A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
2eeuw8ch-Viaaiider6R.
1813.- 6 Februari. -1913.
De Zoon van den Eankier.
PRIJSOPGA AF,
No. 5875.
Oonderdag 6 Februari 1913.
53e Jaargang,
Pieter Johannes Kielman.
54 SCHOOLBANKEN,
FEPILLETON.
ABONNEM1NT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per poetVoor
Vederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,65 en voor
bet overige Buitenland 2,—. Men abonneert zich bp aile Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
ADVKRTENTIENi
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0,10.
Bp ditecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prjjs slechts t w e e m a a 1 berekend.
Groofcere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Telefoon No. 25.
Inzending van advertentxen v6or 1 aur op den dag der uitgave.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN vragen voor 18 Februari 1913
ppijsopgave voor het leveren van
waarvan de teekening, voor f 0,75, ter
Gemeente-secretarie verkrijgbaar is.
Ter Neuzen, 4 Februari 1913.
Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
JVat zich sedert heugenis alhier nog niet
heeft voorgedaan is thans een feitonze gemeente
telt thans een burger, die den respectabelen
ouderdom van 100 jaar bereikt heeft. Wei
een voorrecht, dat slechts aan weinigen wordt
geschonken, en vooral een voorrecht wanneer
men zijn eeuwfeest kan herdenken onder de
omstandigheden zooals de heer P. J. KIELMAN,
rustend landbo#wer te Sluiskil, dat vermag te doen.
De laatste dagen liepen geruchten, dat het
minder goed was met zijn gezondheidstoestand,
doch dit bleken ons bij onderzoek gelukkig
niets ineer dan geruchten. Bij een bezoek dat
wij het genoegen hadden hem te brengen,
konden wij opmerken dat de oude beer zeer op-
gewekt was en klaagde hij alleen dat het hoesten
hem eenigermate hinderde.
Ook heden nog vernamen wij dat hij het
bijzonder goed maakt.
De heer Kielman is op 6 Februari 1813
te Hoek geboren. Op lOjarigen leeftijd kwam
hij met zijne ouders te Sluiskil. Zijne ouders
waren onbemiddeld en PIETER werd reeds op
jeugdigen leelrijd tot den veldarbeid geroepen.
Van schoolgaan of leeren was voor hem geen
sprake. Later was hij ook polderwerker, schipper,
visscher, uitvoerder en aannemer van polder-
werken en laatst landbouwer op de hofstede
waar hij thans nog woont. Hij is ongehuwd
gebleven. doch was steeds met zijn broeder
samen, die voor eenige jaren is overleden, en bij
wiens weduwe en kinderen hij thans nog inwoont
die hun oom in hooge eere houden.
Het was ons niet onbekend dat de familie
liefst het eeuwfeest zag herdacht zonder bepaald
openbaar feestbetoon, hoewel de inwoners van
Sluiskil dezen dag gaarne tot een algemeenen
feestdag hadden gemaakt. Dat het dan voor den
jarige te druk zou worden en bij daarvan hinder
zou kunnen ondervinden, was een der voor-
naamste bezwaren tegen eene feestviering.
Wij meenden van onze zijde deze, voor onze
gemeente zoo hoogst zeldzame gebeurtenis niet
39)
Wanneer je mij als een fatsoenlijk mensch
te wodrd wilt staan, zal ik je niet langer
vasthouden", zei Evert Hartman diep ver-
ontwaardigd. ,,Je weet heel goed, dat ik geen
geld verlang. Je moest weten, dat ik eerder
van honger zou willen sterven, dan geld van
jou aannemen
Robert had zich losgeschud en wilde instappen,
maar Evert toonde geen genade en greep bem
ten tweede male vast.
jvlk zal je dwingan mij te antwoorden", zei
hp. En terwijl hij zijn vrije hand ophief, sloeg
hij hem daarmee in het gelaat.
Wanneer je je nu uit de voeten maakt na
deze beleediging, ben je geen knip voor je neus
waard en toon je je zelf niet alleen een leuge-
naar en een dief, maar ook nog een lafaard. Daar
onopgemerkt te mogen laten voorbijgaan, te
meei waar two huiuig/ng op (ieze wpze, den
jarige niet kan hindpren.
Om uitvoering aan ons voornemen te kunnen
geven, was een bezoek aan de familie nondig.
Wij werden zeer minzaam ontvangen en bij
den ouden heer toegelaten, in zijn leuningstoel
in de huiskamer gezeten. Het was voor ons
wel een bijzondere gewaarwording, toen wij de
hand drukten van iemand die op enkele dagen
na den last van 100 jaren torste. De gedachte
aan die voile eeuw, wekt eerbied, vooral door
de gedachte wat er in dat voor een mensch
bijna onafzienbaar aantal jaren over dit grijze
hoofd kan zijn heengegaan en de schat van
herinneringen en ervaringen die daarin zetelen.
A1 aanstonds bleek ons dat de oude heer
nog van een grapje houdt, want al was uit
zijne houding terstond aan te nemen dat hij
wel zou voldoen aan ons verzoek om voor een
fotograaf te poseeren, en ons toe te staan zijn portret
in ons blad af te drukken, zoo bleek hij ons toch
een beetje in spanning te willen houden. Al
spoedig na ons bezoek ontvingen wij bericht dat
de oude heer in ons verzoek toestemde en de
fotograaf Feijen van Sas van Gent, die dit reeds
lang te voreu had gevraagd, hem fotografeeren
zou. Genoemde heer heeft daarop van den heer
Kielman verschillende welgeslaagde opnamen
gemaakt. Van een dier opnamen geven wij
hierboven eene reproductie.
Wij waren later ook in de gelegenheid eens
met den heer Kielman over het verleden te
praten. Hij doet dit, als hij in een goede bui
is, gaarne. En wij hadden het goed getroffen,
want met bepaald jeugdig vuur heeft hij ons
Een tweede slag deed Robert van Bronseveld
duizelen.
Kokend van ingehouden drift hief hij thans
de hand op, maar toen hp het gelaat van
Evert Hartraam zag, liet hij haar weer zakken.
jpWat heb je mij te zeggen
z/Dat weet je heel goed! Je weet heel goed,
wat ik je te zeggen heb. In een paar woorden
kan ik het je vertellen."
Robert van Bronseveld haalde de schou-
ders op.
De duisternis verborg zijn doodelijke bleek-
heid.
,Kom mee naar den overkant", zeide hij.
,/Stel je niet aan als een gek. De koetsier
hoeft geen getuige te zijn van je praatjes."
Toen zjj een twintig passen van den koetsier
verwijderd waren, stond Evert Hartman stil.
»Dit is voldoende", zei hij beslist.
Weer legde hij zijn hand op den arm van
Robert van Bronseveld.
,/Je weet, wat ik verlang, Robert. Ik ver
lang gerechtigheid. Wanneer je denkt, dat ik
tot in het oneindige zal volhouden je te be-
wel meer dan een paar uren aangenaam. bezig
gehouden, met het vertellen van verschillende
episode's uit zijn leven.
Er is tijdens het leven van den heer Kielman
heel wat veranderd, niet alleen in de maat-
schappii in het algemeen, door de ontwikkeling
van het stoomwezen enz., maar ook de plaatselijke
omstandigheden, het aanzien der landstreek is
geheel vervormd. Hij heeft nog gevaren waar
nu reeds tal van jaren de landbouwers den grond
bewerken. Hij heeft gevaren vanaf Sluiskil bij
iaag water naar de monding van den Brakman
hij kon toen komen van uit de Schelde tot
Westdorpe en ook tot Hulst.
Dit heeft geduurd tot de Brakman voor het
leggen van het kanaal is afgedamd. Van dien
tijd dateert de aanslibbing van den Brakman,
die, zooals bekend, nog steeds voortgaat.
Aan het bouwen van de vestingwerken te
Ter Neuzen heeft de heer Kielman ook nog
gewerkt. Hij moest specie brengen aan de
werklieden die de muren voegden, hij verdiende
toen 50 cent per dag, waarvan hij dagelijks
10 cent moest uitgeven voor koffie.
Ook aan het graven van het kanaal heeft hij
gewerkt, terwijl hij verder tijdens de vordering van
het werk zijn vader hielp, die een handel was be-
gonnen in verschillende behoeften voor de werk
lieden.
Men kon toen nog niet over machines, zooals
stoomheistellingen, een ijzeren man voor het
graven enz. beschikken. Het beien geschiedde
oat. de hand en het graven van het kanaal
met spade en kruiwagen Zoodoende waren
een groot aantal werklieden voor dat werk
noodig. //Het leek wel een mierennest" ver-
telde hij, ffals men al die menschen aan het
werk zag."
Ook toen kwamen arbeidsconflicten voor. De
juiste oorzaak van een toenmaals voorgekomen
conflict kon de heer Kielman zich niet meer
herinneren, maar hij wist toch dat toen door
een groep van het werkvolk in een keet van den
aannemer, waar verschillende voorraden, ook
mondvoorraad was geborgen, groote verwoes-
tingen waren aangericht.
Dit was zooals bekend op het laatst
van de jaren '20. Toen kwam de revolutie,
de afscheiding van RelgiS. Het was een jaar
voordat de heer Kielman moest loten, dat hij
door een militairen bevelhebber was opgecom-
mandeerd, om dienst te doen voor bewaking
der wegen te Sluiskil. Op een nacht werd hp
met een kameraad, zekere Jan Riddering, op
post gezet langs het zijkanaal naar Axel, ongeveer
op de grens tusschen Ter Neuzen en Axel, waar
vroeger de brug over het kanaal lag. Er werd
vermoed dat daar een zeker persoon zou pas-
seeren en de bevelvoerder had aan de schild-
wachten f 100 beloofd, indien ze dien mijnheer
zouden doodschieten. En die mijnheer kwam
daar ook des nachts, maar de jongens dachten
er niet aan die 100 te verdienen. //Kan je
begrijpen" zeide hi), met eene flikkering in
schermen, heb je je deerlijk vergist. Toen ik
jouw schuld op mij nam, dacht ik, dat ik sterven
gingdat weet je. Als stervende nam ik den
diefstal op mij. Voor een doode kwam het er
niet op aan in jouw oogen mijn doodstrjjd kon
nog wM wat harder zijn, meende je. Maar ik
ging niet dood, ik keerde tot het leven terug
en met het leven kwam de lust tot werken
de noodzakelijkheid mijn brood te verdienen.
Ik ben jong, evenals jijik heb nog een heel
leven voor mij. Ik heb behoefte aan sueces,
aan liefde. Ik heb God nooit om rijkdom ge
vraagd. Ik wil alleen maar in staat zpn het
noodige te verdienen om voor hen, die mij na
aan het hart liggen, te zorgen. Jij bent rijk
jij bent veilig. Ook als je jouw schuld
beleden zult hebben, zal geen haan er naar
kraaien, omdatmenden familienaam zal wenschen
te sparen. Je hebt niets te vreezen niets."
Zijne donkere oogen brandden hem in het
hoofd. Zij stonden vlak bij een gaslantaarn
en Robert van Bronseveld zag de gestrengheid
van zijne gelaatstrekken.
//Van het eerste uar af, toen ik wist, dat
het oog //voor 100 iemand zoo maar
doodschieten." Uit zijn verdere mededeelingen
bleek, dat hij met dien bedoelden heer later
meermalen nog goede zaken gedaan heeft.
Later heeft de heer Kielman veel gewerkt
aan het indijken van polders. Als schipper heeft
hij daarvoor grond aangevoerd en in den tijd
dat er niet te varen was oefende hij ook de
visscherij uit. Zoo heeft hij ook veel garnalen
gevangen en hij verklaarde dat het eene groote bij-
zonderheid was dat hij de vorige week garnalen
had kunnen eten, daar deze gewoonlijk niet zoo
vroeg in het jaar worden gevangen.
Inmiddels was hp ook uitvoerder van polder-
werken geworden en werden door hem, hetzij
alleen, hetzij met anderentesameu, werken aange-
nomen. O. m. is door hem gelegd de vroegere brug
over de Kraag en is door hem met anderen de
Oostelijke waterleiding gemaakt. Het ging niet
altijd voor den wind vooral niet bij dat laatste
werk. Daaraan verdienden hij en zijn eompag-
nons, zooals hij het uitdrukte, eenige duizenden
guldens ffuit hun zak". Wat hij vroeger had
weten over te leggen ging daarbij geheel te
loor, hij had zelfs om betalingen te kunnen
doen een sommetje van zijn ouders moeten
gebruiken, maar wist dat toch nog te redden.
Later gingen de zaken weer wat beter.
Hij vertelde ook nog van een grondwerk, uit-
gevoerd in de omgeving van Stoppeldijk, waar
tal van geraamten werden opgegraven. Ook
enkele aarden kannen werden gevonden, maar
potten of bussen met geld heeft hij nooit kunnen
vinden. Hij sprak als zijn meening uit, dat de
genoemde geraamten afkomstig waren van per-
sonen die in een daar plaats gehad hebbend
gevecht waren gevallen en ter plaatse begraven,
want het waren, aan de schedels te zien, op een
paar uitzonderingen na alle geraamten van
mannen. Hp vertelde ook nog dat die plaats
des nachts door de medewerklieden uit het Land
van Hulst werden geschuwd, uit vrees voor
geestverschijningeu, //maar ik heb nooit iets
gezien, hoorvoegde hij er levendig aan toe.
Aan dat werk, iets van een 14,000, was
nog al wat te verdienen geweest, maar toch
schijnt het hem daar ook niet heelemaal naar
den zin te zijn geweest, want ,,al wilde men
hem nu de 14,000 presenteeren, dan zou hij
dat werk toch niet meer willen doen
Een dankbare herinnering is het ook voor
den ouderling dat hij, schipper zijnde en in den
Brakman, in de omgeving van Mauritsfort, lig-
gende met zijn vaartuig, een vijftal vlaskoop-
lieden, die naar hp bemerkte op een verkeerden
weg waren, kon waarschuwen op hun pad terug
te keeren, daar ze bij het wassende water
door den vloed zouden worden verrast en een
wissen dood tegemoet zouden gaan.
Later werd hij polderbaas en bode van een
vijftal polders. Het is als het ware onbegrijpe-
lijk als men hem hoort vertellen dat hij, ofschoon
niet in het minst geleerd, in die functie bij
gelegenheid eener stormschade aan een dier
ik niet sterven ging, heb ik op je gewacht, in
de zekerheid, dat je zoudt komen om de smet
van mijn naam te nemen. Omdat je den man
waart van mijne zuster, heb ik geduldig afge-
wacht. Telkens werd ik teleurgesteld ik
moest tot de ontdekking komen, dat je in het
geheel geen plan hadt om te spreken en
niet alleen dat, maar ook dat je in het geheim
bezig waart mij overal te bekladden, me neer
te trekken zoo diep, dat ik me niet meer
zou kunnen opheffen. De heele wereld weet,
dat ik een dief, een bedrieger ben en dat je
vader uit ziekelijk medelijden mp gespaard heeft
voor het gerecht. Dat alles heb je gedaan
en dat doe je nog steeds. Het heeft heel wat
tijd gekost, eer ik zoover kwam om dat te ge-
looven van iemand, die brave ouders heeft ge
had en eene zuster, gelijk aan een engel."
Hij had zich buiten adem gesproken en bleel
een oogenblik wachten, zijn blik op het bleeke,
tengere gblaat voor hem gericht.
(Wordt vervolgd.)
TER IEII2EIVS0HE CIDIAIT.
Pit Mad »er»thljnl WubbiIhu., Wt.enwrtity. en VrlfilKfravond, mllKMnnderd op »'e«itdaVen 1»IJ de Flrma P. JT. ¥11UK li*M, Wmw Mewsen.