat de geheele wet voor het landbouw-
bedrijf onpoodig is. De oprichting der land-
bouwonderlinge is een bewijs dat de landbouwers
uit eigen beweging zorgen voor hunne werk-
nemers, wanneer die door ongevallen of ziekte
worden getroffen.
Overeenkomstig dit denkbeeld wordt besloten.
De heer J. de Putter meent dat, als de wet voor
Juni niet meer klaar gemaakt wordt,//ze er mis-
schien wel heelemaal mee kunnen ophoepelen."
Van de vereeniging tot verzekering van
varkens ,/Draagt elkanderS lasten" te Baandijk
(Ter Neuzen) is een dankbetuiging ingekomen
voor de subsidie van f 15 voor het inenten
van varkens tegen de vlekziekte, onder mede
deeling dat het inenten dit jaar weer op de
gewone wijze zal geschieden.
Alsnu is aan de* orde de vaststelliug der
rekening over 1912.
De heer J. de Feijter Lz. te Axel brengt
namens de commissie van ouderzoek rapport
uit en adviseert tot goedkeuring der rekening.
De uitgaven hebben bedragen (met inbegrip
van een nadeelig saldo over het jaar 1911 van
219,50173) 1392,651/s en de ontvangsten
f 1525,50. Er is alzoo een goed slot van
132,84V,.
Met algemeene stemmen wordt de rekening,
onder dankbetuiging aan den penningmeester
voor zijn gehouden beheer, goedgekeurd.
Vervolgens wordt de begrooting voor 1913
vastgesteld op een eindcijfer van 1636,341/,,
met een post voor onvoorziene uitgaven ad
539,04V,. i
De heer J. de Putter gaf te kennen dat hg
gaarne de bijdrage aan het hoofdbestuur ver-
minderd zag. De afdeeling zou dan zelf meer
geld beschikbaar houden en er kon meer ver-
richt worden.
De voorzitter, erkennende dat het gewenscht
was dat de afdeeling over meer geld kon be-
schikken, wijst er op, dat de contributie reeds
verhoogd is juist om aan het hoofdbestuur meer
te kunnen afdragen. Dit heeft ook met een
gedurig gebrek aan geldmiddelen te kampen.
Bovendien zou venninderiug der bijdrage,
wanneer deze practisch mogelijk was, toch
alleen kunnen geschieden door wijziging der
J statuten.