Nieuwe Circus van Gent. 3. Voorstel tot afwijzende beschikking op eene re clame van J. F. Koevoets, dtntrent de vastgestelde lijst van hiezers van de Kamer van Koophandel enFabrieken. 4. Voorstel tot niet vervulling van de betrekldng van onderwijzer met verplichte akte Fransche laal aan school B. 5. Benoeming van een onderwijzer bij het herha- lingsonderwijs dat gegeven wordt aan school A. 6*. Voorstel tot wijziging van artikel 4 van de aan de Lidustrieele Maatschappij verleende concessie voor het exploiteeren eener electrische centrale. WorcLt vervolgd.) Zondag 29 September a.s., om 3 uur, eerste dagvoorsteiling (prijzen gelijk gewoonte). Voor- naamste aantrekkelijkheden Optreden van Hen- riette de Serris, levende beelden (zeer prachtig) Dolton and Leedts, excentrieken Llarras, na- bootser De Jemarelli, wouderbare duettisten Remans, de reusachtige trombone; Saiteys brothers, de draaiende ladder; The Meweb, komieke acrbbatenDe Ellesmeres, /trick", velonjders Cinema. De verschillende kunstwerken van Mej. Heu- riette de Serris, zijn de volgende 1. Aanver- trouwing, scbilderij van Ridy way Knight2. Bet doel, marmeren groep van Boucher3. Het feest van een Boschgod, schilderij van Bougnercou 4. Achilles ziet zich Briseis ont- rooven, basrelief van Rude; 5. Het Angelus- gebed, scbilderij van Millet. 6. Vooruit, bas- relief van Rude. KEKTIJDING JW IV. Van 25 tot en met 26 Sept. Van 25 tot en met 26 Sept. werden c oor de 38 algescbutdoor de Westsl. 12 op- en 19 afgeschut. redenen waarom het Bestuur den Raad beleefd om steun verzoekt, tot een nader te bepalen jaarlijksch bedrag. Nevens dit adres is ingezonden eene memorie van toe- lichting, waaruit blijkt dat de vereeniging op 31 Mei 1906 het genot sraaakte hare rekening te kunnen afsluiten met een aanwezig kapitaal van j 3087,39. In de daarop volgende 6 jaren waren de uitkomsten als volgt Lnkomsten. Uitgaven. 1907 2339,71 2505,75 1908 2330,48 2574,27 1909 2340,68J 3032,62 1910 2396,50 1940,69£ 1911 2225,60 2194,93 1912 2330,83 2667,43 Het kapitaal der vereeniging is dus gekrompen tot de som van 2135,481, wat nog al een beduidend bedrag is te noemen. De reden dat dit bedrag zoo is verminderd, spruit voort uit het groote bedrag dat aan uitkeering van zieke leden moest worden besteed. In de maand Maart 1912 was dit niet minder dan 379,60. Het aantal donateurs vermeerderde met 28, contribu- eerende /66. Het totaal bedrag van de donateursgelden is 181,25 'sjaars. Ware het aantal donateurs nietvermeerderd, dan zouden de rekeningen met een nog grooter tekort moeten afge- sloten zijn. Het reglement is zoodanig gewijzigd, dat aan hen die vanwege de Ongevallenwet ot uit een of andere maat- schappij uitkeering genieten, geen uitkeering van Hulpin Nood krijgen, tenzij die uitkeering minder bedraagt. dan het bedrag dat door de vereeniging wordt uitgekeerd, en in dat geval van wege de vereeniging tot het bedrag wordt aangevuld. Adressanten meenen dat de Raad hieruit kan zien, dat de vereeniging alles heeft aangewend wat mogelijk is, om zichzelf te redden, doch dat dit vruchteloos is gebleken. Wanneer de Raad soms het oog mocht gevestigd hebben op het thans nog aanwezig klein kapitaaltje, deelen adres santen mede dat het ledental der vereeniging thans 384 bedraagt, en het aanwezige kapitaal dus per lid berekend op f 5,56 neerkomt. Adressanten meenen dat het kapitaaltje niet kleiner mag worden, daar de vereeniging anders redaeloos ver- loren is. Ueze tekorten zijn ontstaan tijdens gewone omstandigheden, gedurende jaren, dat Ter Neuzen bewaard is gebleven voor besmettelijke ziekten. Mocht dit eens voorkomen, dan mag het voor uitkeeringen aanwezig kapitaal toch zeker niet lager zijn. Het Bestuur is ook van meening dat, als de vereeniging niet bestond, zeer zeker de som voor het Algemeen llur- gerlijk Armbestuur met een veel hooger cijter op de begrooting zou staan. Adressante is overtuigd, dat de Raad thans voldoende is ingelicht om eene guustige beslissing te nemen. lie Voorzitter stelt voor dit adres te behandelen bij de vaststelling der begrooting. Aldus wordt z. h. s. besloten. i, Een adres van R. Kurvink, gemeente-werkbaas, welke daarin te kennen geeft, dat hij sedert 1889 in dieust der gemeente is, eerst als agent van politie, vanaf 1 Mei 1895 als gemeentewerkbaas en adressant dus de oudste is, in diensttijd, van de gemeentewerklieden dat gedurende den tijd dat hij iiier voor de gemeente werkzaam is, de bezoldiging van vele der gemeente- ambtenaren belangrijk verbeterd is, terwijl die van adressant bijna onveranderd is gebleven hij roeent, met het oog op de Ujdsomstandigheden wel eene verhooging van jaarwedde te mogen ontvangen. Besloten wordt dit verzoek te behandelen bij den be- trekkelijken post op de begrooting. v. Een adres van C. J. Hangoor, gemeente-werkman, welke verzoekt bij de vaststelling der begrooting voor 1913 zijn tractement eenigszins te willen verhoogen. Adressant wijst daarbij op de duurte der levensbehoeften tengevolge waarvan het loon der werklieden bij de bouwvakken in deze stad reeds met 2 cent per uur is verhoogd, zoodat zij thans beter in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Hieromtrent wordt besloten als voren. De Voorzitter stelt nu voor voor de behandeling van de gemeentebegrooting voor 1913 af te wijken van de gewoonte om de begrooting door eene cominissie te laten onder- zoeken en deze daarna in openbare behandeling te brengen. Hij geeft in overweging om deze thans eerst commissoriaal te behandelen. Pe Raad wordt dan daartoe in 2 afdee- lingen gesplitst, de eene afdeeling komt op een avond der volgende week bij elkaar, de tweede afdeeling den vol- genden avond, de opmerkingen der afdeelingen worden dan schriftelijk ter kennis van Burg, en Weth. gebracht en deze kunnen dan naar aanleiding daarvan nog wij/.i- gingen aanbrengen voor de begrooting in openbare ver- gadering komt. De beer De Jager verklaart zich tegen deze wijze van handelen. De heer Wieland is er ook tegenvroeger ging het goed, hij geeft de voorkeur aan eene behandeling met 12, 13 man, dan dat de eene helft van den Raad den eenen avond en de andere helft den anderen avond bijeenkomt. De Voorzitter inerkt den heer Wieland op, dat het ook de .bedoeling is de begrooting in eene vergaderii% van den Raad vast te stellenanders te handelen, zou in strijd zijn met de wet. Het is echter om de belangstelling der leden voor de behandeling op te wekken. Vroeger moesten de leden bij de behandeling der begrooting door de oogen der eommissie zien. maar door deze in commissoriale ver- gaderingen van den Raad te behandelen, komen alle leden er van op de hoogte. De vaststelling der begrooting is toch een zeer belangrijke zaak, die verband houdt met het ,beleid van Burg, en Weth. ten opzichte van de ontwik- keling der gemeente. Dit is dan ook de aanleiding dat dit voorstel gedaan wordt. De heer Waalkes vraagt of het een voorstel is van Burg, en Weth. De Voorzitter verklaart dit niet te mogen zeggen, al is het opk dat het denkbeeld in de vergadering van Burg, en Weth. met algemeene stemmen is goedgekeurd. Daar het een denkbeeld is van hem, had hij geen bezwaar het persoonlijk te verdedigen. De heer Wieland verklaart reeds zeer dikwijls deel te hebben gemaakt van verschillende commissies wel van alle soort commissies die gevormd werden, en dan heeft hij dikwijls ondervonden dat al die voorloopige bespjekingen welke werden gehouden, tot uiets leidden. In den Raad werd alles geheel anders beslist. De Voorzitter voert hiertegen aan dat het nu juist de bedoeling is om die voorafgaande besprekingen wel tot iets te doen leiden en dat zal men kunnen verkrijgen door commissies waar de geheele Raad in betrokken is. Die neernt er dan in zijn geheel kennis van. De heer Wieland wijst er op dat de leden nu in de lange avonden ook kennis kunnen nemen van de be grooting, want ieder heeft deze thuis. De heer Moggre gelooft dat het aanleiding zal geven tot eene verbetering in de behandeling, waartegenover staat eene uitbreiding der werkzaamheden van de raads- leden. Nadat de heer De Jager heeft verklaard er tegen ie blijven. doch er van af te zien om hoofdelijke stemming te vragen, wordt het voorstel van den Voorzitter aange- nomen z. h. s. De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen een verzoek- schrift van J. F. Koevoets, om alsnog geplaatst te worden op de kiezerslijst voor de Kainer van Koophandel en Fabrieken, daar' hij hierop recht meent te hebben, op grond le. dat hij is medebestuurder van den Provincialen Stoombootdienst op de Wester-Schelde 2e. dat kantoor gehouden wordt in het gebouw West- kant 3 E en tenslotte dat hij als agent van genoemden stoomboot dienst alhier voor die onderneming geheel optreedt. (In dezelfde functie is hij reeds jaren kiezer geweest). Burg, en Weth. geven te kennen dat het hun voorkomt dat de reclamant niet is medebestuurder van den Provin cialen Stoombootdienst op de Wester-Schelde, vermits het bestuur van dezen dienst is opgedragen aan een direc- teur onder toezicht van Gedeputeerde Staten. Noch het feit dat adressant kantoor houdt in een ge bouw alhier, noch de omstandigheid, dat hij als agent van genoemden stoombootdienst in deze gemeente geheel op treedt en daarbij eenige zelfstandigheid geniet, bezorgt hem, naar hunne meening het karakter van medebestuurder in den zin van art. 6 van het Kon. besluit van 4 Mei 1896 (Stbl. no. 76), waarom zij den Raad in overweging geven op het verzoek afwijzend te besehikken. De heer Wieland vraagt wat de oorzaak is dat adres sant van de lijst is gevoerd eh vraagt of het voor hem moeite veroorzaakt als hij er op staat. De Voorzitter zegt~ dat er voor adressant, als hij op de lijst geplaatst wordt, alleen de moeite voortspruit om zijn stembiljet te gaan inleveren, als hij voor eene stemming wordt opgeroepen. Maar dat is hier de zaak niet. Het is de vraag om uit te inaken of hij er wettelijke al of niet op kan voorkomen. Burg, en Weth. hebben er zijne instructie op nagegaan en daaruit is gebleken dat hij ondergeschikt is aan den directeur van den Provincialen Stoombootdienst. Die directeur is de be- stuurder, maar adressant is een ondergeschikt beambte. Vroeger heeft hij op de lijst gestaan. toen is er niet op gelet, maar later is er de aandacht op gevallen. Het gaat hier natuurlijk niet om den persoon van Koevoets, maar het gaat om'de formeele kwestie. De heer Moggrd vraagt of de heer Koevoets niet als vertegenwoordiger van den stoombootdienst kan aangemerkt worden. De Voorzitter: Naar de meening van Burg, en Weth. niet. De heer Donze Hij is toch hoofd van het kantoor alhier. De Voorzitter geeft toe dat hij kan beschouwd worden als een chef de bureau, die onder controle van den direc teur werkt, maar dat is toch niet wat men beschouwt onder hoofd of bestuurder eener onderneming. De heer Wieland Kunnen Burg, en Weth. zich ver dedigen, als er reclame op komt De Voorzitter We hebben het Kon. besluit van 4 Mei 1896 nagegaan en gronden daarop ons voorstel. Het voorstel tot afwijzend van het verzoek wordt z.h.s. aangenomen. Aan school B is nog te vervullen eene vacature van onderwijzer met verplichte akte voor de Fransche taal waarvoor sollicitanten zijn opgeroepen. Burg, en Weth. stellen echter thans voor niet tot vervulling van die vacature over te gaan, en de oproeping van sollicitanten in te trekken en wel in verband met het door den Raad genomen besluit tot stichting van een openbare lagere school voor meer uitgebreid lager onderwijs, op welk besluit thans reeds de vereischte goedkeuring is verkregen. Dit besluit toch brengt mede, dat binnen afzienbaren tijd eene reorganisatie van het meer uitgebreid lager onderwijs aan school B zal moeten plaats hebben. De plaatselijke Schoolcommissie van toezicht op bet lager onderwijs in deze gemeente, zoowel als de school- opziener in het arrondissement Ter Neuzen, over dit voor stel gehoord, kunnen zich daarmede vereenigen. Het voorstel wordt z. h. s. aangenomen. De Voorzitter voegt hier nog aan toe, dat Burg, en Weth. eenige vrijheid, om een onderwijzer een of ander vak op te dragen, wenschelijk achten, om later moeilijk- heden te voorkomen. Burg, en Weth. het zoo kunnen regelen, dat zij den benoemden onderwijzer kunnen op dragen onderwijs te geven in het vak waarvoor behoefte bestaat en dat die onderwijzer dat dan niet kan weigeren zeggende daar niet voor te zijn aangewezen. ue heer Waalkes vraagt wie de werkzaamheden op de school regelt, het hoofd of Burg, en Weth. De Voorzitter antwoordt dat het hoofd dit regelt, maar dat verwacht inoet worden dat hij dit zal doen in overleg met Burg, en Weth. aangezien er door debetaling voor de lesuren een financieele kwestie mede gemoeid is. De heer Dees merkt op dat Burg, en Weth. eenige vrijheid van handelen noodig achten in verband met vroeger voor- gekomen moeilijkheden. Mej. Van der Heijden, die des Zaterdags voor de handwerken les geeft bij het herhalings- onderwijs voor meisjes, kan dat niet voor de andere vakken. Nu wenschen Burg, en Weth. dat de te be noemen onderwijzer door hen met het geven van onder wijs in die vakken zal kunnen worden belast en dat hij het dan niet zal mogen weigeren, wat wel het geval is. wanneer hij voor een bepaald vak .is benoemd. Burg, en Weth. deelen mede dat voor die betrekking is gesolliciteerd door de onderwijzers F. van den Broeke. G. 'Goossen, C. F. Kohler en P. M. D. van der Pijl. lie plaatselijke eommissie van toezicht op het lager onderwijs adviseert: le. de vacature voor een onderwijzer bij het herhalings onderwijs voor jongens en meisjes aan de openbare lagere school A, ontstaan door het eervol ontslag, verleend aan den heer J. de Jonge, te splitsen 2e. het herhalingsonderwijs voor jongens, zijnde vier uur per week op te dragen aan den heer G. Goossen; be. het herhalingsonderwijs voor meisjes, zijnde een uur per week, op te dragen aan den heer F. van den Broeke Het wil Burg, en Weth. voorkomen dat het geen aan beveling verdient, de onderwijzers bij het herhalingsonder wijs aan school A voor bepaalde vakken van onderwij te benoemen. Bij eventueele vacatures kan het wellicht tot moeilijkheden aanleiding geven, wanneer een benoemde volgens de akte van aanstelling slechts bevoegd en ver plicht is de daarin uitdrukkelijk vermelde vakken- te onderrichten. Om eenige vrijheid van handelen te hebben, geven zij er de voorkeur aan de aanstelling zoo ruim mogelijk te doen luiden. Het idee van de plaatselijke eommissie van toezicht op het lager onderwijs, neergelegd in haar advies, kan zonder eenig bezwaar worden bereikt. Aan Burg, en Weth. toch' zou kunnen worden overgelaten de verdeeling der vakken. waarin door de verschillende onderwijzers bij het herhalings onderwijs aan school A onderricht zal worden gegeven. Op grond van vorenstaande stellen Burg, en Weth, daaroni voor ter voorziening in de vacature welke met 1 Nov. a.s. bij meergenoemd onderwijs zal ontstaan, slechts een onderwijzer te benoemen. De heer Waalkes merkt op dat de sollicitant de heer Van den Broeke reeds bij het herhalingsonderwijs werk zaam is, maar naar zijne meening een uur te weinig les kan geven. De VoorzitterDat is de kwestie niet, maar wel dat hij er een uur bij zou willen hebben. Tot stemming wordt overgegaan waarvan het resultaat is dat met 10 stemmen wordt benoemd de heer Van den Broeke. Op den heer Van der Pijl is 4 stem uitgebracht. De heer Waalkes merkt op, dat de heer Van den Broeke nu is benoemd in de vacatureDe Jonge. Als hij deze benoeming aanneemt, ontstaat er dus weer eene vacature, ill. de vacature Van den Broeke De Voorzitter antwoordt bevestigend. Burg, en Weth. deelen mede naar aanleiding van het door den Raad op 1 Aug. 1912 genomen besluit omtrent het verzoek van de Industrieele Maatschappij te Amster dam, van 48 Juni 1.1., aan die Maatschappij te hebben medegedeeld, dat de Raad niet ongenegen is haar ter wille te zijn, om af te mogen wijken van de haar ver leende concessie, indien alle verbruikers van stroom, lietzij voor lichthetzij voor industrieele doeleinden, ten opzichte van den te betalen prijs zullen worden behandeld op den voet van rechtsgelijkheid. Tevens noodigen Burg, en Weth. de maatschappij uit een tarief voor het verbruik van groote kwautums stroom ter goedkeuring aan den Raad in te zenden. Als gevolg hiervan doet genoemde maatschappij thans het verzoek medewerking te willen verleenen tot het vast- stellen van een speciaal tarief voor verbruik van groote kwautums stroom voor licht door denzelfden afnemer in een zelfde perceel of in een zelfde complex. Onder opmerking dat dit speciaal tarief niet voor de gemeente als verbruikster van stroom zal gelden, meenen Burg, en Weth. dat het verzoek dient te worden ingewil- ligd, en stellen daarom voor daartoe te besluiten. De Commissie van Fabricage gaat met dit voorstel aecoord. Bij schrijven van 11 Sept. 1912 aan Burg, en Weth., zond de Industrieele Maatschappij een nieuw adres aan den Raad in, bevattende een »speciaal tarief" voor ver- lichting, onder opmerking dat voor stroomlevering voor kracht reeds een speciaal tarief is vastgesteld, welk tarief door Burg, en Weth. werd goedgekeurd 26 Sept. i911. Zooals de Maatschappij reeds in hare missive van 17 Juli jl. aan de Commissie van Fabricage opmerkte, heeft zij met hetgeen in de Concessievoorwaarden omtrent de gemeentelijke straatverlichting, inzonderheid wat betreft de prijs van f 0,30 per Kilowatt uur, is bedongen, bij de aanvaarding der concessie wel degelijk rekening gehouden, De Maatschappij heeft dit beschouwd als een subsidie door de Gemeente toegestaan tegenover het belangrijk kapitaal dat door de Maatschappij in de onderneming »Electriscbe Verlichting Ter Neuzen" zou worden belegd. en zij kan die subsidie zeker niet verder prijsgeven als reeds door haar is geschied, door de inzake straatver lichting gesloten overtenkomst d.d. 22/31 Aug. 1910. In het adres aan den Raad geeft de Maatschappij te kennen dat zij haar adres van 18 Juni 11. intrekkende, zich bereid verklaart het hieronder volgende »speciaal- tarief" voor gebruik van groote kwautums stroom voor licht, door denzelfden afnemer in een zelfde perceel, of in een zelfde complex. De in elk contractsjaar verbruikte stroom zal worden berekend als volgt: de eerste 1000 K.W.U. 0,30 per K.W.U. de volgende 1000 1000 1000 -1000 1000 ■1000 1000 i) 0,25 0,23 0,21 0,19 0,17 0.15 0,12| en voor hetgeen in elk contractsjaar boven 8000 K.W.U. wordt verbruikt f 0,10 per K.W.U. De Maatschappij betioudt zich het recht voor aansluiting volgens dit »speciaal tarief" te weigeren indien ter barer beoordeeling het doel waarvoor de aan sluiting wordt verlangd of de te verwachten hoeveelheid stroom welke zou moeten geleverd worden voor de Centrale hinderlijk zou kunnen zijn; indien de aansluiting verlangd wordt voor tijdelijke doel einden of als aanvulling of reserve van eene electrische inrichting. Adressante merkt hierbij op dat het hare bedoeling is, dat dit sspeciaal tarief" wordt toegevoegd aan sub b van artikel 4 der voorwaarden waarop door den Raad der gemeente Ter Neuzen aan haar concessie is verleend in zake Electrische Verlichting. en dat dit speciaal tarief dus niet van toepassing zal zijn voor de aan de gemeente te leveren stroom voor verlichting. De heer Wieland vraagt of daar nu voor de gemeente ook eenig voordeel aan verbonden is. De Voorzitter op het oogenblik niet, maar misschien wel in de toekomst. Het voordeel dat er voor de ingezetenen aan verbonden is, is daarin gelegen dat zij die meer dan 1000 K.W.U. stroom per jaar verbruiken dan ook tegen een goedkooper tarief stroom kunnen afnemen. De onder- handelingen over wijziging van de concessievoorwaarden zijn aangevangen naar aanleiding van onderhandelingen die de Industrieele Maatschappij is begonnen met de spoorwegrnaatschappij MechelenTer Neuzen, die wel at nemer van stroom wil worden, wanneer zij die wat goed kooper kan krijgen dan tegen het nu geldend tarief. Wordt de voorgestelde wijziging der concessievoorwaarden goedgekeurd, dan kan de Industrieele Maatschappij de spoorwegrnaatschappij goedkooper bedienen en daarvan kunnen in de toekomst ook meerderen profiteeren, inge zetenen die inrichtingen willen openen waarvoor veel stroom noodig is of ondernemingen die zich hier vestigen. De heer Wieland is niet bevredigd. Hij zelf heeft er geen hinder van, als hij geen electrisch licht wil branden, dan laat hij het, maar een winkelier is er aan verbonden, die kan het voor zijne zaak niet missen. Waarom moet nu de lijn MechelenTer Neuzen zoo goedkoop bediend worden en de ingezetenen niet De Voorzitter merkt op, dat het niet steeds mogelijk is. twee vliegen in een klap te vangen. Een feit is het echter. dat, als de Raad de Industrieele Maatschappij toestaat af te wijken van de nu vastgestelde tarieven, zij deze toestaat niet alleen de spoorwegrnaatschappij maar ook groote winkeliers en fabrikanten goedkooper te bedienen. De heer Waalkes zou hierover liever in besloten ver gadering verder spreken. Verschillende leden verklaren zich daartegen. De heer Wieland Het tarief blijft voor de ingezetenen toch nog al duur, wat zij die zooveel stroom gebruiken zullen er weinig zijn. En ik herhaalwij kunnen het licht weg doen of eens in een kamer minder ontsteken, doch dat kunnen de winkeliers niet. De Voorzitter betoogt dat daartegen niets te doen is, die prijzen zijn bij contract vastgesteld. Wel kunnen zij ook per abonnement lampen branden en dan komt het goedkooper. De heer Wieland verklaart daarvan niets te weten. De leden zullen wel merken dat hij thans den heer Lensen nababbelt, want die wilde bij de vorige behandeling toch ook dat de ingezetenen evengoed die voordeelen zouden krijgen. De heer Dees bevestigt dit, maar wijst er op, dat dit nu juist geregeld is zoo als de heer Lensen bedoelde, nl. dat ook ingezetenen of andere maatschappijen die groot- verbruiker zijn of worden, dezelfde rechten zouden krijgen als de Industrieele Maatschappij aan de spoorwegmaat- sehappij wilde toestaan. De Voorzitter vraagt of thans alle leden voldaan zijn De heer Drost verklaart allerminst voldaan te zijn, want in de slot-alinea neemt de Industrieele Maatschappij feitelijk weer alle faciliteiten terug. Daar staat dat, wanneer het haar niet convenieert, zij het recht voorbehoud toepassing van het speciale tarief voor een aanvrager te weigeren. De heer Donze vraagt wat de gemeente zou moeten betalen als haar verbruik volgens het speciaal tarief werd berekend. De Voorzitter beantwoordt eerst den heer Donze. Iloe- veel dat zou bedragen is na te rekenen, maar doet niet ter zake omdat de gemeente daarvoor uitgeschakeld wordt. Wat nu het bezwaar van den heer Drost aangaat, die slot-alinea heeft ook in de vergadering van het Dagelijksch Bestuur en de Commissie van Fabricage een punt van beraadslaging uitgemaakt. Die college's waren er ook op gestuit. De bedoeling van die clausule is echter toegelicht. Er werd een speciaal geval vermeld, waarbij stroomlevering geweigerd was, daar dit hinder voor de ingezetenen zou hebben opgeleverd. Spreker is niet voldoende ingewijd om die zaak technisch te kunnen bespreken, ofschoon hij wel wil trachten eenigs zins een idee aan te geven. Hij vermeenc dat de stroom die hier door het net gevoerd wordt een terugkeerende stroom is en het net in 2 helften is verdeeld. Wanneer nu tengevolge van het inwilligen eener aanvrage van stroomlevering de eene helft van het net onregelmatig zwaar belast zoude worden tegenover de andere helft, dan zouden de aangeslotenen in die andere helft daarvan hinder ondervinden. De stelregel van de centrale is, om de bestaande verbruikers niet in moeilijkheden te brengen door te voldoen aan nieuwe aanvragen. Krijgt de centrale er de levering aan de spoorweg rnaatschappij bij, dan zal er misschien toch een andere wijze van stroomlevering moeten worden ingevoerd, waar- door dan misschien dat bezwaar vervalt. Overigens is het toch een maatregel die de centrale wil neinen evenals elke koopman zulks doet, dat hij zich eene reserve voorbehoudt, of hij wil leveren ja dan neen. Zoo opgevat, moet men het voorstel der maatschappij goedkeuren. Er is toch zeker wat voor te zeggen, dat de maatschappij maar niet steeds verplicht is alles te doen wat men van haar verlangt 7 Bovendien, wanneer er eens bezwaren uit zouden voortvloeien is dat toch niet onover- komelijk. aangezien alle leden het toch wel met spreker eens zullen zijn, dat de bestaande toestaud ten opzichte van de exploitatie der electrische centrale toch na verloop van tijd wel zal worden gewijzigd. Bovendien, die slot-alinea is dan ook maar alleen van toepassing op het »speciaal-tarief" daar ook het bestaande artikel 4 blijft opgenomen. De heer Drost verklaart zich in de verste verte niet voldaan. Hij vindt dat uit het slot-artikel alleen te lezen is, dat ze toepassing van dat tarief kunnen weiveren wanneer het hun niet convenieert die aanvraag in te wil- ligen. Ze hebben dus hun belang op het oog en niet dat der ingezetenen. Wanneer men alleen technisehe bezwaren op het oog had, zou dat kunnen worden opgenomen. Nu ze dat echter volgens de voorgestelde redactie iii het algemeen kunnen weigeren, kan spreker aan dat voorstel zijne stem niet geven. De Voorzitter: Het is de bedoeling om het dan te weigeren, als het voldoen van de aanvraag voor de centrale hinder zou opleveren. De heer Drost: Hinderlijk voor de centraledat is dus weer een bevvijs dat het in haar belang is 1 De heer WaalkesMaar als ze dat te kennen geven moeten ze dat toch ook bewijzen De heer Drost ziet dat bij de voorgestelde voorwaarden niet in. Ue Voorzitter zegt ook, dat dit dan een zaak is tusschen den aanvrager en de centrale. De heer Drost voegt hier nog aan toe dat, zooals de zaak nu wordt voorgesteld. de centrale eenvoudig kan zeggen het is mij hinderlijk, ik doe het niet. Het staat dan alleen aan haar te beoordeelen. De heer Wieland vraagt, hoe de prijs voor de gemeente zou zijn, als die volgens dat tarief bediend werd. De Voorzitter merkt op dat dit na te rekenen is, doch dat de maatschappij daarin niet treden wil. De heer Waalkes vraagt nogmaals sluiting der openbare vergadering. De Voorzitter meent dat er geen bezwaar is tegen open- baarheid, de cijl'ers zijn geen bepaald geheim. De heer Waalkes merkt op dat de Raad dan vrijer kan spreken. De Voorzitter vraagt of een der leden het verzoek van den heer Waalkes steunt. De heer Drost antwoordt bevestigend. De Voorzitter schorst daarna de openbare vergadering, die overgaat in eens met gesloten deuren. Na het weder oponbaar worden der vergadering deelt de Voorzitter mede dat Burg, en Weth. hun voorstel hebben gewijzigd en thans voorstellen de slot-alinea van het »Speciaal Tarief" te lezen als volgt vDe concessionaris mag aansluiting volgens dit tarief alleen weigeren, onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen a. indien het doel waarvoor de aansluiting wordt ver langd, of de te verwachten hoeveelheid stroom welke zou moeten geleverd worden voor de Centrale hinderlijk zou kunnen zijn. Het aldus gewijzigde voorstel wordt hierna z. h. s. aan genomen. 53 c-» VLAG. NA AM. MS Van en naar. Lading. Voor ITew %euzen: 25 Eng. s.s. Quentin 3607 Leith gemengd idem River Scheldt 2199 Londen stukg. V no ITer K'euien 25 Eng. s.s. River Lagan 2272ILonden stukg. 4 our Gem i 25 Eng. s.s. Onsel 3633 Manchester stukg. 26 idem Mercury 1091 Londen ledig idem Sea Gull 2763 idem stukg. idem Juno 2562 Hull idem Noor. s.s. Hard 2485 Petchora hout Wan (Jent i 25 Eng. s.s. Ralph Creyke 1796 Goolo ledig idem Truro 2367 Hull stukg. idem Sea Serpent 2554 Londen idem Ned. s.s. Jenny 5125 Hull ledig 25 Eng. s.s. Don 2658 Goole idem V/UOIOIUIZJVU niuici \J \y viuuvu v •-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1912 | | pagina 10