A I g e m e e n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaasderen.
Cacao
No 5845.
Dinsdag 26 November 1912.
52e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie inaanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per postYoor
Nederland f 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Voor Amerika f 1,65 en voor
het overige Buitenland 2,—. Men abonneert zich bp alle Boekhande-
laars, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Telefoon No. 2 5.
ADYERTENTIENi
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer /0,10.
B B directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prjjs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
Inzending van advertentien v6or 1 uur op den dag der uitgave
TER NEUZEN, 25 November 1912.
Het weerbericht van het meteorologisch
instituut te De Bilt van heden luidt als volgt:
Hoogste barometerstand 774,2 Stornoway
Laagste ,t 731,3 Thorsharn.
YerwachtingStormachtige tot krachtige
meest Zuidwestelijke wind, betrokken tot zwaar-
bewolkt, regenbuien, zelfde temperatuur.
Naar we vernemen heeft de heer G. Goossen,
in de raadsvergadering van jl. Donderdag, hoe-
wel niet tot de sollicitanten behoorende, benoemd
tot onderwijzer bij het herhalingsonderwijs aan
school A alhier, deze benoeming aangenomen.
Tot klokkenist voor het torenuurwerk der
Ned. Herv. kerk alhier, is benoemd de beer
J. van Sprang alhier.
Bij het te Venlo gehouden examen voor
de vrije- en ordeoefeningen der gymnastiek zijn
o. m. geslaagd de dames J. C. de Klerk van
Cadzand, M. de Muijnck van Groede en J. S.
van de Sande van IJzendijVe.
Zaamslag. Tot prediktfnt bij de Christelijke
Gereformeerde gemeente alhier is beroepen Ds.
H. Zuidema vati Nieuw Pgjiela.
Hulst. In de Zaterdag alhier gehouden
raadszitting werd benoemd tot hoofd der open-
bare school de heer A. J. D'Haens te Hulst,
met 9 van de 10 stemmen. 1 stem was uit-
gebrhcht op den heer P. K. Wijnen, onderwijzer
te Steenbergen. Nog stond op de voordracht
de heer H. B. van der Krabben, hoofd der
school te Ankeren.
RECHTSZAKEN.
Door verschillende omstandigheden was het
ons niet mogelijk het gewone verslag van de
terechtzetting der rechtbank te Middelburg van
jl. Vrijdag op te nemen.
Wij ontleenen daaromtrent thans aan het
verslag der Middelb. Crt. het volgende
De eerste zaak die voorkwam, was tegen
J. d. Y. en E. d. M., beiden wonende te Clinge.
In de vorige maand waren ze ter gelegenheid
van een kermis 's avonds in de herberg. Met
hen was daar A. de Witte uit St. Jansteen.
Beide beklaagden, veel jonger dan de Witte,
gingen met dezen uit de herberg. In een donker
steegje gekomen vielen ze beiden op de Witte
aan en gooiden hem op den grond.
De W itte zeide dat de M. hem vasthield,
terwijl de V. hem beroofde van zijn portemon-
naie, waarin ongeveer 3. Terwijl ze hem
vasthielden, voegde de M. hem toe, dat hij zich
stil moest houden daar hij hem anders zou
afmaken. Getuige geloofde in deze bedreiging
en hield zich stil. Nadat beklaagde hem van
zijn portemonnaie hadden beroofd, werd De
Witte nog mishandeld ook.
De M. wierp alle schuld van zich op de V.
Deze had geslagen en misschien ook de porte
monnaie genomen, maar hij had niets gedaan.
De V. erkende dat hij De Witte had geslagen,
maar ontkende den diefstal beslist.
Het O. M. acbtte de schuld van den eersten
beklaagde bewezen door de verklaring van den
hoofdgetuige. Spreker wees er evenwel op,
dat slechts weinig schuld van dezen getuige is
kunnen bewezen worden. Wat betreft°den
tweeden getuige, van deze is de mishandeling
bewezen, evenwel geen diefstal. Spreker eischte
tegen elk der beklaagden 1 jaar gevangenisstraf.
De verdediger, Mr. Zaayer wees op het ge-
ringe van de bewijzen. Er is slechts een
persoon, namelijk de mishandelde, die directe
getuigenissen kan afleggen.
PI. geloofde niet dat op deze gronden ver-
oordeeling zou kunnen volgen.
De rechtbank, overwegende dat er geen
gronden zjjn om bekl., welke beiden alhier
gedetineerd waren, nog langer in arrest te
houden, beval hun vrijlating.
Vervolgens kwamen voor D. F., 18 j., en
G. d. W., 17 j., beiden wonend te Axel en
beschuldigd van mishandeling.
Elken dag wordt RONA meer grwaardeerd.
Het aantal geregelde gebruikers neemt voortdurend sterk toe.
Hun goede voorbeeld kan me' gerustheld door iedereen worden
gevolgd.
Daar men voor een heerlijken kop chocolade van RONA minder
noodig heeft dan van andere soorten, is zij zoo bizonder
voordeelig in 't gebruik. Veien bebben dit reeds door ervaring
geleerd.
Op 19 October ontmoette hen getuige J.
Wisse. De eerste beklaagde begon met Wisse
ruzie te maken, omdat deze hem op de Zaarn-
slagsche kermis had afgeranseld. 't Slot van
de besprekingen was dat de beide jongelui
Wisse aan vielen en hem schopten en sloegen.
Ze ontkenden dit gedaan te hebben.
Evenwel hadden J. M. Wisse en A. J. van
Hoorn beiden de mishandeling zien plegen.
Eisch tegen den eersten beklaagden 10
boete of 10 dagen hechtenis tegen den twee
den f 7 boete of 14 dagen tuchtschool.
D. d. K., 25 jaar, wonende te Ter Neuzen,
werd beschuldigd van beleediging. Omstreeks
12 September plaatste hij een advertentie in
de Ter Neuzensche Courant, waardoor M. de
Bruijne zich beleedigd en zijn zaken benadeeld
achtte.
Getuige I. van de Sande, uitgever der Ter Neu
zensche Courant, deed de gewone verklaring
dat de advertentie in een algemeen verspreid
nummer was geplaatst. Na eenige dagen werd
een deel der advertentie ingetrokken.
Beklaagde is penningmeester van ^Algemeen
Belang te Ter Neuzen. Deze vereeniging be-
trok voeder van een zekere samenstelling van
De Bruijne. Een monster daarvan werd opge-
zonden naar Goes en bleek bij keuring niet van
de vereischte samenstelling te zijn.
Daarom zeide beklaagde, achtte hij zich voor
Algemeen Belang verplicht boveugenoemde
advertentie te plaatsen. 't Lag niet in zijn be-
doeling De Bruijne daarmee te treffen, wiens
naam in de advertentie niet werd genoemd,
De Bruijne zelf zeide, het voer niet te hebben
onderzocht.
Het O. M. achtte beklaagde schuldig en eischte
f 10 boete of 10 dagen hechtenis.
De verdediger, Mr. Adriaanse zeide niet ver-
wonderd te zijn dat het O. M. dezen eisch deed,
nu hij toch eenmaal beklaagde vervolgd had.
Maar de rechtbank zal beklaagde niet veroor-
deelen.
Als men de zaak goed besehouwt moet men
toch den indruk krijgen, dat 't niet in de be-
doeling van beklaagde heeft gelegen te willen
beleedigen, beklaagde was nog slechts kort
penningmeester van /Algemeen Belang". Hij
wist nog niet goed hoe in dergelijke zaken op
te treden, was verontwaardigd en dacht 't best
te doen door te adverteeren. Er is niet bewezen
dat oeklaagde heeft willen beleedigen en dan
kan hij ook niet veroordeeld worden.
A. L., 45 jaar oud, werd 17 October door
den agent Daanse op den spoorweg te Ter
Neuzen aangetroffen met een groote zak, die
met steenkolen gevuld bleek te zijn. De kolen
blekenjafkomstig van een lading ,,nootjeskolen"
die men in de buurt juist loste.
Beklaagde bekende dat hij de kolen genomen
had. Ze hadden in den omtrek van de losplaats
gelegen en hij had gedacht dat hij ze daar
wel mocht bijeenzoeken en meenemen.
Het O. M. eischte f 10 boete of 10 dagen
hechtenis.
J. J. M., 25 jaar oud, scharenslijper, wasjjop 21
October te Ter Neuzen. Hij kreeg het daar te
kwaad met de politiemannen Yan Doorn en
Trijsburg. Beklaagde wierp;, deze mannen een
menigte beleedigende woorden naar 't hoofd.
Beklaagde was niet verschenen.
Eisch f 10 boete of 10 dagen hechtenis.
Gemeenteraad van Ter Neuzen.
Waenadag. en VriJiIxuHvonilnttgez«nderd op Feeufdageo bij de ftima P. Jf. VIM UK IASDR. te ®«f Meemeo.
Vergadering van Donderdag 21 November 1912.
Aroorzitter de heer J. Iluizinga, burgemeester.
Aanwezig de heeren Visser, Dees, Wieland, Moggre,
De Jager, Scheele, Lensen, Drost, De Feijter, De Bruijne.
Eijke, Donze en Van Borssum Waalkes.
(V E R V O L G).
13. Voorstel tot instelling van een vaste commissie
van bijstand.
De Voorzitter deelt mede dat het Burg, en Weth. wen-
schelijk voorgekomen is eene vaste commissie van bijstand
in te steHen, overeenkomstig art. 54, alinea 2 3 der
Gemeentewet, ter vervanging van de tbans bestaande
Commissie van Fabricage. De ervaring heeft geleerd dat
de regeling betreffende de samenstelling dier commissie
niet meer voldeed aan de eischen van den tegenwoordigen
tijd en een der leden van de commissie heeft dan ook
verzocht eene nieuwe reveling voor te bereiden.
De heer Waalkes meent zijn dank te moeten uitspreken
voor den bekwamen spoed waarmede aan zijn verzoek te
dezen opzichte is voldaan.
Het voorstel tot het instellen eener Commissie van bij
stand, onder intrekking van het raadsbesluit van 30 Januari
1885, tot instelling eener Commissie van Fabricage wordt
aangenomen z. h. s.
Daarna wordt overgegaan tot de behandeling van eene
Aerordening, regelende de samenstelling en de werkkring
der Commissie van Bijstand in het beheer en onderhoud
der Plaatselijke werken en eigendommen.
Art. 1 bepaalt dat de Commissie zal bestaan uit 3 leden
en dat een lid van het college van Burg, en Weth. als
voorzitter fungeert. De Commissie kan worden aange-
haald onder den naam ((Commissie van Bijstand".
Art. 2 schrijft voor dat de leden elk jaar in de maand
December door den Raad worden benoemd. Tusschentijds
openvallende plaatsen worden zoo spoedig mogelijk vervuld.
Art. 3. Zij wordt bijgestaan door den Secretaris der
gemeente of een der arnbtenaren van de secretarie, door
den Burgemeester aan te wijzen.
Art. 4. Zij vergadert gewoonlijk eens in de maand en
verder zoo dikwijls de Voorzitter of de meerderheid der
Commissie dit noodig oordeelt.
Art. 5. Zij dient Burg, en Weth., zoo dikwijls dezen
het nuttig en noodig oordeelen, van bijstand, in hetgeen
hun is opgedragen in art. 179 litt. G H der Gemeente
wet en in het bijzonder, bij de daarstelling of vernieuwing
van belangrijke gemeente werken.
Art. 6. Zij deelt ten alien tijde, omtrent alle plaatselijke
werken en eigendommen der Gemeente, aan Burg, en
Weth. zoodanige opmerkingen mede en doet verder, ten
dezen aanzien aan hen al zulke voorstellen, als zij noodig
oordeelt.
Art. 7. Zij is bevoegd om de arnbtenaren die bij de
Plaatselijke werken der gemeente aangesteld zijn, voor
zich te ontbieden en van hen alle inlichtingen over zaken,
deze werken betrelfende, te vorderen. Zij heeft ten alien
tijde toegang tot de lokalen en magazijnen der Fabricage.
Art. 8. Zoo dikwijls Burg, en Weth. dit noodig oor
deelen of twee leden der Commissie zulks mochten ver-
langen wordt een vereenigde vergadering gehouden.
De heer Waalkes stelt voor in art. 5 nevens de letters
g en h van art. 179 der gemeentewet ook aan te halen
letter i. daar dit z. i. juist een der voornaamste werkzaam-
heden is der commissie, nl. het vaststellen der plans en
voorwaarden van aanbesteding der werken en loverantien,
ten behoove der gemeente te doen, wier vaststelling de
Raad niet aan zich voorbehield.
Voorts zou hij het gewenscht achten dat in art. .5 niet
werden aangehaald de letters der gemeentewet, maar dat
de inhoud zooals die in de wet staat zelf werd overgenomen.
De Aroorzitter geeft te kennen dat er geen bezwaar kan
zijn om het voorstel van den heer AVaalkes over te nemen
tot uitbreiding van art. 5 met de letter i van art 179 der
gemeentewet, maar hij ontraad de letterlijke opneming
van den inhoud, daar de verwijzing naar de artt. der ge
meentewet in alle verordeningen gebruikelijk is en men
geacht moet worden deze te kennen.
De heer Waalkes zag liever de inhoud opgenomen daar
hij dit gemakkelijker acht, dan heeft men niet altijd de
gemeentewet na te zien en die heeft men ook niet altijd
bij de hand.
De Voorzitter merkt op dat degenen die er mede te
maken hebben geacht moeten worden de bepalingen der
wet te kennen.
De heer Drost ziet er ook een verklaring van onkunde
der betrokkenen in, als men den inhoud der arikels in de
verordening ging overnemen.
Nadat de heer Waalkes heeft verklaard genoegente nemen
met de aanvulling van het art. door opname van de
letter i, wordt art. 5, evenals alle andere artikels en de
geheele verordening zonder verdere discussie of stemming
goedgekeurd.
14. Af- en overschrijving in de begrooting voor 1912.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor in de
begrooting voor 1912 hoofdstuk 14, art. 2 »Gedingen en
rechtskundig onderzoek" uitgetrokken op f 50, te ver-
hoogen met f 5, af te schrijven van hoofdstuk 15, art. 2
»Bedrag dat zonder nadere machtiging van Gedep. Staten
kan worden gebruibt tot overschrijving.
Deze af- en overschrijving is noodig ter voldoening eener
vordering van Mr. P. Dieleman, advocaat en procureur te
Middelburg, ten bedrage van f 54,36, voor een door hem
geformeerd concessie-rapport.
Aangenomen zonder hoofdelijke stemming.
15. Voorstel nopens de uitgifte van gemeentegronden
in erfpacht,
De Voorzitter stelt aan de orde het voorstel van Burg,
en Weth. betrelfende de van wege de gemeente in erfpacht
gegeven gronden, naar aanleiding van het door de daartoe
door de Commissie uit den Raad uitgebrachte rapport,
medegedeeld in de vorige vergadering, waarin zoowel de
minderheid als de meerderheid van haar gevoelen deed
blijken.
Het voorstel luidt als volgt
lo. houders van het recht van erfpacht op gemeente
gronden in de gelegenheid te stellen deze gronden tegen
een nader overeen te komen prijs ih eigendom te verkrijgen;
2°. genoemd college uit te noodigen bij een in te dienen
voorstel omtrent de uitgifte in erfpacht van gemeente
gronden in acht te nemen, dat
a. de uitgifte zal geschieden voor een termijn van 75
jaar tegen een voor elk perceel vast te stellen canon;
b. deze canon om de 25 jaar zal worden herzien;
c. aan de houders van het erfpachtsrecht van af 1
Januari '1914 gelegenheid wordt gegeven, den grond waarop
het recht zal rusten in eigendom te verkrijgen tegen een
prijs gelijk aan 25 maal het verschuldigde recht van
erfpacht.
De heer Dees zou, in verband met het gevorderde uur
en het andere werk dat nog moet afgedaan worden, deze
zaak gaarne nog eens aanhouden.
De Voorzitter zal zich tegen uitstel niet verzetten, wanneer
blijkt dat er in de vergadering een strooming voor uitstel
is, maar hij meent er toch op te moeten wijzen dat de
kwestie vrijwel rijp voor behandeling is en dat de Raad
toch zeker wel een uitspraak zou kunnen doen omtrent
de hoofdzaak, opdat Burg, en Weth. dan weten hoe ze
de zaak verder in details moeten voorbereiden, waarmede
toch allicht ook nog een maand of drie gemoeid zal zijn.
De heer Eijke verklaart tegen afkoop te zijn; hij acht
hetgeen van de erfpachten ontvangen wordt een mooie
vaste post op de begrooting. Over het algemeen wordt
dat zoo ingezien door de bezitters van in erfpacht uitge-
geven gronden. Hem is uit zijne ervaring bekend, dat
ook tal van polders gronden in erfpacht uitgeven en dat
er velen zouden zijn die gaarne het recht van erfpacht
wilden afkoopen als er de gelegenheid voor werd open-
gesteld. Dat dit niet wordt gegeven, bewijst, dat men het
beter acht, de eigendommen te behouden, en voortdurend
het erfpacht te innen.
De heer Waalkes wijst er op, dat hier een belangrijke
zaak op het tapijt komt. Er wordt een voorstel gedaan
om de gebruikers van erfpachtsgronden in de gelegenheid
te stellen die af te koopen. Hij acht dat een zeer rnoei-
lijke zaak, want, hoe moet men die gronden gaan sc.hatten
Men meent dat dit niet moet geschieden overeenkomstig
den toestand waarin de gronden thans verkeeren, en daar
is wat voor te zeggen, omdat ze in den loop der jaren