Tsr Nsuzenschs Gourant
Dinsdag 21 Januari 1913,
No. 5863.
Binnenland.
Gemeenteraad van Ter Neuzen,
60ft—iooa
7. Vaststelling van verordeningen op de heffing en
invordering van schoolgeld voor het middelbaar
onderwijs.
(Wordt vervolgd.)
Minister E. R. H. Regout. t
Zaterdagmorgen bracht de telegraat ons de
droeve tijding dat de Minister van Justitie, de
heer i3. R. 3. Regout, was overleden, op den
nog niet hoogen ieeftijd van bijna 50 jaar.
Na de bericbten der laatste dagen bleef alles
te vreezen en weinig te kopen. Reeds nadat
de lijder om gezondheidsredenen met vacantie 1
naar bet buitenland vertrokken was om daar
rust en herstel te zoeken na den inspannenden
begrootingsarbeid werden de berichten steeds
onvustbarender.
Vrijdag 10 Januari is de lijder uit het
buitenland teruggekomeu. In verband met zijne
zwakte moest van een gevaarlijke operatie, ter
verwijdering van een hersengezwel worden at-
gezien. Jl. Woensdag werden hem de laatste I
11. Sacramenten toegediend. Dien dag zond
Z. H. Paus Pius hem zijn zegen.
Ongeveer half acht is Zaterdagmorgen de heer
Regout kalm en zaeht bezweken.
Op 23jarigen Ieeftijd promoveerde hij in de
recnteu en kwam bp de magistratuur. in 1905
trad hij af als officier van justitie te Rdermond
om zich geheel te kunnen wjjden aan het kamer-
lidmaatsckap. Hij had zitting voor Helmond.
Op 7 Juni 1910 werd hij benoemd tot Mi
nister van Justitie, in welke functie hij den
heer Nelissen opvolgde, die een maand te voren
om gezondheidsredenen ontslag had gevraagd.
Het ,/Weekblad van het Recht" schreef in
die dagen van hem
„De nieuw opgetreden Minister Regout heeft
een, zij het ook betrekkelijk korte, eervolle
loopbaan bij het Openbaar Ministerie achter
zich, waarbij hij zich als een bekwaam jurist,
als een goed spreker en ook als een humaan
man deed kennen."
Verschillende wetsontwerpen zijn in de 2L/J
jaar van zijn Ministerschap door Mr. Regou
in gereedheid gebracht: ontwerpen op de echt
scheiding, de voorwaardelijke veroordeeling, d
eedsformule, de militaire rechtspleging en he
auteursrecht. Maar het ontwerp waaraan hij
meer dan een ander zijn naam gal, was he
befaamde wetsontwerp tot bestrijding van d
zedeloosheid de wet van 20 Mei 1911. Me
waardigheid en talent, zonder schadelijke over
drijving, heeft hij dat ontwerp verdedigd
Man van vriendelijk karakter, geen drijve
had Mr. Regout ook voor de bedenkingen va
zijn tegenstander ooren Hij was, sckrij
de Haagsche Crt. een, in en buiten parlemen
taire kringen, geziene figuur. Men bewonderd
zijn groote kennis, zijn ongewoon intellect, zij
talent als begaafd spreker.
Hij was een van de beste krachten van h
kabinet- Heemskerk.
Zijn aan den lande bewezen diensten werde
o. m. erkend door zijn benoeming tot ridd
in de orde van den Ned. Leeuw en tot co
mandeur van de Oranje Nassauorde. Voor
was Minister Regout drager van het grootkru
der Kroonorde van BelgiS.
De plechtige uitvaartdienst voor wijl
TAN
T-\-ET! QT A 11 Drost; tegen stemrnen de heeren Waalkes, Visser, Moggre,
I VV "I HI I J Hi J3UA.I J. Uo jageri Scheele, Lensen, De Feijter, De Bruijue, Donze
Vergadering van Vrijdag 1 7 Januari 49i<3.
(V E R V 0 L G.)
De Voorzitter stelt thans aan de orde art. 3 en vraagt
den heer De Jager of hij zijn voorstel nog nader wenscht
toe te lichten. u
De heer De Jager geeft te kennen, dat hij aan net reeds
in het midden gebrachte weinig heeft toe te voegen. llij
heeft de strekkmg van de voorgestelde heffing reeds be-
sproken. Er valt nog op te merken dat luj en de mede
voorstellers het gewenscht achten, dat voor alle klassen
hetzelfde schoolgeld wordt betaald en dat met, /.ooa s het
voorstel van Burg, en Weth. beoogt voor de verschillende
klassen een verschillend schoolgeld zal worden geheven.
Er wordt zoowel op de eerste als op de derde klasse meer
uitgebreid lager onderwijs in zijn vollen omvang onder-
wezen. Er moet dus gelijk leergeld betaald worden.
De voorstellers achten ook het tarief dat Burg, en
Weth. aangeven te laag 9, 12 en 18 per jaar komt
aan hen, vooral met het oog daarop dat het een fragmen-
tarische school betreft, een belachehjk laag schoolgeld
voor. Vandaar dat zij een voorstel hebben gedaan waar-
voor de k.ostende prijs tot basis zal moeteu dienen, al is
het dan ook dat zij zich geen illusies hebben gevormd
dat zij er hun voorstel door zullen halen. Ook voor de
opvolgende klassen achten zij het door Burg, en Weth.
voorgestelde schoolgeld te gering.
De heer Waalkes acht het helfen van een verschillend
schoolgeld voor de klassen van het meer uitgebreid ouder-
wijs ook niet goed. Er wordt in al de klassen hetzelfde
onderwijs gegeven en een gelijk aantal uren, zoodat het
schoolgeld ook gelijk moet zijn.
Lie heer Dees sluit zich ook bij dit betoog aanm de
vergadering van het Dag. Best, heeft hij zich ook reeds
in dien zin uitgelaten.
De heer Drost kan zich ook met het gesprokene door
den heer Waalkes vereenigen. De Schoolcommissie zag
ook geen reden om verschil te maken in de helling vooi
de verschillende klassen van het meer uitgebreid lager
onderwijs. Wei is een grens gemaakt voor de klassen
van het middelbaar onderwijs.
De Voorzitter geeft te keiinen dat er by Burg, en Weth.
geen bepaald bezwaar bestaat tegen een gelijke heffing
per klasse, vooral waar verschillende voorstellen een andere
progressie voor de heffing van schoolgeld naar het inkomen
adlDl Vne'ent dat het, voor een goede behandeling der zaak,
maar het best is, thaiys alle voorgestelde cijfers tegelyk
in bespreking te brengen, opdat er anders licht verwarnng
m de cijfers jou kunnen komen. hater kunnen de voor
stellen dan achtereenvolgens in stemming komen. By
golooft te bemerken dat vele leden gevoelen voor een gelyk
schoolgeld voor alle klassen.
De heer Waalkes acht het gewenscht, dat dit laatste
eerst wordt uitgemaakt, dan hoeft daarover met meer
gesproken te worden.
Met 11 stemrnen tegen 1 wordt besloten voor alle drie
de klassen een gelijk schoolgeld te lieffen. Tegen stemt
de heer Visser; voor de overige leden.
Alsnu bliiven in bespreking de amendementen betrelfende
art 3 van de heeren De Jager c.s., de regeling van het
schoolgeld voorgesteld door de Schoolcommissie (die wordt
overgenomen door den heer Dees en gesteund door de
heeren Drost en l)e Feijter) en het voorstel van de heeren
Lensen ca.
De heer De Jager reieveert zich aan natgeeri -y eoas
heeft gezegd.
De heer Drost indent dat over de heffing zooals de
Schoolcommissie die aangeeft ook weinig te zeggen valt
het pnncipe dat er bij voor zit is gelijk aan dat van Burg,
en Weth en vaii de heeren Lensen c. s., dat voor het
begin wat lager komt en voor de hoogsten ook hooger
o-aat. Het is alleen maar de kwestie van wat meer ot
minder, daar valt niet over te redeneeren, want dat is
een verkiezing.
De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. aan net
rekenen zijn gegaan en daarbij tot maatstai hebben ge-
iiomen berekeningen die hier vroeger gemaakt zijn, o. in.
zijn uok de cijfers genomen die hier vroeger door den
heer De Jager zijn genoemd. Wanneer we dan de helft
doorsneden, kwamen we op een kostende prys van Ub.
Dit moet zeker voor het meer uitgebreid lager onderwys
een te hooge prijs genoemd worden. Burg, en Weth.
hielden dit in de gedachten, terwijl bovendien ook met
boven bet wettelijk maximum mag worden gegaan.
Men kan wel pen berekening maken die hooger loopt,
dezer dagen werd ook al eens berekend dat de kostende
prijs op 300 per leerling zou komen, maar zelfs als men
zoodanig schoolgeld zou mogen of willen invoeren, zou
men zich nog de vraag behooren te stellen. ot men kin-
deren ter school zou kunnen krijgen wier ouders een zoo
hoog bedrag zouden kunnen betalen.
Een felt is het toch dat men onder de hoogst aange
slagenen de minste kinderen vindt die voor het schoolbezoek
in aanmerking komen; er zijn ook wel kinderen, maar
die zijn dan veelal de schooljaren te boven, omdat de meeste
hoogst aangeslagenen zich hun inkomen door hun wei s.en
in de jongere jaren hebben verworven. De gezinnen waai
de kinderen zijn die naar school moeteu, worden gevormd
door jongere inenschen, die nog moeten vverken om fortum
en daarmede een hooger inkomen te krijgen.
Dat is wel te zien uit de medegedeelde cijters, dat de
meeste kinderen aanwezig waren in de klassen met een
inkomen van 800 tot 3200. Dat is de middenklasse
en als men een zoo hoog schoolgeld zou helfen dai liel
den kostenden prijs nabij kwam, dan zou dit het. zwaarste
drukken op den middeustand, die men juist in staat
moet stellen om voor limine kinderen van de school
gebruik te kunnen maken.
Verder vestigt de Voorzitter er de aandacht op, dat tiet
amendement van lie Schoolcommissie spreekt van een be-
lastbaar inkomen en dat van de heeren Lensen c. s.,
evenals het voorstel van Burg, en Weth., van een zuiver
inkomen.
Vroeger is hier ook al de meemng uitgesproken, dat
het ongewenscht is, om de schoolgeldlieffing aan het kohier
van den hoofdelijken omslag vast te boppelen, daarom is
het beter te spreken van een zuiver inkomen. Van de
amendementen verdient dat van de heeren Lensen c. s. de
vourkeur, daar het voor de laagste klassen ook nog lets
lager gaat.
De heer Waalkes geeft te kennen dat de grondgedachte
van dat amendement is geweest dat de school voor iedereeil
moet dienen en dus ook door iedereen moet kunnen
worden bezocht. Aan dien eisch wordt volgens spreker
voldaan, door het schoolgeld voor de laagste klasse te
stellen op /6 per jaar, terwyl 72 voor hen die een
inkomen van meer dan f 4400 genieten ook niet te laag
mag worden genoemd'.
De heer Drost deelt mede dat de Schoolcommissie ge
sproken heeft van een belastbaar inkomen om verwarring
met de andere cijfers te voorkomen hij acht het ook 011-
raadzaam om de heffing vast te koppelen aan het kohier
van den hoofdelijken omslag, al is het ook dat dit voor
de heffing van het schoolgeld tot maatstaf zal moeteu
dienen. Voor een juiste beoordeeling der cijfers, in vei-
gelijking met de andere voorstellen, moeteu de cijlersder
inkomens in het amendement, dus met/" 41)0 worden ver-
hoogd en dan gesproken worden van een zuiver inkomen.
Alsnu komt in de allereerste plaats in stemming het
amendement van de heeren De Jager. De Brnijne
Dit wordt verworpen met 9 tegen 3 stemrnen. Voor
stemrnen de heeren De Jager, Scheele en De Hruijne;
tegen stemrnen de heeren Waalkes, Visser, Dees, Moggre,
Lensen, Drost, De Feijter, Donze en Eijke.
V'ervolgens wordt met 10 tegen 2 stemrnen verworpen
het amendement van de Schoolcommissie, gesteund door
de heeren Dees c. s. Voor stemrnen de lioei'en Dees en
Dr I
De
en Eijke.
De Voorzitter wil nu in stemming brengen het amendement
van de heeren Lensen, Waalkes en Moggre.
De heer De Jager wenscht hierover nog het woord, om
de voorstellers te verzoeken in hun voorstel een andere
klasse-verdeeling aan te brengen als volgt
Voor aangeslagenen naar een belastbaar inkomen van
100f 6
101—300
301—)) 600
1300
1600
1800
2000
2200
12
18
24
30
36
42
48
54
60
66
72, alles per jaar.
1001—
1301
1601
1801
2001—
2201—» 2400
2401—» 2600
2601 en hooger
De heer Waalkes merkt op. dat men, welke cijfers ook
voorgesteld worden, voor een deel een sprong in het
duister doet; het zou misschien overweging verdienen te
bepalen dat de verordening over een jaar of drie moet
worden herzien, als zij in de praktijk heeft gewerkt.
De heer Drost wijst er op, dat een gevolg van de aan-
neniing van het amendement van den heer De Jager zou
zijn, dat de middenstand, juist de stand die het ineest
aan de school behoefte heeft en daarvan gebruik zal
moeten maken, te zwaar zou worden gedrukt. Voor in
komens van 1600 tot 1800 is een dergelijk schoolgeld
veei te hoog.
De heer De Jager merkt op, dat het wel eemg verschil
maakt, wie men als behoorende tot den middenstand rekent.
In den aanvang dezer zitting zijn menschen met een
inkomen van 3000 ook nog tot de middenstanders ge-
rekend. Dat mag voor groote plaatsen, als Rotterdam,
het geval zijn, maar dat is toch niet het geval in een
plaats als Ter Neuzen. Er moet ook niet uit het oog
verloren worden dat de school veel aan de gemeente zal
kosten. De Voorzitter heeft een bedrag van f 250 genoemd,
dat in tweeen verdeeld moest worden, dus J 125. Spreker
kan de juistlieid van dat cijfer niet beoordeelen, maar
het is genoemd. Dan blijkt daaruit dat menschen met
f 1600 inkomen, die volgens zijn voorstel 3,50 per inaand
zouden moeten betalen, te nauwernood een vierde gedeelte
zouden betalen van de werkelijke kosten.
De heer Waalkes wijst er op, dat het voorstel van hem
en de heeren Lensen en Moggre ook inhoudt dat de leer-
middelen voor een deel door de leerlingen zelf moe'en
worden betaald, zooals schrijf- en teekenbehoeften, woorden-
boeken en atlassen, zaken die voor het geheele leven
kunnen dienen.
De Voorzitter geeft te kennen dat het niet zijne bedoeling
is, om in deze vergadering te gaan vechten over het woord
middenstand. Men kan dienaaugaande van meening ver-
schillen, maar spreker onderschrijft het betoog, dat de
door den heer De Jager genoemde cijfers het zwaarst op
dien stand zal drukken.
De heer Dees verklaart steeds aan de stichting van deze
school te hebben medegewerkt ten behoeve van den
middenstand, daar deze dan hunne kinderen hier kunnen
huuden. Als ze hunne kinderen naar elders moeten zenden
komt liet veel duurder uit. Hij zal dus meegaan met het
amendement van den heer De Jager.
Het amendement van den heer De Jager op het voor
stel van de heeren Lensen, Waalkes en Moggre wordt
verworpen met 8 tegen 4 steinmen. Voor stemrnen de
heeren Dees, De Jager. Scheele en De Bruijne; tegen
stemrnen de heeren Waalkes, Visser, Moggre, Lensen,
Drost, De Feijter, Donze en Eyke.
Het voorstel van de heeren Lensen c. s. wordt daarna
aangenomen met 8 tegen 4 stemrnen. Voor stemrnen de
heeren Waalkes, Visser, Moggre, Lensen, Drost, De Feijter,
Donze en Eijke; tegen stemrnen de heeren Dees, De Jager,
Scheele en De Bruijne.
De heer Dees stelt thans voor de bepaling dat voor het
detde en meerdere kinderen uit hetzelfde gezin, gelijk-
tijdig schoolgaande, slechts 50 procent van het bedrag
voor het eerste kind verschuldigd is, te schrappen. In
Vlissingen wordt voor het tweede en meerdere kinderen
drie vierde van het bedrag van het eerste kind gerekend,
hij zou dat aldus hier ook willen bepalen.
De heeren Lensen en Waalkes verklaren geen bezwaar
tegen deze wijziging van hun voorstel te hebben.
In stemming gebracht, wordt het voorstel van defi beer
Dees aangenomen met 8 tegen 4 stemrnen.
Voor stemrnen de heeren Waalkes, Dees, Moggre,. De
Jager, Scheele, Lensen, De Feijter en De Bruijue; tegen
stemrnen de heeren Visser, Drost, Donze en Eijke.
De heer Waalkes wil thans toelichten, waaroin wordt
voorgesteld voor leerlingen,van buiteu de gemeente eene
verliooging van 50 procent wordt voorgesteld.
De heer Dees stelt voor om die bepaling in het voorstel
te laten vervallen, doch eenvoudig voor te schrijven, dat
voor leerlingen van buiten de gemeente liet voile tarief
betaald wordt.
De heeren Waalkes en Lensen verklaren zich daarmede
te kunnen vereenigen.
De heer De Jager geeft er de voorkeur aan eene ver
liooging van 50 procent voor de leerlingen uit andere
gemeenten te behouden.
De iieer Dees acht dat niet raadzaam. Dan moet men
rekening houden/ met het inkomen der ouders en men
heett waarlijk at genoeg te doen met het vaststellen van
den hoofdelijken omslag voor de ingezetenen, dat men er
die van menschen buiten de gemeente nog niet behoett
hij te nemen. De aanslagen in den hoofdelijken omslag
van elders wonenden zullen dan over liet algeineen niet
tot basis kun.ien dienen, omdat die aanslagen nog al aaji-
merkelijk uiteenloopen en in sommige gemeenten soms
bespottelyk laag zijn. Het best is dus om de buiten
wonenden het hoogste tarief te laten betalen.
Ue heer Visser is van gevoelen dat men dan het schoolgeld
voor de leerlingen van buiten de gemeente, als het met
beslist gegoeden betreft, te hoog inaakt. De school is
toch opgericht, ook met het oog op de oinliggende ge
meenten en niet enkel voor Ter Neuzen. Voor meer
uitgebreid onderwijs is een bedrag van f 72 per jaar te
bezwarend.
Ue heer Dees bepleit nader zijn voorstel. Hij wijst er
op, dat de gemeente Ter Neuzen zich voor de school groote
offers moet getroosten. Spreker heeft er geen bezwaar
in, om door zijn belasting hij te dragen ten behoeve vpn
de on- en minvermogenden uit de gemeente, maar heeft
er bezwaar tegen dat te doen ten bate van personen uit
andere gemeenten. Wanneer er dai: menschen uit andere
gemeenten zijn die kinderen ter school willen zenden en
het voile schoolgeld voor hen te bezwarend is, dan ligt
het op den weg van het bestuur hunner gemeente om die
menschen met eene subsidie te helpen. Dan doen die
gemeenten hetzelfde wat nu de gemeente Ter Neuzen wil
doen.
De heer De Jager acht het altijd eene leemte gebleven
dat men niet vroeger aan de besturey der omliggende
gemeenten gevraagd heeft of ze er een zekere subsidie
voor over tiadden; dan was bet nu geinakkelijker geweest,
De heer Visser zou de kinderen uit andere gemeenten
op dezelfde voorwaarden willen toelaten als die uit de
eigen gemeente; als men voorwaarden gaat stellen als
door den heer Dees bedoeld, weert men die kinderen-
spijkert men als het ware de deur dicht, terwyl het toch
de bedoeling is om kinderen te trekken,
zou het treurig noemen, als de gemeente
Ter Neuzen zich ook door een laag schoolgeld of
dan natuurlijk in sommige gevallen ook nog geheel
gratis kinderen van elders toe te laten, ten behoeve
vtn kinderen uit andere gemeenten offersging getroosten.
De heer Waalkes meent dat men wel dezelfde candities
zou kunnen stellen voor kinderen uit gemeenten die eene
subsidie wensclien te verleenen.
De Voorzitter merkt op, dat er bezwaar bestond om
thans, nu eeu regeeringsontwerp betreffende de regeling
van het middelbaar onderwys te wachten is, dat ook een
regeling zal inhouden van de bijdragen aan gemeentelijke
boogere burgerseholen door omliggende gemeenten te ver-
lijenen, bij dp aangrenzende gemeenten om subsidie te
gaau aankloppen.
Het voorstel van den heer Dees, om voor kinderen uit
andere gemeenten het hoogste tarief (f 72) voor schoolgeld
tfc rekenen, wordt aangenomen met 10 tegen 2 stemrnen.
Voor slemmen de heeren Waalkes, Dees, Moggre, De Jager,
Scheele, Lensen, Drost, De Feijter, De Bruijne en Donze
tegen stemrnen de heeren Visser en Eijke.
De heer Waalkes bespreekt thans de in het mede door
hem ingediende voorstel vervatte bepaling, omtrent het
gedeeltelijk verstrekken van leermiddeien.
De Voorzitter merkt op dat dit moet geregeld worden
in de verordening tot regeling van het meer uitgebreid
lager onderwys.
De heer Scheele verklaart de zitting niet langer te
kunnen bijwonen, daar zijne zaken zijne aanwezigheid
elders vorderen.
Hij verlaat de vergadering.
Art. 4 wordt zonder discussie met algemeene stemrnen
goedgekeurd.
Op art. 5 wordt door de Schoolcommissie eene bemerking
gemaakt. Zij wenscht te doen vervallen de bepaling onder
letter a.
De heer Drost verdedigt dien wensch der commissie.
Hij is van meening dat, als een leerling voor zekeren tijd
de school wordt ontzegd als tuchtmaatregel, het schoolgeld
dan behoort te worden doorbetaald.
Enkele leden opperen de vraag of dat dan ook betaald
rnoet worden als de verwijdering een maand of langer
duurt.
De heer Drost antwoordt hierop, dat men het oog heeft
op het ontzeggen van de school voor bijvoorbeeld een
dag of acht.
De Voor/itter merkt op dat, als aan een leerling de
school wegens wangedrag voor een maand of langer zou
moeten worden ontzegd, men zoo'n leerling zeer waar-
schijnlijk wel niet meer zou terugzien.
Met algemeene stemrnen wordt besloten te doen vervallen
de onder letter a voorgestelde bepaling, dat bij verwijdering
van de school a's tuchtmaatregel op aauvraag ontheffing
van schoolgeld wordt verleend.
De letters 6, c, d en e worden nu a, b, c en d, waarna
art. 5 met algemeene stemrnen wordt goedgekeurd.
Daarna worden zonder discussie met algemeene stemrnen
:achtereenvolgens goedgekeurd de artt. 6, 7 en 8.
De geheele verordening wordt daarna aangenomen met
algemeene stemrnen.
Thans komt aan de orde de behandeling der
VERORDENING op de invordering van schoolgeld voor
het openhaar meer uitgebreid lager onderwijs, in de
gemeente Ter Neuzen.
Art. 1. Van de verschuldigde schoolgelden ingevolge
de verordening op de heffing van schoolgeld voor het
openhaar meer uitgebreid lager onderwijs in deze gemeente
worden ieder jaar 3 kohieren opgemaakt, onderscheidelijk
gemerkt als no. 1, 2 en 3.
Kohier no. 1 loopt over het tijdvak 1 Januari30 April.
2 »1 Mei31 Augustus.
3 1 Sept.31 Dec.
Een door Gedep. Staten goedgekeurd kohier wordt binnen
8 dagen na de terugontvangst, in afschrift, in handen ge-
steld van den gemeente-ontvanger ter invordering. Deze
zendt binnen 14 dagen daarna aan ieder der op de ko
hieren voorkomende schoolgeldplichtigen, een aanslagbiljet,
naar eeu door Burg, en Weth. voor te schrijven model.
Art. 2. De aanslagen zijn invorderbaar in maaudelijkscbe
termijnen, verschijnende den laatsten dag der maand.
Bij de terugontvangst der goedgek.eurde kohieren
schenen termijnen zijn dadelijk na de
aanslagbiljetten invorderbaar.
Art. 3. Voor den laatsten dag van ieder der maanden
Januari, Mei en September worden kohieren opgemaakt
en vastgesteld.
Zij hevatten de aanslagen ten aanzien der leerlingen,
die op den len dier maanden als schoolgaand, schriftelijk
met vermelding der namen en woonplaatsen van ouders,
voogden of verzorgers voor den 5en van die maanden aan
Burg, en Weth. door het hoofd der school worden opge
gegeven.
Op de kohieren worden ook gebracht
a. de aanslagen die bij de opmaking van een vorig
kohier mochten zijn overgeslagen
b. de aanslagen ten aanzien van de leerlingen, die na
het opmaken van een vorig kohier op de school werden
toegelaten en deze bezochten.
Voor de beoordeeling der gevallen in a en b bedoeld
worden mede voor den Sen der maanden Januari, Mei en
September door het hoofd der school aan Burg, en Weth.
schriftelijk de noodige opgaven ingediend.
Art. 4. Op de invordering van de schoolgelden zijn
voorts de artikelen 258 tot en met 262 der Gemeentewet
van toepassing.
Art. 5. De aanslagen, welke door den gemeente
ontvanger niet kunnen worden ingevorderd, worden door
hem aan den Raad der gemeente voorgedragen tot onin-
vorderbaarverklaring.
Art. 6. Deze verordening treedt in werking tegelijk
met de verordening op de heffing van de belasting.
Deze verordening wordt zonder discussie met algemeene
stemrnen goedgekeurd.
De Voorzitter stelt aan de orde vaststelling van eene
verordening op de heffing van schoolgeld voor het middel
baar onderwijs.
Het voorstel van Burg, en Weth. nader gewijzigd,
luidt als volgt
Art. 1. Ter tegemoetkoming in de kosten van het
openhaar middelbaar onderwijs, welke voor rekening der
gemeente blijven, wordt voor iederen leerling der gemeente
hoogere burgerschool een schoolgeld geheven.
Art. 2. Voor kinderen van bedeelden en van hen die
schoon niet bedeeld, onvermogend zijn, is geen schoolgeld
verschuldigd, wanneer door die kinderen wordt voldaan
aan de in de verordening tot regeling van het meer uit
gebreid lager onderwijs in deze gemeente gestelde voor
waarden.
Voor de toepassing van dit artikel worden als onver
mogend aangemerkt zij, die, of niet, of naar een belast
baar inkomen van minder dan f 100 in den hoofdelijken
oinslag zijn aangeslagen.
Art 3. Het schoolgeld bedraagt voor een leerling van de
le klasse^2,per jaar,
2e 60,—
3e 84,—
Voor leerlingbn, wier ouders, voogden of verzorgers niet
in deze gemeente zijn gevestigd bedraagt het schoolgeld
84,per jaar.
Voor het bijwonen der lessen in een of meer vakken,
wordt een schoolgeld van 1 per maand en per vak
geheven.
Art. 4 Het schoolgeld is verschuldigd door de ouders,
voogden of verzorgers der leerlingen.
Art. 5. Voor elke maand, alsmede voor elk tijdvak van
een maand, waarin een leerling de school niet bezoekt,
wordt op aanvraag ontheffing van schoolgeld verleend,
wanneer het schoolverzuim zijn oorzaak vindt in
ver-
uitreiking der
a. verwijdering van de gchool als tuchtmaatregel
b. overlijden
c. vertrek uit de gemeente
d. 't verlaten der school, en
e. onmogelijkheid door ziekte of om redenen, welker
geldigheid door Burg, en Weth. te bepalen de school te
bezoekon.
Art. 6. Het schooljaar loopt van den lsten September
tot en met den 31sten Augustus.
Art. 7. De invordering, der volgens deze verordening
verschuldigde schoolgelden. heeft plaats overeenkomstig
de verordening op de invordering van schoolgeld voor het
openhaar middelbaar onderwijs in de gemeente Ter Neuzen
van heden.
Art. 8. Deze verordening treedt in werking op den
eersten September 1913.
Er wordt overgegaan tot de artikelsgewijze behandeling.
De heer De Jager geeft te kennen dat het voorstel van
hem en de heeren De Bruijne en Scheele, omtrent de
berekening van het schoolgeld voor het meer uitgebreid
onderwys, ook van toepassing is op deze concept veror
dening.
Tot stemming wordt overgaan over het amendement
van de heeren De Jager c. s. op art. 1 dat iaarlijksin de
maand September de kostende prijs zal worden berekend
voor de vaststelling van het schoolgeld.
Dit voorstel wordt verworpen met 9 tegen 2 stemrnen.
Voor stemrnen de heeren De Jager en De Bruijne tegen
stemrnen de heeren Waalkes, Visser, Dees, Moggre, Lensen,
Drost, De Feijter, Donze en Eijke.
Art. -1 wordt daarna goedgekeurd met algemeene
stemrnen. T
De Voorzitter vestigt er de aandacht op, dat de School
commissie eene bemerking heeft gemaakt omtrent artikel 2
en voor kostelooze toelating niet meer dan drie leerlingen
per klasse in aanmerking wenscht te doen komen.
De heer Drost deelt mede dat de Commissie eene der-
gelijke bepaling in het belang van het onderwys noodig
achtte.
De Voorzitter ontraadt zoodanige bepaling op te nemen.
Hij deelt mede dat in Amsterdam voor eenige jaren ook
eene dergelijke bepaling was gemaakt, maar dat de praktijk
heeft geleerd dat die niet was vol te houden, waarom
men die heeft moeten schrappen.
De heer Dees wijst nog op de bepaling in de lissingsche
verordening, dat leerlingen gratis kunnen worden toege
laten, die aan zekere eischen voldoen, op voordracht van
de Schoolcommissie.
Hierop wordt niet verder doorgegaan, doch in stemming
gebracht het amendement van de heeren De Jager c. s.,
om te schrappen de bepaling dat ook zij als onvermogend
worden beschouwd die naar een inkomen van minder dan
f 400 in den hoofdelijken omslag zijn aangeslagen.
Dit voorstel wordt verworpen met 8 tegen 3 stemrnen.
Voor stemrnen de heeren Dees, De Jager en De Bruijne*;
tegen stemrnen de heeren Waalkes, Visser, Moggre, Lensen,
Drost, De Feijter, Donze en Eijke.
Art. 2 wordt daarna met algemeene stemrnen onveranderd
vastgesteld.