GRATIS kinderHjdschrifT
Ter Neuzensche Courant - Zaterdag 14 December 1912. 52" Jaargang.
an
No. 5853.
De helangen Tan de Paardenfokkerij
in de Tweede Kamer.
VERSEHDNTALLEMDAGEN
jnfiumi
jnmm
EN IS OVERAL GRATIS-
van JEJQLPaargarine a
T-WjdlBEIB BXj-AJD.
Bij de behandeling van onderart. 30 der be-
grooting van Landbouw enz. ,/Subsidien en
kosten in verband met de uitvoering der wet
op de paardenfokkerij 1901, sprak de heer
Vorsterman van Oyen in de avondzitting van
j.I. Maandag bet volgende
Mijnheer de Voorzitter Reeds ten vorigen
jare werd gevraagd of behalve aan de Natio
nale vereeniging tot bevordering der paarden
fokkerij ook aan andere stamboeken een sub
sidie kon worden verleend voor het aanstellen
van inspecteurs.
Het antwoord daarop luidde ontkennend.
(Zie Memorie van Toelicbting 1912, bladz. 12.)
Hit jaar is die vraag herhaald met de toe-
voeging //mits het aantal leden van zoodanige
vereeniging een vast te stellen minimum over-
treft zulks met bet doel te voorkomen, dat
bet aantal stamboeken, dat voor Nederland al
ruim groot genoeg is, nog zal toenemen.
Als antwoord op die vraag wordt verwezen
naar bet antwoord, dat ten vorigen jare gegeven
werd.
Dus ook nu weder wordt alle subsidie voor
het aanstellen van inspecteurs door de Regeering
geweigerd. Ik kan niet anders zeggen dan dat
dit antwoord mij zeer heeft teleurgesteld en dat
ik, na hetgeen de heer Minister van Landbouw
gezegd heeft over zijn ingenomenheid wanneer
in landbou wkringen bet initiatief genomen wordt
voor het geven van landbouwonderwijs, en na
zijn verklaring, dat dit initiatief van zijn zijde
steeds financieelen en technischen steun onder-
vindt, thans geen herhaalde weigering had ver-
wacht, maar veeleer de verklaring datde Minister,
waardeerende het particulier initiatief, waaraan
de verschillende stamboeken hun ontstaan te
danken hebbenziende de algemeene, steeds
toenemende belangstelliDg van de fokkers in die
streken waar de stamboeken werkzaam zijn
in aanmerking nemende dat die stamboeken
meer en meer voldoen aan den eisch dien men
aan een goed stamboek moet stellen, nl. dat
het de uitkomsten moet boekstaven van een
bepaalde, nauwkeurig omschreven fokrichting
dat de Minister zich bij nadere over-
weging bereid verklaard zou hebben ook
dit initiatief in uitgebreide landbouwkringen
financieelen steun te verleenen voor eenig bij—
zonder doel, waarvoor de geldelijke krachten
wellicht te kort zouden kunnen schieten.
In die verwachting ik herhaal het ben
ik door de verwijzing naar het antwqord ten
vorigen jare gegeven, zeer teleurgesteld.
Aan de zich noemende Nationale Vereeniging
ter bevordering der paardenfokkerij, welker
werkzaamheden zich uitstrekken over vier pro-
vincies, Noord-Holland, Zuid-Holland, Noord-
Brabant en Overijssel, een vereeniging, welke
in die vier provincies zeker niet meer telt dan
een duizendtal leden, wordt een subsidie verleend
van f 5000aan de overige stamboeken, die
te zamen zeker het drievoud van dat aantal
leden tellen, wordt alle steun ontzegd.
Waarom nu dat buitengewoon groote subsidie
aan een vereeniging, nog niet eens de grootste
Waarom de thans herhaalde weigering van
subsidie voor een bepaald doel aan alle andere
vereenigingen, terwijl, wanneer de mogelijkheid
eener subsidieering wordt geopend, het bedrag
van alle subsidien te zamen wanneer die
mogelijkheid van subsidieering verbonden wordt
aan een vast te stellen minimum-leden hoogst
waarschijnlijk nauwelijks de helft zou bedragen
van hetgeen de Regeering thans uitkeert aan
een vereeniging, waarvan men, hoe nationaal
zij ook heet, nooit kan verwachten, dat zij een
nationaal Nederlandsch paard in 't leven zal
kunnen roepen, terwijl het Groningsche, bet
Friesche, het Drentsche, het -Limburgsche en
het Zeeuwscb-Belgische stamboek al een heel
eind op weg zjjn, niet om een Nederlandsch
paard, maar in iedere provincie een paard aan
te fokken, dat tot een vast type behoort en
waarvan dus een stamboek recht van bestaan
heeft, gelijk men in Engeland afzonderlijke
stamboeken heeft van de koudbloedige Clydes-
dalers, Suffolks, Shires, van volbloed paarden,
Hunters, enz., gelijk in Duitschland van Olden-
burgers, Holsteiners, Mecklenburgers, Trakehnen
enz., terwijl men ook in die landen niet spreekt
van een nationaal Engelsch, noch van een
nationaal Duitsch paard.
Onder de redenen, die ten vorigen jare werden
opgegeven voor het toekennen van een subsidie
aan de Nationale Vereeniging heeft, zooals
toenmaals in de Memorie van Toelichting is
medegedeeld, voorgezeten de gedachte, dat het
wenschelrjk is te kunnen beschikken over een
deskundige, die op het gebied der paarden
fokkerij voorlichtend kan optreden, die zich
kosteloos ter beschikking stelt tot het geven
van lnhchtingen, tot het houden van voor-
drachten, tot het inbrengen van door de
Regeering gevraagde adviezen, tot het uitvoeren
van hem door de Regeering verstrekteopdrachten.
Door hem werkzaam te doen zijn bij een
vereeniging, die haar werkkriug over meer dan
een provincie uitstrekt, wordt hem de gelegen-
heid gegeven tot veelzijdige aanraking met de
fokkers, en met hetgeen op't gebied der paarden
fokkerij omgaat.
Ik heb toenmaals bij de behandeling van de
begrooting van Landbouw, Nijverheid en Handel
mijn voile instemming betuigd met de wensche-
lijkheid, dat de Regeering kunne beschikken
over een deskundige, die aan de zooeven ge-
noemde eischen voldoetmen zou hem desver-
langd kunnen benoemen tot inspecteur der
paardenfokkerij, gelijk wij hebben inspecteurs
van den landbouw, van het landbouwonderwijs,
van algemeenen dienst, maar zoo'n inspecteur
dient te staan boven alle vereenigingen hij mag
niet in dienst zijn van een bijzondere vereeni
ging en wel om twee overwegende redenen.
Ten eerste komt bij niet-aangeslotenen aan de
vereeniging allicht de verdenking van eenzijdig-
heid men zal dus niet van zijn voorlichting
gediend zijn men zal zijn hulp niet inroepen
daardoor wordt zijn veelzijdige aanraking met
de fokkers belethet doel, hooger omschreven,
wordt dus niet bereikt.
I en tweede zal zijn werkzaamheid over vier
provincies, waar op't gebied der paardenfokkerij
nog zoo veel te doen is, hem beletten buiten
die provincies werkzaam te zijn en ook aan de
Regeering die adviezen te geven, voor haar die
opdrachten te vervullen, waaraan zij ongetwijfeld
herhaaldelijk behoefte zal hebben.
Maar ook de opgegeven reden, dat een ver
eeniging, die over vier provincies werkt, aan-
leiding geeft tot veelvuldige aanraking met de
de fokkers, is zeer betwistbaar. Die aanraking
zal n.l. afhangen van de begeerte der fokkers
om die aanraking te zoeken en op dat punt
kunnen cijfers eenig licht verspreiden.
Volgens het Laudbouwverslag van 1912 telde
men in de vier provincies, waarin de Nationale
Vereeniging werkt, 138337 paarden en volgens
de lijst aangaande de verschillende vereenigingen
die op landbouwgebied bestaan, welke lijst door
het Ministerie van Landbouw wordt uitgegeven,
telde men daar 1018 leden van het stamboek.
In Groningen telde men op 38 680 paarden
1120 leden, in Zeeland op 32 568 paarden
700 leden en in Friesland op 26 655 paarden
771 leden, of, om in weinig woordenalles
saam te vatten in de vier provincies, waar de
Nationale werkzaam is, telde men op 400 paarden
3 leden van dat stamboekin de provincies
Zeeland, Friesland, Groningen, Drenthe en
Limburg te zamen op 400 paarden 10 leden
van de daar aanwezige stamboeken en dat
ofschoon die Nationale Vereeniging, een om-
zetting van het Nederlandsch Paardenstamboek,
van alle stamboeken het oudste is.
anneer dus particulier initiatief onder-
steuning verdient, dan hebben de stamboeken
in de laatstgenoemde provincies daarop grooter
aanspraak dan de Nationale Vereeniging
Op de viaag uit het Voorloopig Verslag, of
het wel gewenscht is, dat een inspecteur van
een stamboek optreedt als adviseur der Regeering,
en of de voorzitter der algemeene keurings-
commissie niet veeleer de aangewezen man is
voor het geven van adviezen, luidt het antwoord
in de Memorie van Antwoord eenigszins ont-
wijkend.
Wel wordt erkend, dat de voorzitter voor het
geven van adviezen een eerste plaats inneemt,
maar aangaande de meerdere of mindere wen-
schelijkheid van den inspecteur van een bepaald
stamboek tot adviseur der Regeering aan te
stellen, wordt geen uitspraak gedaan dienaan-
gaande wordt gezegd, dat over vragen de
paardenfokkerij betreffende, het advies van ver-
scheidene deskundigen wordt ingewonnen.
Dat^ dit geschiedt weet ik bij ondervinding,
maar juist om die reden moet ik hier de vraag
stellen waarom moet naast den voorzitter der
algemeene keuringscommissie, naast de ver
schillende deskundigen, die uit alle deelen des
vijks geraadpleegd worden, nog een inspecteur
van een bepaald stamboek als adviseur aange
wezen en gehonoreerd worden
Het Groningsch stamboek met meer leden
dan de Nationale Vereeniging heeft ook een
inspecteurhet Friesche eveneensbij het
Zeeuwsch-Belgisch stamboek zal men eerlang
overgaan tot het benoemen van zoodanigen
beambte wat men bij de andere stamboeken
gedaan heeft of van plan is te doen laat ik hier
buiten bespreking, doch opper alleen de vraag
of het in de toekomst niet gewenscht zal zijn,
dat de inspecteurs van alle stamboeken die
een bepaalde fokrichting vertegenwoordigen
met den inspecteur van de Nationale Vereeui-
£lno 8e^ijk staan en door de Regeering even
eens in zake paardenfokkerij als adviseurs
worden geraadpleegd.
Zullen tengevolge van die samenwerking der
verschillende inspecteurs de stamboeken, of
schoon verschillende fokrichtingen vertegen-
woordigend, niet langs gelijke wegen gevoerd
kunnen worden tot het hoofddoelbloei van
de paardenfokkerjj in Nederland?
Zal het den juisten blik der Regeering op
de geheele paardenfokkerij niet verruimen, wan-
IN6EZ0NDEN MEDEDEELINGEN.
IEOERKOOPER
ct-PerPond
neer bij het inwinnen van adviezen de inspec
teurs van verschillende fokrichtingen worden
gehoord
Van vereeniging van alle stamboeken tot edn
of twee kan in Nederland in jaren geen sprake
zijn. Wil men dat doel, dan ontaardt een
stamboek, gelijk dat met het Nederlandsche
Paardenstamboek het geval is geweest, in een
register van den burgerlijken stand voor paarden.
De paarden die in de verschillende deelen
van Nederland in gebruik zijn en gefokt worden
behooren niet in een zelfde stamboek thuis.
Maar wordt in ieder van de verschillende
deelen van Nederland, voor zoover men zich
daar van een gelijksoortig paard bedient, in een
zelfde fokrichting gewerkt, wat nu reeds in een
vijftal provincies het geval is, dan zal zulks
ongetwijfeld de geheele fokkerij ten voordeel
strekken en tot bloei brengen.
Dit in aanmerking nemende, daarbij wijzende
op hetgeen reeds thans door het particulier
initiatief verkregen is, en bouwende op de ver
klaring van dezen Minister, dat door hem het
particulier initiatief ook op landbouwgebied
gaarne gesteund wordt, eindig ik mijn beschou-
wing met bij den Minister aan te dringen om
de subsidieering van erkende stamboeken, wan
neer deze een verzoek om geldelijken steun tot
de Regeering richten, in welwillende overweging
te nemen en zoodanige ondersteuning te ver
leenen, zonder daaraan voorwaarden te verbinden
die de zelfstandigheid der vereenigingen bedreigen.
In verband met de paardenfokkerij heb ik
nog een tweede punt, waarop ik de aandacht
der Regeering wenscb te vestigen zonder meer
eenvoudig een mededeeling.
Nederland behandelt Belgische onderdanen op
het gebied der paardenfokkerij op gelijken voet
als de Nederlandsche.
Komen zij met hun hengsten naar een ver-
plichte hengstenkeuring, dan worden deze daar
toegelaten en gekeurd.
Worden zij goedgekeurd en willen de eigenaars
daarna deelnemen aan een premiekeuring, dan
wordt hun zulks niet geweigerd. Wordt hun
voor zoodanig paard een premie toegekend, dan
wordt die uitgekeerd, wanneer het paard tot
aan het einde van den dektijd in de provincie
waarvoor het goedgekeurd is bljjft gestationneerd.
Tegen al die voorkomendheid heb ik hoege-
naamd geen bezwaar, aangezien wij goede Bel
gische dekhengsten nog zeer goed kunnen in-
schikken. Maar wat ik afkeur is, dat vrij
inferieure Belgische hengsten, in Nederland
goedgekeurd, in Belgie gestationneerd blijven
en van daar tegen lagere dekprijzen van tijd
tot tijd bezoeken in Nederland komen brengen.
Ik keur dat af, omdat men niet weet of zij in
Belgie ook geweest zijn in besmette stallen en
ook, omdat zij daardoor aan onze hengsthouders
groote concurrence aandoen, hen beletten de
dek- en veulengelden te verhoogen en dus de
oorzaak zijn, dat ook dezen minderwaardige
hengsten moeten aankoopen om hun kosten te
kunnen dekken.
Waren alle fokkers verstandig, dan zouden
zij van zoodanige goedkoope gelegenheden geen.
gebruik maken, maar zij zijn dat nu eenmaal
niet alien, en daarom zou het gewenscht zijn,
dat hengsten, om in een provincie te dekken,
daar gestationneerd dienden te zijn. tTYSil
Bovendien, Belgie kent die welwillendheid
niet tegenover Nederland. Een hengsthouder
te St. Kruis, een fokker van erkende bekwaam-
heid, nam nog onlangs daarvan de proef. Hjj
ging met zijn hengst naar de verplichte keuring
van hengsten te Eecloo en bood daar zijn hengst
ter keuring aan, met het doel hem na goed-
keuring ook in de aangrenzende Belgische ge-
meenten te laten dekken. De secretaris der
keuringscommissie schreef het paard in, maar
toen de eigenaar zich ter keuring bij de keurings
commissie aanmeldde, werd hem te kennen ge
geven, dat men geen „011andsche" hengsten
kon keuren zonder toestemming van den gou-
verneur der provincie, en dat hij zich om te
weten of die goedkeuring zou verleend worden,
eenige dagen later kon aanmelden op een keuring
te Gent, ongeveer 7 uur van zijn woon-
plaats.
Toen hij daarop vroeg om zijn paard te
keuren en indien het goedgekeurd werd over
verdere toelating ter dekking in Oost-Vlaanderen
den gouverneur te laten beslissen, draaide men
hem eenvoudig den- rug toe en hij mochc met
zijn ongekeurden hengst terugkeeren.
Men zou hier kunnen zeggen men wil in
Belgie de Zeeuwsch-Belgische paarden uit
Zeeland niet keuren, omdat zij van een inferieur
ras zijn, maar die opmerking moet ik beslist
tegenspreken.
Als eerste v.oorbeeid haal ik aan een 2Y2jarigen
in Zeeland geboren hengst, in September in
Oostburg uitgesteld, daarna naar Belgie ver-
kocht, door den Belgischen eigenaar op een
keuring in Belgie voorgebracht en goedgekeurd.
Tweede voorbeeld. Een veulen in Nederland,
geboren uit Zeeuwsch-Belgische stamboekouders,
werd voor een paar maanden naar Belgie ver-
kocht, daar voorzien van een paar Belgische
ouders men ziet, men moet zijn onders maar
weten te kiezen en te Brugge met een
eersten prijs bekroond. En Prins Hendrik dan,
als Barvaux tot een geboren Luxemburger be-
vorderd, ofschoon hij het eerste levenslicht aan-
schouwde in den stal van den heer Van Dixhoorn
te Axel, en als Luxemburger vereerd met het
championnaat van de Ardennen
Maar ik zou te veel vorderen van den tijd
als ik mijn beweren zou staven met het groote
aantal bewijzen, die ik te mijner beschikking
heb. Ik bracht de handelwijze van den keurings-
raad te Eecloo hier slechts ter sprake om tot
Zijn Excellentie het verzoek te richten van zijn
zijde te willen be vorderen, dat de Nederlandsche
hengsthouders in Belgie op gelijken voet be-
handeld worden als de Belgische hengsthouders
in Nederland en zoo zulks niet mogelijk blijkt
te zijn, dan in Nederland tegenover Belgische
hengsthouders dezelfde maatregelen te nemen,
s