Predikbeurten. Dinsdag 31 December 1912 (OiidejaarsaYond.) Woensdag 1 Januari 1913 (Nieuwjaar.) De subsidie voor de H. B. S. en de Mem. van Antwoord. maken, door zelf voor een snelleren afvoer van het water van hunne landerijen te zorgen." Zoo staat het in de Memorie van Antwoord maar zoo is het nu eenmaal niet. Wanneer land gedraineerd wordt, komen de verschillende buizenrijen uit in afwateringsbuizen of slootenkunnen die afwateringsslooten het water niet afvoeren, dan werkt de drainage niet en dat is nu juist het geval in de polders ten oosten van het kanaal. Het aantal slooten, hoe diep zij ook zijn en hoe breed, baat niets, wanneer zij het overtol- lige water niet te alien tijde in een hoofdkanaal kunnen loozen. De oostelijke rijkswaterleiding, die ook een deel van het water uit Ylaanderen afvoert, heeft bij grooten aanvoer van water van daar, gepaard met zware regens in Nederland, geen behoorlijke waterloozing in de Schelde. De capaciteit van de uitmonding aan de oost.- zijde van Ter Neuzen is veel te gering. Het toestroomende water blijft daarom voor een gedeelte in het afvoerkanaal staande polderwatergangen kunnen het overtollige water niet in het kanaal loozen, de draineerbuizen kunnen haar water niet in de slooten storten en het water blijft op het land staan, niet omdat er gebrek aan afvoerslooten is in de betrokken polders, maar omdat het afvoerkanaal het toe stroomende water niet vlug genoeg in de Sehelde kan kwijtraken. Ik zal de laatste zijn om tegen te spreken, dat iD de rijkswaterleiding, die wij hier op 't oog hebben, niet nu en dan verbeteringen zijn aangebracht, maar tot heden ontbreekt nog altijd de eenige afdoende verbetering, ver- breeding van de uitmonding of inriehting van een gemaal, gedreven door stoom of electriciteit, dat de afwatering van de rijkswaterleiding binnen den kortst mogelijken tijd verzekert. Wanneer die rijkswaterleiding alleen moest dienen om het Belgische water af te voeren was zij ruim voldoendemoest daardoor alleen het water uit de oostelijk gelegen polders naar zee gevoerd worden, ook dan zou dat doel wel waarschijnlijk bereikt worden voor den tijdigen afvoer van het water, zoowel uit de Belgische als uit de Nederlandsche polders is de uitwaterings- capaciteit bij zware regens veel te gering. Het hooger gelegen Vlaamsche land raakt zgn water dan wel kwijt, maar de Nederlandsche polders zgn dan in dubbele mate de dupe van den be- staanden toestand. Hadde Belgie te klageu ge- had, wel waarschijnlijk ware er al verbetering gekomen. Reeds jaren aan jaren is daarop door belang- hebbenden gewezen, maar tevergeefs, omdat het sprookje van de drainage zoo zachtjes aan als een onbetwistbare waarheid wordt aange- haald, om de schuld van de slechte afwatering te schuiven op de ingelanden, die energiek ge noeg geweest zgn om volgens de eischen van den tegenwoordigen tijd hun land te draineeren. Mijnheer de VoorzitterIk ga eindigen. Reeds geruimen tijd heb ik de aandacht ge- vorderd van de aanwezige leden en van den Minister voor de bepleiting van de belangen van een deel van Nederland, dat aan de meesten der tegenwoordigen van aanzien wel onbekend zal zgn en dat daardoor zeker wel niet tot de meest bevoorrechte behoort. Maar alvorens te eindigen wensch ik nog even te constateeren, dat ik bet blijven voort- duren van toestanden, waarover reeds jaren en, gelijk ik door eigen aanschouwing heb gezien, met recht geklaagd is, hoofdzakelgk toeschrijf aan de minder juiste berichten, die over deze toestanden de Regeering bereiken. Dat die verkeerde toestanden zoo lang blijven voortduren, is intusschen te betreuren en dewijl ten gevolge der hier-archische gewoonten en gebruiken over die toestanden wel zal blijven gezegd en geschreven worden, wat nu al sedert jaren gezegd en geschreven is en waardoor alle verbetering wordt belet, heb ik tot de Regeering geen ander verzoek te richten dan de bestaande toestanden te laten onderzoeken door een com- missie van onafhankelijke deskundigen, daarbij belanghebbenden, in casu de besturen van de betrokken polders, die herhaaldelijk en nog onlangs op den onhoudbaren toestand hebben gewezen, te hooren, daarna een besluit te nemen wat in deze noodzakelijk moet gedaan worden, en om ten slotte dat besluit in den kortst mogelijken tijd uit te voeren. Aan alle klachten, daarvan ben ik zeker, zou daardoor een einde worden gemaakt. De heer FrujtierMijnheer de Voorzitter Na de uitvoerige rede van den geachten afge- vaardigde uit Oostbug heb ik sleehts een paar woorden te zeggen. Ik wensch mij voor een groot deel aan te sluiten bij wat de heer Vorsterman van Oyen heeft gezegd betreffende de Oostelijke waterleiding te Ter Neuzen. Zooals de geachte afgevaardigde heeft gezegd, wordt al jaren en jaren door de polderbesturen over die waterleiding geklaagd en nu heeft het Rijk indertijd met die polder besturen een overeenkomst gesloten om voor 0,56 per H.A. voor de afwatering hunner gronden te zorgen. Welnu, dan moet het rijk m. i. ook voor een behoorlijke afwatering daarvan zorgen en indien daartoe buitengewone maatregelen noodzakelijk zijn, die groote uitgaven vorderen, een nieuwe overeenkomst met de polderbesturen trachten aan te gaan, maar het te laten zooals het is en niets te doen, is ten hoogste *f te keuren. Mijnheer de Voorzitter! Wanneer ik nu be- trekkelijk deze quaestie het slot der Memorie van Antwoord lees, dan kan ik een gevoel van dank- baarheid niet onderdrukken, want ik lees daar Intusschen wordt overwogen of later tot het nog verder verbeteren van eenige daartoe vat- bare deelen dezer waterleiding zal kunnen worden overgegaan." Dezelfde uitdrukking echter komt letterlijk voor in een beschikking van dezen Minister op een adres van de polders aan hem ingezonden in 1910. Dat is nu twee jaren geleden en daarom, het spijt mi) het te moeten zeggen, is mijn vertrouwen in die toezegging niet zeer groot. Nu zal de Minister misschien zeggen, dat het alleen de polderbesturen zijn, die klagen en verbetering vragen, maar ik doe opmerken, dat de hoofdingenieur van den pyo- vincialen waterstaat in Zeeland in 1910 in zijn rapport omtrent genoemd adres zegt, ,,dat het hem voorkomt, dat het inderdaad gewenscht is, dat door het Rijk eenige verbeteringen aan de rijkswaterleiding worden uitgevoerd", en dat rapport is den Minister zeker niet onbekend. Ik sluit mij dus aan bij het gesprokene door den geachten afgevaardigde uit Oostburg en geef, evenals deze, den Minister in overweging om nog eens een onderzoek te doen instellen en wel zoo spoedig mogelijk en niet daarmede te wachten tot 1 April a. s. Al de polderbesturen hebben nog onlangs naar aanleiding van het Voorloopig Verslag der Earner een adres aan den Minister ingezonden en daarin gevraagd om zoo spoedig mogelijk door deskundigen te laten nagaan hoe het er met deze waterleiding uitziet. Ik wensch dat verzoek ten zeerste bij den Minister te steunen. Het antwoord van den Minister daarop luidde De heer Regout, Minister van Waterstaat: Mijnheer de VoorzitterDe geachte afge vaardigde uit Oostburg is veel vriendelijker begonnen dan hij geeindigd is. Hij begon nl. met zijn instemming te betuigen met de aan- kondiging van een onteigeningswet tot ver- krijging van de noodige gronden voor de ver betering van lig- en losplaatsen te Ter Neuzen, een zeer gewicbtige aangelegenheid, waarover jaren en jaren is gestreden en waaromtrent overeenstemming tusschen belanghebbenden niet kon worden verkregen, zoodat eindelijk het Rijk den knoop heeft doorgehakt en een bepaalde plaats voor die inrichtingen heeft aangewezen. Gelukkig is ook geheel en al overeenstem ming met het provinciaal bestuur verkregen. Er is nu een exploitatie-contract met de Spoor- wegmaatschappij MechelenTer Neuzen tot stand gekomen, zoodanig ingericht, dat, indien mocht blijken dat de belangen van Ter Neuzen niet voldoende zouden worden behartigd, op- zegging daarvan mogelijk is. De geachte afgevaardigde uit Oostburg heeft gesproken over het doorkwellen en den onyol- doenden afvoer van de oostelgke waterleiding. Daarbg heeft de geachte afgevaardige uit Hon- tenisse zich aangesloten. De klachten omtrent deze zaak zijn in de Memorie van Antwoord breedvoerig weerlegd. Nu zegt de geachte af gevaardigde uit Oostburg, die wederlegging is niet juist, en hij vraagt een nieuw onderzoek. De geachte afgevaardigde zal begrijpen, dat, waar het hier betreft een aangelegenheid van! zuiver technischen aard, het uit den aard der zaak weinig nut kan hebben hieromtrent thans in debat te treden. Daarvoor zou het noodig zijn bekend te wezen met de zienswijze van speciale deskundigen. De geachte afgevaardigde uit Oostburg vraagt een nieuw onderzoek en ik heb daar niets tegen wel heb ik bezwaar tegen hetgeen hij onmid- dellijk op zgn vraag liet volgen, nl. dat hij de benoeming van een onpartijdige commissie wenscht. Ik geloof, dat de waterstaatsambtenaren voldoende competent zijn om een degelijk onder zoek in te stellen en dat dit, als ten minste de klachten gegrond zijn, evenzeer tot bevredigir.g zal leiden als een onderzoek, dat zou wordeq ingesteld op de door den geachten afgevaardigde' gewenschte wijze. De klerk der posterijen en telegrafie de heer J. A. Wilkens is van Rotterdam naar Hulst verplaatst en de klerk de heer J. H. Kohn van Valkenburg naar Ter Neuzen. Biervliet. De gemeenteraad benoemde tot gemeente-arts de heer A. de Weerd te Mid- delburg. Zondag 29 December 1912. rechtszaken. Door E. J. v. d. V., 32 jaren, geboren en gewoond hebbende te Sluis is hooger beroep aangeteekend tegen het vonnis der rechtbank te Middelburg van den 13 December j.l., waarbij hij ter zake van verduistering als agent eener w'aschinrichting te Sluis veroordeeld is tot 1 maand gevangenisstraf. De offieier van justitie kwam eveneens in hooger beroep van dat vonnis. I N GEZONDF.N STUKKEN. TER NEUZEN, 27 December 1912. Het weerbericht van het meteorologisch instituut te De Bilt van heden luidt als volgt Hoogste barometerstand 766.8 Perpignan. Laagste 738,8 Vestmanoer. Verwachting tot den avond van 28 December Toenemende tot krachtige wellicht stormach- tige Zuidelijke tot Zuidwestelijke wind, betrokken tot zwaar bewolkt, regenbuien, zelfde tempe- ratuur. De Staatscourant bevat o. m. de wetten tot naturalisatie van Maria Elizabeth Van Pienbroek, wednwe van Ludwig Heinrich Schalk, zonder beroep te Ter Neuzen Leo I rans Baert, arbeider te SluisHenricus Van Vooren, landbouwef te Sluis, Leopoldus Rabout, arbeider te Sluis Laurentinus Franciscus Vanpamel, arbeider te Sluis Charles Louis Vermeersch, arbeider te Sluis en Ludovicus Franciscus Sijs, arbeider te Sluis. Er is geen reden om aan te nemen dat in deze streek minder behoefte aan M. 0. zou bestaan dan elders. Daarom had reeds lang in deze streek eene volledige H. B. S. door het Rijk moeten zijn gesticht, zij het dan ook met eenige snbsidie van de gemeente, waar de school zou zijn gebouwd. Maar het lag volstrekt niet op den weg onzer gemeente het verzuim van de opvolgende regeeringen te herstellen. Ln dat nog te minder omdat de kosten voor Ter Neuzen veel te groot zullen blijken te zijn, zelfs met de voorgestelde rijkssubsidie van f 10000, De belastingpers is voor dit jaar reeds wat meer aangedraaid, waarbij echter raadsleden- voorstanaers hebben gezorgd van onder den druk te blijven. Het is dan ook gemakkelijker en nobeler anderen voor het geval te laten opdraaien. Vooral omdat het hier geldt het vermoedelijk door den lnspecteur van het M. O. uitgedacht nieuwe type (eene school alleen met klassen 4 en 5) hebben mij een paar beweringen in de Memorie van Antwoord zeer verbaasd. Dat de Minister spreekt van bij den aanvang 30 en wellicht in de toekomst 90 tot 120 leer- lingen, is hem niet kwalijk te nemen. Maar wel mogen die cijfers kwalijk worden genomen aan hen, die den Minister hebben voorgelicht. Het is mij volkomen duister van waar die 30 leerlingen bij den aanvang moeten komen, zelfs al waren ouders, wier kinderen elders de H. B. S. bezoeken, zoo dwaas het belang dier kinderen voorbij te zien door hen aan de leiding van leeraren, die hen kennen, te onttrekken. Het komt mij voor dat alleen ouders, die het beslist moeten doen, daartoe zullen overgaan. De Minister had beter gedaan geen cijfers te noemenwant daarmede is de jaarlijksche subsidie van 10000— niet te verdedigen. Doch, ofschoon de cijfers de voornaamste factor dienden te zijn bij de beoordeeling of eene subsidie al dan niet kan worden gegeven, heeft de Minister de cijfers niet bepaald ter verdediging aangevoerd. Vermoedelijk heeft hij zelf wel gevoeld dat dit niet ging. Of getuigen de uitdrukkingen„wordt ge- rekend op" en „terwgl men vermoedt" met op twijfel En dan wil ik vragenme rekent nu wel op 30 leerlingen bij den aanvang en wie ver moedt dat er op den duur wel 90 tot 120 zullen komen Wie Het College van B. en W. of de lnspecteur, die Ter Neuzen aan zijne proefneming met het nieuwe type wil wagen Jammer dat hij niet hier woont om te helpen betalen. Merkwaardig is wat de Minister omtrent dat nieuwe schooltype zegt ffOp welken grond eenige leden betwijfelen ffof het ontworpen schooltype aan de be- ,/hoeften zal voldoen, is mij niet duidelijk. ffHet Gemeentebestuur heeft zijne plannen ffdienaangaande niet 'vastgesteld dan ua „raadpleging van den lnspecteur van het ffM. O. en van den Districts-schoolopziener, „welke autoriteiten eenstemmig zulk een yfragmentarische school als de beste voor #deze streek hebben aanbevolen." Men staat verslagen. Zeide het raadslid Drost in de vergadering van 28 December niet (volkomen terecht) dat eene school met klassen 3, 4 en 5 sleehts aan weinigen zou ten goede komen Wat weten de door den Minister bedoelde autoriteiten af van de behoeften dezer streek? Uit eigen waarneming vrij zeker ongeveer niets, En dan de bewering dat ^het Gemeentebe stuur zijne plannen dienaangaande niet heeft vastgesteld dan na raadpleging enz Eerst moest er eene school komen met klassen 3, 4 en 5. Toen op eens eenige maanden later, bleek er veel meer behoefte te bestaan aan eene inriehting met klassen, 1, 2 en 3. En weer wat later, toen de Minister zelf de subsidie dgarvan afhankelijk maaktewas er toch eigenlijk weer meer behoefte aan eene school met 3, 4 en 5 Als de inspecteur plotseling van oordeel weid dat het nieuwe type misschien in een groote stad, maar zeker niet in deze streek aan eene werkelijke behoefte zou voldoen (hetgeen hij gerust kan beweren) en als dan de Minister hem weer volgt, dan krijgen we wederom eene spoedeischende, vermoedelijk geheime veigade- ring van den Raad, die dan overwegende dit en gelet op dat besluiten zal dat eene school met klassen 1, 2 en 3, werkelijk veel meer in de behoefte zal voorzien. De woorden van den Minister klinken vrg wel als spotterng. Dat eene H. B. S. voor Ter Neuzen alleen onzin is, zal wel bij ieder vaststaan. De bedoeling van den Minister en van de autoriteiten, die in deze de lakens uitdeelen, is dan ook eene school voor deze streek. Maar dan is eene subsidie van 10000, veel te laag. Want ook daarmede wordt Ter Neuzen veel te veel bezwaard, niet alleen voor zich zelf, maar ook in het belang van andere gemeenten. Dit nu blijf ik, zooals men dat noemt, „on- gepermitteefd" achten. Geen enkele gemeente dezer streek heeft er aan gedacht aan Ter Neuzen eene subsidie aan te bieden. Zelfs is daarover, voor zoover mg bekend, in geen enkele raadsvergadering ge- sproken. Daarop afgaande zou men kunnen conclu- deeren dat er absoluut geen behoefte aan M. O. in deze streek bestaat. Die conclusie zou echter geheel verkeerd zgn. Wij zelf weten toch bij ervaring, dat de ge meenteraad volstrekt niet altijd handelt naar de iuzichten van de burgerij en dat het eigen- belang veelal den doorslag geeft. Andere gemeenten zullen dan ook gaaine zien dat wij voor het geval op draaien eu het is aan die gemeenten volkomen onverschillig of ons belastingbiljet telkens weer hoogere cijfers aanwijst. Het spreekt van zelf dat, stichtte het Rg zelf eene school, daarop elk jaar heel wat zou moeten worden toegelegd. Maar dan wordt het verschil tusschen ont- vangsten en uitgaven door heel Nederland ge- dragen, even goed als bijv. de 400 £ulden' welke elk jaar op een student aan de Techmsche Hooge School te Delft wordt toegelegd ol de ruin" 1000 gulden, welke elk student aan de Universiteit te Groningen elk jaar aan het Rijk kost. Het Rijk kan zeer wel voor deze toch al zoo voortdurend miskende streek doen wat het voor andere streken deed en doet. Betalen wij zelf, door onze belastingen, met mede aan bijv. wegen en kanalen, lagere, middel- bare, hoogere scholen elders? Ik herhaal10000 gulden subsidie is veel t6 Dit is"trouwens een geheel willekeurig cijfer op niets gegrond. Het werd indertijd door den, lnspecteur van het M. O., die het, althana voor, deze streek, dwaze type scbijnt mtgevonden td hebben, genoemd en de heeren, die het zaakje op Hervormde Kerk. Ter Neuzen. 91 u. en 2 u., Ds. A. Timmerman. Sluiskil. 2 u., dhr. H. J. v. d. Ouden. Axel. 91 u. en 2 u., Ds. J. B. T. Hugenholtz. Zaamslag. 9 u., Ds. G. van Dis en 2 u., Ds. G. van Dis, H. Doop. Hoek. 9 u. en 2 u., Ds. E. Raams Jr. Sas van Gent. 91 u., Ds. H. A. Akersloot van Houten Roos. Hulst. 10 u., Ds. De Boer. Gereformeerde Ker/cen. Ter Neuzen. 9 n. en 2 u., Ds. J. F. van Hulsteijn Jr. Axel B. 9 n., Ds.J. H. Lammertsma en 2u.,Ds. Ghr. Bruins. Hoek. 9 u. en 2 u., Ds. H. v. d. Wal. Gereformeerde Gemeente (Vlooswijkstraat). Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 51 u., Ds. J. Eraanje. Oud-Gereformeerde r/cmeente (Vlooswijkstraat). Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 51 u., leeskerk. Chr. Gereformeerde Kerk. Zaamslag. 9 u. en 2 u., leeskerk. Lokaal „Bethel" (Kandeelstraat). Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 51 u., leeskerk. Lokaal „Eben-Haezer(Kerkhoflaan). Ter Neuzen. 51 u., Evangelisatie. Hervormde Kerk. Ter Neuzen. 51 u., Ds. A. Timmerman. Sluiskil. Geen dienst. Zaamslag. 5 u., Ds. G. van Dis.-' Gereformeerde Kerlcen. Ter Neuzen. 51 u., Ds. J. F. van Hulsteijn Jr. Axel M. 51 u., Ds. Chr. Bruins. Hervormde Kerk. Ter Neuzen. 9£ u., Ds. A. Timmerman. Zaamslag. 9 u., Ds. G. van Dis. Gereformeerde Kerken. Ter Neuzen. 9 u., Ds. J. F. van Hulsteijn Jr. Axel U. 9 u., Ds. Chr. Bruins.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1912 | | pagina 6