Gemengde berichten. Predikbeurten. Eendragt. De laagwaterlijn naderde den kde 16 opvarenden, die zich op het vlot bevonden, 1 oever 5 M. en ook op andere plaatsen 10 M. zeewaarts, zulks tengevolge der verdere oever- afschuiving van 14 Maart 1906. In vergelijking met vroegere loodingen ontstond dientengevolge eenige acnteruitgang. De uitkomsten der pei- lingen waren aan dezen polder niet ongunstig. Stoppeldijk c. a. Bezniden de zeesluis, raaieu A, B en C. De laagwaterlijn veran- derde in een raai niet, van een verwijderde zij zich 40 en van een ander 5 M. De uitkomsten der peilingen waren bevredigend. Bezuiden de zeesluis in en voor de uit- wateriugsgeul, raaien 1 tot 9. De laag waterlijn naderde ten koogste 20 M. den oever en verwijderde zich 4 M. daarvan. Yereenigde polders van Ossenisse. De laagwaterlijn veranderde niet van plaats. De uitkomsten der peilingen waren vrij bevredigend en was noordwaartsche uitbreiding der bestaande oeververdediging aan de Nol van Ossenisse vooralsnog voor uitstel vatbaar te achten. Walsoorden. Molenpolder. De laagwater lijn naderde den oever met 15 M. in raai 14 als gevolg der op 11 Jan. 1910 voorgekomen afschuivingen en veranderde overigens ook bp ter weerszijden van Scharendam gepeilde dwarsraaieu niet van plaats. De uitslag der peilingen was niet bepaald ongunstig. Walzoorden (Kievittepolder). De laag waterlijn naderde in een raai den oever 5 M. en veranderde anders niet van plaats. Walzoorden Perkpolder en Noorddijk- polder (noordzijde tot Oude Hoofd). De laag waterlijn veranderde niet van plaats. Op 9 December 1911 had tusschen de raaien 7 en 9 eene afschuiving' plaats ter lengte in de richting der oude laagwaterlijn, gemeten van 42 M. bp een grootere breedte binnen deze raai 14 M. Deze afschuiving welke niet van veel beteekenis was, wijst echter op sterken stroomaanval op het onverdedigde oevervak tusschen de werken van 1904 in raai 7 en de oeververdediging van ditzelfde jaar aan den hoek van den Perkpolder. Zondag 8 September 1912. Hervormde Ker/c. Ter Neuzen. 9 u. en 2 u., Ds. A. Timmerman, Sluiskil. 9 u., dhr. H. J. v. d. Ouden. Axel. 9 u. en 2 u., Ds. J. B. T. Hugenholtz. Zaamslag. 9 u. en 2 u., Ds. G. van Dis. Hoek. 9 u. en 2 u., dhr. W. A. Dekker, cand. te Hoofdplaat. Sas van Gent. 9j u., Ds. H. A. Akersloot van Houten Roos. Hulst. "Per Neuzen. Axel Zaamslag. Hoek. 10 u., Ds. De Boer. Gereformeerde Kerken. 9 u., Godsdienstoefening en 2 u., Ds. J. F. van Hulsteijn Jr. 9 u. en 2 u., lis. J. H. Lammertsma. 9 u., Ds. Chr. Bruins, H. Avondm. en 2 u., Ds. Chr. Bruins, Dankzegging H. Avondm. 9 u. en 2 u., Ds. M. Dijtenhoudt. 9 u. en 2 u., Ds. H. v. d. Wal. Gereformeerde Gemeente (Vlooswfjkstraat). Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 5£ u., dhr. J. Fraanje. Oud-Gerefornieerde gemeente (Vlooswijkstraat) Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 5J u., leeskerk. Chr. Gereformeerde Kerk. Zaamslag. 9 u. en 2 u., dhr. A. H. Hilbers, canddiaat te Kampen. Lokaal Bethel" (Kandeelstraat). Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 5i u., leeskerk. Lokaal „T£ben-Hae«er" (Kerkhoflaan). Ter Neuzen. 5J u., dhr. J. J. Kense. 6 soldaten verdronken, Gisteren bracht de telegraaf ons de droevige tijding van het verdrinken van 6 soldaten te Utrecht. Omtrent deze ontzettende ramp meldt het U. D. de volgende bijzonderheden Er was gisterochtend infanterie, die hier tijdelpk op het fort ligt gedetacheerd, aan het werk op vlotten. Men moest zich oefenen in het samenstellen van vlotten met behulp van tonnen, rondhouten en planken, terwijl anderen met die vlotten moesten varen, om zich daarin te bekwamen. Een dier vlotten nu is plotseling bezwekende een zegt, doordat er hout van de brug op viel, anderen ontkenden dat, en beweerden, dat het vlot zonder verklaarbare oorzaak opeens doormidden brak. Hoe het zij een feit is het, dat het vlot onverwacht zonk. Alle mannen, die er zich op bevonden, men verzekert mij van 16, vielen te water. Als een pijl uit den boog doken de militairen, die aan den kant naar de oefeningen stonden te kijken in het fortwater, om hun kameraden hulp te bieden. Er schenen er bij te zijn, die niet zwemmen konden, mogelijk is ook, dat de schrik hen verlamd heeft. Van werden er 10 aan den kant gebracht6 bleven er onder water. Van die 6 zijn in den loop van den ochtend reeds 5 lijken opgehaald. De eerste opgaaf vermeldde, dat er 3 lpken waren opgehaald en nog 1 man werd gemist. Dit is naderhand onjuist gebleken opgehaald zijn niet 3, doch 5 lijken en naar een zesden militair wordt nog gedregd. Er zullen dus in het geheel 6 slacht- offers zijn te betreuren. De kolonel Koolemans Beijnen en de luite- nant-kolonel Von Briicken Fock kwamen dade- lijk na het bekend worden van het ongeval ter plaatse. De verdronkenen behoorden alien tot het 2e en 3e regiment infanterie. Uit Den Haag meldt men dat de Minister van Oorlog nadat hij bericht had ontvangen van het ongeval den kapitein van den generaien staf Dickhoff, werkzaam aan het departement, opgedragen heeft naar Utrecht te vertrekken, teneinde omtrent den toestand inlichtingen in te winnen. Nader meldt het »D- D." nog de navolgende bijzonderheden Op het stille plekje, vlak voor de brug, die in den volksmond de ,,brug met de 12 gaten" heet, was 't gistermorgen ongewoon druk. In 't water de booten, waarin de soldaten stonden, met hun dreggen den grachtbodem afsleepend, aan de eene zijde van de fortgracht het publiek, dat stil op dit sombere schouwspel toekeek, aan den anderen kant, op den fortoever, de officieren, die den minderen militairen wenken gaven en bevelen. Een somber schouwspel Van de zestien opvarenden van het vlot konden slechts twee zwemmen. Zij redden zich. Maar 14 zonken hopeloos in de diepte. Er waren echter officieren en kameraden, die op den fortoever 't feit hadden zien gebeuren. Officie ren zoowel als manschappen begaven zich ge- kleed te water. Tal van malen achtereen doken ze in de diepte en smaakten 't geluk 8 dren- kelingen op 't droge te bi'engen. Deze waren het bewijstzijn kwijt, maar konden gelukkig door rniddel van den inmiddels aangedragen zuurstofkoffer worden bijgebracht. Toen het duiken naar de 6 laatste mannen vruchteloos bleef, begon men te dreggen. De haken werden in 't water geworpen, tot op den bodem liet men ze zakken en zoo sleepte men ze voort over den grond, tot er tegenstand gevoeld werd, om ze dan op te halen, soms met een tak, soms met vuile, half-vergane blaren en soms ook met een mensch. Dan ging 't voorzichtig, heel voorzichtig naar boven. En als 't een makker was, wiens levensgeesten warer geweken, werd hij voorzichtig neergelegd in de schuit, om dan door 4 soldaten bij 't hoofd en de beenen langzaam te worden weggedragen, Eerst werden de dooden neergelegd in tenten. daarua onmiddellijk in de brancards, die in allerijl werden aangereden. Den geheelen morgen werd nog gedregd naar het lijk van den zesden militair, die te half twaalf nog vermist werd. Toen het opgehaald was, werd 't per raderbaar onmiddellijk vervoerd naar het Militair Hospitaal, waar men omstreeks een uur alle zes de lijken bijeen had. inmiddels was per telefoon aan het hoofdbureau van politie verzocht, om de sleepdreg beschikbaar te willen stellen, omdat men securiteitshalve het fortwater nog eens wilde afdreggen. Het gerucht ging n. 1., dat men er zoo heel zeker niet van was, dat met het vinden van het zesde lijk inderdaad wel alle slachtoffers van het ongeluk terecht waren. Er werd bij verteld, dat over een gedeelte van den troep geen appel was gehouden, zoodat men niet beslist zeker wist, hoe groot het aantal manschappen was, dat present be- hoorde te zijn. Wij hebben naar de waarheid van deze be- wering die algemeen de ronde deed, dezen middag geinformeerdte bevoegder plaatse werd ons daaromtrent medegedeeld, dat er van het verzuim van niet-appel houden niets bekend was. Men scheen dan ook later op den dag algeheele zekerheid te bebben, dat er geen enkele militair meer werd vermist, want het dreggen werd al spoedig gestaakt. Uit officieele bron vernam het VU. D." nog het volgende Ln het oogenblik van de eerste verwarring schreef men de aanleiding tot het ongeval toe aan het breken van het vlot, want men had op een gegeven moment een deel van het vaar- tuig de hoogte in zien gaan. En daar deze vlotten doorgaans gebruikt worden bij het slaan van pontons over de fortgracht, was het be- grijpelijk, dat men aanvankelijk het bezwijken van het vlot in verband bracht met de brug. Intusschen is gebleken, dat de brugbouw niets met het ongeluk had te maken evenmin is het vlot doormidden gebroken. Wat er pre- cies is voorgevallen, valt niet met absolute nauwkeurigheid te zeggen. Vlotten worden ge- maakt van tonnen, gewoonlijk acht in getal, die samen worden gehouden door een raam, waarover planken worden gelegd. Op deze wijze was ook het bewuste vlot in elkander geslagen. Geconstateerd is, dat daaraan niets heeft ge- mankeerd. Wat is er nu gebeurd De man die het vlot voortboomde is op de planken uit- gegleden zijn val heeft op het vlot, dat bij dit regenachtige weer door modder en water natuurlijk ietwat glibberig was, aanleiding ge geven tot een paniekje, men is daardoor te veel naar een zpde geloopen, het evenwicht werd diensvolgens verplaatst en door de veel te zware belasting aan een kant is toen het vlot opge- wipt. De tonnen kwamen vrij, de planken gleden van het vaartuig het water in, en de man schappen die er zich op bevonden, met deze in de gracht. Van andere zijde deelde men aan het blad mede, dat het ongeluk vermoedelijk ook in ver band zou kunnen staan met het materiaal, dat voor het vlot gebezigd is. Gewoonte is het raam dat over de tonnen ligt saam te stellen uit zoogenaamd rondhout. Ditmaal is daarvoor gezaagd hout gebezigd deze omstandigheid kan er toe medegewerkt hebben de kans op een ongeluk te vergrooten. Het onderzoek zal een en ander wel nader uitwijzen. Onze correspondent meldt nog De namen der bij het ongeluk te Utrecht omgekomenen zijn: A. F. Makka en J. H. J. van de Pol, korporaals uit 's Hertogenbosch T. van Gorp uit Luykgestel, H. Gewits uit Gemert, J. Dalfing uit Ravestein en L. Lauwerse uit Domburg, alien miliciens. De milicien H. T. van Moorsel uit Stiphout, die een bloedspuwing kreeg, wordt in het Militair Hospitaal verpleegd. Men meldt uit Utrecht aan de Tel. Omtrent het ongeluk op het fort V ossegat, dat aan zes militairen het leven kostte, kunnen we nog het volgende mededeelen Naar be- weerd wordt moet bij het maken van het raam van het vlot niet rondhout, doch gezaagd hout gebruikt zijn, waardoor de draagkracht van het vlot verminderd is. ln hoeverre dit juist is, zal het onderzoek moeten uitmaken, dat niet alleen van regeeringswege, doch ook door de justitie wordt ingesteld. Anderen beweren echter, dat het ongeval zijn oorzaak vond in het feit, dat de op het fort zijnde soldaten te veel aan eene zijde van het viot hebben gestaan, waardoor overbelasting is ontstaan en het vlot is gekanteld. De milicien Lauwerse behoorde tot het 3e regiment en de overige vijf behooren tot het 2e regiment infanterie. In de stad heerschte begrijpelijkerwijze groote ontsteltenis, toen het droevig ongeval bekend werd. Duizendeu men- schen gingen in den namiddag langs de Prins Hendriklaan, naar het fort toe om de plaats te zien waar deze zes jonge mannen den dood vonden. En op het fort zag men de militairen gewoon hunne oefeningen houden, bruggen slaan enz., alsof er niet het minste was voor gevallen. Gistermorgen viel te Tiel de bejaarde timmerman M. Rijnders in den Nieuwen eg te Tiel achterover van een ladder. Hij werd bewusteloos opgenomen. De geneesheer acht zijn toestand hopeloos. De ongelukkige is nu na een halven dag nog niet tot bewustzijn. De onbezoldigde rijksveldwachter L., uit Helmond, is Maandag, toen hij proces-verbaal wilde opmaken tegen drie stroopers, welke met den lichtbak aan het jagen waren op het land- goed van jhr. Wesselman tusschen Helmond en Staphorst, door een van de drie, zekeren v. d. H., zoo ernstig misbandeld, dat een van zijn ribben brak en hem in de longen drong, waardoor deze ernstig beschadigd werden. De dader en zijn kornuiten zijn gearresteerd en hebben bekend. Woen3dagnacht om 1 uur is in het Haringvliet een aardappelscheepje de ,/Joha*nna van Middelharnis naar Schiedam bestemd, om- geslagen. De 49jarige W. L. L. eigenaar van het schip en woonachtig te Schiedam, verdronk, zijn 22 jarige zoon wist zich met moeite te redden. Men meldt uit Heerlen aan de Tel. Woensdagavond had bij aankomst van den trein van half acht uit Herzogenrath, op het perron te Heerlen een treurig ongeluk plaats. Een mijnwerker, uit Duitschland afkomstig, had hier werk gezocht en gevonden. Hij liet dus zijn gezin, bestaande uit vrouw en vijt kinderen, overkomen. Bij het uitstappen uit den trein, bemerkte de vrouw, dat haar zesjarig kind nog in de coupe was achtergebleven. In allerijl begaf zij zich in het rijtuig, nam haar kind onder den arm en wilde de wagen verlaten. Intusschen is de trein reeds tot vertrek in beweging. De moeder moet waarschijnlijk op de treeplank zijn uitgegleden haar kind kwam althans te vallen, met het treurig gevolg, dat het ongelukkige meisje op de rails terecht kwam. Toen de trein voorbij was, vonden de be- klagenswaardige ouders 't vreeselijke verminkte lijkje van hun dochtertje. Door de raderen gegrepen, was de linkerarm geheel, het hoofd gedeeltelijk van den romp gescheiden. Het lijkje is naar het St. Joseph-hospitaal overgebracht. Een tiental jaren geleden werd de toenmaals 16jarige Grietje S., uit de Martenstraat, des avonds onverhoeds aangevallen door een indi- vidu, dat iets slechts met haar voor had. Het meisje vluchtte, hevig ontsteld en overhaast, naar haar ouderlijk huis en kon van schrik nauwelijks een woord uitbrengen. De stem was haar benomen. Slechts fluisterend kon zij verhalen, wat haar was wedervaren en groot was haar ontzetting, toen zij later bemerkte, dat haar rechterarm totaal verlamd was. Ge- neeskundige hulp mocht niet baten. Zelfs nam de zenuwstoornis, helaas, onrustbarend toe, totdat allengs ook de beenen en de rug geheel verlamd waren. Het meisje, dat bijna voort- durend het bed moest houden, kon nog slechts haar linkerhand en het hoofd bewegen. Met de eene hand kon zij zeer goed de noodigste werkzaamheden verrichten. Zelfs wist ze het zoo ver te brengen, dat ze daarmede kon naaierl en haken. Zij zoowel als haar ouders berustten troosteloos in de zware beproeving en durfden al op geen beterschap meer te hopen. Maandagavond nu kwam de nooit-verwachte merkwaardige genezing. Terwijl felle bliksem- schichten het uitspansel doorkliefden en de donder ratelde door het luchtruim, fluisterde het meisje verschrikt: »Moeder, moeder I' loen de moeder op haar dochter afkwam, bemerkte zij tot haar groote verbazing, dat Grietje met opgeheven rechterarm in haar ledikant lag. 't Leek een wonder. De anders zoo machtelooze kon nu zoo waar niet alleen haar rechterarm, maar ook haar beenen en rug bewegen De verlamming was geweken. Door schrik was ze verlamd door schrik was ze nu genezen. Alleen de stem keerde nog niet terug. Men kan zich de groote vreugde van het huisgezin denken. De ,/Prov. Gron. Ct." schrijft in aansluiting met dit bericht. Het meisje, waarvan in dit bericht sprake is, is de 28jarige dochter van den heer G. J. Spies, timmerman. Het meisje dat tot haar 25ste jaar even goed ter been was, als iedereen, moest zich in dat jaar onder behandeling stellen van prof. Dr. E. Wiersma, daar zij zenuwlijderes was. Terwijl zij toen eens in de polikliniek wachtende was, kreeg een ander patiente een hevigen zenuwtoeval. Door dit geval is zij dermate geschrokken, dat de rechterzijde van baar lichaam geheel verlamd werd. Anderhalf jaar is zij in het ziekenhuis ver pleegd, de laatste anderhalf jaar ligt zij thuis en is onder behandeling van Dr. ^au Wering. Haar plotseling gedeeltelijk herstel heeft bij haar de hoop op een volkomen genezing in sterke mate aangewakkerd. V reugde blonk er uit de oogen van de patiente. toen zij ons door opheffing van den rechterarm het bewijs kon leveren, dat de schrik over den zwaren donder- slag haar daartoe de kracht had teruggegeven. Overigens is haar toestand nog onveranderd gebleven. Maar ze hoopt dat haar kracht spoedig zal toenemen en ze ook nog eens weer zal kunnen loopen en haar stemgeluid zal terugkrijgen. De mijnramp bij Bruay. Naar de oorzaak van de ontploffing in de mijn bij Bruay, in het noorden van Frankrijk, heeft men tot dusver slechts kunnen raden. Vrijwel vast staat, dat de ontploffing ontstaan is tengevolge van ontbranding van mijngas, doch omtrent de oorzaak van de ontbranding, of deze aan onvoorzichtigheid of aan zelfont- ploffing te wijten is, verkeert men in het onzekere. De mijn is duizend meter diep. Op het oogenblik, dat de ontploffing plaats had Dinsdagmiddag omstreeks 2 uur was toe- vallig juist de ploeg mijnwerkers. die belast is met het loshakken van de steenkool, boven- gebracht. Zoodra het ongeluk ruchtbaar werd, werd het reddingswerk georganiseerd. Vrijwil- ligers boden zich in grooten getale aan, om in de mijn af te dalen en hun ongelukkige kame raden zoo mogelijk te helpen. Met groote moeite de hitte was bijna ondragelijk daalde de eerste ploeg redders in de mijn af en slaagde er in, de eerste afschuwelijk verminkte gekwetsten boven te brengen. En sedert dien gaat het reddingswerk voort, in weerwil van de ontzaglijke hinderpalen, welke zich meer en meer voordoen. Een ingenieur die in de mijn was afgedaald op zoek naar slachtoffers, heeft men niet teruggezien. Hij is waarschijnlijk omgekomen. Sedert eergister- nacht doen zich voortdurend nieu we ontploffingen voor, waardoor tal van mijngangen mstorten, zoodat het nu onmogelijk gebleken is, de plaats te bereiken waar de vermisten zich moeten be- vinden. Men heeft echter niet de minste hoop, dat dezen zich nog in leven bevinden. Met twee geworiden, die inmiddels zijn overleden, bedraagt het aantal dooden tot dusver zestien. Het eerste lijk, dat bovengebracht werd was dat van een zestienjarigen jongen. Zijn vader bevond zich onder de toeschou wers. De droef- heid van den ouden man was afschuwelijk om aan te zien. Voortdurend vallen trouwens ont- roerende tooneelen voor, zoodra door nabestaan- den lijken worden herkend. Ieder lijk, waarvan de identiteit is vastgesteld, wordt in een kist gelegd, die onmiddellijk gesloten wordt, want de meeste lijken zien er afzichtelijk uit. Op de kist wordt dan een plaatje bevestigd met den naam van den doode er op. Onder de gewonden bevindt er zich een die krankzinnig geworden is. Hij roept maar onop- it. H.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1912 | | pagina 6