■It
I!
5" I
3. Voorstel tot uitloving van prijzen in verband
met de a. s. jaarmarkt.
4. Vaststelling van het' suppletoir koliier der
hondenbelasting
5. Voorstel tot wijziging van de begrooting voor 1912.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor de be
grooting voor 1912 te wijzigen door verhooging der in-
komsten met f 52,50 en verhooging van verschillende
posten van uitgaaf met f 304,82 en vermindering van dien
der onvoorziene uitgaven met 252,32.
6. Benoeming van een Voorzitter van de Niemo-
j aarscommissie.
heid der leden, ofschoon blijkbaar met ongenegen het
denkbeeld.te steunen, er prijs op stelde dat van partiouliere
zijde in deze zaak eerst belangstelling zoude worden
betoond
dat an particuliere zijde reeds eenige jaren achtereen
voor dit denkbeeld propaganda is gemaakt, waarbij echter
overtuigend bleek, dat, hoewel van verschillende zijden
daarrnede instemming vverd betuigd, de steun niet zoo
algemeen zoude zijn, dat het benoodigde, betrekkelijk vrij
hoog bediag, alleen uit gitten van de burgerij zoude zijn
-Jee« te bre"gen, terwijl het onderhoud na de stichting
ook lezwaar zoude opleveren, indien zulks aan partieulieren
moest worden overgelaten
dat daarom naar de bescheiden meening van adressanten
deze zaak van publiek belang alleen tot eene goede
oplossing is te brengen met steun van- of liever door de
gemeente zelve;
dat, gezien de zeer groote belangstelling die aan een
tweetal dit jaar op de Mark gegeven coneerten ten deel
viei, dit zeker een zaak van publiek belang mag genoemd
worden
dat adressanten zich in verband met deze ervaring
ezer dagen met genoegen hebben herinnerd de discussie
o\er het onderwerp muziektent in uwe meer aangehaalde
vergadering van 19 October van het vorig jaar en zich
in het vooruitzicht van de viering der onaf liankelijkheids-
eesten in het jaar 1913, hebben gevormd tot eenecommissie,
om, overeenkomstig den door uw college uitgesproken
vvensch, te onderzoeken, of de ingezetenen genegen waren
het door hun beoogde doel iinancieel te steunen
dat het resultant van hunne pogingen is, dat op de lijsten
die de ingezetenen ter teekening zijn aangeboden, voor
een bedrag van ongeveer 890 is ingeschreven
dat zij, aan de hand van dezen door hun verkregen,
naar hunne meening nietonbevredigenden uitslag, zich thans
tot uvven Haad wenden met het beleefd en dringend
verzoek, thans van gemeentewege te vvillen overgaan tot
het stichteu eener in de behoeften dezer gemeente voor-
ziende muziektent, opdat deze worden kan een monument
er lennnering aan de viering van het eeuwjaar van
Nederland s onafhankelijkheid, en een centrum vanfeest-
vreugde en kunstgenot in de toekomst
dat wanneer UwEd.Achtb. college daartoe mocht willen
besluiten, hun comite, daartoe door de giften der ingezetenen
m staat gesteid, in de kosten daarvan wil bijdragen voor
van pi. m. f 800, waaronder een bedrag van
J uegrepen dat voor dit doel alleen te hunner be-
schikkmg is gesteid onder voorwaarde dat dit ten bate
zou komen van de stichting eener muziektent waarvan
ooi ulle bestaande of gevestigde muziek- of zangver-
eenigmgen uit het binnen- of buitenland voor het geven
van coneerten gebruik zal mogen worden gemaakt (be-
noudens de voor het geven van het concert zelve benoodigde
vergunning van de bevoegde autoriteit), en zonder dat
aan de stichting eenige voonvaarde zal worden verbonden
omtrent de dagen waarop in het algemeen de muziektent
al ol met zal mogen worden gebruikt en dat de eventueele
eigenaars of beheerders van de muziektent in geenerlei
vorm eenige retributie zullen heffen voor het gebruik der
tent by net geven dier coneerten;
dat zij gaarne een gunstig antwoord op hun verzoek
zullen ontvangen, onder mededeeling Wanneer uw college
over hunne bijdrage wenscht te beschikken en dat zij
eventiieel ook gaarne zullen worden ingelicht omtrent de
bouwplannen, teneinde, indien zulks noodig mocht voor-
komen, hun veriangen kenbaar te kunnen maken.
~e oorzitter deelt mede dat Burg. en Weth. bij de
behandeling van de gemeentebegrooting zullen voorstellen
om voor het stiehten eener muziektent een post voor
memone op de begrooting uit te trekken. Hij vraagt of
de Haad alsdan het request wil bespreken, ofdatde leden
er mede kunnen instemmen dat het request aan het college
wordt verzonden om dienaangaande nadcr een voorstel
te doen.
Tot dit laatste wordt z. h. s. besloten.
Een adres van de Directie der Industrieele Maat
schappij gevestigd te Amsterdam waarin deze te kennen
geett, dat zij om redenen aangegeven in hare
missive dd. 10 Oct. 1913 aan Burg, en Weth. van Ter
12-f nietn ,kan vereenigen met de volgens het
sbesluit van 2b Sept. 11. gewijzigde redactie van de
1 adressante toegevoegd aan haar bij adres
t bept. jl. aan den Raad ter goedkeuring aangeboden
"3ciaal la,rl®f voor verbruik van groote kwantums
stroom voor licht.
Adressante stelt echter voor, de bedoelde bepaling als
vo e Jierlezen? waaromtrent zij de goedkeurina; van
aen Kaad verzoek t
»De Concessionaris behoudt zich het recht voor aan-
»sluiting volgens dit »Speciaal Tarief'' te weigeren
»a. indien het doel waarvoor de aansluiting verlangd
vwordt ot de te verwachten hoeveelheid stroom welke zou
moeten worden geleverd, op grond van technische bezwaren
»\oor de Centrale hinderlijk zou kunnen zijn;
»b. indien de aansluiting verlangd wordt voor tiideliike
Ddoeleinden of als aanvulling of reserve van eene electrisehe
xinrichting.
In het aangehaald schrijven aan Burg, en Weth. geeft
de Directie der Industrieele Maatscbappij tot haar leed-
wezen te kennen dat zij zich niet kan vereenigen met de
aoor de haad in zijne vergadering van 20 Sept j.l. aange-
a e verandering in de redactie van het voorstel tot
wijziging van art. 4 der concessie-voorwaarden.
Volgens den aanhef van art. 4 der concessie-voorwaarden
heeit de Industrieele Maatschappij zich verbonden tot de
levering van ongestoorde en voldoende stroom.
Wanneer nu de gemeente de inaatregelen die de maat
schappij zou meenen te moeten nemen om hare verplich-
tiiigen na te komen, zou kunnen beletten, in casu hare
goedkeuring zou kunnen onthouden aan weigeringen der
maatschappij tot aansluitingen welke volgens hare mee
ning voor een ongestoorde en voldoende stroomlevering
gevaar opleveren, dan zou de maatschappy van hare ver-
plichting, bedoeld in den aanhef van art. 4 der Concessie-
voorwaarden moeten worden ontslagen.
Bij de door de Maatschappij voorgestelde redactie der
bedoelde bepalingen, opgenomen in het door haar aange
boden oSpeciaal larief voor verbruik van groote kwantums
stroom voor licht was het hare bedoeling om hare Centrale
tegen technische storingen te vrijwaren, hetgeen toch ook
in het belang is van alle liehtverbruikers en heeft zij
geenszing de bedoeling gehad de gelegenheid open te laten
om bedoeld tarief op willekeurige wijze toe te passen.
Om dit nu ook te doen uitkimen, stelt zij voor de be
palingen te doen luiden als is aangegeven in het nu aan
den Raad ingezonden adres.
Be \oorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor thans
op het verzoek van de Industrieele Maatschappij in te gaan
en de door haar voorgestelde redactie goed te keuren,
aan gezien uit inliehtingen gebleken is, dat eenige inge
zetenen er direct van zullen profiteeren, als het sSpeciaal
Tarief kan worden ingevoerd.
Be beer Brost vraagt of ook kan gezegd worden welke
ingezetenen dat zijn.
De Voorzitter deelt mede dat dit zal zijn het postkan-
toor en de heeren P. J. Visser en Casteleijn.
De beer Lensen geeft te kennen dat hij gaarne de Indus
trieele Maatschappij wil ter wille zijn, inaar meent dat
dezerzijds moet gezorgd worden voor de noodige waarborgen.
Hij heeft er de concessie nog eens op nagezien, om na
te gaan of niet eenige bepaling was te vinden om het
bezwaar der Maatschappij te ondervangen.
Spreker wijst op artikel 5 Bit luidt
»De Concessionaris is gehouden zijne werken ten ge-
»noege van Burgemeester en Wethouders op dien voet aan
»te leggen, en overeenkomstig de vorderingen der weten-
»schap te verbeteren, zoodanig, dat eene ongestoorde en
»voldoende stroomlevering gedurende de daarvoor met de
»gemeente of hare ingezetenen vastgestelde uren, gewaar-
»borgd zij.
»Indien tijdeus den duiir der Concessie de stroomlevering
»niet voldoet aan de eischen vermeld in het met de ge
»meente afgesloten contract, of het centraal-station of de
»geleidingen voldoende blijken te zijn voor de behoefte,
»een en ander ter beslissing van Burgemeester en Wet
"bonders, in hoogste ressort van 3 deskundigen, vermeld
»in het slot van dit artikel, is de Concessionaris verplicht
»ten spoedigste op zijne kosten zoodanige werken te maken,
»en zoodanige maatregelen te nemen, als noodig zijn om
»daarin te voorzien, terwijl bij gebreke van dien Burge-
»meester en Wethouders bevoegd zijn zulks te doen uit-
»voeren op kosten en risico van den Concessionaris, of
»om een voorstel aan den Raad te doen om de concessie
»vervallen te verklaren, aan welk raadsbesluit de Con-
»cessionaris zich alsdan moet onderwerpen."
»Indien Burg, en Weth. in evengemelde gevallen
»met den Concessionaris van meening verschillen, zullen
»partijen in hoogste ressort zich onderwerpen aan de be-
»slissing van drie deskundigen, waarvan een door Burg.
»en Weth.. een door den concessionaris en een door deze
nbeiden te benoemen.
»Mochten partijen het over deze derde deskundige niet
»eens worden, zoo zal de benoeming door het Koninklijk
»Instituut van Ingenieurs geschieden.
»Oeze scheidslieden zullen als goede mannen naar recht
"en billijkheid oordeelen en in hoogste ressort uitspraak
»doen.
»Be arbiters zullen tegelijkertijd beslissen ten laste van
"welke partij de kosten der arbitrage zullen komen."
Bij spreker bestaat nog steeds bezwaar tegen de door
de Industrieele Maatschappij voorgestelde redactie voor de
wijziging van art. 4, daar zij zich het recht van beslissing
voorbeboudt. Wanneer echter art. 5 ook van toepassing
wordt verklaard op het nieuwe tarief, was het bezwaar
ondervangen, daar dit aan Burg, en Weth. medezegging-
schap verzekert, en de beslissing eventueel in hoogste
ressort bij 3 scheidsrechters brengt. Spreker herhaalt.
dat hij gaarne de Industrieele Maatschappij wil helpen,
maar dat de rechtsgelijkheid voor de ingezetenen moet
gewaarborgd zijn. Bit is niet het geval, waar zij het
recht aan zich behoudt om op technische bezwaren aan
sluiting te weigeren. Zij maakt dan toch zelf uit, of er
technische bezwaren zijn, wat niet kan, als art. 5 ook van
toepassing is. Dan maken, bij verschil van meening, de
scheidsrechters de kwestie uit.
Spreker vraagt daarom ten slotte of Burg, en Weth.
genegen zijn aan de Industrieele Maatschappij te vragen
of zij art. 5 der concessie ook van toepassing willen ver-
klaren op het door haar voorgestelde nieuwe artikel 4.
De Voorzitter gelooft niet, dat er voor Burg, en Weth.
bezwaar kan zijn om die opd^acht te aanvaarden, maar
hij wil te kennen geven, dat naar zijne meening art. 5
stilzwijgend van toepassing is op de geheele concessie, dus
ook op het nieuwe artikel 4. Welk geschil er ook mocht
ontstaan, omtrent uitlegging der concessievoorwaarden,
meent spreker dat dit overeenkomstig art. 5 door arbitrate
uitspraak moet worden uitgemaakt.
De heer De Bruijne komt ter vergadering.
De Voorzitter vervolgt dat. voor zoover hij kennis van
zaken heeft, het niet de bedoeling van de Industrieele
Maatschappij is om aan somrnige aanvragen die zouden
inkomen willekeurig moeilijkheden in den weg te leggen,
maar om de kans voor haar open te houden aanvragen te
weigeren. die om technische redenen storing in haar be-
drijf zouden kunnen te weeg brengen. Bit is een zaak Van
koopmanscbap, een voorbehoud dat toch iedere koopman
maakt, en dat ook in het belang van de aangeslotenen
mag genoemd worden.
De heer Lensen kan zich in deze niet tevreden stellen
met eene uitgedrukte meening, doch wil terdege de be
paling redigeeren, dat de door hem gewenschte rechtsge
lijkheid verzekerd is. Hij geeft toe, er kunnen technische
bezwaren zijn die het aannemen van eene levering on-
mogelijk maken, maar hij blijft van gevoelen dat de zaak
op te losse schroeven komt, wanneer de Industrieele Maat
schappij alleen de beslissing aan zich houdt, dat die tech
nische bezwaren er zijn. Daarvoor behoort ook scheids-
rectiterlijke uitspraak te worden open gesteid.
Als de maatschappij maar verklaart dat ze dat art. 5,
ook op het nieuwe art. 4 van toepassing acht, is spreker
voldaan.
De Voorzitter geeft spreker in overweging dan voor te
stellen de zaak aan te houden, dan kunrten Burg, en Weth.
met de maatschappij in correspondentie treden.
De heer Drost vraagt of de Raad niet aan het voorge
stelde nieuwe artikel 4 kail toevoegen »behoudens hetgeen
in art. 5 van de oude concassie is bepaald."
Na nog enkele opmerkingen stelt de heer Lensen voor het
slot der door de Industrieele Maatschappij voorgestelde nieuwe
redactie van art. 4 der concessie-voorwaarden te schrappen
doch daaraan toe te voegen dat art. 5 dier voorwaarden
op het speciaal tarief geheel van toepassing zal blijven.
Dit voorstel wordt z. h. s. aangenomen.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor ter
gelegenheid van de jaarlijksche paarden- en veemarkt, die
dit jaar zal gehouden worden op Woensdag 20 November,
dezelfde medaille's en geldprijzen uit te loven als het
vorig jaar.
Z. h. s. wordt aldus besloten.
De heer De Bruijne wil iets zeggen naar aanleiding van
de veemarkt. Iemand die het vorig jaar vee ter inarkt
bracht, en aan wien de prijs was ten deel gevallen voor
de beste baatgevende koe, klaagde dat hij wel de geld-
premie had ontvangen, maar niet de tevens uitgeloofde
medaille.
De Voorzitter dankt den heer De Bruijne voor deze
mededeeling en zegt een onderzoek toe, om op de hoogte
te komen van de toedracht dier omstandigheid.
De heer Donze wenscht ook nog even over de veemarkt
te spreken en geeft te kennen dat hij daaraan gaarne wat
uitbreiding zou willen geven. Als het vee van de Markt is,
is met den namiddag ineens alles gedaanhij zou ter nog
eenige kermis aan willen verbinden.
De Voorzitter geeft als zijn gevoelen te kennen dat, nu
het denkbeeld is geopperd, de leden er hun gedachten
eens over kunnen laten gaan en wanneer dan bij die over
weging blijkt dat men er op wil doorgaan, kan hetnaderi
uitgewerkt worden.
Op voorstel van Burg, en Weth. wordt het suppletbir
kohier der belasting op de honden vastgesteld op een
bedrag van 68,25.
Z. h. s. wordt aldus besloten.
Aldus wordt z. h. s. besloten.
De Voorzitter verzoekt de leden over te gaan tot het
benoemen van een voorzitter voor de te vormen Nieuwjaars-
commissie.
Bij de eerste stemming verkrijgen de heeren Donze 5,
De Jager 3 en Van Borssum Waalkes, Lensen en Scbeele
ieder 1 stem.
Bij de tweede stemming wordt ge'kozen de heer Donze,
met 7 stemmen. De heer De Jager verkrijgt 3, de heer
Waalkes 1 stem.
De heer Donze verklaart, op de desbetreffende vraag
van den Voorzitter, de benoeming niet aan te nemen.
Aan de functie van Voorzitter van het Burgerlijk Arm-
bestuur heeft hij al meer dan de handen vol.
Alsnu wordt overgegaan tot eene nieuwe stemming,
waarvan de uitslag is dat met 8 stemmen wordt gekozen
de heer De Jager. De heeren Moggre, Waalkes en De
Feijter verkrijgen ieder 1 stem.
Aan den heer De Jager zal van de benoeming worden
kennis gegeven.
7. Voorstel tot onderhandsche aanbesteding voor
het ophalen van vuilnis te Driewegen.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor* een
deel van den reinigingsdienst, die betreffende Driewegen,
bij het alloopen van den tegenwoordigen termijn aan den
tegenwoordigen aannemer onderhandsch opnieuwtegunnen.
In de afdeelingsvergadering voor het onderzoek der ge
meentebegrooting is dienaangaande reeds een en ander
medegedeeld.
Het voorstel wordt aangenomen z. h. s.
8. Benoeming van een onderwijzer bij het herhalings
onderwijs aan school A.
De Voorzitter stelt voor dit punt van de agenda af te
voeren. Het voornemen van Burg, en Weth. was om eene
keuze te laten doen uit de heeren die de eerste maal
gesolliciteerd hebben, maar aangezien deze nader niets
meer van zich hebben doen hooren kan dit niet en zal
eene nieuwe oproeping moeten geschieden.
Z. h. s. wordt aldus besloten.
9. Vaststelling kohier schoolgeld 4e kwartaal 1912.
De Voorzitter stelt namens Burg, en Weth. voor, het
kohier van het schoolgeld voor het vierde kwartaal 1912
vast te stellen op een bedrag van 786,74.
Aldus wordt z. h. s. besloten.
10. Ontheffing van plaatselijke belastingen.
Bit punt wordt aangehouden tot aan het eind der ver
gadering.
11. Vaststelling gemeentebegrooting voor 1913 en
wat daarrnede in verband staat.
Be Voorzitter stelt de gelegenheid open tot het houden
van algemeene beschouwingen.
Geen der leden vraagt daarvoor het woord.
Alsnu wordt overgegaan tot de artikelsgewijze behan-
deling van de begrooting, te beginnen met de
IIITGA VGA.
Hoofdstuk I. Nadeelige sloten van vorige jaren. Nihil.
Hoofdstuk II. Bestuur der gemeente.
Afdeeling I. Jaarwedden, presentiegeld en schrijfloonen,
7818,334.
Art. 6. Jaarwedde van den bode, f 480.
In verband met dezen post geven Burg, en Weth. te
kennen dat voor eenige jaren de gewoonte is binnenge-
slopen, dat de gemeentebode bij de quiteering van inan-
daten door leveranciers van de gemeente geheel vrijvvillig
diensten verleent. Dit is op zichzelf zeer te prijzen.
Toch meenen wij, dat die vrijwillige dienstpraestatie niet
mag worden bestendigd.
Belanghebbenden achten zich soms, hoe ongaarne ook,
zedelijk verplicht, meestal in den vorm van fooi, te kennen
te geven deze diensten op prijs te stellen. Bit brengt
mede dat het inkomen van een gemeenteambtenaar voor
een niet onbelaugrijk percentage afhankelijk is geworden
van een indirect verplicht fooienstelsel.
Om door afschaffing van den hiervoren aangehaalden
toestand te voorkomen, dat de tegenwoordige bode linan
cieel sehade lijdt, stellen Burg, en Weth. voor de jaarwedde
van dien ambtenaar, zooals zij is geregeld bij besluit van
25 Oct. 1907, met ingang van 1 Januari 1913 met /50
te verhoogen.
Be heer Waalkes zou in deze alles maar willen laten
zooals het is. Hij vindt het .niet zoo erg dat de bode
bij de menschen het geld thuis brengt, dat is voor som-
migen een groot gemak. Als de bode dat doet buiten
zijn diensttijd, ziet spreker»er geen kwaad in.
De Voorzitter geeft toe, dat het standpunt, dat de heer
Waalkes inneemt, te verdedigen valt. Burg, en Weth.
bedoelen echter met hun voorstel een zuiver admina-
stratieve maatregel; zij achten den toestand niet zooals
die behoort, en willen successievelijk in verschillende
opzichten verbetering aanbrengen. Zij meenen echter
dat die verbetering van een ingeslopen misstand niet mag
gaan ten koste van den betrokken ambtenaar en stellen
daarom voor diens salaris als equivalent voor hetgeen
hij anders voor die diensten ontvangt, met f 50 te
verhoogen.
De heer Waalkes denkt niet dat het kwaad, zooals men
dat noemt, door het nemen van dit besluit verdwijnen
zal. Als iemand den bode een fooi wil geven kan men
dat toch niet tegen gaan.
De heer Donze verklaart zich met het gesprokene door
den heer Waalkes te kunnen vereenigen. Als er echter
wijziging in de positie van den bode werd gemaakt, zou
hij verder willen gaan en dan zijn salaris zoodanig regelen,
dat deze bij huwelijken niet meer aan de deur der zaal
moet staan om fooien in ontvangst te nemen.
De Voorzitter geeft naar aanleiding hiervan te kennen
dat het, zooals hij reeds aangaf, in de bedoeling van
Burg, en Weth. lag om verschillende verkeerde toestanden
op te ruimen, maar niet alles opeens, misschien in tvvee-
maal, of in driemaal, zooals het uitkomt. Er wordt gestreefd
naar goede administratieve verhoudingen.
De heer Waalkes houdt vol dat men geen eind zal
kunnen maken aan het geven van fooien.
De heer Eijke merkt op dat de mandaten aan de
ingezetenen worden bezorgd. Ze behoeven dat geld niet
door den bode te laten brengen, ze kunnen het zelf bij
den ontvanger halen. Spreker doet het altijd zelf.
De heer Waalkes ziet diet in dat men het kail tegen-
gaan, als de bode die zaken in zijn vrijen tijd bezorgd,
De heer Lensen vraagt of men de instructie van .den
ontvanger niet zoodanig kan wijzigen, dat deze alleen
aan de betrokken personen mandaten mag uitbetalen.
Dan was aan de zaak ineens een eind gemaakt.
De heer Drost acht dat, waar Burg, en Weth. te kennen
geven dat zij den maatregel voorstellen om tot betere
toestanden te komen, de Raad hen daarin behoort te
steunen.
De heer Lensen stelt ook nog de vraag of, waar men
in dit opzicht tracht een euvel weg te nemen, dat langs
een anderen weg weer niet zal ontstaan en dat, wat nu
aan den bode verboden zal worden, niet door een ander
die bij de gemeente-administratie in een anderen vorm
werkzaam is, zal worden voortgezet Be aannemer zou
betaling aan anderen dan de belanghebbenden moeten
weigeren.
De Voorzitter zegt toe dat, wanneer de Raad hun college
wil steunen om toestanden te verbeteren, zij ook het
noodige zullen doen om aan die maatregelen uitvoering
te geven. Hij raadt aanneming van het voorstel aan.
Met 9 tegen 2 stemmen wordt het voorstel van Burg,
en Weth. aagenomen. Voor stemmen de heeren Scheele,
Lensen, Drost, De Feijter, De Bruijne, Eijke, Visser, Bees
en Moggre, tegen stemmen de heeren Donze en Waalkes.
Afd. 2. Algemeene kosten. 2641,574.
Art. S. Licht en brandstoffen. /300. Deze post is
eenigszins lager geraamd dan vroeger daarvoor werd uit-
gegeven. Tengevolge van de wijziging van de kantooruren
van de ambtenaren ter secretarie wordt #dit bedrag vol
doende geacht.
Art. 8. Onder dit artikel is een bedrag uitgetrokken
voor het bestrijden der vergoedingen voor reis-en verblijf-
kosten gemaakt door leden van den Raad, als zoodanig,
aismede door hen, die in opdracht van burgemeester en
wethouders lietzij als raadslid, hetzij als ambtenaar, zich
buiten de gemeente moeten begeven, ter voorbereiding of
uitvoering van besluiten door het gemeentebestuur te
nemen of genomen. Uitgetrokken is een bedrag als daar
voor het vorig jaar is uitgegeven. 206,45.
In verband met de onder deze afdeeling voor rnemorie
uitgetrokken postarchief herinnert de heer Lensen er aan,
dat de heer Drost indertijd er de aandacht op vestigde,
dat er onder de hoogere burgerschool een bergplaats voor
het archief kon gemaakt worden. Die uitdrukking werd
toen eenigszins becretiseerd, maar nu zou het er toch
op gaan trekken, dat er werkelijk onder dat gebouw ge
legenheid zou komen om er voor het archief een berg
plaats te maken.
De Voorzitter merkt op dat er thans nog niet valt uit
te maken, hoe in de toekomst zal worden gehandeld. In
afwachtin g van definitieve maatregelen zijn Burg, en Weth
begonnen met het maken van zoodanige verbeteringen,
dat men, van de kosten daaraan besteed, later geen spijt
zal behoeven te hebben. Het archief is nu voor het
oogenblik op den zolder van het gemeentehuis, stofvrij
geborgen.
Is de hoogere burgerschool eenmaal voltooid, dan zal
kunnen worden nagegaan of daarvan voor het bergen van
het archief partij kan worden getrokken en dan zal aan
de wenk van den heer Lensen gevolg worden gegeven.
De heer Lensen zegt er alleen op te hebben willen
wijzen, omdat vroeger wel eens betwijfeld is, of die ge
legenheid er zou zijn.
Afd. 3. Bijzondere verrichtingen. 980,574-
Art. 3. Kiezerslijsten liitoefenen der kiesverrichtingen
kosten stembureaux. f 450.
Deze post is 150 hooger geraamd dan voor het loopende
jaar, in verband -met de periodieke verkiezingen voor de
Tweede Kamer, de Prov. Staten en den gemeenteraad.
Hoofdstuk III. Belastingen. 1240,40.
Hoofdstuk IV. Politie, brandweer, straatverlicliting,
schutterij en gezondheidsdienst.
Afdeeling 1. Politie. 5343,614-
Gilder art. 5 is als »verdere kosten der politie' een
nieuwe post uitgetrokken ad 75, om daaruit te voldoen
de kosten van voeding etc. van hen, die in het arrestanten-
lokaal worden opgeborgen, voor zoover die niet door het
rijk worden vergoed, aismede tot dekking van eenige andere
uitgaven voor de politie, welke niet onder een der vorige
artikelen kunnen worden gebracht.
Afd. 2. Brandweer. f 1017,494.
Door het Bestuur der Gemeente-Brandweer is de be
grooting voor het jaar 1913 ingezonden op een eindcijfer
van 1001.
Onder de uitgaven zijn o. m. als buiteiigewone uitgaven
posten geraamd voor de aanschaffmg van 6 fakkels voor
Ter Neuzen en 4 te Sluiskil, het aankoopen van 150 M.
persslang voor Ter Neuzen en 75 M. voor Sluiskil, het
aanschalfen van een slangenwagen voor Ter Neuzen en
enkele kleine benoodigdheden. De uitgaven voor deze
buiteiigewone uitgaven worden te samen geraamd op 421.
Burg, en Weth. stellen voor deze begrooting goed te keuren.
De heer Waalkes vraagt of er nu voorzien is in de
vroeger ter sprake gekomen kwestie, van eene vergoeding
voor de brandmeesters.
De Voorzitter antwoordt dat het college van brandmeesters
inmiddels niets meer van zich heeft doen hooren en dat
daarom Burg, en Weth. ook niet nader op de zaak zijn
ingegaan.
De begrooting wordt hierna z. h. s. goedgekeurd.
Afd. 3. Straatverlicliting. 5900.
Voor 1912 werd geraamd f 5700, in 1911 is uitgegeven
5856,46. De uitgaven voor de electrisehe veriichting
van de kom worden in verband met de aangebrachte
uitbreiding der veriichting geraamd op 5568.
Voor de straatverlicliting te Sluiskil (22 lampen met
petroleum gestookt) wordt noodig geacht 176, voor die
te Driewegen (5 lampen) 42, voor die aan den Baandijk
(eveneeus 5 lampqn) f 45, verder voor onderhoud van
lantaarns en palen f 25, vernieuwing van glasruiten 20
en voor 2 nieuwe lantaarns te Sluiskil 24.
Afd. 4. Schutterij. Nihil.
Afd. 5. Gezondheidsdienst f 5720,70).
Art. 1. Gezondheidscommissie. 366,84.
De begrooting van de Gezondheidscommissie wier zetel
is gevestigd te Ter Neuzen, op een eindcijfer van j 1969,064-
Be bijdrage van de gemeente Ter Neuzen is uitgetrokken
op f 366,84, zijnde berekend op 4 cent per inwoner.
Op voorstel van Burg, en Weth. wordt de begrooting
z. h. s. goedgekeurd.
Art. 6. Reinigingsdienst en beerruimingsdienst. f 4723,50.
De uitgaven voor den dienst in de kom worden geraamd
op f 4425, de reinigingsdienst te Sluiskil op J 200, die
te Driewegen op f 54, die voor den Baandijk op f 49,50.
Bij dit artikel komt in behandeling het adres van R.
Kurvink, gemeente-vverkbaas, welke daarin te kennen geeft,
dat hij sedert 1889 in dienst der gemeente is, eerst als
agent van politie, vanaf 1 Mei 1895 als gemeente-werkbaas
en adressant dus de oudste is, ill diensttijd, van de
gemeentewerklieden
dat gedurende den tijd dat hij hier voor de gemeente
werkzaam is, de bezoldiging van vele der geineente-
ambtenaren belangrijk verbeterd is, terwijl die van
adressant bijna onveranderd is geblevenen
dat hij meent, met het oog op de tijdsomstandigheden
wel eene verhooging van jaarwedde te mogen ontvangen.
Burg, en Weth. stellen voor op dit verzoek al'wijzend te
beschikken. De jaarwedde van adressant is laatst geregeld
bij besluit van 29 Oct. 1908 en bepaald op 500. De
aard der diensten van den verzoeker in aanmerking ge-
nomfen, zijn Burg, en Weth. van oordeel dat hij een billijke
belooning geniet in vergehjking met zijn mede-arbeiders,
die over een bepaalde vakkennis beschikken.
Verder komt in behandeling het adres van C. J. Hangoor
geineente-werkman, welke verzoekt bij de vaststelling der
begrooting voor 1913 zijn tractement eenigszins te willen
verhoogen. Adressant wijst daarbij op de duurte der
levensbehoeften' tengevolge waarvan het loon der werklieden
bij de bouwvakken in deze stad reeds met 2 cent per
uur is verhoogd, zoodat zij thans beter in hun levensonder-
houd kunnen voorzien.
In hun advies omtrent dit verzoekschrift deelen Burg,
en Weth. mede dat de gemeentewerkman A. L. de Bruijne
met 1 Jail. a.s. wenscht ontslagen te worden van de bediening
van het sluisje bestemd voor den afvoer van rioolwater
waarvoor hij een vergoeding genoot van f 40 per jaar.
De werkzaam heden van dezen werkman brengen mede,
dat het voor hem bezwaarlijk is voor een regelmatige
bediening van het sluisje zorg te dragen.
Het komt aan Burg, en Weth. evenwel wenschelijk voor
het inkomen van De Bruijne niet te verminderen, indien
de Raad mocht goed vinden de bediening van meergenoemd
sluisje aan een ander op te dragen.
Zeer gevoeglijk zou dat kunnen worden toevertrouwd
aan den gemeentewerkman C- J. Hangoor. Eene vei hooging
van diens jaarwedde met f 25 zou dan zeker billijk zijn.
Burg, en Weth stellen daarom voor
1". A. L. de Bruijne met ingang van 1 Jan. 1913
ontslag te verleenen voor het bedienen van het sluisje
enz. voor den afvoer van rioolwater:
2o. de jaarwedde van genoemden De Bruijne belast met
het toezicht op de beerruiming, zooals die is vastgesteld,
19 Oct. '1911. te verhoogen met 40.
3o. Be jaarwedde van C. J. Hangoor, zooals die is
geregeld 20 Oct. 1910 te verhoogen met 25, ingaande
1 Jan. 1913, onder voorwaarde dat Hangoor voornoemd
zal worden belast met de bediening van het sluisje voor
den afvoer van rioolwater enz., zonder voor deze laatste
werkzaamheden aanspraak te kunnen maken op een afzon-
derlijke verhooging.
De heer Lensen acht deze zaak niet op de juiste ma-
nier behandeld. Wanneer Burg, en Weth. De Bruijne
willen verhoogen, moet dat z.i. op eene andere wijze
geschieden. Als er 40 voor de bediening van dat sluisje
staat, gaat het niet aan om dat nu aan een ander op te
dragen voor f 25. Deze zou dan ook die f 40 moeten
krijgen. Acht men verder het salaris van De Bruijne te
laag, dan moet dat verhoogd worden.
De Voorzitter betoogt, dat de meening van den heer
Lensen niet geheel juist is. Er is altijd j 40 betaald
voor de bediening van het sluisje, dat is juist, maar de
bediening van dat sluisje zal niet opgedragen worden aan
Hangoor onder dezelfde omstandigheden als De Bruijne
er voor heeft moeten zorgen.- Het voornemen bestaat
om aan den rijkswaterstaat aan te vragen op het riool
een klep te mogen maken die automatisch wordt geopend
en gesloten, zoodat dan eigenlijk aan het sluisje niets