Ter Neuzensche Courant Diasdag 26 November 1912. No. 5845. TWBBDB BXj-AJD- Predikbeurten. Woensdag 27 November 1912 (Dankdag). TER NEUZEN, 25 November 1912. Vvijdagavond trad de heer Dr. H. A. van der Meulen, die hier door zyn herhaald optreden reeds een gevierden naam als redenaar en causeur keeft verworven, weder op, ditmaal in het ,z Hotel de Commerce" om voor de afdeeling van den Volksbond tegen Drankmisbruik" in eene openbare vergadering te spreken over z/matigheid en onthouding." In een keurig historisch overzicht, zette de spreker ket ontstaan van de ontkouding uiteen en hoe daaruit o.m. is onstaan ket kloosterleven. Hij scketste hoe steeds menscken gevonden worden, die ontkouding prediken op versckiliend gebied, en zick die ontkouding als een deugd aanrekenen. Ten slotte kwam hij ook op het onderwerp drankgebruik. Er is in de pas verloopen jaren een algemeen streven ontstaan naar meeidere weelde° Velen kebben niet de middelen om aan dien zucht naar weelde, waarvan men de ge- noegens keeft leeren kennen, te voldoen. Daaruit valt te verklaren een streven van verschillende personen die deze middelen wel bezitten, om zich ook verschillende weeldezaken te ontzeggen, om daardoor geen aanstoot te geven aan de minder bedeelden en daardoor voor dezen nuttig te zijn. Zoo is ket ook op het gebied van drankge bruik. De Volksbond gaat niet zoover dat zij algekeel verbod van sterken drank wil be- vorderen, zooals dit het geval is met de gekeele onthouders. De Volksbond is van meeuing dat een enkel glaasje sterken drank, op gezette tijden over ket algemeen niet schaden zal en in sommige opzickten zelfs nuttig kan werken. Zoo denken ook enkele met name genoemde professoren van naam er over. Er zijn echtei menschen die er in het geheel niet tegen kunnen en voor wie ket gebruik verderf brengt. Nu is het streven van den Volksbond daarop gericht, dat, wanneer ket gebruik van per sonen die het niet schaden zal aanleiding geeft tot misbruik van zwakke naturen of jongelieden, men zich dat onschadeljjk genot voor zichzelf moet ontzeggen, in ket belang van die zwakken of jongen. Ook trackt men de menscken op te voeden in verschillende werkzaamkeden, vooral door ket organiseeren van huisvlijttentoonstellingen. Wanneer ze aan nuttigen arbeid gewoon zijn, kebben de menscken minder beboefte aan de herberg en zullen ze minder vervallen tot drankmisbruik. Ten slotte wekte hij op, lid te worden van den Volksbond. Hij deed een beroep op de onthoudersvereenigingen om, al is ket dat men niet geheel overeenstemt in de middelen, saam te werken aan de bereiking van het doel, dat beiden voor oogen hebben. Na de pauze gaf de spreker als toegift ket sprookje van den ,,gelukkigen prins dat uit het Engelsch door hem werd vertaald. De waarnemende voorzitter danate namens de vereeniging den spreker voor de talentvolle wijze, waarop hij, ondanks het geringe bezoek, zijn standpunt had uiteen gezet en voor ket boeiend voorgedragen sprookje als toegift. Hij wendde zick ten slotte als onderwijzer tot ket publiek met het dringend verzoek om ket rooken van jeugdige kinderen zooveel moge lijk tegen te gaan. Meermalen was hij er reeds getuige van dat kleine jougens, dampende als schoorsteenen, sigaretten enz. rookten. Even erg als ket drankgebruik is het rooken voor kinderen, waarom hij een beroep doet op alle ouders, om dat meer en meer voortwoekerende euvel te keeren. Voor de levering van brood ten behoeve van het garnizoen alkier werd de vorige week ingesckreven door de heeren C. M. van Leeuwen voor 0,064: en J. Tk. van Aerde voor 0,068 per 0,6 Kg. Aan den heer G. J. Balkenstein Jr. al- hier is bij onderhandsche aanbesteding de le vering gegund van ket bouwen eener nicotine- fabriek, nabij ket station Philippine, voor de som van 42.000 frs. Naar we vernemen zal deze fabriek dienen om aan de tabaksbladeren nicotine te onttrekken, welke zal worden besckikbaar gesteld vooi ket besproeien van landbouwgewassen tegen schade- lijke insecten en ziekten, zooals b. v. de aard- appelen. Naar men beweerd is eene besproeiing met nicotine doeltreffender dan met andere tot hiertoe gebruikte middelen, daar zij niet nadeelig is voor de plant, deze niet in den groei be- lemmert, en deze er ook niets van opneemt, wat later schadelijk kan zijn voor den gebruiker. Axel, 25 Nov. Op de heden alhier gehouden veemarkt waren aangebracht 4 paarden, 17o stuks hoornvee, 32 varkens, 0 schapen en 6 geiten. De uitgeloofde premie's werden toegekend j als volgt Voor ket schoonste paard van 3 tot 7 jaren oud, le prijs een medaille aan L. Wiemes, voerman te Axel, 2e prijs 3, L. Wiemes voornoemd. Voor het schoonste bengst- of merrieveulen beneden het jaar oud, een prijs van 2, niet uitgereikt. Voor het schoonste veulen van 1 tot 3 jaren oud, le prijs 4 aan A. van Ootegkem, land- bouwer te Ter Neuzen, 2e prijs f 2,50, L. Wiemes voornoemd. Voor den schoonsten dekhengst van 2 tot 7 jaren oud een prijs van 5, niet uitgereikt. Voor de schoonste baatgevende of kalfdragende koe, le prijs een medaille aan Sal. de Feijter, landbouwer te Axel, 2e prijs 3, aan J. de Putter, landbouwer te Axel. Voor de schoonste kalfdragende vaars, le prijs 4, aan de wed. W. de Feijter, land- bouwster te Axel, 2e prijs 2,50, aan Adr. van Hoeve, landbouwer te Axel. Voor ket schoonste 2jarig rund een prijs van 3, aan de wed. W. de Feijter voornoemd. Voor den schoonsten hokkeling een prijs van 2, aan Adr. van Hoeve voornoemd. Voor den schoonsten springstier een prijs van 5, niet uitgereikt. Voor ket vetste stuk hoornvee een prijs van f 5, aan R. Blankert, slager te Axel. Voor de schoonste melkgevende geit le prijs 2,50, aan J. Visser, rijks-ambtenaar te Axel, 2e prijs 1, F. J. Dieleman, schoenmaker te Axel. De kandel was zeer levendig. Gemeenteraad van Ter Neuzen. VAN Hervorm.de Kerk. Zaamslag. 9 u. en 2 u., Ds. G. van Dis. lloek. 9 u. en 2 u., Ds. E. Raarns Jr., Dankdag voor den oogst. Gereformeerde Kerken. Ter Neuzen. 9 u. en 2 u., Ds. J. F. van Hulsteijn Jr., Dankdag voor 'tgewas. Axel H. 9 u. en 2 u., Ds. Chr. Bruins. Gereformeerde gemeente (Vlooswijkstraat). Ter Neuzen. 9 u. en 1J u., Ds. J. Fraanje. Hoek. 'sAvonds 6 u., Ds. J. Fraanje, van Ter Nenzen. Chr. Gereformeerde Kerk. Zaamslag. Ds. Lengkeek, van Amsterdam. Vergadering van Donderdag 21 November 1912. (V E E V Q L G). 18. Voorstel tot vaststelling van een reglement van orde voor de vergaderingen van den Oemeenteraad. De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor over te gaan tot het vaststellen van een reglement van orde voor de vergaderingen van den Gemeenteraad, waarvan het concept ter kennisneming aan de leden is toegezonden. De heer De Jager betuigt zijne tevredenheid over dit voorstel. Het is de eerste'maal dat hij een reglement van orde voor den Raad onder de oogen heeft gehad. De Voorzitter geeft te kennen dat hij onder de papieren van zijn ambtsvoorganger een exemplaar, geheel geel ge- worden heeft gevonden, en dit schijnt wel het eenige exemplaar te zijn van het oude reglement, dat nog aan- wezig is. Dit was evenwel, ook wat de inhoud betreft, niet meer gesehikt voor de tegenwoordige tijdsomstandig- heden, waarom Burg, en Weth. het noodig hebben geacht een nieuw reglement vast te stellen, waarbij het oude voor zooveel noodig is gewijzigd en aangevuld. Overgegaan wordt tot de artikelsgewijze behandeling van het reglement. De verschillende artikelen worden, behoudens een enkele uitzondering zonder discussie, en alien zonder hoofdelijke stemming, goedgekeurd. Dit laatste geschiedt daarna met de geheele verordening. In dit reglement wordt o. m. bepaald, dat de Raad bij voorkeur vergadert den tweeden Donderdag van iedere maand en dat de vergaderingen zooveel mogelijk worden belegd tegen 10 uur des voormiddags. De in de openbare vergaderingen genomen besluiten worden voortaan in chronologische volgorde ingeschreven in een daartoe bestemd register. Behalve dit register zullen van het verhandeide in de openbare raadsvergadering gedrukte notulen worden op- gemaakt, een proefdruk hiervan wordt de leden zoo spoedig mogelijk na de vergadering thuis gezonden, die gehouden zijn binnen vier dagen, door terugzending van den door hen verbeterden proefdruk, aan den secretaris, van hunne op- of aanmerkingen te doen blijken. De notulen worden onmiddellijk na het uitschrijven van de volgende vergadering, voor de leden ter inzage gelegd. In die vergadering worden zij, tenzij de Raad anders beslist, vastgesteid, en door den Voorzitter en den Secretaris als bewijs daarvan, geteekend. Door deze bepaling vervalt dus het lezen der notulen bij den aanvang der vergadering. De heer Lensen vraagt of het ter inzage leggen van de notulen wel voldoende waarborg zal opleveren, dat de notulen juist worden vastgesteid. Niet ieder is steeds in de gelegenheid om de stukken te komen inzien en zal er dan over de vaststelling moeten helpen beslissen, zonder den inhoud te kennen. De Voorzitter acht het ter lezing leggen van de notulen geen bezwaar, vooral omdat de leden kort na de vergade ring een drukproef van de notulen krijgen en het ook de bedoeling is om de notulen, wanneer ze zijn afgedrukt, wat over het algemeen binnen 14 dagen na de vergade ring is geschied, thuis te zenden en niet meer zooals thans, met de uitreiking te wachten tot het weer raads- zitting is. Er is dus voldoende gelegenheid om den inhoud der notulen na te gaan. De heer Lensen verklaart zich na deze toelichting voldaan. In art. 11 wordt voorgeschreven dat voorstellen, staande de vergadering ingediend, schriftelijk aan den Burgemeester moeten worden ter hand gesteld en dat de vergadering beslist of het voorstel al dan niet dadelijk in behandeling zal worden genomen. De heer De Bruijne vraagt naar aanleiding hiervan, of dan voortaan staande de vergadering door de leden geen voorstellen meer kunnen worden gedaan, tenzij dat die schriftelij' gesctiieden. De Voorzitter geeft te kennen dat het volstrekt niet de bedoeling is, van de leden te vorderen dat zij van elk door hen gedaan voorstel terstond een papiertje bij de hand hebben waarop dit omschreven is, maar het bedoeid alleen op die gevallen als het een ingrijpende zaak betreft, die niet zoo ineens te overzien is, waarvan het ook kan voorkomen dat juist om de belangrijke strekking van een voorstel, uitstel van behandeling tot een volgende ver gadering gewenscht is, om hetgrondig te kunnen overwegen. De heer De Bruijne is na deze toelichting voldaan. Art. 13 bepaalt hoe de stemming over de voorstellen geschiedt. De raadsleden brengen hunne stem uit naar de volgorde hunner zitting in jaren, te beginnen met het lid, dat daartoe in iedere vergadering onmiddellijk na de opening door loting wordt aangewezen. De heer De Jager vraagt of het niet beter zou zijn te bepalen dat elk lid om beurte werd aangewezen om het eerst zijne stem uit te brengen. Nu komt het, blijkens de ervaring, nog al eens voor, dat het lot telkens op »Jonas" valtals het om beurt gaat krijgt ieder de ge legenheid. De Voorzitter deelt mede, dat Burg, en Weth. te dezen opziehte ook over de beste oplossing van gedachten hebben gewisseld en de loting kwam hem ten slotte als de beste formule voor. Nu is vooraf niet bekend aan wien de plicht om het eerst te stemmen zal worden opgedragen. Ging het om beurte, dan was het vooruit bekend en dan is de veronderstelling niet ongegrond, dat «Jonas", vooruit wetende dat hij de man was, daarin aanleiding vond om van de vergadering weg te blijven. De vergadering vereenigt zich hiermede. In art. 15 wordt bepaald dat, indien dringende om- standigheden, ter handhaving van de orde, dit noodzakelijk maken, de Voorzitter de vergadering schorst. Die schorsing gaat den tijd van een uur niet te boven, tenzij bijzondere omstandigheden dit wenschelijk makenalsdan is de Voor zitter bevoegd de vergadering te verdagen tot uiterlijk tweemaal 24 uren na de schorsing. De heer Drost vraagt of uit dit artikel volgt dat de schorsing van de vergadering, zooals dit nu meermalen voorkomt als in den voormiddag en ook in den namiddag vergaderd moet worden, niet langer dan 1 uur mag duren. De Voorzitter geeft te kennen dat dit geen schorsing is, zooals hier wordt bedoeid. Hier slaat het op schorsing der vergadering bij ongeregeldheden. Het artikel is op- genomen om in die gevallen den Voorzitter de mogelijk- heid te benemen, de vergadering willekeurig langer te schorsen. Deze zou anders wel kunnen zeggen ik ver- gader vandaag niet meer. Spreker hoopt echter, dat het nimmer noodig zal zijn, dit artikel toe te passen. Art. 16 schrijft voor dat tot het vragen van inlichtingen ingevolge art. 183 der Gemeentewet (voorschrijvende dat Burg, en Weth. wegens het dageiijksch bestuur aan den Raad verantwoording sehuldig zijn, en te dien aanzien alle door den Raad verlangde inlichtingen geven), ten aanzien van een onderwerp vreemd aan de orde van den dag, vooraf door de vergadering verlof moet worden verieend. Acht de Voorzitter tot beantwoording van zoodanige vragen overleg met het Dageiijksch Bestuur noodig, dan kan de beantwoording tot de volgende ver gadering worden aangehouden. De heer Lensen vraagt of deze bepaling van invloed is op de gewone rondvraag. De Voorzitter antwoordt ontkennend. Omtrent de comipissien van voorbereiding wordt bepaald, dat elke commissie gehouden is, zich van de haar opge dragen taak binnen drie maanden na hare installatie te kwijten, tenzij voor het verstrijken van dien termijn uitstel is verieend door den Raad. De toehoorders kunnen de vergaderingen op de voor hen bestemde plaatsen bijwonen. Zoowel het spreken als het geven van teekenen van goed- of afkeuring, zijn ten strengste verboden. Toehoorders die het in de vorige zinsnede omschreven verbod overtreden of zich niet gedragen naar de bevelen van den Voorzitter, worden op last van den Voorzitter onmiddellijk verwijderd. Het reglement treedt in werking op 1 Januari 1913, als wanneer alle vroeger te dier zake vastgestelde bepa- lingen ophouden van kracht te zijn. 10. Vaststelling van het honorarium van een tijdelijk opzichter. De Voorzitter deelt namens Burg, en Weth. mede dat, ingevolge het ontslag, verieend aan den heer Weijers, bun college gerioodzaakt was gegadigden op te roepen voor de betrekking van tijdelijk opzichter bij den bouw van de lokalen voor de hoogere burgerschool. Uit de vele sollicitanten is hunne keuze gevallen op den heer J. Olij. Met dezen, die is aangesteld op een salaris van 70 per maand, is overeengekomen dat Burg. en. Weth. in de eerstvolgende raadszitting zouden voorstellen dit te brengen bp 80. Met het oog op hetgeen reeds in de raadsvergaderingen is opgemerkt omtrent de aanstelling van den heer Weijers, meenden Burg, en Weth. goed te doen deze zaak in den Raad te brengen. Zij stellen daarom voor het salaris van den heer Olij van af het tijdstip zijner indiensttreding te bepalen op 80 per maand. Z. h. s. wordt aidus besloten. 20. Voorstel tot niet vervulling van de vacature aan school D welke zal ontstaan door het verieend ontslag aan mej. Tauber. De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor, mede in verband met de ingewonnen adviezen van de betrokken schoolautoriteiten, niet over te gaan tot de vervulling van de vacature die /al ontstaan wegens het vertrek van mej. Tauber van school D, te Sluiskil. Z. h. s. wordt aidus besloten. 21. Voorstel tot het verleenen van eene jaar lijksche bijdrage aan den agent van politie Meulbroek, in de kosten van anderhoud van een rijwiel. De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor aan den agent van politie Meulbroek te Sluiskil, met ingang van 1 Januari 1913, in de kosten van onderhoud van diens rijwiel een bijdrage van 15 'sjaars toe te kennen. Het toekennen eener jaarlijksche bijdrage verdient naar de meening van Burg, en Weth. de voorkeur boven het onderhoud van een rijwiel voor rekening van de gemeente, daar het aan bezwaren onderhevig is, te controleeren in hoeverre een door de gemeente .aan een agent van politie verstrekt rijwiel in gemeentedienst, dan wel in particulieren dienst wordt gebruikt. Het voorstel wordt aangenomen z. h. s. 22. Voorstel tot vaststelling van eenige rooilijhen in verband met de demping der gemeentehaven. De Voorzitter brengt in bespreking een voorstel tot het vaststellen van eenige rooilijnen in verband met de dem ping der gemeentehaven. Een voorstel daartoe wordt ter teekening overgelegd. Het strekt om eene rooilijn vast te stellen in het verlengde van den vroegerdn waterkeerenden muur aan school A, tot aan de rooilijn gevormd door de gevels der huizen aan de Oostzijde van de Markt. (De lijn is getrokken door het op het Noordeinde in die rij staand huisje, dat volgens dat voorstel moet worden onteigend). Vervolgens is, evenwijdig aan de voorgaande rooilijn, noordwaarts een 'rooilijn ontworpen op den afstand van de Noordzijde van den steenen trap in den waterkeerenden dijk, tot waar deze lijn de rooilijn snijdt die verkregen wordt door doortrekking van de Westelijke gevellijn der Hoogere Burgerschool. Er wordt alsdan een vierkant terrein verkregen, dat getrokken wordt bij het terreiri der Hoogere Burgerschool. Vervolgens worden rooilijnen ontworpen om het terrein der vroegere werf, zoowel aan de zijde van den Smidswal als aan die van de Hoogere Burgerschool en aan de Noord- en Zuidzijde. Van de meerderheid der Commissie van Fabricage is ingekomen een schrijven, waarin zij te kennen geeft, dit voorstel van Burg, en Weth. te steunen. Namens de minderheid van dit college is een schrijven ingekomen van den heer Van Borssum Waalkes, waarbij deze te kennen geeft, zich niet te kunnen vereenigen met de door Burg, en Weth. voor het terrein der gedempte haven, zuidwaarts der hoogere burgersohooL aangegeven rooilijn. Het gevolg van die ontworpen rooilijn is, dat de ge meente het huis, gelegen op. den hoek van de Markt en de gedempte gemeentehaven, zal moeten onteigenen, waarvoor allicht twee a drie duizend gulden zal noodig zijn. Tevens wordt door het vaststellen der rooilijn volgens dit ontwerp, het geheel onmogelijk gemaakt, de terreinen die door demping der gemeentehaven vrijkomen, als bouw- terrein te gebruiken. Volgens oordeel der minderheid van de Commissie van Fabricage is het wenschelijk, de rooilijn vast te stellen zooals aangegeven wordt door de roode stippellijn op de situatieteekening. He gemeente verkrijgt daardoor de beschikking over een terrein van pl.m. 1000 ML dat als bouwterrein in erfpacht kan worden uitgegeven of ook verkocht kan worden, waardoor dan tevens uitvoering kan worden ge- gevep aan de bedoeling die bij het voorstel tot demping der gemeentehaven heeft voorgezeten. De rooilijn zooals die op het terrein der gedempte ge meentehaven enz. blijkens dit schrijven wordt voorgesteld door de minderheid der Commissie van Fabricage heeft ten doel een straat ter breedte van 10 M. te ontwerpen, ongeveer midden op het gedempte gedeelte, in het ver lengde van de Havenstraat en om het tusschen de zuidelijke rooilijn en het terrein van school A gelegen terrein, be- schikbaar te stellen voor bouwgrond. Dat bouwterrein heeft dan een diepte van ongeveer 25 M. Er blijft dan ten noorden van de noordelijke rooilijn nog een strook vrij ter breedte van ongeveer 14 M. om te kunnen dienen als tuin nevens de hoogere burgerschool. De heer De Jager geeft te kennen, dat hij zich aansluit bij het voorstel der minderheid van de Commissie van Fabricage. Toen besloten is tot het aankoopen van de werf en demping van de haven, heeft het voornemen voorgezeten, om zooveel mogelijk van den grond die daardoor beschikbaar zou komen, te verkoopen, en daardoor eenigermate de kosten te dekken of er zoo mogelijk nog wat aan te verdienen. Wordt nu het voorstel aangenomen van Burg, en Weth., dat gesteund wordt door de meerder- 'heid der Commissie van Fabricage, dan wordt een groot deel van het verkregen terrein waardeloos. Spreker heeft met blijdschap van het voorstel tot wijziging der voor- gestelde rooilijn kennis genomen en kan zich daarmede goed vereenigen. De heer Dees geeft te kennen dat bij hem in de ver gadering van het Dag. Best, dezelfde gedachtengang heeft voorgezeten als bij dien der minderheid van de commissie van Fabricage. Wordt besloten overeenkomstig het voor stel van den heer Waalkes, dan komt er een terrein van ongeveer 900 M2. als bouwgrond beschikbaar, terwijl er een straat ter breedte van 10 M. open blijft, wat zeker voldoende kan worden geacht. Het vaststellen van die rooijijn gaat dan niet met moeilijkheden gepaard, er moet geen huis voor onteigend worden en van den verkoop van den bouwgrond kan een aanzienlijke bate in de kas der gemeente komen, dat voor een aanmerkelijk bedrag zou ten goede komen in de kosten van demping der haven. De heer Eijke verklaart dat hij van meening was, dat de Raad, nu de gelegenheid er is, deze zou willen te baat nemen om eens iets moois van dat terrein te maken. Daarvoor was geen gelegenheid, dan zooals is aangegeven in het voorstel van Burg, en Weth. Het huisje op den hoek vormt een leelijke insnijding en daarom wordt het noodig geacht daarvan een stukje af te nemen. Bij het andere voorstel wordt heelemaal afgeweken van het denk- beeld om hier iets moois te verkrijgen. De heer De Jager wijst er op dat aanneming van het voorstel van Burg, en Weth. in zich zou houden onteige- ning van het huisje op den hoek. Nu is het de vraag of de eigenaar genegen zou zijn dat af te staan, mis- schien zou men er hem toe kunnen dwingen, maar hoe het ook zij, daarmede zouden weer al enkele duizende guldens mede gemoeid zijn, die de kosten van de demping der haven zouden verhoogen, terwijl het juist het streven moet zijn om van het geld dat uitgegeven is wat terug te krijgen. De heer Lensen verklaart dat hij, op grond van hetgeen vroeger besloten is, om n.l. bij het dempen der haven zooveal mogelijk van den vrijkomenden grond productief te maken als bouwgrond, zich aansluit bij het voorstel der minderheid van de Commissie van Fabricage. De heer Visser betoogt dat het nimmer de bedoeling is geweest om te laten bouwen op het gedempte deel der haven. Wel was het de bedoeling den grond van de werf voor bouwgrond disponibel te stellen. Spreker acht het gedempte deel der haven ook niet bebouwbaar. De rooilijn is om dat mogelijk te maken ontworpen op enkele meters afstand van het gelegde riool. Het is niet raadzaam om op zoo korten afstand daarvan te laten bouwen, want als er dan eene reparatie aan het riool geschieden moet heeft men daarmede groote moeilijkheden. De heer Lensen Och, ik meen dat er hier wel riolen zijn die onder de huizen loopen De heer Visser noemt dat toch niet gewenscht. Maar dat is zijn eenig bezwaar niet. Overal doet men zijn best om ruimte te krijgen, wanneer daartoe de gelegenheid zich voordoet. Hier zou men nu van de gelegenheid geen gebruik maken. Bovendien gelooft hij ook niet, dat er spoedig liefhebbers zullen komen om op dat terrein te bouwen. Het is door zijn aanleg, voor bouwgrond niet gesehikt. De heer Eijke merkt op, dat het dan wel paalwoningen zullen moeten zijn, als men er op wil bouwen. De heer Drost meent dat een straat van 10 M., naast een gebouw als de hoogere burgerschool, veel te bekrompen en zal dus met het voorstel van Burg, en Weth. meegaan. Zoo'n groot gebouw moet eenigszins ruim staan. De heer Waalkes merkt op dat het geheele terrein 49 M. breed is. Hij stelt voor om een strook ter diepte van 25 M., grenzende aan het terrein van school A als bouwterrein te bestemmen. Dan de straat aan te leggen op 10 M. en dan blijft er tusschen de straat en de Hoogere Burgerschool nog een strook open van ongeveer 15 M., die als tuin voor de school kan worden bestemd. Dan is er dus een openruimte naast de school van ongeveer 25 M. De heer Drost, aidus ingelicht, vindt dat ook voldoende en kan zich dan met het voorstel van den heer Waalkes wel vereenigen. De heer Moggre had ook gedacht, dat er voor de school een open plein zoude blijven, maar meende dat er verder ook wel zou getracht worden een deel er van productief te maken. De Voorzitter moet beginnen met zijn leedwezen uit te spreken dat zoovele bezwaren worden aangevoerd tegen een voorstel dat strekt om een behoorlijken toestand te verkrijgen. Wanneer de rooilijn genomen wordt in, de richting van den muur achter school A en het hoekhuisje opgeruimd, krijgt men een mooi vierkant veld, waarvan Burg, en Weth. dan een straat ter breedte van 10 M. langs voor- noemden muur voor publiek gebruik wilden bestemmen. Als het hoekhuisje blijft bestaan, kan er een deel van den grond die de heer WaaJkes als bouwgrond wil be stemmen niet worden verkocht, dan blijft er voor het eerste huis geen voldoende diepte. Bovendien, als men daar bouwgrond wil verkoopen, zal het noodig zijn bij den bouw van de woningen zekere eischen te stellen, daar deze dan toch eenigermate in overeenstemming moeten zijn met de omgeving waarin ze komen te staan. Het is dan ook niet mogelijk om gevolg te geven aan het voornemen van Burg, en Weth. om de vischmarkt in den hoek een plaatsje te geven, waarvoor nu een mooie ruimte beschikbaar is. 1 erder betoogt spreker, dat er toch werkelijk niet omdat or behoefte aan is, op de gedempte haven bouwgrond behoeft beschikbaar te worden gesteld. Er komt bouw grond in overvloed beschikbaar.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1912 | | pagina 5