Tsr Nenzsnsche Ctftirant
Dinsdag 3 September 1912.
No. 5809.
TWBBDB
Gemeenieraad van Sas van Gent.
Gemeenteraad van Zaam&lag.
VAN
Vergadering van Donderdag 29 Augustus 1912.
Voorzitter de heer P. Wauters, burgemeester-raadslid
Vender aanwezig de heeren Oole, Pauwels, Malotaux,
Hamelijnck en Buijsse.
Afwezig de heer Gross.
(VERVOI. G.)
Vervolgens stelt de Voorzitter aan de orde
1© Bestratingswerken.
De Voorzitter brengt thans ter tafel een plan tot ver-
harding van de verlengde schoolstraat. Tusschen de kosten
van verharding met klinkers of met keien is een verschil
ten gunste van het eerste, van f 1200.
Er is met den heer Malotaux, als directeur der suiker-
fabriek onderhandeld over de doortrekking van de straat,
doeh daarvan is nader nog geen resultaat vernomen.
De heer Malotaux deelt mede, dat hij daarvoor de heeren
Daneels, Van de Wattijne en Jacobs moet spreken en dat
hij daarvoor nog niet in de gelegenheid geweest is.
De Voorzitter acht dat jammer, want het is wel be-
zwaarlijk om een straat te verharden, die nog geen ver-
binding heeft.
De heer Malotaux meent dat men het toeh zoover zou
kunnen doen als de huizen staan. Hij acht beter klinkers
dan keien, daar er in de straat zooveel vervoer niet zal zijn.
De Voorzitter geeft ook de voorkeur aan klinkers, in
het plan is omschreven om dan de ongelijke klinkers'uit
het zijpad van de stationsstraat uit te breken en te ver-
vangen door vlakke.
De heer Pauwels meent dat, wanneer die straat metter-
tijd wordt doorgetrokken en er door de fabrieken druk
gebruik van gemaakt zal worden, het beter is dat deze
met keien wordt verhard. Hij maakt ook de opmerking
dat het thans door den Voorzitter ter tafel gebrachte plan
nog niet in de vergadering van het Dag. Best, is geweest.
De Voorzitter deelt mede dat hij het plan pas heeft
ontvangen.
Nog eenige discussie wordt gehouden, waarbij wordt
gesproken over uitstel van eene beslissing en wordt betoogd
dat er een dubbel voordeel verbonden is aan bestrating
met klinkers, daar het "1200 minder kost en dan boven
dien de slechte klinkers uit de stationsstraat verdwijnen,
terwijl de heer Malotaux toezegt, de zooeven genoemde
heeren te zullen uitnoodigen om eens naar hier te komen,
teneinde de zaak van de doortrekking dier straat tot een
resultaat te brengen.
Tenslotte wordt met 5 stem men tegen 1, die van den
heer Pauwels, die uitstel wenschte, besloten, fie verharding
te maken met klinkers.
De heer Buijsse vraagt nu of het voetpad langs den
Stationsweg, als het opnieuw gelegd wordt, ook hooger
zal gelegd worden, met borduren aan den kant.
De Voorzitter verklaart dat daartoe niet het voornemen
bestaat. Dat is niet noodig gebleken.
De heer Buijsse meent dat het voetpad dan beter vrij
zal blijven van slijk.
De Voorzitter wijst er op dat men daar zoo geen hinder
van ondervindt, het pad ligt over het algemeen goed.
Als het verhoogd moest worden en aan den kanf bordures
gezet, dan zou men ook genoodzaakt zijn rioleering aan
te brengen en dan zou het nog al een groote uitgaaf
meer worden.
De heer Buijsse meent dat men met een goot en een drie-
tal buisjes onder het voetpad wel zou kunnen volstaan.
De heer Hamelijnck acht verhooging niet raadzaam.
Als men er over fietst en van het pad geraakt, kan men
niet meer op een verhoogd pad komen.
Het voorstel van den heer Buijsse om, het voetpad in
de stationsstraat tevens te verhoogen, wordt verworpen
met 5 tegen 1 stem, alleen de voorsteller sternt voor.
De Voorzitter deelt verder mede dat het Dag. Best, een
kijkje is gaan nemen in den Van Remoorterepolder, hoe
daar de door een aantal adressanten gevraagde en hier
besproken verbetering van den weg zou kunnen worden
aangebracht. Er is daar goede gelegenheid om een pad
naast den keiweg te maken, wanneer sommige bewoners
wat willen medewerken, maar zoodra daarvan sprake was
bleek van zoo weinige medewerking, dat Burg, en Weth.
al spoedig hunne pogingen hebben gestaakt. Iernand bij
wien ze kwamen vond een pad heel mooi, maar toen hem
gezegd werd dat daarvoor een beetje van zijne haag moest
worden afgenomen, gaf hij te kennen daarvoor geen
permissie te willen geven. Als dat pad anders niet tot
stand kon komen moest het maar wegblijven. Hij had
er zoolang in de modder geloopen, hij kon dat nog wel
langer.
Daar er geen vooruitzicht was op goed resultaat zijn
Burg, en Weth. onverrichterzake teruggekeerd. Zij willen
nu weer maar afwachten wat er van komt.
De heer Buijsse merkt op dat-die haag misschien nog
wel op poldergrond staat.
De VoorzitterDat is een kwestie die de polder moet
uitmaken indien zij dat noodig oordeelt.
De heer Pauwels zou, eer men er weer wat aan deed,
de bewoners zelf willen laten zorgen voor eene geteekende
verklaring, dat zij alien, voor zoover het noodig is, de
totstandkoming willen helpen bevorderen.
Besloten wordt omtrent deze zaak af te wachten.
II. Omvraag.
De heer Malotaux vraagt nog hoe het staat met de
brandspuit.
De Voorzitter deelt mede dat er verschillende aanbie-
dingen zijn, maar verder is men nog niet. Ook is nog
niet uitgemaakt welke spuit het zal moeten zijn, een
motor- of een stoomspuit.
De heer Malotaux zou, als het voor zichzelf was, de
voorkeur geven aan een stoomspuit.
De Voorzitter wijst er op, dat beweerd wordt, dat een
motor altijd dadelijk tot gebruik gereed is.
De heer Malotaux stelt meer vertrouwen in stoom, dan
in een motor.
De heer Hamelijnck meent in de gegevens gezien te
hebben, dat een stoomspuit ook in 8 minuten voor werken
gereed kan zijn.
De Voorzitter wijst er op, dat het in het volgend jaar
tentoonstelling is te Gent. Er zal dan wel gelegenheid
zijn daar spuiten te zien en dan kan wel eens worden
gevraagd om die op bepaalden tijd in werking te stellen.
De heer Malotaux vraagt of het de bedoeling van den
Voorzitter is, daar dan met den vollen Raad naar toe te gaan.
De Voorzitter geeft te kennen dat hij dat werkelijk
zou willen, dan kunnen alien oordeelen, het is dan dicht-
bij. Daar de oude spuit is gerepareerd, kan het daar nu
wel mede afgezien worden.
De heer Hamelijnck vraagt nog of men misschien niet
beter zou zijn met een goede nieuwe liandspuit.
De Voorzitter meent dat, als men overgaat tot aan-
schaffing van een nieuwe, dat men dan nu ook ineens
eene goede moet aankoopen, voldoende voor de behoeften,
en dan is zeker eene spuit met mechanische kracht be-
wogen, noodig. Een handspuit is niet meer voldoende.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Vergadering van Vrijdag 30 Augustus 1912. v
Voorzitter de heer J. de Feijter, burgemeester-raadslid
Verder aanwezig de heeren De Ruijter, De Mul, De Jonge,
Scheele, De Klerk, A. de Feijter, Faas, Wisseen Dieleman.
Afwezig de heer De Putter.
Na opening der vergadering stelt de Voorzitter aan de orde
1. Notulen.
De Secretaris leest de notulen der voorgaande vergadering
die daarna onveranderd worden vastgesteld.
3. Ingekomen stukken.
a. Een schrijven van Gedep. Staten, waarbij de ont-
vangst wordt bericht van de wijziging der artt. 82 en 83
der algemeene politieverordening.
Het college voegt daaraan toe, dat door hen deze artt.
aan den Minister van Binnenlandsctie Zaken ter vernieti-
ging waren voorgedragen, doch dat de Minister geen termen
vond die aan H. M. de Koningin ter vernietiging voor te
dragen.
In het schrijven aan den Minister van Binnenlandsohe
Zaken wijzen Gedep. Staten er op, dat blijkens art. 80 der
algemeene politieverordening der gemeente Zaamslag onder
»tapperijen" zijn te verstaan »alle plaatsen, waar wijn,
bier, sterke drank en likeuren aan het publiek verkocht
of uitgeschonken wordt, ten verkoop in vourraad is of in
gelagen gezet wordt, uitgezonderd de localen en terreinen
van volgens de wet erkende societeiten". Dqrhalve valleu
onder de thans in de artt. 82 en 83 opgenomen bepalingen,
om des Zondags van 911 en van 24 uur de tapperijen
te sluiten en niet te bezoeken lo. de lokalen met ver-
gunning, 2o. die met verlof tot verkoop van alcohol-
houdenden drank, anderen dan sterken drank. Voor de eerste
soort komt het verbod aan Gedep. Staten vbor krachtens
art. 7, eerste lid, 3e der Drank wet mogelijk te zijn, wat
de tweede betreft rijzen er echter h. i. twee bezwaren,
vooreerst dat de Raad daarbij treedt in het onderwerp van
art. 3^ der Zondagswet, ten tweede dat de Raad, krachtens
art. 135 der Gemeentewet in het belang der openbare orde
regelen stellende, niet voor eene categorie van verlof-
houders (bierhuizen) beperkingen kan maken, welke de
andere (melksalons) niet treffen, aangezien voor die rechts-
ongelijkheid geene voldoende gronden zijn.
Gedep. Staten veroorloven zich te verwijzen naar de
in 1905 en 1906 over dit onderwerp met het Departement
van Binnenl. Zaken gevoerde briefwisselingen, met name
naar de missive's van Z. Exc.'s ambtsvoorgangers van
9 Juni 1905, no. 5255, afdeeling B. B. en van 14Mei 1906
no. 3325, afd. B. B.
De hier te nemen beslissing is niet alleen van theoretisch.
maar van groot practisch belang, zooals aan Ged. Staten
uit een adres van belailghebbende koffiehuishouders ge
bleken is. Bovendien doet zich dezelfde kwestie niet slechts
te Zaamslag, maar ook elders voor. De verplichting tot
sluiting buiten de grenzen der Zondagswet en der prank-
wet uit te breiden achten Ged. Staten onnoodig voor de
handhaving der Zondagsrust en hoogst ongeradeu met het
oog op het steeds toenemend vreemdelingenverkeer.
Zij gaven daarom den Minister in overweging om te
bevorderen dat de nieuwe artt. 82 en 83, voor zooveel
betreft de sluiting en het verbod van bezpek voor verlofs-
lokalen op bepaalde uren van den Zondag, door II. M. de.
Koningin vernietigd werden.
Door den Minister is daarop bij schrijven no. 4381,
afd. B.B. geantwoord, dat hij zich met het gevoelen van
Gedep. Staten over de artt. 82 en 83 van de Algemeene
Politieverordening van Zaamslag, geiijk die luiden mgevolge
het besluit van den Raad dier gemeente d.d. 11 Juni j.l.,
niet kan vereenigen.
In tegenstelling met de meening van zijne toenmalige
ambtsvoorgangers, in hunne door Gedep. Staten aange-
haalde brieven, komt het hem voor, dat de vastgestelde
bepalingen kunnen geacht worden voort te vloeien uit de
bevoegdheid bij art. 135 der Gemeentewet toegekend.
Ook een ongeoorloofde uitbreiding van de Zondagswet kan
hij er niet in zien, terwijl art. 7 sub. 3e der Drankwet,
geiijk Gedep. Staten trouwens zelf opmerken, er veeleer
op wijst, dat de Gemeenteraad geheel binnen de grenzen
der wet is gebleven, voor zoover de vergunningslokaliteiten
aangaatwat de verlofslokaliteiten betreft, kan de Drankwet
geenszins geacht worden de bevoegdheid van den gemeente
raad om te haren aanzien bepalingen te treffep, aan banden
te hebben gelegd. Immors de Drankwet behelst bepalingen
ten aanzien van deze aangelegenheid alleen ter voorkoming
van ontduiking van de bepalingen omtrent de localiteiten,
waar sterke drank wordt getapt.
De Minister acht dan ook voor vernietiging geene termen
aanwezig. Hij verzoekt daarvan aan den Raad van Zaamslag
nainens hem inededeeling te doeu.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
lb* De oorzitter stelt nu aan de orde -de behandeling
van het in de vorige vergadering medegedeelde verzoek
der aid. Ter Neuzen van de vereeniging van Kuffiehuis-
houders enz. Vergunniug'*, waarin wordt verzocht de
wijziging der algemeene politieverordening, tengevolge
waarvan de tapperijen des Zondags enkeie uren moeten
gesloten zijn, in te trekken, met het oog op de belemmeringen
die deze te weeg brengen voor het vreemdelingenverkeer.
Op verzoek van den heer De Jonge wordt nogmaals
lezmg gegeven van het request en de memorie van toe-
lichting.
De tieer De Jonge verklaart met den inhoud daarvan
in te stemmen, hij vindt het treurig dat het besluit be-
treffende de Zondagssluiting genomen is en geeft in over
weging het besluit weer in te trekken.
De heer Scheele is van meening dat de wijziging der
verordening met is omschreven zooals die in den Raad is
besproken. Hij was van meening dat de vreemdelingen
niet belemmerd zouden worden en voor de visschers die
aan de Kraag of te Othene komen is het nu nogal be-
zwarend.
De heer De Klerk is het eens met den heer Scheele-
waar zullen die Belgische visschers bij sleeht weer een
onderkomen vinden in den tijd dat de herbergen gesloten
moeten zijn
De heer Faas. kan zich heelemaal niet vereenigen met
den inhoud van het request. Ilij vraagtmoeten wij
onze verordeningen regelen naar de vreemdelingen die hier
komen en handelen in strijd met onze ordoiiiiantien
Moeten wij lien maar gelegenheid geven de wet waarnaar
wij leven te overtreden Er kunnen in Belgie wel wetten
gemaakt worden dat de Zondag moet geschonden worden
en moeten wij nns dan hier door hen in onze gevoelens
laten krenken
Ik ineen dat wij integendeel niets met die vreemdelingen
te maken hebben en als het kon dan zouden wij eerder
moeten trachten ze buiten onze gemeente te houden, waar
zo nu handelingen plegen die voor vele ingezetenen een
aanstoot zijn, ik zou willen dat er eind kon worden Ge
maakt aan dat visschen en dat daarmede dikwijls gepaard
gaand overtollig drankgebruik. Het zou wel nuttig zijn
als dat kon afgeschaft worden, het is jammer dat zulks
niet mogelijk is.
Ik zal niet beweren dat er uit de gemaakte verordening
voor de een of ander niet eens een moeilijkheid of la"t
kan ontstaan, maar zonder dat is het als het ware niet
mogelijk een enkeie regeling te maken.
De Voorzitter merkt op dat het misschien wel niet de
bedoeling van aile leden geweest is oin de wijziging van
de verordening te maken zooals dit is gesctiied, maar het
gaat niet om uitzonderingen te maken, de sluiting moet
voor ledereen gelden.
De belemmering voor het vreemdelingenverkeer acht
spreker niet zoo groot. Dat verkeer is nog niet zoo druk.
De visschers die komen visschen weten b.v. dat de tapperijen
om 9 uur gesloten worden. Dan kunnen ze voor dien tijd
zich van verversehingen voorzien en het dan wel uithouden
tot 11 uur. Mocht het ai eens zijn dat er op het tijdstip
dat de herbergen gesloten zijn een vreemdeling in de
gemeente vertoeft, die door weersomstandigheden een
onderkomen belioeft, dan is er toch allicht in een of
andere particuliere woning onderdak te vinden. Spreker
zou het belachelijk vinden om nu de verordening weer
al in te trekken.
De heer Scheele herhaalt dat de verordening toch niet
zoo Is opgemaakt als die in den Raad is besproken.
De Voorzitter voert hiertegen aan dat het tdch in de
notulen dier vergadering is opgenomen, die zijn voorge-
lezen en zonder aanmerking goedgekeuril.
De heer Scheele voelt ook wei wat voor- het idee van
den heer A. de Feijter, die voorstelde om de sluiting maar
tot halt 11 ure in den voormiddag te stellen. Het is nu
onlangs voorgekomen. toeu de predikant van Hoek hier
optrad, dat de kerk al om half elf uit was, er waren toen
ook eenige vreemdelingen en toen dacht spreker, kijk
nu moeten jullie wachten tot 11 uur om juliie frets of
rijtuig te kunnen bekomen, en een kopje koffie of iets
anders te drinken, tenzij je langs achter in deil stal gaan.
De Voorzitter acht dat geen bezwaar. In een stal mogen
ze binnen komen, en in het cafe hehoeven ze niet te zijn,
want onze menschen, zegt spreker, gaan toch niet uit de
kerk naar een cafe om daar wat te gebruiken. Erf als
het is om een fiefs of rijtuig te halen, als er niet bepaald
sprake is van cafe-bezoek, zal er zoo nauw niet worden
gezien, dan zal er geen proces-verbaal worden opgemaakt.
De heer Scheele meent dat het niet aangaat onderscheid
te maken als het gesloten moet zijn, moet het ook o-eheel
gesloten zijn.
De Voorzitter herinnert dat het eigenlijk de bedoeling
js dat groepjes jongelui onder kerktijd bepaald in de her
berg gaan zitten, maar niet om de menschen te bemoei-
lijken. ilij zou de laatste zijn om zich daartoe te leenen.
Als een politieman proces-verbaal wilde opmaken omdat
eens iernand voor den tijd een fiets uit de herberg bad
gehaald of zoo, iets, dan zou hij dezen zeker ontraden dat
fe doen.
De heer Scheele wijst dan nog op de wenschelijkheid
dat by alien geiijk zal worden gehandeld, en er geen
onderscheid zal worden gemaakt.
De oorzitter verklaart dat men dit nimmer van hem
zal ondervinden, hij wil elk ingezetene geiijk behandelen.
,s, aijders heeft men van hem ook nooit ondervonden.
Met tegen 3 stemmen wordt het verzoek der vereeni
ging ergunning afgewezen. Voor stemmen de heeren
"e -^"ge en A. de Feijter, welke laatste een
Vroeger tijdstip wenscht tegen stemmen de heeren De
uijter, Scheele, De Klerk, Faas, Wisse, Dieleman en de
V oorzitter.
i schrijven van Gedep. Staten van Zeeland, waarbij
BaadsBesluit tot wijziging der begrooting voor 19-12,
genomen m de vorige vergadering, wordt teruggezonden,
met verzoek een ontvangstpost onder een ander boofdstuk
te plaatsen. Op voorstel van Burg, en Weth. wordt het
besuut z. h. s. aldus gewijzigd.
mag men ze nog niet
een weer zijn om geen bond op straat tejagen, laat staan
een lftensch die door regen of zoo wordt overvallen
d.U zij eerbiedig verzoeken de nieuwe verordening weer
in te trekken omdat zij verder gaat dan in de bedoeling
ag van meerdere voorstemmers, of wel, haar zoodanig te
ulJzigen, dat de bezwaren voor het verkeer worden onder-
vangen.
De oorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. voorstelleu
aures aan te houden, omdat het nog niet door Burg,
en Weth. kon worden behandeld. Het komt op hetzelfde
neer als het reeds behandeld adres van de vereeniging
»Vergunning het opent geen nieuwe gezichtspunten.
De heer A. de Feijter heeft ook opgemerkt, dat de in-
gevoerde regeling toch enkeie menschen bemoeilijkt,
menschen die uitandere gemeenten naar de kerk komen.
De oorzitter Het is niet de bedoeling de menschen
te bemoeilijken.
De heer A. de Feijter: Neen, maar als de kerk uit is
willen ze hun fiets hebben en dan
binnen laten.
De ^Voorzitter noemt een fiets wegnemen geen herberg-
De heer A. de I eijterMaar de eafehouder mag zijn
deur met openen.
De heer Scheele is het met die beschouwing eens. Als
hij elders is en hij moet van een herberg gebruik maken
uan gebruikt hij daar wat, een kop koffie of waar hij
dan lust in heeft, hij wil dan niets voor niets hebben en
dan wil hij er geen goede vrienden op na houden. Hier
elemmeit men de menschen om in de herberg te komen.
De Voorzitter ziet er geen bezwaar in; als de kerk uit
is voor dat de herbergen open zijn, en iernand heeft nood-
zakelijk een onderkomen noodig, dan kan hij wel hier o'f
daai binnen komen. En bovendien, als men langs achter
i ytuig of bets weghaalt is er heelemaal geen bezwaar,
want de stal is niet verboden om te bezoeken.
De heer A. de Feijter merkt op dat de stalhouder de
menschen dan ook nog langs achter
willen toelaten. De stalhouderij
bonden.
in den stal moet
is aan de herberg ver-
«i. Een
zoedkeurini.
schrijven van Gedep. Staten, berichtende de
tier wijziging van de verordening tot regeling
der jaarwedden van het onderwljzend personeel.
.voor kennisgevifig.
Aangenomen
Een schrijven van Gectep. Staten waarbij wordt toe-
ge/.ondcn net goedgekeurde suppletoir kobior van het
schoolgeld voor 1912.
Aangenomen voor kennisgeving.
Een schrijven van Gedep. Staten waarin naar aanleiding
van het ter goedkeuring ingezonden raadsbesluit waarbij
aan het Burgerlijk Armbestuur voor het jaar 1913 subsidie
werd toegekend wordt bericht, dat ingevolge de met '1
Sept. 1912 in werking g'etreden arinenwet, dergelijk raads
besluit de goedkeuring van hun college niet meer belioeft.
Alleen is nog aan hunne controle onderworpen het ver-
leenen van gemeenteiijke subsidie aan particuliere instel-
lingen van weldadigheid.
Aangenomen voor kennisgeving-
De Voorzitter De meeste menschen die naar het dorp
lomen hebben hier of daar bij particulieren nog een plaats
waar ze in oi uitgaan en vreemdelingen komen er niet
zoo druk. Men kan dan niet beter doen dan de dominee
aanraden de kerk aan te houden tot het 11 uur is.
Overigens is het niet de bedoeling om in zulke gevallen
net de menschen moeilijk te maken, maar men heeft met
den meuwen maatregel het bepaald herbergbezoek ge-
durende kerktijd willen beletten. Daar gaat het om
Goedgevonden wordt het request aan te houden tot een
volgende vergadering.
j. i.en schrijven van het gemeentebestuur van Axel
waarin verzocht wordt verbetering van den Pouckepol-
derschen dyk.
I)e Voorzitter stelt nainens Burg, eu Weth. voor den
w-eg wat te verbeteren, door aan de zijkanten wat grond
at te steken of over die grove macadam te serpen. Dan
/al het er wel wat beter door worden. Zooals uit het
versing der raadszitting van Axel bleek, beklaagde de heer
\an Uriel zich over den toestand van dien weg Bij
opuame is aan Burg, en Weth. gebleken, dat de macadam,
door op een kant van den weg en den zijberm te rijden
aan eene zijde ingereden was; was in het midden van den
weg gereden, dan zou de geheele weg al ingereden zijn.
Zoons ol knechts van Van Driel zijn al herhaaldelijk
verbaliseerd, wegens het rijden over den zijberm van den
weg.
Aan de einden ligt de weg beter, daar is het vervoer
urukker, maar in het midden wordt er alleen gebruik van
gemaakt door Van Driel.
Door er wat grond over te strooien zal het wel verbetere-
Durg. en Weth. hebben bezwaar, om
te strooien, wegens de kosten.
De heer De Klerk: De
er nog macadam op
gr. Eene beschikking van den Minister van Binnenlandsche
Zaken waar uit blijkt, dat de sons van 5100, die de "e-
meente in 1910 ontving ais rijksbijdrage in de onder-
wijskosten, overeenbomt met het bedrag dat zij moest
ontvangen en dus geen verrekening moet plaats hebben.
Aangenomen voor kennisgeving.
h.
Een adres van de afdeeling Zaamslag van de Chris-
telijke werkliedenvereeniging Patrimonii!in", welke daarin
te kennen geeit dat in de bijeenkomst der afdeeling, op
Zaterdag 3 Augustus lb, kennis genomen hebbende van
Ououupuue a
de stemming over het verzoek der vereeniging tot afschaffin.
der kermis, zij hare hartelijke sympathie betuigt aan den
Burgemeester, den heer De Feijter. voor de kloeke ver-
dedigmg van genoemd verzoek; doch dat zij betreurt
dat die stemming niet heeft geleid tot aanneming van
het verzoek, en dat zij ten sterkste afkeurt de houding
der rechtsche raadsleden, die daardoor de oorzaak zijn
geweest van de verwerping van dit door 80 procent der
inwoners van de gemeente zoolang en vurig verbeide
raadsbesluit zij spreekt het ten slotte uit dat de ver
werping zelf en de wijze waarop ze is geschied, de mannen
van Patrimonium ten zeerste hebben teleurgesteld en
gegriefd.
De Voorzitter deelt mede dat Burg, en Weth. besloten
had dan dit request niet voor te lezen, maar de secretaris
meerde dat dit niet kon nagelaten worden.
De heer Scheele Het komt mij voor, dat dit request
heelemaal niet te- pas komt, om op deze wijze over iets
te spi eken dat gebeurd is. ik vind het nogal ingrijpend.
De heer A. de Feijter Ik vind het ook nogal kras.
De oorzitterZooals ik zegwij wilden het maar
achter houden, maar dat schijnt niet te kunnen. Ik kan
er niets aan doen, het ligt niet aan mij. Het is eigenlijk
geen request. J
De heer Scheele Dat is geen officieele toestand, dat
1 atnmonium op deze wijze moet gaan beeritiseeren wat
hier gebeurd is, het punt is afgehandeld -en als ze erniet
mede tevreden zijn, dat hun verzoek is afgewezen, dan
kunnen ze een nieuw verzoek doen. Die beschouwingen
behooren ze achtei-wege te laten.
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten het request
voor kennisgeving aan te nemen.
Een adres van A. van Fraeijenhove en 5 anderen,
alien tappers te Zaamslag, welke daarin te kennen geven
dat zij kennis hebben genomen van de gewijzigde politie
verordening dezer gemeente
dat daarin aan hen in art. 82 wordt voorgeschreven hun
lokaal gesloten te houden op Zondagen van 9 tot 41 en
van 2 tot 4 uur
dat daarin in art. 83 aan ieder wordt verboden zich
tijdens deze uren als bezoeker in eene tapperij te bevinden
met enkeie uitzonderingen
dat die bepalingen in de praktijk moeten opleveren een
groote schade voor hun bedrijf een wettig bedrijf-
en een onnoodige- last voor anderen
dat zij enkeie voorbeelden noemen, als
iernand komt met een gerij naar de kerk, hij stalt het
gerij in een herberg en de kerk is uit voor het verboden
uur, hoe moet dan de kerkganger aan zijn gerij komen
als de herbergier, wetende dat hij toch moet sluiten, af
wezig is, en waar moet de kerkganger intusschen blijven
als het na kerktijd regent
de herbergier krijgt een schoonzuster over met kinderen
dan mag de schoonzuster binnen komen, doch hare kin
deren moeten op straat het openingsuur afwachten
er komt tusschen de sluitingsuren een, wandelaar, een
fietsrijder, een rijtuig in Zaamslag binnen bij regen of
onweer, waar moeten deze blijven
dat zij hebben vernomen dat meerdere raadsleden voor
de verordening hebben gestemd, in de gedachto dat de
nieuwe verordening niet geldt voor niet-ingezetenen, maar de
verordening sluit geen reizigers van bare voorschriften
uit, dan alleen, als zij in de tapperij verblijf houden;
dat alzoo voet-, fiets-, rjjtuigreizigers, weldra tram-
remgers, die aankomen met of wachten op den tram
zich ook niet in de herberg mogen ophouden, al zou het
wegen zijn nu zacht, nu zou
men er die grove macadam gemakkelijk kunnen in walsen.
>e oorzitter Op onze kosten
De heer Scheele heeft op den weg ook een kijkje ge
nomen. Hij wijst er op dat aan de uiteinden van den
weg over de grove macadam destijds ook fijne is gestrooid,
maar het schijnt dat men in het midden tekort is ge-
J.omen. Hij is er ook wel eens eenige malen over gereden
maar men laat zulks na, met het oog op het met paarden
onbenjdbare middengedeelte. Daar is de weg indertijd
met voldoende afgewerkt. Spreker acht het noodig dat
er verbetering wordt aangebracht, daar de weg toch ver-
beterd is met subsidie van de gemeente Axel en van
pokers, liij zou er wat grond en een paar waggons
lijne macadam op willen brengen.
De Voorzitter maakt daartegen, wegens de kosten, be
zwaar. lie gemeente Zaamslag had bij den weg weinig
belang en heeit er al veel aan ten koste gelegd. Het gaat
toch met op om ter wille van 1 persoon nog een paar
waggons macadam aan te koopen. Toegestemd moet worden
dat er in het midden met voldoende fijne macadam ge
strooid is, want de kantonnier verklaarde dat het spreiden
wel wat te wensehen over gelaten had, daar hij er niet
altijd by had kunnen zijn.
De heer Scheele wijst er op, dat de Voorzitter zelf erkent
dat de weg met goed is gemaakt, en een feit is liet dat
i die nu nog in slechten toestand verkeert.
De Voorzitter merkt op dat het toch nog maar van de
laatste jaren is, dat er fijne macadam wordt gestrooid
vroeger was het allemaal grove.
De heer Scheeie Maar daar leggen stukken van 8 tot
LU c.M. en dat is nog al zeer grove.
Bij de verdere besprekingen merkt de heer De Ruijter
op, dat er wel meer plaatsen in den weg zullen geweest
Z1J,\Wma'' het,sPreide" va« de fijne macadam te wensehen
zal hebben gelaten, terwijl de heer De Mul nog mededeelt,
dat de weg in het midden het laagst lag, en dat dit ge-
deelte wat hooger is gemaakt, door er een dubbele laag
macadam op te brengen. Daardoor zal het ook wel lange?
duren eer die macadam in den weg gereden is. Met een
wenng grond er over, zal het wel verbeteren,
Nadat de Voorzitter op een vraag van den heer De Jonge
heeft medegedeeld dat de noodige grond van den kant van
den dyk kan afgestoken worden, wordt het voorstel van
Burg, en Weth. aangenomen.
U Een adres van W. van Petegem, gemeenteveld-
wachter, tevens bode-congierge, die daarin de vrijheid
neemt onder de aandacht van den Raad te brengen dat
hem als bode-eoncierge van af de maand Mei van het
jaar 1904 voor woning is aangewezen, liet gedeelte van
het gemeentehuis thans nog door hem bewoond -
dat deze woning volgens art. 12 van de wet op de per-
suneele beiasting eene ambtswouing is en aldus voor den
bewoner is een perceel vrij vail beiasting;
dat de vroegare burgemeester, de heer Wortman, hem
meermalen heeft gezegd te zullen zorgen dat die belastino-
met door adressant moest worden betaald
daarbij is gebleven en hij
voldoen
dat hij daaraan sedert 1 Jan. 1904 ongeveer f 100 heeft
uitgegeven
dat in voormelden zin ook luidt het aan Mr. Kramer
redacteur van de Gemeentestem (zie het nummer van
- J uh u.) gevraagd advies, waarom adressant op grond
van vorenstaande den Raad beleeft verzoekt deze beiasting
voor rekenmg der gemeente te nemen, met teruggave van
net reedsi door hem betaald bedrag.
Burg, en IVeth. stellen voor dit pas ingekomen adres te
stellen m hunne handen, om daarover advies te kunnen
uitbrengen.
De heer De Jonge meent dat dit request hier niet thuis
hoort, maar wel bij den directeur van de belastingen
Bovendien meent lnj zich te herinneren dat hier in den
Raad vroeger uitdrukkelijk is bepaald, dat de beiasting
zou komen ten laste van den bewoner.
De Voorzitter geeft te kennen dat Burg, en Weth een
en ander willen onderzoeken en dat zy daarom voorstellen
de behandeling aan te houden.
Aldus wordt besloten.
hoewel het
nog altijd die beiasting moet