No 5849.
A S g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
Zeeuwsch-Vlaaideren.
SGH00LBEH0EFTEN,
B.
"aanbesteding.
Frijsspgaaf Brandstof.
REKENINGEN
Kantoor- en Schrijf behoeften,
De Waterloozing door de Isabellasiuis,
Binnenland.
Donderdag 5 December 1912.
52e Jaargang.
0 0 r
3000 K.G. schaa?koSen,
30 H.L. geklopte cokes en
8000 K.G. gezeefde anthraciet,
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postYoor
Nederland 1,10. Yoor Belgie 1,40. Voor Amerika 1,65 en voor
bet overige Buitenland 2,—. Men abonneert zich by alle Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Telefoon No. 25.
ADYERTENTIENi
Yan 1 tot 4 regeis 0,40. Yoor elken regel meer 0,10.
Bp directs opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prps slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaat.sruimte berekend.
inzendmg van advertentien v6or 1 uur op den dag der uitgave.
ten Easie der gemeente.
Burgemeester en Wethouders van
TER NEUZEN, zullen op 24 De
cember !9l2j des voormiadags 10 ure,
ten gemeentekuize aldaar
A in het openbaai' aanbesteden, de
levering van
voor de openbare lagere scholen,
voor liet schooljaar aanvangende
1 Mei 1913
prysopgaaf inwachten van ten behoeve
der gemeente-administratie te leveren
a.
b.
c.
d.
voor het dienstjaar 1913.
De voorwaarden van aanbesteding, opgaven,
monsters enz. liggen ter inzage voor belang-
kebbenden op de gemeente-secretarie, alwaar
tevens nadere inlichtingen zijn te verkrijgen.
Ter Neuzen, 2 December 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Seeretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
zullen op Dinsdag 17 December a, s.
des voormiddags I© ure, in het op en baa r
bij inschtijving in 4 afzonderlijke perceelen
trachten aan te besteden
het schoonhouden en wer-
warmen gedurende 1913 van
de openbare school A;
idem van school B;
idem van school C met verga-
derlokaal
idem benevens het verlichten van
school D.
De voorwaarden liggen ter inzage op de
gemeente-secretarie en in de herberc van
BRAKMAN te Sluiskil.
Inschrijvingsbiljetten, volgens voorgeschreven
model en op zegel gesteld, kunnen ter gemeente-
secretarie in eene verzegelde bus tot het oogenblik
der bestediDg worden ingeleverd.
Ter Neuzen, 2 December 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
- L. WABEKE, Seeretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN vragen prijsopgaaf van ongeveer
te leveren bij gedeelten, gedurende 1913 ten
behoeve van het raadhuis en van de politie-
wacht.
Aanbiedingen worden ingewacht tot en met
Maandag I® December1 a. s. des
namiddags 3 uur.
Ter Neuzen, 2 December 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Seeretaris.
Bij de behandeling van de begrooting van
den Minister van Buitenlandsche Zaken op
Maandag 2 Dec. 11. sprak onze afgevaardigde,
de heer Vorsterman van Oyen, het volgende
Op de vraag in het voorloopig verslag tot
den heer Minister van Buitenlandsche Zaken
gericht aangaande den stand der onderhande
lingen met Belgie in verband met de voorge-
nomen indijking van het zuidelijk deel van den
Braakman en het loozen van Belgisch water
door de Isabellasiuis, luidt het antwoord, dat
twee voorloopige plannen voor de indijking
van een gedeelte der in den Braakman gelegen
schorren, een onderwerp van bespreking zijn
geweest in de algemeene vergaderingen, die dit
jaar gehouden zijn door de Internationale Com-
missie, welke belast is met de herziening van
de overeenkomst van 1843 tot regeling van de
afwatering van Vlaanderen enz.
Daarbij bleek, dat de Belgiscbe leden dier
commissie er prijs op stelden, dat naast de voor
loopige plannen van het Domeinbestuur nog
een derde, inmiddels door twee der Nederlandsche
en een der Belgische leden opgemaakt, plan
zou worden overwogen. Dit plaD, dat eerst
onlangs is ingekomen, is aan het oordeel van
den Minister van Financien onderworpen.
'tis juist bij dat venzoovoorts", dat ,/op de
regeling van de afwatering van Ylaanderen"
volgt, dat ik even wensch stil te staan, want
bp die regeling van de afwatering is een zeer
groot ander belang betrokken, namelijk de
regeling van de visscherij op de Schelde en op
den Braakman, waarvan ik vermoed, dat zij
in dat enzoovoorts zijn saamgetrokken.
Een zeer korte historische aanteekening zij
mij hierbij veroorloofd.
In het Reglement voor de uitvoering van Art.
9 van het Verdrag van 19 April 1839, betrekking
hebbende op de visscherij en op den handel in
de opbrengst der visscherij, welk Reglement
door de vertegenwoordigers van Belgie en Neder-
land den SO3'6" Mei 1843 te Antwerpen werd
vastgesteld, is bepaald in Art. 2, dat de Neder
landsche en de Belgische visschers volkomen
gelijke rechten zullen hebben, maar dat hun
ook gelijke verplichtingen worden opgelegd en
dat zij op grond van Art. 21 alleen over-
macht die behoorlijk vastgesteld is uitgezonderd
slechts zullen mogen aanleggen op de oevers
van de rivier in die plaatsen, daarvoor door de
beide regeeringen aangewezen.
De eenige plaats daarvoor aan den Braakman
aangewezen is Philippine.
In een artikel aan dat Reglement toegevoegd
den 7den Augustus 1843, nadat het te's Graven-
hage was vastgesteld en geteekend, wordt be
paald, dat les moules (mossels), salicoques (gar-
nalen) limafons (zeeslakken, kreukels) uit die
aangewezen plaats (Philippine) langs den kort-
sten weg naar Belgie zullen vervoerd worden
langs het kantoor van Bouchaute, of elk ander
kantoor, dat de Belgische Regeering zal aan-
wijzen, zonder bij het vervoer op Nederlandsch
grondgebied onderworpen te zijn aan eenige
rechten of formaliteiten ffsans etre assujettis
a aucuns droits ou formalites".
Daarop wordt door het Protocol van 20 Sept.
1851 in 3 eene uitzondering vastgesteld voor
de salicoques (garnalen), die, mits men zich
schikt naar de politie-maatregelen om mis-
bruiken te voorkomen, mogen gelost worden
aan de lsabella-sluis.
Die lsabella-sluis nu is juist de sluis, waar-
door het water uit Vlaanderen in den Braak
man geloosd wordt.
Nu slibt de Braakman in het zuiden meer
en meer toe. Oorspronkelijk werden daarin
twee eilanden ingedijktde Angelinapolder en
de Kleine Stellepolder, maar het eerste eiland
is nu door de indijking van den Konipginne-
polder met Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen
de kleine Stellepolder door indijking van
Vergaart-, den Kanaal- en den Mosselpolder
met het Oostelijk deel van Zeeuwsch-Vlaan
deren, verbonden en het water uit Vlaanderen,
aat met het water uit een deel van den
Clarapolder, den kleinen Isabella-, den grooten
Isabella- en den Philippinepolder, welke in
Nederland gelegen zijn, door de lsabella-sluis
geloosd wordt in het Sassegat, den zuidelijksten,
alleen bij hoog water nog gedeeltelijk bevaar-
baren arm van den Braakman dat water
zal binnen een afzienbaren tijd daar geen be-
hoorlijken afvoer meer vinden.
Wanneer de schorren, die gaandewegrijp worden
voor indijking, werkelijk ingedijkt worden, dan
zal er naar een middel moeten worden omge-
zien, om het water, dat nu door de Isabellasiuis
in den Braakman stroomt, langs of door de
ingedijkte polders meer noordelijk in den Braak
man te voeren.
Daarvoor zal een geul moeten worden open-
gehouden of een kanaal moeten worden aan-
gelegd met meer Noordelijke uitmonding.
Daarover zal natuurlijk met Belgie moeten
onderhandeld worden en wanneer ik in aan-
merking neem, wat over dat onderwerp al sedert
geruimen tijd in Belgische bladen geschreven,
op kiesvergaderingen, in de Belgische Kamer
van Volksvertegenwoordigers, in den Senaat
gesproken is, dan staat het te vreezen, dat van
Belgische zijde bij deze onderhandelingen sterk
zal worden aangedrongen op eene verandering
in de overeenkomst, waarbij bepaald is, dat
Philippine voor visschers de eenige losplaats is
aan den Braakman.
Daarcm meen ik deze gelegenheid te moeten
aangrijpen om er nog bij tijds op te wijzen,
dat bij de aangevangen onderhandelingen over
waterloozing het enzoovoorts, dat zijn de be-
langen van Philippine en de aldaar gevestigde
en zeer bloeiende visscherij en mosselhandel
niet uit het oog verloren, zeker niet benadeeld
mogen worden.
Nederland is tot nog toe niet bijzonder ge-
lukkig geweest in de onderhandelingen met
Belgie, wanneer het wijziging betrof van
vroegere overeenkomsten.
Of dat toegescbreven moet worden aan de
groote toegevendheid van onze vertegenwoor
digers, of aan te weinige kennis van de belangen
van Zeeuwsch-Vlaanderen laat ik geheel in
't midden ik constateer slechts het feit.
De verbreeding van het kanaal Ter Neuzen
Gent heeft aanzienlijke voordeelen gebracht
aan laatstgenoemde stad, Ter Neuzen ondervindt
nog voortdurend daarvan de nadeelen.
Mocht naast Philippine de losplaats aan de
Isabellasiuis of ook elke andere aan den Braak
man eene losplaats worden voor mossels en
andere zeeproducten dan salicoques (garnalen)
des noods nog lima^ons (zeeslakken), dan is
Philippine ten doode opgeschreven.
Eene goede, vriendschappelijke verhouding
met Belgie wordt door mij op grooten prijs
gesteld, maar wanneer die verworvec moet
worden mgt opoffering van Nederlandsche belan
gen, dan komt die koopprijs mij te groot voor.
Om die reden, mijnheer de Voorzitter wil
ik tbans, nu die onderhandelingen nog niet
zijn afgeloopen, de belangen van de Nederlandsche
visschersplaats Philippine en die van bare
inwoners, die voor het grootste deel in de
visscherij een middel vinden van bestaan, ernstig
aanbevelen aan de zorgen der Regeering,
opdat Philippine niet de dupe wordt van eene
te groote inschikkelijkheid bij het tot stand
komen eener nieuwe loozing voor het water
uit Ylaanderen.
TWEEDE KAMER.
Tn de vergadering van Maandagavond werden
de nog overige artikelen van de justitiebegroo-
ting aangenomen en vervolgens aangevangen
met de behandeling van de begrooting voor
Buitenlandsche zaken.
Bij de algemeene beschouwingen werd door
den heer Vorsterman van Oyen, Philippine ter
sprake gebracht, zooals op een andere plaats
in dit blad uitvoerig is vermeld.
Door den heer De Kanter werd o. m. ter
sprake gebracht het weigeren van subsidie aan
de vereeniging //Vrede door Recht" voor het
Vredeseongres in 1913.
Door den heer Yan den Berch van Heemstede
werden maatregelen gevraagd tegen het verbod
van invoer van hooi en stroo in Engeland.
De heer Hugenholtz vroeg of er reeds uit-
noodigingen zijn verzonden voor de derde
vredes-conferentie. Hij noemde het een toppunt
van huichelarij om thans, nu een wereld-oorlog
dreigt, het Vredes-Paleis te openen. In elk
geval ontried hij daarbij den Czaar van Rusland
uit te noodigen, opdat men hier niet overstroomd
zou worden door geheime Russische politie-
agenten.
De Minister van Buitenlandsche Zaken, de
sprekers beantwoordende, verklaarde niet te
mogen treden in breede uiteenzettingen omtrent
den politieken toestand, als zijnde hij Minister
van een kleine mogendheid, die niet betrokken
is in de sfeer van de belanghebbende naties.
Niettemin bad hij toch vrijheid daaromtrent
een enkel woord te zeggen.
Hij wilde een woord spreken tot geruststelling,
daar de berichten die hij de laatste 24 uren had
ontvangen alle teekenen in zich droegen, om te
kunnen verwachten, dat langs den vreedzamen
weg, dien van conferences en kanselarij-arbeid,
een einde zal worden gemaakt aan den toestand
van oorlog en onrust, die op het oogenblik in
Europa heerscht. Op die wijze zal de rust
worden hersteld in de deelen van Europa die
door oorlog werden verstoord en zal de rust
gehandhaafd blijven in die streken waar ze
thans heerscht.
De Minister wees er verder op dat, waar
Nederland zich als van zelf niet heeft te be-
wegen in de sfeer der belanghebbende mogend-
heden, dit niet wegneemt dat Nederland z^ch
op de slagvelden heeft geweerd op een wijze
als dit bijna door geen andere kleine natie is
nagevolgd, n.l. door middel van het Roode Kruis.
Hij betuigt zijn dank aan het Nederlandsche
volk, voor de zelfopoffering, trouw en liefde,
waarmede onze landgenooten op het oorlogs-
terrein werkzaam zijn. Die daar werkzame
mannen en vrouwen houden den naam van
onze natie hoog.
Deze verklaring werd met luid applaus, ook
van de tribunes, begroet.
In ziju antwoord gaf de Minister voorts te
kennen dat de opening van het YTredespaleis
nog niet tot op een week is vastgesteld, maar
dat bij de uitnoodigingen toch in geen geval
yekening zal worden gehouden met het advies
van den heer Hugenholtz. Van hem is ook
geen initiatief te wachten voor het verleenen
van subsidie voor het Yredes-congres. Hij keurt
het af, dat het besluit om het congres hier te
lande te houden, is genomen zonder overleg
met de Regeering. Wanneer men het verloop
van het congres te Geneve nagaat, meent de
Minister dat de eer van ons land er absoluut
niet mede gemoeid is, of het congres al of niet
hier wordt gehouden.
Dinsdag werd voortgezet de behandeling van
de Indische begrooting. Door den heer Mar-
chant werd o. m. afgekeurd dat hooggeplaatste
Indische ambtenaren zich voordeelen weten te
verschalfen door deelneming in en bevoordee-
ling van groote cultuurmaatschappijen. Als
voorbeeld haalde hij aan de vorige gouverneur-
generaal Yan Heutz, die een der voornaamste
aaodeelhouders in een rubbermaatschappij bleek.
Hij betoogde dat in Nederland meer en meer
het besef doordringt, dat dit niet is zooals het
behoort, en meende ook dat de bevolking van
Borneo voor de vrije cultuur het meest gun-
stig is.
De Minister van Kolonien kwam met kracht
op tegen de beschuldiging van d«n heer Marchant.
Dergelijke beschuldigingen moeten worden be-
wezen door het noemen van control'eerbare feiten
en niet op algemeenheden berusten.
Bij de uitgaven verdedigde de beer Marchant
den post voor het inrichten eener gouvernements
gutta-perclia-fabriek, die door den heer Bogaardt
bestreden werd, met het oog op de belangen
eener particuliere fabriek in Indie.
lEimSCBE ('01 BAIT.
Ills iilad rerseiiijBt Jlaandng., en irijiiaKavnnd, ■Itgezatid^ril op Vee«tdn(;eB blj de Vlrma IP. M. VII 1MB IIHDI. te Vw Me.ien.
Burgemeester en Wethouders van TER NEDZEN
noodigen de ingezetenen uit, om de vorderingen, welke
zij ten laste van de gemeente mochten hebben, zoo
spoedig mogelijk in te dienen en daartoe den uitersten
termijn niet af te wackten.
Ter Neuzen, 2 December 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Seeretaris.